Organisatie | Zuidplas |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs Zuidplas 2016 |
Citeertitel | Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs Zuidplas 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2016 | Onbekend | 21-06-2016 Onbekend | R16.000050 |
De raad van de gemeente Zuidplas;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 mei 2016;
gelet op artikel 140 en 141 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 134 en 135 van de Wet op de expertisecentra en artikel 96g en 96h van de Wet op het voortgezet onderwijs;
gelet op de artikelen XIII, XV en XVII van de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden;
gelet op artikel 5 van de Gemeentewet;
gelet op hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht;
gehoord de uitkomst van het op overeenstemming gerichte overleg met vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen van de scholen in de gemeente;
Besluit vast te stellen de volgende
Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs Zuidplas 2016.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
schoolbestuur: bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school, of, voor zover in deze verordening is bepaald, van een nevenvestiging waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een andere gemeente;
school: school voor basisonderwijs, school voor (voorgezet) speciaal onderwijs of school voor voortgezet onderwijs:
1. school voor basisonderwijs: een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;
2. school voor (voortgezet) speciaal onderwijs: een school voor speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 8 van de Wet op de expertisecentra en een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;
3. school voor voortgezet onderwijs: school of scholengemeenschap voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor hoger en middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, voor voorbereidend beroepsonderwijs en voor praktijkonderwijs.
nevenvestiging: deel van een school dat door de minister ingevolge artikel 85 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 76a of artikel 76b van de Wet op de expertisecentra, artikel X van de wet van 31 mei 1995 (Stb. 319) of artikel 75 van de Wet op het voortgezet onderwijs voor bekostiging in aanmerking is gebracht;
Paragraaf 2.1 Aanvraag voorzieningen; weigeringsgronden
Artikel 5 Toevoegen, wijzigen en intrekken
Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voorziening, wordt uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum bekendgemaakt door het college.
Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daaropvolgend tijdvak wenst, dient voor de indieningsdatum een aanvraag in bij het college. De indieningsdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorgeschreven. Indien de aanvraag niet voor de indieningsdatum is ingediend, besluit het college om de aanvraag niet te behandelen.
Bij het ontbreken van een of meer gegevens deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslist het college de aanvraag niet te behandelen.
Paragraaf 2.2 Aanvraag aanvullende voorzieningen; weigeringsgronden
Paragraaf 2.3 Toekenning; uitvoering beschikking subsidieverlening; intrekking of wijziging; verbod vervreemding
Artikel 13 Uitvoering beschikking tot subsidieverlening
Indien het schoolbestuur niet of niet voldoende aantoont dat de verplichtingen zijn nagekomen, deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Hierbij geven zij aan op welke onderdelen het schoolbestuur aanvullende informatie moet verschaffen. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na ontvangst van de mededeling de gevraagde informatie schriftelijk te verschaffen. Indien het schoolbestuur de gevraagde informatie niet binnen deze termijn verstrekt, stelt het college de subsidie ambtshalve vast.
Artikel 15 Intrekken of wijzigen beschikking; terugvordering
Ten aanzien van het beleid tot intrekking, wijziging, stopzetting of verlaging van de afgegeven subsidiebeschikking dan wel terugvordering van gegeven subsidie is titel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Artikel 17 Verbod tot vervreemding
Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van het college tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.
Artikel 18 Informatieverstrekking
Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.
In de Bijlage 'Voorzieningen' moet een gemeente aangegeven welke voorzieningen onder de werking van de verordening vallen. Per voorziening wordt een aparte bijlage opgenomen. In de bijlage bij de verordening worden per voorziening de volgende punten beschreven:
I Aanduiding van de voorziening
Hier dient te worden aangegeven welke voorziening kan worden aangevraagd.
Hier wordt de indieningsdatum voor de betreffende voorziening bepaald. Ook kan worden bepaald dat geen specifieke indieningsdatum, gezien de aard van de voorziening, is voorgeschreven. Dit laatste zal met name spelen bij voorzieningen die noodzakelijk zijn als gevolg van calamiteiten.
III Periode waarvoor voorziening wordt toegekend
Het tijdvak waarvoor een voorziening wordt toegekend. Dit kan een schooljaar zijn (wat voor de meeste voorzieningen logisch is, gezien de koppeling met het onderwijsproces), maar ook een kalenderjaar.
IV Criteria voor het vaststellen van de voorziening
Het geheel van criteria geeft de omstandigheden weer waarin de school moet verkeren om in aanmerking te komen voor de voorziening.
V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid
Bijlage A, "Vervoer naar gymnastiekaccomodaties"
I Aanduiding van de voorziening
Een jaarlijkse tegemoetkoming in de kosten van vervoer in verband met het gymnastiekonderwijs.
III Tijdvak waarvoor voorziening wordt goedgekeurd
De voorziening wordt toegekend voor het kalenderjaar waarop het vastgestelde programma voorzieningen huisvesting onderwijs van toepassing is.
IV Criteria voor het vaststellen van de voorziening
V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid
Bekostiging per op de school ingeschreven aantal 6- tot en met 9-jarige leerlingen.
Voor deze voorziening wordt een subsidieplafond gehanteerd en wordt aan de hand van de mate van urgentie bepaald welke schoolbesturen in aanmerking komen voor toekenning van een subsidiebedrag.
Om scholen tegemoet te komen in de kosten van vervoer naar de gymnastiekaccommodatie besluit de gemeente de voorziening ‘jaarlijkse tegemoetkoming in de kosten van vervoer in verband met het gymnastiekonderwijs’ open te stellen.
Alle scholen voor basisonderwijs (behalve de nevenvestiging van de hoofdvestiging van de school die in een andere gemeente is gelegen) kunnen voor alle leerlingen van 6 t/m 9 jaar op de school in aanmerking komen voor de voorziening. De gemeente gaat ervan uit dat leerlingen van 10 jaar en ouder -onder begeleiding- fietsend naar de gymnastiekaccommodatie kunnen.
Bijlage B, "schoolbegeleiding"
I Aanduiding van de voorziening
III Periode waarvoor de voorziening wordt toegekend
De voorziening wordt toegekend voor de duur van het aangevraagde c.q. toegekende scholings/begeleidingstijdvak, doch maximaal voor het schooljaar.
IV Criteria voor het vaststellen van een voorziening
De voorziening schoolbegeleiding heeft betrekking op het ondersteunen van scholen bij het vernieuwen en verbeteren van het onderwijs teneinde (nog) beter Passend onderwijs vorm te kunnen geven.
De bekostiging wordt alleen verstrekt voor begeleidings- en scholingsactiviteiten van het team dan wel individuele leerkrachten.
De schoolbegeleiding wordt verzorgd door schoolbegeleidingsdiensten, bureaus of zelfstandig gevestigde personen die werken op het terrein van onderwijskunde en organisatiekunde, waarbij geen (extra) personele verplichtingen bestaan of ontstaan voor het schoolbestuur of de gemeente.
De voorziening schoolbegeleiding is beschikbaar voor scholen voor basisonderwijs, speciale scholen voor basisonderwijs en speciaal onderwijs
IVb Voorziening staat open voor een nevenvestiging van een hoofdvestiging in een andere gemeente
De voorziening schoolbegeleiding staat niet open voor een in de gemeente gelegen nevenvestiging van een hoofdvestiging die in een andere gemeente is gelegen.
IVc Hoofdgebouw/ dislocatie/ nevenvestiging
IVd Overige criteria op basis waarvan het schoolbestuur van een school in aanmerking komt voor een voorziening
Bij de aanvraag dient een plan overlegd te worden waarin de volgende zaken duidelijk worden onderbouwd:
Een plan van aanpak waarin tevens wordt aangegeven hoe de evaluatie plaatsvindt en hoe de ontwikkeling wordt geborgd binnen de schoolorganisatie; in het plan van aanpak wordt duidelijk de relatie gelegd naar het eigen schoolprofiel en/of het school(ontwikkelings)plan. Deze documenten maken tevens onderdeel uit van de aanvraag;
V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid
Om een zo eerlijk mogelijke verdeling van het budget te bewerkstelligen en een richtlijn te geven tot welk bedrag een school aanvragen bij de gemeente zou kunnen indienen, wordt in beginsel de volgende verdeelsleutel gehanteerd:
Ieder jaar voor 1 maart ontvangen de scholen een brief waarin de uitwerking per school van bovenstaande verdeelsleutel voor het komende schooljaar is weergegeven.
Voor deze voorziening geldt een subsidieplafond, zijnde het jaarlijks in de gemeentebegroting opgenomen bedrag voor schoolbegeleiding.
Het beschikbare budget wordt verdeeld over alle aanvragen die voor toekenning in aanmerking komen. Wanneer het subsidieplafond wordt overschreden, worden de bedragen zoals genoemd bij V aangepast naar rato van de verdeelsleutel
In de toekenningsbeschikking is opgenomen hoe de verantwoording van de gegeven subsidie dient te geschieden.
Eventueel reeds ontvangen voorschotten worden verrekend bij de definitieve subsidievaststelling.