Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Utrecht (Utr)

Beleidsregel Buurtsportcoaches tweede tranche Utrecht

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUtrecht (Utr)
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel Buurtsportcoaches tweede tranche Utrecht
CiteertitelBeleidsregel Buurtsportcoaches II
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpbuurtsportcoaches

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-07-201405-10-2016Onbekend

08-07-2014

Gemeenteblad

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel Buurtsportcoaches tweede tranche Utrecht

( Besluit van b. en w. d.d 8 juli 2014)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

gelet op:

  • -

    artikel 4:81 Awb;

  • -

    artikel 3 lid 2 ASV (2014);

  • -

    sportnota 2011-2016 (2011);

  • -

    kadernota Meedoen naar Vermogen (2013);

  • -

    kadernota Zorg voor Jeugd (2013);

  • -

    nota Volksgezondheid 2011-2014 (2011).

BESLUIT:

vast te stellen de volgende beleidsregel:

Buurtsportcoaches tweede tranche

Gemeente Utrecht: beleidsregel Buurtsportcoaches tweede tranche Utrecht

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

Aangepast sporten : Sportaanbod voor mensen die door hun specifieke behoeften niet terecht kunnen in het reguliere sport- en beweegaanbod.

Beperking : Een (langdurige) psychische stoornis of een stoornis in verstandelijke, zintuiglijke (auditief en visueel) en motorische functies.

Beweegnorm : Minimaal 5 dagen per week dagelijks minstens een half uur (60 minuten voor jongeren tot 18 jaar) matig intensieve lichamelijke activiteit (bijvoorbeeld stevig wandelen (5 km/uur) of fietsen (16 km/uur).

Buurtsportcoach: Een functie waarbij een werknemer in dienst is bij één werkgever, maar gelijkelijk – of in ieder geval voor een substantieel deel – te werk gesteld wordt in óf ten behoeven van twee werkvelden/sectoren. Deze functionaris heeft als specifieke opdracht het organiseren van een sport- en beweegaanbod in de buurt en het maken va neen verbinding tussen sport- en beweegaanbieders en andere sectoren, zoals zorg, welzijn, jeugdzorg en kinderopvang en onderwijs. Er is altijd een combinatie met sport en bewegen.

Fulltime eenheid (fte) : In deze beleidsregel wordt onder één fte een werkweek van 36 uur verstaan.

Gebiedsgericht werken: Is binnen je werk rekening houden met de bewonerspopulatie die zich in het verzorgingsgebied van de (sport)instelling bevindt en de beweegvraag van deze inwoners.

Sportinstelling : Een sportinstelling is een rechtspersoon, die sport en bewegen aanbiedt of stimuleert en die voldoet aan één of beide onderstaande criteria:

  • -

    Aangesloten bij een landelijk sportbond of overkoepelende organisatie die de betreffende tak van sport vertegenwoordigt;

  • -

    Levert een belangrijke bijdrage aan het gemeentelijke sport- en beweegbeleid.

Sociaal kwetsbaren: Ouderen, (ex)psychiatrisch patiënten, mensen met een licht verstandelijke beperking, mensen met een lichamelijke beperking of langdurig psychische beperking.

Uitvoerende werkzaamheden : Het organiseren van sport en/of beweegactiviteiten in de stad Utrecht en het maken van verbinding tussen sport en beweegaanbieders en andere sectoren (Welzijn en (jeugd)zorg). De verbinding kan bijvoorbeeld bestaan uit het geven van sport- of beweegadviezen vanuit de zorg aan ‘cliënten’ en de toeleiding en eventueel begeleiding naar dit sport- of beweegaanbod.

Artikel 2 Beleidsdoelstelling

Utrecht zet in op een gezonde stad waarin inwoners zich gezond voelen, gezond zijn en blijven. Dit willen we bereiken door het bewaken, beschermen en bevorderen van de gezondheid van alle Utrechters. Voorkomen is beter dan genezen is de basis van het beleid. Het is de bedoeling om gezondheid beschermende factoren te vergroten en risicofactoren te verkleinen. De gemeente werkt met een samenhangende aanpak die aansluit op de vraag van de Utrechters in de wijken en/of buurten. Deze aanpak kenmerkt zich door een hoge participatiegraad van de Utrechters zelf en publieke en veelal ook private partners. Er wordt uitgegaan van de eigen kracht en verantwoordelijkheid van mensen, met waar nodig een helpende hand in de buurt op de weg terug naar zelfstandigheid en meedoen. Daarnaast wil de Gemeente Utrecht de gezondheidsachterstanden van kwetsbare Utrechters verminderen en daarmee de zelfredzaamheid en mogelijkheden van participatie vergroten. Hierbij gaat het om het voorkomen van chronische ziekten (hart- en vaatziekten, aandoeningen aan het bewegingsapparaat, diabetes, obesitas), psychische aandoeningen (angst en depressie) en het hebben van een ongezonde leefstijl (ongezond eten, roken en te weinig bewegen) (Nota Volksgezondheid 2011-2014, 2011). Verder wil de gemeente Utrecht zoveel mogelijk Utrechters laten sporten en bewegen om hun eigen talent te ontdekken en te ontwikkelen. Om dat te bereiken investeert Utrecht in het versterken van sportverenigingen, het verbeteren van sport in de wijk, kwalitatief goede sportaccommodaties en sport- en beweegaanbod op maat voor verschillende leeftijdscategorieën en specifieke groepen. Sport heeft sociale waarde, in gezondheid, in leervermogen, in talentontwikkeling, in productiviteit en in sociale cohesie. (Sportnota 2011-2016, 2011).

Hiermee wordt aangesloten bij de transities Jeugdzorg en van AWBZ naar WMO.

Zorgtransities

De gemeente Utrecht heeft een specifieke aanpak op het gebied van zorg voor jeugd en participatie van inwoners naar hun vermogen. De Utrechtse ambitie voor het gehele jeugdbeleid is: ‘Kinderen in de stad groeien gezond en veilig op en kunnen zich daarbij maximaal ontwikkelen en ontplooien’. Er wordt gewerkt aan een positief pedagogisch klimaat, waarbij de grote en kleine problemen die gepaard gaan met opvoeden, veelal zelf of met steun van de omgeving kan worden opgelost. De focus ligt op de mogelijkheden van het gezin met aansluiting bij en versterking van de eigen kracht van ouders en kinderen. De Utrechtse Zorg voor Jeugd is opgebouwd uit drie sporen: 1. Een sterke samenleving: gewoon opvoeden; 2. steun waar nodig: basiszorg voor Jeugd en Gezin (met als spil de buurtteams) en 3. speciaal waar het moet: aanvullende zorg (Kadernota Zorg voor Jeugd, 2013).

De inzet van Meedoen naar Vermogen is dat inwoners de kans krijgen om hun toekomst in eigen handen te nemen, mee te doen en zich te ontwikkelen. De basis is dat de Utrechter zelf regie over zijn leven heeft en houdt bij het oplossen van problemen. Om dit in goede banen te leiden wordt een strategie gevolgd langs drie sporen: een sterk netwerk aan basisvoorzieningen dat voor alle inwoners toegankelijk is en ondersteuning van mantelzorgers en vrijwillige inzet; een hoogwaardige generalistische basiszorg met buurtteams en aanvullende zorg voor de meest kwetsbare inwoners in de stad. Het beoogde maatschappelijke effect van Meedoen naar Vermogen is als volgt benoemd: Utrecht is een vitaal sociale stad, waar inwoners betrokken zijn en verantwoordelijkheid voor hun

omgeving nemen en in Utrecht krijgen ook kwetsbare inwoners de kans om hun toekomst in eigen handen te nemen, mee te doen en zich te ontwikkelen (Kadernota Meedoen naar Vermogen, 2013).

Om inwoners in staat te stellen om elkaar te helpen, op welke manier dan ook, is het noodzakelijk dat men elkaar kent en een eigen sociaal netwerk heeft. Sommige sociaal kwetsbare inwoners missen de mogelijkheden om een eigen netwerk op te bouwen of in stand te houden. In aanvulling op ondersteuningsinitiatieven, ziet de gemeente voor zichzelf een taak om die groepen kwetsbare inwoners te ondersteunen in het vergroten van hun sociaal netwerk en het versterken van hun sociale participatie (‘meedoen in de wijk’). Dit vraagt om passende voorzieningen. Investeren in de sociale participatie van deze mensen heeft een preventief effect, kan terugval voorkomen en voorkomt sociaal isolement en eenzaamheid (Kadernota Meedoen naar Vermogen, 2013).

De sportverenigingen en overige sport en beweegaanbieders spelen een belangrijke rol binnen ‘spoor 1’. De buurtsportcoaches zullen de schakel zijn tussen deze beweegaanbieders en de buurtteams (spoor 2). Bijvoorbeeld door hun expertise vanuit de aanvullende zorg. Sport is een middel voor alle inwoners van Utrecht om te participeren, jezelf te ontwikkelen en talenten te ontdekken, zelfvertrouwen te ontwikkelen (succeservaringen), voorkoming van eenzaamheid en dat allemaal vanuit de eigen kracht.

De gebiedsgerichte inzet van de buurtteams sluit zeer goed aan bij de gemeentelijke principes van wijkgericht werken.

Gebiedsgericht werken

Wijk- en gebiedsgericht werken is belangrijk om de beschikbare middelen zo optimaal mogelijk in te zetten. In Utrecht komen, net als in de andere drie grote steden, meer gezondheidsproblemen en de bepalende risicofactoren hiervan voor, dan in Nederland als geheel. In enkele wijken en buurten stapelen de gezondheidsproblemen zich op. De opeenstapeling van problemen is gerelateerd aan sociale kwetsbaarheid en sociale uitsluiting. Ze vormen een belangrijke risicofactor voor de gezondheid en maatschappelijke uitval. De populatie en aandachtspunten verschillen per wijk/buurt. Om deze reden plaatsen wij de activiteiten van de buurtsportcoach in de context van het gebied waarvoor ze werken. In dit kader wordt van de aanvragers verwacht dat zij in hun plannen en aanvraag voor de inzet van een buurtsportcoach een relatie leggen met de populatie waar ze mee te maken hebben in hun verzorgingsgebied en de betreffende buurtteam(s). De grote van dit gebied is voor wijkgerichte (sport)instellingen kleiner dan voor stedelijke of zelfs regionale instellingen.

De volgende resultaten voor 2016 zijn in de Sportnota 2011-2016 opgenomen op het gebied van sport- en beweegaanbod op maat:

  • -

    Utrechtse sport- en beweegdeelname: minimaal 75% van de Utrechters boven de 16 jaar doet in 2016 regelmatig (minimaal één keer per maand) aan sport. Dat was in 2011 68% en in 2008 nog 65%.

  • -

    Het percentage Utrechters van 16 jaar en ouder in de krachtwijken dat voldoet aan de beweegnorm is gestegen van 62% in 2010 naar 67% in 2016.

  • -

    Toename naar 38 verenigingen met sportaanbod voor mensen met een beperking.

  • -

    Minimaal 8 verenigingen hebben geschikte trainers en aanbod voor de OGGZ-doelgroep.

  • -

    Convenant gesloten met vijf zorglocaties/-instellingen over het in beweging krijgen van hun bewoners.

≥ De buurtsportcoaches zullen hun werkzaamheden richten op de inwoners van Utrecht die tijdelijk of langdurig niet tot nauwelijks tot maatschappelijke participatie komen.

Artikel 3 Vaststelling subsidieplafond

Er is subsidie beschikbaar voor 6,2 fte buurtsportcoaches.

Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast. Afwijzing op grond van onvoldoende budget kan uitsluitend als het subsidieplafond is bereikt.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

De gemeentelijke doelstellingen met betrekking tot de buurtsportcoaches, voortvloeiend uit de beleidskaders in Artikel 2, zijn om:

  • -

    Op gemeentelijk niveau uitvoering te geven aan de bestuurlijke afspraken Brede impuls combinatiefuncties;

  • -

    De gezondheid van inwoners van Utrecht die tijdelijk of langdurig niet tot nauwelijks tot maatschappelijke participatie komen te bevorderen.

  • -

    Participatie te bevorderen van inwoners van Utrecht die tijdelijk of langdurig niet tot nauwelijks tot maatschappelijke participatie komen door deel te nemen aan sport- en beweegactiviteiten, in de wijk en bij sportaanbieders (zoals sportverenigingen);

  • -

    Het sociale isolement van inwoners van Utrecht die tijdelijk of langdurig niet tot nauwelijks tot maatschappelijke participatie komen in Utrecht te verlagen;

  • -

    De inzet te versterken van sportinstellingen voor inwoners van Utrecht die tijdelijk of langdurig niet tot nauwelijks tot maatschappelijke participatie komen op het gebied van ontmoeting, participatie en verbetering van de sociale samenhang.

Er kan door onderscheiden organisaties subsidie worden aangevraagd als bijdrage in de loonkosten van een buurtsportcoach. De buurtsportcoach fungeert als bruggenbouwer tussen zorg en/of welzijn en sportinstellingen. Het is een betaalde professional die sport- en beweegactiviteiten uitvoert en/of zorgt voor toeleiding naar sport- en beweegactiviteiten.

≥ De looptijd waarvoor subsidie wordt verleend, is van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2016.

Artikel 5 Eisen aan de subsidieaanvraag

1) Subsidieaanvragen ingevolge deze regeling zijn aanvragen voor een eenmalige subsidie en dienen te worden ingediend conform de eisen in de geldende subsidieverordening voor het indienen van een eenmalige subsidie.

2) Voor organisaties is het mogelijk om alleen subsidie aan te vragen voor 2015.

3) Indien er na behandeling van de subsidieaanvragen die tijdig zijn ingediend nog budget beschikbaar is, kunnen ook aanvragen die na 14 september 2014 worden ingediend (op volgorde van binnenkomst) in behandeling worden genomen.

4) De aanvraag wordt ingediend door de organisatie bij wie de buurtsportcoach formeel in dienst wordt genomen.

5) Alleen aanvragen die namens een combinatie worden ingediend, worden in behandeling genomen.

6) Aanvrager dient duidelijk aan te geven hoe en op welke activiteiten er zal worden samengewerkt met de Stichting Harten voor Sport.

7) Aanvrager moet duidelijk aangeven voor hoeveel fte subsidie wordt aangevraagd.

8) Aanvragen moeten zijn voorzien van de volgende bijlagen:

a) Een plan van aanpak waarin wordt beschreven welke activiteiten de buurtsportcoach gaat uitvoeren, gericht op welke inwoners, in welke wijk(en), op welke wijze, met welk doel, welke resultaten daarmee worden beoogd (SMART), hoe de gebiedsgerichte aanpak wordt ingevuld, welke gemeentelijke doelstellingen met de activiteiten worden gerealiseerd en hoe zij bijdragen aan het behalen van de gemeentelijke resultaten beschreven in Artikel 2 en 4.

b) Een ondertekende intentieverklaring van de samenwerkende organisaties (de combinatie) dat nadere samenwerkingsafspraken worden vastgelegd op het moment dat de gemeente de subsidie heeft verleend.

c) Een ondertekende intentieverklaring van de samenwerkende organisaties (de combinatie) dat een ‘uitleenovereenkomst om niet’ wordt afgesloten op het moment dat de gemeente de subsidie heeft verleend.

d) Een eigen verklaring Governance Code, indien deze door de aanvragende organisatie nog niet eerder is aangeleverd bij de gemeente Utrecht.

9) De aanvraag wordt ingediend onder de titel ‘Buurtsportcoach II’.

Artikel 6 Indiening subsidie

Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend tussen 21 juli en 14 september 2014.

De subsidieaanvraag kan digitaal ingediend te worden bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht via het Digitaal Loket van de gemeente Utrecht. Deze is te vinden op www.utrecht.nl/buurtsportcoach. Op deze pagina zijn standaard formulieren beschikbaar voor het schrijven van een aanvraag met de juiste bijlagen.

Indien het niet mogelijk is de subsidieaanvraag digitaal in te dienen, kan deze ook schriftelijk ingediend worden bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, t.a.v. het Subsidiebureau, Postbus 2158, 3500 GD Utrecht.

Artikel 7 Hoogte subsidie

De stimuleringssubsidie bedraagt maximaal EUR 20.000,00 op jaarbasis per gerealiseerde fte buurtsportcoach.

Artikel 8 Beoordelingscriteria en besluitvorming

De gemeente Utrecht selecteert de aanvragen. Alleen volledige aanvragen worden in behandeling genomen. De aanvraag wordt beoordeeld op de kwaliteit van de bijdrage die wordt geleverd aan de gemeentelijke doelstellingen (zie Artikel 2 en 4).

Bij het beoordelen van aanvragen voor een buurtsportcoach worden voorts de volgende beoordelingscriteria toegepast:

a) De instelling beschikt over een aantoonbaar netwerk op het gebied van sport, bewegen, welzijn en (gezondheids)zorg.

b) De inzet van de buurtsportcoach moet bijdragen aan vernieuwende activiteiten, of zijn een voortzetting van een aantoonbare succesvolle eerste periode buurtsportcoach.

c) De werkzaamheden van de buurtsportcoach moeten gericht zijn op inwoners van Utrecht die tijdelijk of langdurig niet tot nauwelijks tot maatschappelijke participatie komen.

d) De werkzaamheden van de buurtsportcoach moeten vooral uitvoerend zijn of de buurtsportcoach creëert met zijn/haar inzet uitvoerende werkzaamheden op het gebied van sport en bewegen.

e) De organisatie neemt al deel aan activiteiten en/of maatschappelijke projecten van Vereniging Sport Utrecht (VSU), de Stichting Harten voor Sport of de Gemeente Utrecht (het netwerk ‘Utrecht Sport op Maat’, PlusSport, de gezonde wijk aanpak, samenwerking met de buurtteams e.d.)

f) De buurtsportcoach dient een vast aanspreekpunt binnen de werkgeversorganisatie te krijgen.

g) De organisatie dient:

samen te werken met andere instellingen op wijk en/of stedelijk niveau die een bijdrage leveren aan de gemeentelijke doestellingen.

deel te nemen aan netwerkbijeenkomsten.

Aan te haken bij stedelijke ontwikkelingen zoals de buurtteams sociaal en/of jeugd en Informatie en Cliëntondersteuning (I&C).

Voor de Beoordelingscriteria Buurtsportcoaches II 6,2 FTE zie bijlage 1.

Artikel 9 Voorwaarden aan subsidieverlening

De subsidie wordt verleend onder de ontbindende voorwaarde dat de aanvrager minimaal EUR 30.000 per gerealiseerde fte buurtsportcoach op jaarbasis co-financiert.

Artikel 10 Evaluatie

De subsidie verkrijgende partijen voeren minimaal eenmaal per jaar een voortgangsoverleg met de subsidieverstrekker en de partijen verlenen medewerking aan een evaluatie van de subsidie ‘Buurtsportcoaches II’. Daarnaast is de buurtsportcoach gehouden om deel te nemen aan voorkomend overleg met de Stichting Harten voor Sport.

Aanvrager levert twee halfjaarlijkse evaluatierapportages (aanleveren voor 1 juli 2015 en 1 juli 2016) en twee jaarrapportages (aanleveren voor 31 december 2015 en 31 december 2016). Op basis van de rapportages kan een bijstelling in de activiteiten mogelijk zijn.

Deze rapportages zullen worden gebruikt in de evaluatie van de sportnota 2011-2016 ‘In Utrecht staat jouw talent centraal!’ en het opstellen van het nieuwe sportbeleid na 2016.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

De beleidsregel treedt in werking op datum bekendmaking en eindigt op 31 december 2016. De beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Buurtsportcoaches II. Deze beleidsregel is een vervolg op de voorgaande beleidsregel ‘Buurtsportcoaches’ van 15 januari 2013 die met ingangsdatum van deze beleidsregel wordt ingetrokken. De vaststelling over 2014 (en eerder) vindt nog plaats binnen de oude regeling.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht op 8 juli 2014.

De secretaris, De burgemeester,

Drs. M.R. Schurink Mr. J. van Zanen

Bijlage 1: Beoordelingscriteria Buurtsportcoaches 6 ,2 FTE

Projectaanvraag:

Aanvraag aantal FTE:

Scores/beoordelingen aanvraag:

Scores

Onvoldoende/onduidelijk: 0

Matig: 1

Voldoende: 2

Goed: 3

Zeer goed: 4

Beoordelingscriterium Beoordeling Score Factor Totaal Opmerkingen

1.Aansluiting op gemeentelijke doelstellingen/ Sportnota 2011-2016

1.1. Aandachtsgroep

Bereik van Utrechters die tijdelijk of langdurig niet tot maatschappelijke participatie komen (koppeling aan de zorgtransities) 3

  • 2.

    Aanvrager(s)

  • 2.

    1 Aantoonbaar ervaring in netwerk met aandachtsgroep 3

  • 2.

    2 Staat in direct contact met de aandachtsgroep 3

  • 2.

    3 Aantoonbaar bestaand netwerk op sport, bewegen, welzijn en zorg 2

  • 2.

    4 Al betrokkenheid bij activiteiten of maatschappelijke projecten van de VSU, Stichting Harten voor Sport en Gemeente Utrecht 3

  • 3.

    Activiteiten

  • 3.

    1 Vernieuwende activiteiten of succesvolle eerste periode buurtsportcoach 3

  • 3.

    2 Aantoonbaar inspelend op beweegvraag 2

  • 3.

    3 Concrete beschrijving te organiseren activiteiten 2

  • 3.

    4 Samenwerking met andere instelling(en) op wijk en/of stedelijk niveau 2

  • 3.

    5 Structureel in beweging krijgen van de doelgroep 3

  • 4.

    Buurtsportcoach

  • 4.

    1 Verdeling taken BSC uitvoerend c.q. coördinerend 1

  • 5.

    Borging

  • 5.

    1 Er is nagedacht over hoe de activiteit na de subsidieperiode wordt geborgd 1

  • 5.

    2 Kennis en ervaringen worden intern geborgd 2

TOTAAL / 120