Organisatie | Limburg |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Openstellingsbesluit paragraaf 4 Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3) Limburg |
Citeertitel | Openstellingsbesluit paragraaf 4 Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3) Limburg |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | natuur en landschap |
Geen
Subsidieverordening Plattelandsontwikkeling 2014-2020 (POP3) Limburg
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-07-2016 | 01-10-2016 | nieuwe regeling | 05-07-2016 Provinciaal Blad, 2016, 4025 | onbekend |
Openstellingsbesluit paragraaf 4 subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3) Limburg.
Gelet op artikel 1.3 van de Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3) Limburg , hierna te noemen “Verordening”, besluiten Gedeputeerde Staten Paragraaf 4 “Investeringen in infrastructuur voor ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven” van Hoofdstuk 2 (hierna te noemen “Paragraaf 4”) van deze Verordening onder volgende nadere regels open te stellen.
Artikel 1 Openstellingsperiode
Paragraaf 4 wordt opengesteld voor het indienen van subsidieaanvragen voor de periode van 15 juli 2016 tot 1oktober 2016. Een subsidieaanvraag dient uiterlijk 30 september 2016 compleet te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten.
Het subsidieplafond wordt voor 2016 voor Paragraaf 4 vastgesteld op € 2.340.000,00, bestaande uit 50% ELFPO en 50% Provinciale middelen.
Artikel 3 Subsidiabele activiteit
In afwijking van de Verordening zijn de activiteiten vermeld in artikel 2.4.1, onder lid b (verplaatsing van landbouwondernemingen gericht op verbetering van de landbouwinfrastructuur) niet subsidiabel. De artikelen 2.4.4 en 2.4.7 zijn zodoende niet van toepassing.
In aanvulling op artikel 1.7 onder lid 2 van de Verordening dienen aanvragers als genoemd onder c (pachters) een verklaring bij de subsidieaanvraag te voegen waaruit blijkt dat zij een pachtovereenkomst met een looptijd van minimaal 6 jaar hebben die niet eindigt voor de einddatum van het project en dat de grondeigenaar instemt met deelname.
In aanvulling op artikel 1.7 onder lid 2 a en b van de Verordening dient de begroting te zijn gespecificeerd per subsidiabele kostenpost en dient de toelichting op de begroting de berekeningen te bevatten van de hoogte van de subsidiabele kostenposten dan wel onderbouwd te zijn met opgevraagde offertes.
Artikel 5 Subsidiabele kosten van investeringen
In afwijking van artikel 2.4.5 van de Verordening wordt voor de subsidiabele activiteit als bedoeld in artikel 2.4.1, onder a, géén subsidie verstrekt voor de kosten zoals bedoeld in artikel 2.4.5, onder b (de kosten van de koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa), onder c (tweedehands installatiegoederen, indien noodzakelijk voor het project en de kosten de marktwaarde niet overstijgen), onder d (bijdragen in natura) en onder h (haalbaarheidsstudies).
Artikel 6 Hoogte subsidie verbetering verkavelingsstructuur van landbouwbedrijven
In aanvulling op artikel 2.4.6 van de Verordening bedraagt het te verstrekken subsidiebedrag per aanvraag maximaal € 650.000,00 en dient het aan te vragen subsidiebedrag minimaal € 50.000,00 te bedragen. Indien de subsidieaanvraag minder dan € 50.000,00 bedraagt dan zal de subsidieaanvraag worden afgewezen.
Artikel 7 Selectiecriteria, weging en selectie
7.1 Gedeputeerde Staten maken voor het bepalen van de onderlinge rangschikking als bedoeld in artikel 1.15 van de Verordening voor de verdeling van de subsidie, een afweging tussen de volledig ingediende aanvragen op basis van de criteria zoals hieronder beschreven.
Kosteneffectiviteit van de kavelruil: het aantal te ruilen hectares landbouwgrond dat binnen de activiteiten van de subsidieaanvraag in de kavelruil betrokken is ten opzichte van de totale kosten voor kavelruil, inclusief de kosten als bedoeld onder artikel 2.4.3 onder a en b (= proces en procedurekosten) van de uitvoeringsregeling, uit te drukken in kosten per geruilde hectare. Het aantal punten te behalen op dit criterium bedraagt:
De mate waarin het project bijdraagt aan investeringslijn 2 uit de nota Limburgse Land- en tuinbouw Loont 2: de doelen van de “investeringslijn nummer 2 – Meerwaarde voor de omgeving” zijn van belang evenals de mate van integraliteit met andere beleidsdoelen. Binnen LLtL2 besteedt investeringslijn 2 aandacht aan de speerpunten structuurversterking met integrale omgevingseffecten, revitalisering en beheer buitengebied en duurzaam produceren. Het is van belang dat projecten bijdragen aan deze speerpunten naast de bijdrage aan de overige beleidsdoelen, zoals beschreven bij criterium d. Het aantal punten te behalen op dit criterium bedraagt:
7.2 Weging van de selectiecriteria:
De selectiecriteria hebben de volgende wegingsfactoren:
Indien er op de selectiecriteria a, b of d 0 punten wordt gescoord of er met toepassing van de in artikel 7.2 omschreven wegingsfactor in totaal minder dan 15 punten wordt behaald, wordt de aanvraag om subsidie afgewezen.
7.3 Gedeputeerde Staten stellen een Adviescommissie POP3 in voor de selectie van de projecten. Deze adviescommissie stelt een prioriteitenlijst op middels rangschikking door het toekennen van punten op grond van bovenstaande criteria.
In aanvulling op artikel 1.23 van de Verordening kan maximaal 2 keer per jaar een verzoek om een voorschot worden ingediend.,