Organisatie | IJsselstein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene subsidieverordening IJsselstein 2004 |
Citeertitel | Algemene subsidieverordening IJsselstein 2004 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Inclusief wijzigingen (cesuurdatum 01-01-2011)
Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2008 | 06-08-2015 | Nieuwe regeling | 18-12-2008 Zenderstreeknieuws, 30-12-2008 | raadsstuk 2008-17569 |
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
1.1 activiteit : een samenhangend geheel van werkzaamheden op
het gebied van een programma, gericht op het
bereiken van een maatschappelijk effect;
1.2 begroting : een raming van inkomsten en uitgaven over een
vastgestelde algemene regels, niet zijnde een
algemeen verbindend voorschrift (verordening),
omtrent de afweging van belangen, de vaststelling
van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften
bij het gebruik van een bevoegdheid van de
1.5 beroepskracht : degene die op grond van een arbeidsovereenkomst of
een overeenkomst tot het verrichten van enkele
diensten ten behoeve van een instelling een functie
1.6 het college : het college van burgemeester en wethouders van de
1.7 de commissie : door de gemeenteraad ingestelde commissie die
adviseert binnen bepaalde beleidsterreinen;
in het verleden door aanvrager gedane aanvraag;
1.10 instelling : een rechtspersoon die tot doel heeft het welzijn van
de burgers van de gemeente IJsselstein in het
algemeen, in het bijzonder of op een bepaald terrein
te bevorderen en daarvoor krachtens deze
verordening subsidie wenst te ontvangen;
1.11 jaarverslag : een door het hoogste bevoegde orgaan van een
instelling vastgesteld inhoudelijk verslag met
betrekking tot georganiseerde activiteiten of
verrichte werkzaamheden over het jaar waarvoor de
instelling subsidie heeft ontvangen;
1.12 jubileumsubsidie : subsidie aan een in IJsselstein gevestigde of
werkzame organisatie, die in het kader van de
viering van een jubileum, activiteiten organiseren
met een openbaar karakter gericht op de plaatselijke
bevolking. De jubileumsubsidie is een incidentele
1.13 product : de producten zoals aangegeven in de gemeentelijke
een instelling zijn aan te merken en die,
bedrijfseconomisch gezien, vrij besteedbaar zijn.
Reserves worden onderscheiden in algemene en
bestemmingsreserves. Zodra aan een reserve een
bestemming is gegeven, deze bestemming is
goedgekeurd door het college en als
zodanig is aangemerkt als bestemmingsreserve, of
wanneer aan een reserve door het college
voorwaarden zijn gesteld, is er sprake van een
bestemmingsreserve. De overige reserves zijn
1.16 subsidie : de aanspraak op financiële middelen, door het
college verstrekt aan een instelling voor het zonder
winstoogmerk uitvoeren van omschreven activiteiten,
anders dan als betaling voor aan de gemeente
geleverde goederen of diensten;
1.17 subsidiesoorten : incidentele subsidies; structurele subsidies te weten:
budget-, waarderingssubsidies; en
1.18 structurele subsidie : een subsidie die voor een bepaalde periode wordt
verleend door de gemeenteraad voor jaarlijks
a.budgetsubsidie : een structurele subsidie waarvoor bepaalde activiteiten als
prestatie moeten worden geboden en waarover vooraf
afspraken zijn gemaakt tussen de instelling. De afspraken
kunnen in een overeenkomst worden vastgelegd;
activiteiten met een eenmalig of experimenteel
karakter en een looptijd van maximaal één jaar.
1.20 subsidieperiode : het in de subsidiebeschikking aangegeven of in de
1. subsidieovereenkomst overeengekomen aantal
kalenderjaren waarvoor de subsidie wordt verleend;
1.21 subsidiebeschikking : een schriftelijk besluit van het college op een
1. subsidieaanvraag tot subsidieverlening waarbij een
omschrijving van georganiseerde activiteiten of te verrichten werkzaamheden, de maximale hoogte van
de subsidie en eventuele subsidievoorwaarden
worden meegedeeld aan de instelling die subsidie
1.22 subsidieovereenkomst : een overeenkomst tussen het college en de subsidie-
ontvangende instelling, waarbij vooraf door het
college aan de instelling voor een bepaalde periode
een vast bedrag aan middelen wordt verleend ten
behoeve van de realisering van een zeker niveau van
te organiseren activiteiten of te verrichten
werkzaamheden. De subsidieovereenkomst kan
worden gebruikt ten behoeve van subsidies die voor
een bepaalde periode worden verleend;
1.23 subsidieoverzicht : een schriftelijk besluit van het college waarin onder
andere het overzicht van activiteiten en instellingen
is opgenomen die de gemeente in het jaar waarop
het subsidieoverzicht betrekking heeft op enigerlei
wijze voornemens is te subsidiëren, alsmede de voor
genoemd jaar geldende subsidieplafonds;
1.24 subsidieplafond : bedragen die gedurende een bepaald tijdvak ten
hoogste beschikbaar zijn gesteld voor de verstrekking
van subsidie op programmaniveau en voor structurele
respectievelijk incidentele subsidie op
1.25 subsidieplan : bevat de door het college vastgestelde
subsidie beleidsbeginselen waaraan
subsidieaanvragen worden getoetst;
1.26 subsidievaststelling : de beschikking tot subsidievaststelling, waarbij het
bedrag van de subsidie over een kalenderjaar
definitief wordt vastgesteld en die aanspraak geeft
op betaling van het vastgestelde bedrag;
1.27 vrijwilliger : degene die diensten en of werkzaamheden verricht
ten behoeve van een instelling zonder daarvoor op
enigerlei wijze een vergoeding te ontvangen anders
dan een eventuele onkostenvergoeding;
1.28 werkplan : het door de instelling opgestelde programma,
volgens de richtlijnen van het college, waarin de in het betrokken subsidiejaar uit te voeren activiteiten
en werkzaamheden worden vermeld met de
doelstelling, de doelgroepen, de te hanteren
Artikel 2 Reikwijdte van de verordening
Tenzij een bijzondere subsidieverordening anders bepaalt stelt de Algemene Subsidieverordening
2004 IJsselstein regels voor zover hierin niet is voorzien in een bijzondere subsidieverordening,
met dien verstande dat de strekking en de aard van deze regels niet in strijd mag zijn met
hetgeen is bepaald in de bijzondere verordening (zie tevens artikel 52).
Het collegeprogramma geldt als subsidieplan. Met de vaststelling van het collegeprogramma gelden de daarin verwoorde uitgangspunten als algemene grondslag voor het te voeren beleid inzake subsidieverstrekking.
Het concept subsidieoverzicht ligt gedurende 14 dagen ter inzage op het gemeentehuis, teneinde de in het subsidieoverzicht genoemde instellingen de gelegenheid te geven schriftelijk hun zienswijze kenbaar te maken. Het concept wordt tevens door het college ter kennisgeving aan de raadscommissies aangeboden.
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient de subsidieaanvragende instelling in voldoende mate aan te tonen dat voldaan wordt aan het bepaalde in de artikelen 7.1, 7.2, 7.3, alsmede aan artikel 8 ‘weigeringsgronden’.
Artikel 7.1 Voorwaarden activiteiten en / of werkzaamheden
geplande activiteiten en/of werkzaamheden, hetgeen onder meer kan blijken uit het aantal
l.de instelling geeft een duidelijk omschreven direct belang aan van de activiteiten en/of
l. werkzaamheden voor de plaatselijke bevolking van de gemeente;
Artikel 7.3 Voorwaarden instelling
f.De subsidieaanvragende instelling bezit volledige rechtspersoonlijkheid, overeenkomstig artikel
f. 2:27 van het Burgerlijk Wetboek, of is een erkend onderdeel van een volledige
f. rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie. Het college kan in voorkomende gevallen bepalen
f. dat een instelling geen volledige respectievelijk gedeeltelijke rechtspersoonlijkheid hoeft te
Artikel 8 Niet in behandeling nemen en weigering
met f, 7.2. sub a tot en met d en 7.3 sub a.
c.de subsidieaanvragende instelling failliet is verklaard of aan haar surséance van betaling is
c. verleend, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.
Artikel 9 Integriteitonderzoek
Een subsidie aan een rechtspersoon of aan een natuurlijke persoon kan worden geweigerd dan wel worden ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur.
Aan een instelling kan door het college subsidie worden verleend ten behoeve van activiteiten en/of werkzaamheden ten aanzien waarvan de gemeente rijksgelden verwacht als bijdrage in de kosten van de uitvoering van die activiteiten en/of werkzaamheden. Voorwaarde voor vorengenoemde subsidiëring is het daadwerkelijk verkrijgen van de betreffende rijksgelden op het moment van de vaststelling van de gemeentelijke begroting en het subsidieoverzicht. Het niet of in mindere mate verkrijgen van de rijksgelden kan aanleiding geven tot dienovereenkomstige aanpassing van de gemeentelijke begroting en het subsidieoverzicht.
Artikel 11 Begrotingsvoorwaarde
Een subsidie ten laste van de begroting die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld, zoals bedoeld in artikel 4:34, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht.
door burgemeester en wethouders vast te stellen beleidslijn opgenomen normen, gebaseerd op het
leveren van een bijdrage aan het maatschappelijk effect van een programma.
3.Een incidentele subsidie is een subsidie voor een of meerdere activiteiten met een eenmalig of
experimenteel karakter en een looptijd van maximaal één jaar.
HOOFDSTUK 2 DE SUBSIDIEAANVRAAG
Artikel 15 Vereisten eerste aanvraag structurele subsidie
Onverminderd het bepaalde in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 14 van deze
verordening, verstrekt de subsidieaanvragende instelling bij haar aanvraag de volgende gegevens:
Artikel 16 Vereisten herhaalde aanvraag structurele subsidie
Onverminderd het bepaalde in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 14 van deze verordening, verstrekt de subsidieaanvragende instelling bij een herhaalde aanvraag voor een structurele subsidie de volgende gegevens:
Artikel 17 Vereisten aanvraag incidentele subsidie
Een instelling die subsidie aanvraagt voor activiteiten en/of werkzaamheden, die krachtens deze verordening worden aangemerkt als incidentele subsidie dient, onverminderd het bepaalde in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 14 van deze verordening, tezamen met de subsidieaanvraag de volgende gegevens in:
Artikel 19 Ontheffing aanvraagtermijn
Het college kan in bijzondere gevallen schriftelijk ontheffing verlenen van de
aanvraagtermijn, zoals bedoeld in artikel 14. Een subsidieaanvragende instelling dient deze
ontheffing schriftelijk en gemotiveerd bij het college aan te vragen vier weken vóór de
aanvraagtermijn van 1 april zoals genoemd in artikel 14, lid1.
Artikel 20 Bericht ontvangst aanvraag
Het college zendt per omgaande schriftelijk bericht van ontvangst van de aanvraag. In dit ontvangstbericht wordt aangegeven dat de subsidieaanvraag wordt meegenomen met de behandeling van de gemeentelijke begroting en het subsidieoverzicht, alsmede een planning van deze procedures.
Artikel 21 Niet behandelen aanvraag
Indien de subsidieaanvragende instelling niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de subsidieaanvraag of wanneer de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de subsidieaanvraag, kan het college besluiten de subsidieaanvraag niet in behandeling te nemen, mits de subsidieaanvragende instelling de gelegenheid heeft gehad binnen een door het college gestelde termijn de ontbrekende gegevens te overleggen.
Artikel 22 De subsidiebeschikking
Het college beschikt op een aanvraag om structurele subsidie uiterlijk binnen vier weken, nadat de gemeenteraad tot vaststelling van de gemeentelijke begroting heeft besloten, doch in ieder geval vóór 31 december van het jaar voorafgaande aan het jaar (de jaren) waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.
Onder opgaaf van redenen kan de subsidiebeschikking inzake een structurele subsidie door het
college met hoogstens vier weken na het verstrijken van de datum van 31 december worden
verdaagd en kan de subsidiebeschikking inzake een incidentele subsidie met hoogstens zes
weken worden verdaagd. Het college stelt de subsidieaanvragende instelling van het besluit tot
Artikel 24 De subsidieovereenkomst
Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de subsidie zich daartegen verzet, kan in de subsidieovereenkomst worden bepaald dat de subsidieontvangende instelling verplicht is de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verleend onder bepaalde voorwaarden en binnen een bepaalde termijn te verrichten.
Artikel 26 Aanvullende subsidievoorwaarden
Het college kan aan de subsidie aanvullende voorwaarden verbinden ter zake van:
Artikel 27 Herziening subsidiebeschikking
Indien bijzondere redenen of gewijzigde omstandigheden bij de subsidieontvangende instelling de noodzaak doen ontstaan tot een substantiële verhoging van het verleende subsidiebedrag, dient de betreffende instelling lopende het subsidiejaar een gemotiveerde aanvraag in tot herziening van de subsidiebeschikking bij het college. De instelling dient daarbij alle gegevens en bescheiden in die nodig zijn voor een beslissing omtrent de herziening van de subsidie en legt verantwoording af omtrent de verrichte activiteiten en/of werkzaamheden en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten.
HOOFDSTUK 4 DE SUBSIDIEVASTSTELLING
Artikel 28 Subsidievaststelling
In het jaar volgende op het jaar waarvoor de subsidie is verleend wordt de subsidie definitief door het college vastgesteld. De beschikking tot subsidievaststelling stelt het bedrag vast en geeft aanspraak op betaling van het betreffende subsidiebedrag.
Artikel 30 Ambtshalve vaststelling
onder lid 1 van vorig artikel. Het college stelt hieromtrent nadere regels vast, vaststelling geschiedt dan ambtshalve gelijktijdig met de verlening.
Artikel 33 Maatregelen voor en bij subsidievaststelling
Het college kan besluiten tot opschorting van het verstrekken van voorschotten of intrekking casu quo wijziging van de subsidieverlening / -vaststelling ten nadele van de instelling, indien:
de instelling heeft gehandeld in strijd met de aan de subsidie verbonden verplichtingen casu quo voorwaarden, voortvloeiende uit een verordening, beleidsregels, andere regelgeving of gemaakte afspraken, met een percentage van 40% van het subsidiebedrag of voor een ander percentage overeenkomstig een door het college vastgestelde beleidsregel;
Indien uit de gegevens bij de aanvraag tot vaststelling blijkt dat de toegekende subsidie niet of niet volledig overeenkomstig de daaraan gestelde voorwaarden en bestemming is gebruikt, kan door het college worden besloten tot definitieve vaststelling op een ander bedrag. Aan vorenstaande wordt geen toepassing gegeven, dan nadat de betrokken instelling ter zake is gehoord.
HOOFDSTUK 6 FINANCIELE EN ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
Artikel 35 Wijziging statuten en reglement instelling
Met betrekking tot voorgenomen wijzigingen in de statuten, de reglementen en in de samenstelling van het dagelijks bestuur vraagt de instelling binnen zes weken voor de beoogde wijziging schriftelijk toestemming aan het college.
Artikel 39 Betrokkenheid bij bestuur
De instelling betrekt haar vrijwilligers, werknemers en deelnemers bij het beleid, overeenkomstig de door de rijksoverheid gestelde regels. De instelling neemt daartoe strekkende bepalingen op in statuten en reglementen.
Artikel 42 Vergoeding vermogensvorming
In de gevallen zoals bedoeld in artikel 4:41 van de Algemene wet bestuursrecht en ingeval van fusie of het aangaan van een vorm van samenwerking is de instelling aan het college een vergoeding van de vermogenswaarden verschuldigd, voor zover deze vermogensvoorwaarden zijn opgebouwd door middel van gemeentelijke subsidie.
Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde van de goederen en andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding wordt verschuldigd, met dien verstande dat in geval van ontvangst van schadevergoeding voor verlies of beschadiging van zaken wordt uitgegaan van het bedrag dat als schadevergoeding door de instelling wordt ontvangen.
Indien door of namens de rijks- of provinciale overheid na overleg met het college, of indien door of namens het college onderzoekingen worden ingesteld, verleend de instelling daaraan de nodige medewerking.
Artikel 49 Personele gevolgen wijziging subsidie
Indien het college het voornemen heeft om de subsidiëring van een instelling zodanig te wijzigen dat daardoor personele gevolgen voor de instelling zijn te verwachten, voert het tijdig overleg met besturen van representatieve organisaties van betrokken werknemers en werkgevers of, bij het ontbreken daarvan, met een representatieve vertegenwoordiging van de betrokken werkgevers en werknemers.
Artikel 50 Verklaringen omtrent het gedrag
Het college kan in naar zijn oordeel daarvoor in aanmerking komende gevallen verlangen dat een aanvrager er zorg voor draagt dat de personeelsleden, vrijwilligers en anderen die uit hoofde van hun functie in contact komen met minderjarige of wilsonbekwame personen beschikken over een verklaring omtrent het gedrag.
Met het vaststellen van deze verordening wil de raad nadrukkelijk stellen dat het al dan niet toekennen van subsidie ter beoordeling is van de daartoe bevoegde bestuursorganen binnen de gemeente. Het verlenen van subsidie aan instanties is derhalve geen vanzelfsprekendheid.
Artikel 53 Toepassing op ander verordeningen
Deze verordening is, overeenkomstig artikel 2 lid 3, van toepassing op de volgende verordeningen:
cliëntenparticipatie; bijdrageregeling oud papier; subsidiebesluit sportaccommodaties; subsidieverordening schilderwerk beschermd stadsgezicht; subsidieverordening stads- en dorpsgezichten; en de verdubbelingsregeling ontwikkelingssamenwerking.
Het wordt niet uitgesloten dat bepalingen van deze verordening tot onbillijkheden kunnen leiden. Wanneer een instelling een ernstige onbillijkheid ondervindt door een bepaling, kunnen burgemeester en wethouders ten gunste van de instelling van deze bepaling afwijken.
Artikel 55 Algemene wet bestuursrecht
Op deze verordening is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2004 met toepassing van artikel 25 van de Tijdelijke referendumwet, nu inwerkingtreding geen uitstel kan lijden in verband met het feit dat de termijn waarbinnen subsidieaanvragen voor het subsidiejaar 2005 binnen moeten zijn zeer kort is, te weten 1 april 2004.