Organisatie | Huizen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financiele verordening gemeente Huizen 2016 |
Citeertitel | Financiele verordening gemeente Huizen 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 212
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-07-2016 | 01-01-2016 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 07-07-2016 Gemeenteblad 2016 nr 4 d.d. 15-7-2016 | Agendapunt 5.4 |
De raad van de gemeente Huizen;
in vergadering bijeen op 7 juli 2016,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 juni 2016; agendapunt 5.4;
gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten;
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Inkomsten die aan een periode zijn toegerekend. De baten in een begrotingsjaar zijn inkomsten die in dat jaar of een ander jaar hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden, maar die op het begrotingsjaar betrekking hebben, omdat hetzij de uitvoering van een taak die tot opbrengsten leidde in het begrotingsjaar plaatsvond, hetzij omdat het voordeel in het begrotingsjaar plaatsvond. De definitie van baten omvat zowel opbrengsten als andere voordelen.
Lasten zijn uitgaven welke aan een periode zijn toegerekend. De lasten in een begrotingsjaar zijn de uitgaven die in dat jaar of in een ander jaar hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden, maar die op het begrotingsjaar drukken, omdat hetzij de uitvoering van een taak die zal leiden tot kosten in het begrotingsjaar plaatsvond, hetzij omdat het verlies in het begrotingsjaar plaatsvond.
c.Beheer van vermogenswaarden:
het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen rechten van de gemeente Huizen.
Het handelen in overeenstemming met wet- en regelgeving, waaronder ook begrepen zijn de gemeentelijke verordeningen, raads- en collegebesluiten.
Het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.
De mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.
g.Product m.i.v. begrotingsjaar 2017 Taakveld
De eenheden waar programma’s in zijn onderverdeeld.
Het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, functioneren en beheersen van de gemeentelijke organisatie en de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.
Het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatievoorziening ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.
Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording
de beoogde maatschappelijke effecten (outcome): wat willen we bereiken ?; de te leveren goederen en diensten (output): wat gaan we daarvoor doen ? ; de lasten (input): wat mag het de kosten? , de baten: wat zijn de revenuen? en de bestuurlijke prioriteiten/accenten.
4.De raad stelt op voorstel van het college per programma, naast de verplichte indicatoren, relevante indicatoren vast voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de beoogde maatschappelijke effecten (outcome) van het gemeentelijke beleid en de te leveren gemeentelijke productie (output) van goederen en diensten.
Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt in aanvulling op het bepaalde in artikel 20 en artikel 21 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten inzicht gegeven in de ontwikkeling van het financiële perspectief als gevolg van de begroting, de meerjarenraming en de investeringen.
Het college biedt uiterlijk in het eerste kwartaal van het begrotingsjaar aan de raad een nota van uitgangspunten aan over de kaders en uitgangspunten voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren. In deze nota worden tevens richtlijnen gesteld ten behoeve van de opzet en inhoud van voorjaarsnota alsmede begroting en rekening.
Artikel 6. Tussentijdse rapportage
Daarnaast worden bij de voorjaarsnota en bij de (toelichting op de) begroting tevens die zaken toegevoegd welke nog niet budgettair vertaald (kunnen) worden maar wel de financiële positie verduidelijken en completeren. De ontwikkelingen binnen de totale financiële positie kennen een rubricering welke verwijst naar corresponderende producten/taakvelden, en programma’s.
Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van ge-meenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
HOOFDSTUK 3: Financieel beleid
Artikel 9. Waardering en afschrijving vaste activa
De materiële vaste activa met economisch nut of investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden afgeschreven volgens de termijnen en criteria zoals opgenomen in de bijlage Tabel activering activa bij de Nota van uitgangspunten.
Artikel 12. Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten van de gemeente, die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, vindt kostentoerekening aan producten / taakvelden plaats op basis van het principe van de integrale kostprijsberekening. Met ingang van 2017 zal dit extracomptabel plaatsvinden.
Artikel 13. Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken aan overheidsbedrijven en derden en met welke bijbehorende activiteiten de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt tenminste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking doet het college vooraf elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van tenminste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.
Artikel 14. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen
1 Het college biedt, bij de aanbieding van de begroting, een belastingnota aan ter behandeling en vaststelling door de raad. In deze nota wordt ingegaan op de samenstelling van het pakket aan gemeentelijke belastingen, alsmede de ontwikkelingen en accenten binnen de diverse afzonderlijke belastingen en heffingen en het tarievenbeleid.
Ook bevat de nota een overzicht van de verordeningen en de daarin opgenomen tarieven en heffingen. In de nota wordt verder ingegaan op beleidsontwikkeling ten aanzien van de gemeentelijke belastingen welke zowel lokaal als landelijk geïnitieerd kunnen zijn.
Uitgangspunt bij de bepalingen van de gemeentelijke tarieven is een volledige kostendek-kendheid onderbouwd door actuele calculaties, met uitzondering van die activiteiten die zijn aangewezen in het Besluit Algemeen belang vaststelling Wet Markt en Overheid van de Gemeente Huizen. Een andere uitzondering vormt de onroerende zaakbelasting welke als algemeen dekkingsmiddel geldt.
Artikel 16. Financieringsfunctie
Het college draagt zorg voor de uitoefening van de financieringsfunctie en stelt daaromtrent regels op ter uitvoering. Deze regels alsmede de regels voor taken en bevoegdheden worden vastgelegd in een besluit treasurystatuut. Het college zendt het besluit treasurystatuut ter kennisgeving aan de raad.
Het verstrekken van leningen en garanties en het aangaan van financiële participaties worden uitsluitend gedaan uit hoofde van de publieke taak; hierbij dient het openbaar belang beargumenteerd te worden. Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties bedingt het college zekerheden.
1.Bij de begroting en jaarstukken neemt het college in de paragraaf lokale heffingen de verplichte onderdelen op grond van artikel 10 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.
1.In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college de verplichte onderdelen op grond van artikel 13 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.
Artikel 19. Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Jaarlijks bij de behandeling van de voorjaarsnota en de begroting wordt ingegaan op aspecten van het weerstandsvermogen in relatie tot de financiële positie en de aan de lopende bedrijfsvoering verbonden risico’s. Bij het niet structureel in evenwicht zijn van de begroting worden met inachtneming van de componenten uit de weerstandscapaciteit voorstellen geformuleerd tot het herstellen van het materieel evenwicht.
Het college geeft in een paragraaf weerstandsvermogen bij de begroting en de jaarstukken de verhouding aan tussen enerzijds de weerstandscapaciteit welke ligt opgesloten in elementen als eigen vermogen, langlopende voorzieningen, onbenutte belastingcapaciteit en de ruimte op de begroting en anderzijds de risico’s en verplichtingen van materieel belang zoals opgenomen in de risicoparagraaf.
Artikel 20. Onderhoud kapitaalgoederen
Uitgangspunt voor het onderhoud aan kapitaalgoederen in de openbare ruimte is het op peil houden van een volwaardig gebruiksnut en een goede technische staat. Maatgevend voor de perioden waarbinnen de onderhoudsverplichting geldt zijn de termijnen van afschrijving zoals opgenomen in de tabel activering activa bij de nota van uitgangspunten.
1.Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf bedrijfsvoering de verplichte onderdelen op grond van artikel 14 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.
HOOFDSTUK 5 Financiële organisatie en financieel beheer
Artikel 25. Financiële organisatie
opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatig-heid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt zij maatregelen tot herstel.
Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd. Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.
Artikel 28. Intrekken oude verordening en overgangsrecht
De Financiële beheersverordening gemeente Huizen 2010 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt.