Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leek

Gedragscode voor bestuurders van de gemeente Leek

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeek
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGedragscode voor bestuurders van de gemeente Leek
CiteertitelGedragscode voor bestuurders van de gemeente Leek
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 15, lid 3
  2. Gemeentewet, art. 41c, lid 2
  3. Gemeentewet, art. 69, lid 2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-01-200301-01-2021Nieuwe regeling

16-12-2002

Midweek, 15-01-2003

57

Tekst van de regeling

Intitulé

Gedragscode voor bestuurders van de gemeente Leek

De raad van de gemeente Leek;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 december 2002, nr. 57;

 

gelet op de artikelen 69, lid 2, 41c en 15, lid 3 van de Gemeentewet;

 

B E S L U I T :

 

vast te stellen de Gedragscode voor bestuurders van de gemeente Leek.

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • 1.1.

    Onder het college wordt verstaan: het college van burgemeester en wethouders.

  • 1.2.

    Onder presidium wordt verstaan: het presidium van de gemeenteraad bestaande uit de voorzitter van de gemeenteraad en de fractievoorzitters.

  • 1.3.

    Deze gedragscode geldt voor de burgemeester, de wethouders, de leden van de gemeenteraad en de door de gemeenteraad benoemde plaatsvervangende leden als bedoeld in artikel 4, vierde lid van de Verordening op de raadscommissies 2004.

  • 1.4.

    In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in respectievelijk het college dan wel het presidium.

  • 1.5.

    De code is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 1.6.

    De leden van het college en de leden van de raad ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

Artikel 2 Belangenverstrengeling en aanbesteding

  • 2.1.

    Een bestuurder doet opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 2.2.

    Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt de bestuurder (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

  • 2.3.

    Een oud-bestuurder wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente.

  • 2.4.

    Een bestuurder die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 2.5.

    Een bestuurder neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.

Artikel 3 Nevenfuncties

  • 3.1.

    Een bestuurder vervult geen nevenfuncties waarbij strijdigheid is of kan zijn met het belang van de gemeente.

  • 3.2.

    Een bestuurder maakt melding van al zijn nevenfuncties waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet bezoldigd is. Deze gegevens worden openbaar gemaakt.

  • 3.3.

    Een bestuurder die een nevenfunctie wil vervullen anders dan uit hoofde van het ambt, bespreekt dit voornemen respectievelijk in het college dan wel het presidium. Daarbij komt tevens aan de orde hoe wordt gehandeld met betrekking tot eventuele vergoedingen en de te maken kosten.

Artikel 4 Informatie

  • 4.1.

    Een bestuurder gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij verstrekt geen geheime informatie.

  • 4.2.

    Een bestuurder houdt geen informatie achter, tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het niet geven van informatie mogelijk is op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 4.3.

    Een bestuurder maakt niet ten eigen bate of van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

Artikel 5 Aannemen van geschenken

  • 5.1.

    Geschenken en giften die een bestuurder uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld en geregistreerd en zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht.

  • 5.2.

    Indien een bestuurder geschenken of giften ontvangt die een waarde van minder dan € 50,00 vertegenwoordigen, kunnen deze in afwijking van het bovenstaande worden behouden en behoeven ze niet te worden gemeld en geregistreerd.

  • 5.3.

    Geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, wordt dit gemeld in het college dan wel aan het presidium gemeld waar een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen.

  • 5.4.

    Reizen en excursies aangeboden aan bestuurders, door anderen dan (semi)overheden, worden vooraf gemeld en geregistreerd.

Artikel 6 Bestuurlijke uitgaven

  • 6.1.

    Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond.

  • 6.2.

    Ter bepaling van de functionaliteit van bestuurlijke uitgaven worden de volgende criteria gehanteerd:

    • -

      met de uitgave is het belang van de gemeente gediend en

    • -

      de uitgave vloeit voort uit de functie.

Artikel 7 Declaraties

  • 7.1.

    De bestuurder declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 7.2.

    Declaraties worden afgewikkeld volgens een daartoe vastgestelde administratieve procedure.

  • 7.3.

    Een declaratie wordt ingediend door middel van een daartoe vastgesteld formulier. Bij het formulier wordt de functionaliteit van de uitgave vermeld.

  • 7.4.

    Gemaakte kosten worden binnen een maand gedeclareerd. Eventuele voorschotten worden voor zover mogelijk binnen een maand afgerekend.

  • 7.5.

    De gemeentesecretaris respectievelijk de griffier is verantwoordelijk voor een deugdelijke administratieve afhandeling en registratie van declaraties. Declaraties van bestuurders worden administratief afgehandeld door een daartoe aangewezen ambtenaar.

  • 7.6.

    In geval van twijfel omtrent een declaratie, wordt deze voorgelegd aan de burgemeester. Zo nodig wordt de declaratie ter besluitvorming aan het college voorgelegd.

Artikel 8 Gebruik van gemeentelijke voorzieningen

  • 8.1.

    Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privé-doeleinden is niet toegestaan.

  • 8.2.

    Bestuurders kunnen op basis van een overeenkomst ter zake voor zakelijk gebruik een fax, mobiele telefoon en computer in bruikleen ter beschikking krijgen.

  • 8.3.

    Als het belang van de gemeente daarmee is gediend, kan het college van burgemeester en wethouders besluiten dat bestuurders voor hun dienstreizen gebruik maken van een dienstauto, eventueel met chauffeur. Het gebruik van deze voorziening wordt centraal geregistreerd. Het college van burgemeester en wethouders kan bepalen dat in bijzondere gevallen van de dienstauto gebruik kan worden gemaakt voor woon-werkverkeer of voor de uitoefening van q.q.-nevenfuncties.

Artikel 9 Reizen buitenland

  • 9.1.

    Een bestuurder die het voornemen heeft een buitenlandse reis te maken, heeft toestemming nodig van respectievelijk het college dan wel het presidium.

  • 9.2.

    Een bestuurder die het voornemen van een reis meldt, verschaft informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap en de geraamde kosten.

  • 9.3.

    Uitnodigingen voor reizen, werkbezoeken en dergelijke op kosten van derden worden altijd besproken in respectievelijk het college dan wel het presidium en onder meer getoetst op het risico van belangenverstrengeling. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming.

  • 9.4.

    Van de reis wordt verslag gedaan.

  • 9.5.

    Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een bestuurder is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming betrokken.

  • 9.6.

    Het anderszins meereizen van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming betrokken.

  • 9.7.

    Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privé-doeleinden is toegestaan, mits dit is betrokken bij de besluitvorming. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van de bestuurder.

  • 9.8.

    De in verband met de buitenlandse dienstreis gedane functionele uitgaven worden vergoed conform de geldende regelingen. Uitgaven worden vergoed voor zover zij redelijk en verantwoord worden geacht.

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de raad van de gemeente Leek,

d.d. 16 december 2002.

mevrouw S. de Jong, voorzitter W. Loonstra, griffier