Organisatie | Dronten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening regelende de taak, de bevoegdheden en de samenstelling van de Bestuurscommissie Kunstzinnige Vorming |
Citeertitel | Verordening op de bestuurscommissie kunstzinnige vorming |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | commissies |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-03-1998 | 01-01-2006 | diverse artikelen | 19-02-1998 Gemeenteblad 1998, nr. 4 | 543017 | |
01-01-1996 | nieuwe regeling | 28-09-1995 Gemeenteblad 1995, nr. 1 | 102708 |
HOOFDSTUK I. BEGRIPSOMSCHRIJVING, TAAK EN BEVOEGDHEDEN
Artikel 1. Begripsomschrijving
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
kunstzinnige vorming: het geheel van buitenschoolse activiteiten in de vorm van lessen en cursussen, zowel individueel als in groepsverband gegeven door bevoegde docenten in de disciplines beeldend, muziek, dans, drama, audiovisueel en literatuur, alsmede de uitvoering van de steunfunctie kunstzinnige vorming;
De commissie heeft ten aanzien van het bij het instituut werkzaam zijnde personeel alle bevoegdheden die, welke krachtens de van kracht zijnde rechtspositieregelingen toekomen aan de gemeenteraad of het college van burgemeester en wethouders.
Zij kan een of meer van deze bevoegdheden bij schriftelijk besluit opdragen aan of doen uitvoeren door de directeur van het instituut.
Artikel 4. Rekening en verantwoording
De commissie is voor haar handelingen, beleid en beheer verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraad. Dit geschiedt door middel van het vaststellen van een meerjarenbeleidsplan en middels een jaarlijks aan de gemeenteraad uit te brengen schriftelijk verslag van de werkzaamheden met betrekking tot de haar opgedragen taken.
Burgemeester en wethouders oefenen op het in het eerste lid bedoelde beleid en beheer toezicht uit. De commissie verstrekt hun daartoe desgevraagd alle inlichtingen, waaronder eens per halfjaar rapportages over de stand van zaken van het beleid en beheer van het instituut. Deze rapportages bevatten tenminste:
HOOFDSTUK III. WERKWIJZE COMMISSIE
Wanneer het vereiste aantal leden niet is opgekomen, wordt een nieuwe vergadering belegd op de in artikel 10, tweede lid, voorgeschreven wijze, met aanhaling in de convocatie van de bepalingen van dit artikel.
Evenwel behoeven er slechts tweemaal vierentwintig uren tussen de toezending van de convocatie en het uur van de vergadering te verlopen. In deze vergadering worden geen punten behandeld die niet in de oproep voor de eerste vergadering vermeld zijn geweest.
Artikel 12. Openbaarheid, besloten vergaderingen
De deuren van de vergaderingen worden gesloten, wanneer ten minste een vijfde gedeelte der aanwezige leden het vordert of de voorzitter het nodig acht. De commissie beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd. Het besluit behoeft de stemmen van ten minste tweederde der aanwezige leden.
De commissie kan omtrent het in besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van stukken, welke aan de commissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Zij wordt zowel door de leden, die bij de behandeling tegenwoordig waren, als door de leden, die op andere wijze van het behandelde en van de stukken kennis nemen, in acht genomen totdat de commissie haar opheft. De verplichting tot geheimhouding geldt mede voor de voorzitter.
Een stemming is geldig, ongeacht het aantal leden dat daaraan heeft deelgenomen, ingeval er opnieuw wordt gestemd over een voorstel of over een benoeming, voordracht of aanbeveling van personen, ten aanzien waarvan in een vroegere vergadering een stemming op grond van het bepaalde in het derde lid van dit artikel nietig was. Hetzelfde geldt in een vergadering, als bedoeld in artikel 11, derde lid.
Artikel 16. Onthouding van stemmen
De leden onthouden zich van medestemmen over zaken, benoemingen, schorsingen en ontslagen inbegrepen, die hen, hun echtgenoten respectievelijk partners, of hun bloed- en aanverwanten tot de derde graad ingesloten, persoonlijk aangaan of waarin zij als gelastigden zijn betrokken.
Artikel 17. Ondertekening stukken
Alle van de commissie uitgaande stukken worden door de voorzitter en de in artikel 9, eerste lid bedoelde ambtelijk secretaris ondertekend.
Artikel 18. Spreekrecht toehoorders
In de publikatie als bedoeld in artikel 10, derde lid, wordt op de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht in de vergaderingen van de commissie gewezen. Voorts wordt aangegeven op welke plaats op de vergadering betrekking hebbende openbare stukken ter inzage liggen en verkrijgbaar kunnen worden gesteld.
Artikel 19. Begroting en jaarrekening
De commissie biedt jaarlijks voor 15 maart een concept-begroting voorzien van een toelichting voor het komende kalenderjaar aan aan het college van burgemeester en wethouders en houdt daarbij rekening met de door het college uit te vaardigen richtlijnen. In de toelichting worden ook afwijkingen ten opzichte van het lopende cursusjaar vermeld en de mate waarin er ruimte is voor het initiëren van nieuwe activiteiten.
Artikel 20. Relatie gemeentebegroting en -rekening
De begroting en de financiële verslaglegging van de commissie maken deel uit van onderscheidenlijk begroting en rekening van de algemene dienst van de gemeente.
In algemene zin wordt opgemerkt dat deze verordening veel bepalingen bevat die overeenkomen met de bepalingen in de Gemeentewet ten aanzien van leden van de gemeenteraad. Dat is niet onlogisch indien men er zich rekenschap van geeft dat deze artikel 82-commissie de taken en bevoegdheden overgedragen krijgt van de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders, voorzover het gaat over het besturen van het CMV.
Ter verdere positionering van taak en bevoegdheden is in het najaar 1997 een notitie "positionering CKV" vastgesteld. De inhoud van deze notitie kan niet los wordne gezien van de artikelsgewijze toelichting die hieronder wordt opgenomen. De notitie is dan ook als separatie toelichting bij deze stukken gevoegd.
Veel van de in dit artikel opgenomen omschrijvingen lijken logisch. Bedacht moet worden dat door hier een omschrijving op te nemen, voorkomen kan worden dat de tekst van de verordening onnodig lang wordt. Iedereen weet nu dat als er in de verordening commissie staat, dat de bestuurscommissie wordt bedoeld, enz.
Voor de formulering van het begrip kunstzinnige vorming is aansluiting gezocht bij de omschrijving zoals die in publicaties van het Rijk wordt gebruikt.
Door bij "het instituut" ook te verwijzen naar de mogelijke uitbreiding wordt voorkomen dat de verordening aangepast moet worden indien de commissie er in slaagt de andere vormen van kunstzinnige vorming te ontwikkelen.
De directeur wordt op grond van de huidige formulering benoemd door het college van burgemeester en wethouders zolang de artikel 82-status een feit is.
De hier omschreven taak is gebaseerd op de opdracht die in de notitie positionering CKV is vastgelegd. Voorde goede orde is de samenvatting van deze notitie hieronder afgedrukt. De gehele notitie dient als toelichting bij deze verordening.
De commissie zal zich moeten inspannen het CKV te positioneren als spin in het web van de Drontense culturele infrastructuur. Een infrastructuur die zich kenmerkt door samenwerking en uitwisseling. Synergie tussen de eigen KV-disciplines (intern) en met andere culturele voorzieningen (extern) wordt tot stand gebracht.
Binnen dit model dienen bestaande relaties met de gemeente te worden gewijzigd. Op managementniveau moeten daarover nadere besluiten worden genomen.
Dit heeft betrekking op de overdracht van mensen en middelen naar het instituut, en de wijze waarop de gemeente facilitair diensten ten behoeve van het instituut uitvoert.
In dit artikel wordt omschreven wat de commissie kan en mag. Als het gaat om leiding- geven aan het personeel en het aanstellen van nieuwe medewerkers dan worden alle bevoegdheden overgedragen. Uiteraard weet de commissie zich hierbij beperkt tot de financiële mogelijkheden in de begroting
Om het instituut slagvaardig te kunnen laten opereren is in deze verordening bepaald dat de directeur veel werkzaamheden kan uitvoeren.
Voorts wordt in dit artikel de mogelijkheid geopend om commissies of werkgroepen in het leven te roepen. Nu al zijn er werkgroepen actief bij het instituut. Bijvoorbeeld die ten aanzien van het aanbod kunstzinnige vorming schoolgaande jeugd. De algemene bepaling dat de commissie deze bevoegdheid toekomt maakt het mogelijk hierin te blijven voorzien. Hierbij zullen direct betrokkenen bij het instituut zoveel mogelijk worden ingeschakeld.
Het zal de taak van de commissie zijn om zorg te dragen voor de kunstzinnige vorming in het algemeen, om hierin verband aan te brengen, om nieuwe initiatieven zoal sbijvoorbeeld de kunsteducatie te ontwikkelen en een stimulans te zijn, een samenbindend element in de infrastructuur van de kunstzinnige vorming, doch met behoud van de eigen verantwoordelijkheid van de al bestaande werkvormen en gestarte initiatieven.
Regelt de financiële relaties met de gemeente. Het moge duidelijk zijn dat het budget in de gemeentebegroting altijd de basis zal moeten zijn van waaruit de commissie heeft te werken. Daarbij staat het de commissie vrij in de voorfase van het tot stand brengen van die bedragen in de begroting een uiterste inspanning te leveren om dat budget zo hoog te krijgen dat men daarmee de geplande werkzaamheden kan uitvoeren.
Een goede beleidsvisie en een heldere omschrijving van het aanbod is daarbij essentieel. Overeenkomstig de gemeentebegroting zal het instituut werken met een produktbegroting.
Op basis van het KPMG rapport wordt gekozen voor een slagvaardige commissie, bestaande uit maximaal 5 leden. In de meeste ideale situatie wordt hierbij vooral gedacht aan:
De formulering die hier gebezigd is ten aanzien van onverenigbare betrekkingen is niet van toepassing op die medewerkers van de gemeente Dronten die in het openbaar onderwijs functioneren. Deze zijn immers op grond van de Gemeentewet ook benoembaar als raadslid. Analoog zal men dan ook lid kunnen zijn van deze commissie.
Op grond van de nieuwe Gemeentewet behoeven voor een bestuurscommissie de bepalingen van belangenverstrengeling niet te worden geformuleerd. Maar omdat met de komst van deze verordening er formeel geen nieuwe rechtspersoon ontstaat, het instituut blijft een gemeentelijke instelling, is de bepaling vanuit de oude gemeentewet toch opgenomen. Wel is direct in lid 2 bepaald dat burgemeester en wethouders ontheffing kunnen verlenen van het verbod om leveringen aan de gemeenten te doen.
Dit is noodzakelijk omdat in de bestuurscommissie wellicht ook leden zitting nemen die als zelfstandige persoon leveringen doen aan de gemeente. Hierbij wordt met name gedacht aan opdrachten vanuit de gemeente aan kunstenaars. Alle leden van de initiatiefgroep zijn van mening dat van hen leveringen aan de gemeente mogelijk moeten zijn, of men nu wel of geen lid is van deze commissie. Dat ligt anders indien geleverd zou worden aan de muziekschool. Dat moet onmogelijk zijn. Gelet op het juridische feit dat de muziekschool geen zelfstandige rechtspersoon is of wordt bij vaststelling van de verordening, is gekozen voor het opnemen van de formulering en ontheffingsmogelijkheid.
De secretaris heeft een adviserende stem. Dat is de algemeen gebruikelijke juridische bewoording voor het feit dat de secretaris wel mag proberen invloed uit te oefenen, maar dat dat niet verder gaat dan een advies. Stem mag hier niet worden uitgelegd als een stem in de deelname aan stemmingen. Het gaat om de rol en positie van de secretaris.
Wat de vergaderfrequentie betreft: hier is als minimumeis geformuleerd dat men twee keer vergadert. In die vergaderingen worden dan begroting en rekening vastgesteld. Overigens kan niemand zich voorstellen dat in de toekomstige turbulente tijd die het CMV ingaat, zo weinig vergaderd zal worden!
De in het derde lid omschreven gebruikelijke wijze van openbare aankondiging van een vergadering is een advertentie in de krant, met een afkondiging in de publikatiekast.
Daarnaast kan de commissie er voor kiezen ook de ouders via bijvoorbeeld de schoolkrant te informeren.
Gelet op de hechte banden met "de gemeente" worden alle stukken in tweevoud naar het gemeentehuis gezonden. Een set zal voor de verantwoordelijke beleidsafdeling zijn, de andere set verdwijnt in het gemeentelijk archief.
Ogenschijnlijk zit er een tegenstrijdigheid in de artikelen 13, lid 4 en artikel 14, lid 2. Gewezen wordt op het feit dat in artikel 13 alleen maar de rechtsgeldigheid van stemmingen in het geding is, terwijl er in artikel 14 daarnaast wordt aangegeven hoe er, als er een rechtsgeldige stemming heeft plaatsgevonden, moet worden omgegaan met blanco stemmen.
Hier is de woordelijke omschrijving van het spreekrecht dat de gemeenteraad in zijn eigen commissievergaderingen heeft geregeld, opgenomen.
In het huishoudelijk reglement zal onder meer het volgende geregeld moeten worden.
Het moment van aftreden van de eerstbenoemde commissieleden. Dit zal moeten afwijken van de regel die in de verordening is opgenomen om te voorkomen dat het voltallige bestuur op hetzelfde moment vertrekt. Hier zal dus in moeten worden afgeweken van de letter van de verordening.
Voorts zal in dit reglement worden opgenomen hoe de betrokkenheid van (ouders van) leerlingen bij het schoolbeleid is geregeld. Hier wordt gedacht aan het instellen van een ouderraad.