Organisatie | Veiligheidsregio Groningen |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Regeling Werkbegeleiding Veiligheidsregio Groningen |
Citeertitel | regeling Werkbegeleiding |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 125 Ambtenarenwet
CAR
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-01-2015 | art. nieuwe regeling | 30-01-2015 Onbekend | geen |
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
jaargesprek: (ten minste) Eenmaal per jaar voeren de leidinggevende en de medewerker een jaargesprek. Hierin worden vier onderwerpen in ieder geval besproken:
Van het jaargesprek wordt een schriftelijk verslag gemaakt. Ten aanzien van het gedeelte ‘beoordeling’ gelden formele vereisten zoals in deze regeling nader uiteengezet.
De leidinggevende en de medewerker komen gezamenlijk de vorm, frequentie en inhoud van de werkbegeleiding overeen. Daarbij geldt dat werkbegeleiding een tweezijdige verplichting is waarbij inzet van beide kanten wordt verwacht.
Indien de medewerker zowel een hiërarchisch, als een functioneel leidinggevende heeft, dan worden eveneens afspraken gemaakt over de onderlinge afstemming van de werkbegeleiding. De hiërarchisch leidinggevende zoekt hierbij de afstemming met de functioneel leidinggevende.
De leidinggevende en de medewerker houden (minimaal) één jaargesprek per kalenderjaar, in ieder geval vóór de maand waarin de periodieke verhoging van het salaris van de medewerker conform artikel 6 lid 1 van de Bezoldigingsregeling Veiligheidsregio Groningen kan plaatsvinden. De leidinggevende bepaalt de datum en tijdstip van het jaargesprek en stelt de medewerker hiervan op de hoogte. De leidinggevende kan er voor kiezen, al dan niet na afstemming met de medewerker, om de vier onderdelen van het jaargesprek afzonderlijk, of in aparte gesprekken, te behandelen.
Op verzoek van de medewerker en/of de leidinggevende kan een adviseur DPOO bij het jaargesprek aanwezig zijn. Indien dit verzoek afkomstig is van de leidinggevende, dan wordt de medewerker hiervan tijdig voorafgaand aan het gesprek op de hoogte gesteld.
Voor elk deel van het jaargesprek met de medewerker kan de leidinggevende informatie inwinnen bij collega’s, dan wel bij andere relevante personen.
De beoordeling van de medewerker betreft een eenzijdig oordeel van de leidinggevende over het functioneren van de medewerker gedurende het aangegeven beoordelingstijdvak. De beoordeling kan zowel binnen het jaargesprek, als op elk ander moment plaatsvinden, wanneer de leidinggevende en/of medewerker dit noodzakelijk achten.
Bij de beoordeling wordt gebruik gemaakt van een gespreksformulier waarvan het model door de werkgever is vastgesteld. Elke beoordeling kent een eindoordeel uit onderstaande tabel, waarbij de gevolgen uit de geldende “Bezoldigingsregeling Veiligheidsregio Groningen” zijn aangegeven:
E: De medewerker voldoet niet aan de eisen om de functie naar behoren te kunnen uitvoeren. Er is geen ontwikkelperspectief. | |
D: De medewerker voldoet nog niet aan de eisen om de functie naar behoren te kunnen uitvoeren. Er is zicht op verbetering. De medewerker functioneert onder verwachting. | |
C: De medewerker voldoet naar tevredenheid aan de gestelde eisen van de functie. De medewerker functioneert naar verwachting. | |
B: De medewerker komt regelmatig boven de gestelde eisen uit. De medewerker functioneert boven verwachting. | |
A: De medewerker overtreft vrijwel continu de gestelde eisen. | +2 periodieken * |
Artikel 5 Mogelijkheden na de beoordeling
Het gespreksformulier wordt door de leidinggevende opgesteld en aan de medewerker gegeven. Op het gespreksformulier wordt door de leidinggevende ook aangegeven wat de rechtspositionele gevolgen van de beoordeling zijn voor de medewerker. De medewerker tekent het gespreksformulier als eerste en heeft de keuze om het gespreksformulier te tekenen “voor akkoord” of “voor gezien”.
Indien de medewerker de beoordeling voor akkoord tekent, dan tekent vervolgens de leidinggevende het gespreksformulier. Met de ondertekening door de leidinggevende is het besluit tot vaststelling van de beoordeling genomen. Het besluit tot vaststelling van de beoordeling is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, waartegen de medewerker bezwaar kan maken. De bezwaartermijn vangt aan op de dag volgend op die waarop de leidinggevende het besluit heeft ondertekend en een kopie aan de medewerker heeft verstrekt.
Indien de medewerker het gespreksformulier voor gezien tekent en nader gehoord wenst te worden, dan tekent de leidinggevende het gespreksformulier ook maar hierdoor wordt de beoordeling nog niet vastgesteld. Zowel de medewerker als de leidinggevende wordt gehoord door de naasthogere leidinggevende. De naasthogere leidinggevende stelt vervolgens, met inachtneming van hetgeen hij gehoord heeft, de beoordeling vast. De door de naasthogere leidinggevende vastgestelde beoordeling is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. De bezwaartermijn vangt aan op de dag volgend op die waarop de naasthogere leidinggevende de beoordeling heeft vastgesteld en een kopie aan de medewerker heeft verstrekt.
De mogelijkheid om bezwaar te maken heeft alleen betrekking op de vastgestelde beoordeling en niet op andere onderdelen van het jaargesprek.
Het maken van bezwaar heeft geen opschortende werking.
De leidinggevende draagt er zorg voor dat de relevante informatie van het jaargesprek, maar in ieder geval een kopie van het ondertekend gespreksformulier, aan de adviseur DPOO wordt verstrekt. Deze stukken worden in het persoonsdossier van de medewerker gearchiveerd bij de Dienst Personeel- en Organisatieontwikkeling.
Het verslag van het jaargesprek, waaronder het gespreksformulier worden als vertrouwelijk behandeld en inzage is alleen mogelijk conform de “Regeling persoonsdossiers Veiligheidsregio Groningen”.
Artikel 7 Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.
Artikel 8 Citeertitel en inwerkingtreding
Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling Werkbegeleiding Veiligheidsregio Groningen” en treedt in werking met ingang van 30 januari 2015.