Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Utrecht (Utr)

Uitvoeringsbesluit nadere regels keurmerkorganisaties

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUtrecht (Utr)
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsbesluit nadere regels keurmerkorganisaties
CiteertitelUitvoeringsbesluit nadere regels keurmerkorganisaties
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpkeurmerkorganisaties

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-05-2015Onbekend

26-05-2015

Gemeenteblad

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsbesluit nadere regels keurmerkorganisaties

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht,

gelezen het raadsbesluit Taxiverordening Utrecht 2015 d.d. 30 april 2015. Kenmerk 15.502614.,

gelet op artikel 10 lid 1 en 2 van de Taxiverordening Utrecht 2015,

besluit vast te stellen: Uitvoeringsbesluit nadere regels keurmerkorganisaties:

GEMEENTE UTRECHT: Uitvoeringsbesluit nadere regels keurmerkorganisaties

Artikel 1 Eisen aan organisatie (artikel 10 lid 1)

1.Aan een keurmerkorganisatie worden de volgende eisen gesteld.

Een keurmerkorganisatie dient:

  • a.

    een stichting te zijn;

  • b.

    een naam of afkorting te hebben, die naar het oordeel van het college, voldoende onderscheidend is van de naam of afkorting van andere keurmerkorganisaties, taxiorganisaties, of taxivervoerders;

  • c.

    te zijn ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;

  • d.

    te beschikken over een postadres, telefoonnummer en website;>

  • e.

    een bestuur te hebben dat bestaat uit natuurlijke personen die de goedkeuring hebben verkregen van ons college.

  • f.

    dient te beschikken over een Verklaring Omtrent het Gedrag van Rechtspersonen, afgegeven volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, die op het moment van afgifte niet ouder is dan vier maanden.

De bestuursleden van de keurmerkorganisatie dienen eveneens over zo’n verklaring te beschikken.

  • 2.

    Een keurmerkorganisatie heeft als doel de kwaliteit van taxivervoer te bevorderen. Daartoe zal de keurmerkorganisatie in elk geval:

    de kwaliteit van de dienstverlening van de bij haar aangesloten taxichauffeurs zoveel mogelijk bevorderen;

    in het bijzonder toezien op de naleving door de bij haar aangesloten taxichauffeurs van de Utrechtse kwaliteitsregels taxivervoer (artikel 7 van de Taxiverordening Utrecht 2015);

    toezien op de naleving door de bij haar aangesloten taxichauffeurs van de overige uit de Taxiverordening Utrecht 2015 voor die chauffeurs voortvloeiende verplichtingen (voor zover die taak niet bij het college zelf ligt).

  • 3.

    De keurmerkorganisatie en haar bestuursleden dienen hun taak professioneel, onafhankelijk en integer uit te oefenen.

  • 4.

    De keurmerkorganisatie en haar bestuursleden mogen daartoe geen functie vervullen in organisaties van taxivervoerders. Zij mogen geen diensten verrichten voor, of een belang hebben in of bij, organisaties van taxivervoerders of individuele taxichauffeurs, voor zover dit niet noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak als keurmerkorganisatie (diensten ten behoeve van de reguliere uitvoering van haar keurmerktaak, met inbegrip van haar werkzaamheden ten behoeve van de verhoging van de kwaliteit van het taxivervoer vallen daar niet onder).

De keurmerkorganisatie en haar bestuursleden dienen de schijn van niet onafhankelijk functioneren te vermijden. Zij dienen bij te houden welke nevenfuncties zij vervullen, en de bestuursleden dienen aan het bestuur werkzaamheden te melden welke mogelijk leiden tot de schrijn van niet onafhankelijk functioneren. Dit dient schriftelijk te worden vastgelegd.

  • 5.

    Het college kan een aanwijzingsbesluit of haar goedkeuring van een bestuurslid intrekken, indien het college van oordeel is dat de keurmerkorganisatie of haar bestuursleden hun taak niet professioneel, onafhankelijk of integer uitoefenen, of in ernstige mate in strijd handelen met het belang van de kwaliteit van taxivervoer op de gemeentelijke openbare weg.

  • 6.

    Een keurmerkorganisatie dient:

    Het college tijdig en adequaat te informeren over zaken die naar het oordeel van het college voor de handhaving van de Taxiverordening Utrecht 2015 van belang zijn;

    te beschikken over een actuele registratie van gegevens van taxichauffeurs aan wie een keurmerkcertificaat is verleend (bestand van keurmerkchauffeurs en (kenteken) voertuigen, tags e.d.),

Wijzigingen in die bestanden dienen steeds onverwijld te worden doorgegeven aan het college (en de met handhaving belaste gemeentelijke diensten en andere overheidsinstellingen).

een adequate regeling te treffen voor haar bereikbaarheid, telefonisch of op ander wijze, voor de bij haar aangesloten taxichauffeurs en handhavende ambtenaren, en tijdig op verzoeken te reageren. In de regeling kan worden gedifferentieerd naar de mate van spoed, binnen en buiten kantoortijden e.d. De regeling dient te worden goedgekeurd door het college;

als taxichauffeurs de regels van de Utrechts taxiverordening, 2015 niet naleven, of er klachten over deze taxichauffeurs bij de keurrmerkorganisatie (of de gemeente) zijn binnen gekomen, op verzoek van het college, steeds direct alle informatie te geven, welke het college naar haar oordeel nodig heeft om haar handhavingstaak goed te kunnen uitvoeren. Het college en de met handhaving belaste organisatieonderdelen kunnen nadere richtlijnen geven voor deze informatieverstrekking;

het college periodiek te informeren over de binnengekomen klachten en de afdoening van die klachten;

te voldoen aan de regels van good governance

te beschikken over een transparante begroting en kostendekkend tarief te hanteren voor chauffeurs om aangesloten te zijn bij de keurmerkorganisatie.

periodiek haar prestaties te verantwoorden aan het college door middel van het verstrekken van rapportages en periodiek overleg. Het college en het organisatieonderdeel Milieu & Mobiliteit kan nadere eisen stellen aan de inhoud en de frequentie van deze rapportages.

Artikel 3. Wijze van toetsing (artikel 10 lid 2)

  • 1.

    Een keurmerkorganisatie dient te beschikken over een intern controleprotocol, waarin haar interne werkwijze met betrekking tot de uitoefening van haar toezichtstaak duidelijk is beschreven.

  • 2.

    De keurmerkorganisatie dient het in lid 1 bedoelde interne controle protocol ter goedkeuring aan het college voorleggen.

Artikel 4. Audit keurmerkorganisatie

1.Een keurmerkorganisatie laat binnen haar organisatie [door een externe onafhankelijke professioneel auditorganisatie] periodiek audits uitvoeren, met het doel na te gaan, of de keurmerkorganisatie de uit dit uitvoeringsbesluit voor haar voortvloeiende verplichtingen naleeft. Het college wordt over de resultaten van de audit geïnformeerd.

[zie SGS (certificeerbaar keurmerk)]

Toelichting

Rol keurmerkorganisatie

Het is de wens van de gemeente (en de wetgever) dat de branche zoveel mogelijk zelf de naleving van de gedragsregels bevordert. Dit is de reden dat het primaat van de naleving zoveel mogelijk bij een keurmerkorganisatie wordt gelegd. Het is de keurmerkorganisatie die in eerste instantie controleert of de taxichauffeur de uit de taxiverordening voortvloeiende regels naleeft. Het gaat dan om kwaliteitregels taxivervoer, de andere uit het taxiverordening voortvloeiende regels, en de door het rijk gestelde regels voor zover die betrekking hebben op de kwaliteit van het taxivervoer.

Als een taxichauffeur die regels overtreedt, of er een klacht over een chauffeur binnenkomt, wordt dit onderzocht door de keurmerkorganisatie die aan de taxichauffeur een keurmerkcertificaat heeft verstrekt. Die keurmerkorganisatie bespreekt dit vervolgens met de taxichauffeur. De keurmerkorganisatie dient daarbij een zorgvuldige procedure te volgen, waarbij alle te zetten stappen zijn uitgeschreven.

Als uit dit onderzoek blijkt dat een taxichauffeur de kwaliteitregels taxivervoer en de andere aan het door hem uitgevoerde wettelijke regels heeft overtreden, kan de keurmerkorganisatie het door haar verleende keurmerkcertificaat intrekken.

Een keurmerkorganisatie controleert alleen het handelen van taxichauffeurs aan wie zij een keurmerkcertificaat heeft verstrekt (dus niet andere taxichauffeurs). Het college handhaaft de regels m.b.t. taxichauffeur die geen taxivergunning hebben en wel gebruik (trachten te maken) van de halteplaatsen voor keurmerktaxi's.

Interne controleprotocol

In het interne controleprotocol kan worden aangegeven:

  • 1.

    de frequentie waarmee interne controles (o.a. mystery guests) plaatsvinden, met een minimum van 1x per jaar per chauffeur, met de daarbij behorende onderbouwing; Het college kan de minimale frequentie wijzigen;

  • 2.

    de wijze waarop de bevindingen van de interne controle wordt vastgelegd;

  • 3.

    de wijze waarop de bevindingen worden gedeeld met de keurmerkchauffeur;

  • 4.

    de wijze waarop de taxichauffeur een reactie kan geven op de bevindingen;

  • 5.

    de wijze waarop maatregelen worden getroffen richting de keurmerkhouder, indien wordt geconstateerd dat de kwaliteitsregels taxivervoer worden

  • 6.

    een redelijke termijn waarbinnen door de keurmerkorganisatie beslist wordt over toe te passen maatregelen naar aanleiding van geconstateerde overtredingen en de periode waarbinnen deze maatregel wordt opgelegd;

  • 7.

    een beschrijving van de wijze waarop een beslissing wordt genomen over de op te leggen maatregel, waarbij in ieder geval rekening wordt gehouden met het aantal overtredingen en de ernst ervan dat een chauffeur eerder heeft gepleegd;

  • 8.

    de wijze waarop eventuele risico's ten aanzien van de kwaliteit van taxivervoer worden verkleind middels het uitvoeren van interne controles met de daarbij behorende onderbouwing;

  • 9.

    de wijze waarop de bevindingen worden gedeeld met de ambtelijke organisatie die namens het college toeziet op de Taxiverordening Utrecht 2015.

Beoordeling keurmerkorganisatie(s)

Het college zal periodiek de keurmerkorganisatie(s) onder andere controleren op de volgende onderwerpen:

  • -

    voldoet de keurmerkorganisatie aan dit uitvoeringsbesluit;

  • -

    leeft de keurmerkorganisatie de in het interne controleprotocol vastgestelde regels voldoende na;

  • -

    heeft de keurmerkorganisatie de registratie op orde;

  • -

    op welke wijze en in welke mate de keurmerkorganisatie een effectieve bijdrage heeft geleverd aan de bevordering van de kwaliteit van het taxivervoer en de naleving van de taxiverordening.

Dit besluit treedt in werking 26 mei 2015.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Utrecht op 26 mei 2015.

De burgemeester, De secretaris,