Organisatie | Oss |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Clientenparticipatie Sociaal Domein 2016 gemeente Oss |
Citeertitel | Verordening Clientenparticipatie Sociaal Domein 2016 gemeente Oss |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Clientenparticipatie Sociaal Domein |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-07-2016 | Aanpassing in werkwijze en structuur van de Adviesraad Sociaal Domein | 14-07-2016 | Onbekend |
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 mei 2016;
gelet op het advies van de raadscommissie Sociaal Bestuurlijk van 30 juni 2016;
gelet op artikel 147 en 150 van de Gemeentewet, artikel 2.1.3 Wet maatschappelijke ondersteuning, artikel 47 van de Participatiewet en artikel 2.10 van de Jeugdwet;
overwegende dat het noodzakelijk is om cliëntenparticipatie bij verordening te regelen;
In dit besluit wordt verstaan onder:
vertegenwoordigers van cliëntgroepen binnen het sociaal domein -de zogenaamde ervaringsdeskundigen- of deskundigen die vanuit een professionele of vrijwilligersorganisaties affiniteit hebben met de doelgroep die zij vertegenwoordigen, en vertegenwoordigers van organisaties die de belangen behartigen van deze personen.
de wijze waarop de gemeente de Adviesraad Sociaal Domein betrekt in de beleidsvorming, de uitvoering en de evaluatie van de taken en wetten binnen het Sociaal Domein.
Artikel 2 Doelstelling en taken Adviesraad Sociaal Domein
Het bewerkstelligen dat de doelgroepen van onder andere Wmo, Jeugd en Participatiewet vanuit een onafhankelijke positie betrokken zijn bij en adviseren over de totstandkoming, de uitvoering en de evaluatie van het gevoerde gemeentelijke beleid binnen het sociaal domein.
De Adviesraad Sociaal Domein houdt zich niet bezig met de behandeling van individuele cliëntzaken.
De Adviesraad Sociaal Domein bestaat uit een onafhankelijke voorzitter, vice-voorzitter en secretaris/penningmeester die geen deel uitmaken van de kenniskringen, en de voorzitters of andere afgevaardigden van de verschillende kenniskringen met (ervarings)deskundigen voor de thema’s als bedoeld in lid 3.
Benoeming en ontslag van de leden van de Adviesraad Sociaal Domein geschiedt door het college van burgemeester en wethouders. Hiertoe wordt een profiel opgesteld op basis waarvan belangstellenden kunnen solliciteren. De kenniskringen worden in de gelegenheid gesteld een voordracht te doen vanuit de betreffende kenniskring.
In het geval burgemeester en wethouders in een voorstel aan de gemeenteraad afwijken van het advies van de Adviesraad Sociaal Domein als bedoeld in het vorige lid, wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij tevens is aangegeven op welke gronden van het advies van de Adviesraad Sociaal Domein is afgeweken.
Burgemeester en wethouders voorzien de Adviesraad Sociaal Domein van de nodige toegankelijke informatie ten behoeve van het naar behoren functioneren van de Adviesraad Sociaal Domein. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering van het beleid te begrijpen en om ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen volgen.
Burgemeester en wethouders stellen aan de Adviesraad Sociaal Domein zodanige financiële middelen ter beschikking dat de Adviesraad Sociaal Domein redelijkerwijze in staat kan worden geacht om in het kader van de uitvoering van deze verordening de belangen te behartigen van de in de in deze verordening genoemde personen en groeperingen en het college en raad op dat gebied te adviseren.
Het ter bekostiging te verlenen bedrag kan worden verlaagd indien de vermogenspositie zodanig is dat er geen noodzaak is tot het verstrekken van het (gehele) bedrag, rekening houdend met toekomstige uitgaven, die niet ongebruikelijk zijn met het oog op de activiteiten van de Adviesraad Sociaal Domein.
Burgemeester en wethouders kunnen met betrekking tot de uitvoering van dezeverordening nadere regels stellen.
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 14 juli 2016
De gemeenteraad voornoemd,
De griffier,
drs. P.H.A. van den Akker
De voorzitter,
drs. W.J.L. Buijs-Glaudemans
Verordening cliëntenparticipatie Wet maatschappelijke ondersteuning en Participatiewet 2015
Binnen de Adviesraad Sociaal Domein werken cliëntgroepen samen met als doel om het gemeenschappelijke belang van deze doelgroepen te behartigen. De Adviesraad Sociaal Domein adviseert het college en raad over het sociale beleid van de gemeente. Voorbeelden hiervan zijn thema’s waarmee ouderen te maken krijgen of het beleid dat de afdeling Zorg en afdeling Werk en Inkomen uitvoert. Bij het uitbrengen van adviezen gelden de ervaringen van de gezamenlijke cliëntgroepen als uitgangspunt. Ook wordt van de Adviesraad Sociaal Domein verwacht dat zij de problemen waar cliëntgroepen mee te maken hebben voor het voetlicht te brengen. Hierbij kan het gaan om gevraagd en ongevraagd advies. Daarnaast zal de Adviesraad Sociaal Domein in de gaten houden hoe het beleid in de praktijk uitpakt.
De adviezen zullen gegeven worden vanuit de ervaringen die mensen hebben en zullen gaan over de wijze waarop de zorg en ondersteuning door de gemeente Oss wordt vormgegeven. Het uitwisselen van ervaringen en mogelijkheden heeft als doel een positieve bijdrage te leveren
aan het beleid van de gemeente Oss.
Met het beleid en uitvoering van de WMO en de Participatiewet wordt bedoeld het WMO-beleid en het Participatiewet-beleid in volle breedte. Met het WMO-beleid bedoelen we hier bijvoorbeeld ook de regiefunctie op het gebied van wonen, welzijn en zorg en het beleid gericht op ouderenparticipatie. De WMO gaat namelijk over de participatie van alle burgers, incl. de ouderen. Met het Participatiewet-beleid bedoelen we hier het beleid bij het verlenen van bijstand voor levensonderhoud, het beleid bij ondersteuning en het aanbieden van voorzieningen op het terrein van de arbeidsinschakeling, het beleid bij het opdragen van een tegenprestatie en het armoedebeleid.
In lid 5 wordt bedoeld dat het niet wenselijk is dat het aantal leden van een kennisgroep lager is dan 6. In een dergelijk geval wordt verwacht dat de Adviesraad Sociaal Domein activiteiten onderneemt om dit aantal tot minimaal 6 aan te vullen. Voor lid 9 geldt dat het college ook ontslag zal overwegen op voordracht van betreffende kennisgroep.
Bij de start van een beleidstraject worden er afspraken gemaakt tussen de gemeente en de Adviesraad Sociaal Domein over de momenten waarop de Adviesraad Sociaal Domein bij de ontwikkeling van het beleid betrokken wordt.
Bij complexe onderwerpen waarvoor tevens een raadsbesluit nodig is, zullen er in de rede minimaal 3 momenten voor overleg en/of advies zijn: bij de start van het beleidstraject, gaandeweg voor informeel advies en uiteindelijk voor formeel advies. Over het aantal weken dat de Adviesraad Sociaal Domein de tijd krijgt om formeel advies uit te brengen ten behoeve van een definitief collegebesluit wordt in deze verordening vastgelegd dat dit in de regel minimaal 4 weken is.
Met de omschrijving “in de regel minimaal 4 weken” wordt de mogelijkheid opengehouden om indien het college bijvoorbeeld door landelijke wetswijzigingen wordt gedwongen binnen korte
termijn een collegebesluit te nemen of een raadsbesluit voor te bereiden af te wijken van deze termijn. Indien dit aan de orde is, zal dit zo spoedig mogelijk worden gecommuniceerd met het bestuur van de Adviesraad Sociaal Domein.
In die gevallen dat een beleidsvoornemen volgens de inspraakverordening van de gemeente Oss in een inspraakprocedure wordt gebracht, heeft de Adviesraad Sociaal Domein de gelegenheid om tijdens deze procedure advies uit te brengen. Gebruikelijk is een inspraaktermijn van 6 weken voor het naar voren brengen van een zienswijze.
Bij financiële middelen zoals bedoeld in lid 1 gaat het om zaken als inhoudelijke ondersteuning, deskundigheidsbevordering, secretariële ondersteuning, overleg met achterban, landelijke en regionale contacten, onkostenvergoedingen en public relations & voorlichting.
Nadere regels die het college van burgemeester en wethouders stelt, kunnen nooit in tegenspraak zijn met de verordening.