Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wierden

Inspraakverordening gemeente Wierden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWierden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingInspraakverordening gemeente Wierden
CiteertitelInspraakverordening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum inwerkingtreding is bij benadering genomen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 150
  2. Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-05-2005Vervangt inspraakverordening van 10 december 1996

17-05-2005

De Driehoek, datum onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Inspraakverordening gemeente Wierden

Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van gemeentelijk beleid worden betrokken.

 

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid conform wettelijke bepalingen;

inspraakprocedure: de wijze waarop deze inspraak gestalte wordt gegeven;

beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen, wijzigen of evalueren van beleid;

interactieve beleidsvorming: het voorafgaand aan de wettelijke, formele inspraak betrekken van ingezetenen en andere belanghebbenden bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid, waarbij in het proces ruimte wordt gegeven het proces en./of de uitkomst daarvan daadwerkelijk te beïnvloeden;

adviesrecht: het geven van gevraagde adviezen op grond van de intentieverklaringen met de verenigingen voor plaatselijk belang;

recht van initiatief: de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden voorstellen rechtstreeks op de agenda van b&w te plaatsen.

Paragraaf 2. Interactieve beleidsvorming

Artikel 2. Onderwerpen van interactieve beleidsvorming

  • 1.

    Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden bij elk onderwerp of er ruimte is voor interactieve beleidsvorming bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van gemeentelijk beleid.

  • 2.

    Er is geen interactieve beleidsvorming in situaties waarbij de politiek gewenste uitkomst reeds vaststaat, of waarbij geen vrije beslisruimte bestaat.

Artikel 3. Procedure

  • 1.

    Het betreffend bestuursorgaan stelt voor elk beleidsvoornemen waarop interactieve beleidsvorming van toepassing is, een procedure vast. Als uitgangspunt voor deze procedure geldt de in de toelichting genoemde basisprocedure.

  • 2.

    In de procedure wordt aangegeven welke ruimte wordt gegeven het proces en./of de uitkomst daarvan daadwerkelijk te beïnvloeden.

Artikel 4. Uitkomsten van interactieve beleidsvorming

De uitkomsten van interactieve beleidsvorming worden zichtbaar gemaakt in het uiteindelijke voorstel dat aan het betreffende bestuursorgaan ter besluitvorming wordt voorgelegd.

Paragraaf 3. Formele, wettelijke inspraakprocedure

Artikel 5. Inspraakgerechtigden

Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.

Artikel 6. Onderwerpen van inspraak

  • 1.

    Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid.

  • 2.

    Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.

    3.Geen inspraak wordt verleend:

    • a.

      ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • b.

      indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    • c.

      indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • d.

      inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • e.

      indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;

    • f.

      indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

Artikel 7. Procedure

  • 1.

    Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere inspraakprocedure vaststellen.

Artikel 8. Eindverslag

  • 1.

    Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

  • 2.

    Het eindverslag bevat in elk geval:

    • a.

      een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;

    • b.

      een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

    • c.

      een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.

  • 3.

    Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.

Artikel 9. Beklagrecht

Wat betreft het klachtrecht wordt aangesloten bij het gestelde in hoofdstuk 9 van de Awb

Paragraaf 4. Intentieverklaring met verenigingen voor Plaatselijk Belang

Artikel 10. Adviesrecht en recht van initiatief

  • 1.

    De gemeente stelt met alle verenigingen voor Plaatselijk belang binnen de gemeente een intentieverklaring op.

  • 2.

    Doel van de intentieverklaring is wederzijdse afspraken vast te leggen tussen de gemeente en de verenigingen voor Plaatselijk Belang waar het gaat om hun betrokkenheid bij het opstellen, uitvoeren en evalueren van beleid

  • 3.

    In deze intentieverklaring wordt in ieder geval aangegeven dat deze verenigingen adviesrecht hebben en recht van initiatief.

Paragraaf 4. Slotbepalingen

Artikel 11. Intrekking oude verordening

De verordening van 10 december 1996 wordt ingetrokken

Artikel 12. Inwerkingtreding

De verordening treedt de dag na bekendmaking in werking.

Artikel 13. Slotbepaling

De verordening kan worden aangehaald als "Inspraakverordening".

Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Wierden d.d. 17 mei 2005.

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

drs. H.R. Lanning L.B. Kobes