Organisatie | Lopik |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemeen verbindend voorschrift van de gemeenteraad van de gemeente Lopik houdende bepalingen met betrekking tot de afvalstoffen Afvalstoffenverordening gemeente Lopik 2016 |
Citeertitel | Afvalstoffenverordening gemeente Lopik 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Afvalstoffenverordening gemeente Lopik 2004.
Onbekend.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | nieuwe regeling | 05-07-2016 | . |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan:
meergezinswoning: woning die samen met andere woonruimten c.q. bedrijfsruimten een geheel pand vormt, welke ontsloten wordt door één of meer gemeenschappelijke verkeersruimten. Bijvoorbeeld: flat, galerij, portiek, beneden- en bovenwoning, appartement en woning boven bedrijfsruimte, voor zover deze is voorzien van een buiten de bedrijfsruimte gelegen toegangsdeur;
§ 2 INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
Artikel 5 Frequentie van inzamelen
De volgende frequenties van inzameling worden vastgesteld:
plastic, metalen verpakkingen en drankenkartons (PMD) wordt door middel van verzamelcontainers op burgerservicepunten drie maal per week ingezameld. Aan gebruikers van percelen gelegen aan de straten en wegen zoals genoemd in bijlage A van het in de raadsvergadering van 5 juli 2016 unaniem aangenomen amendement II , wordt een minicontainer voor het inzamelen van PMD beschikbaar gesteld die éénmaal per 2 weken wordt geleegd;
Artikel 5A Inzameling bij campings en verblijfsrecreatieparken
In het belang van een doelmatig beheer van huishoudelijke afvalstoffen wordt in afwijking van artikel 5 geen huishoudelijk restafval en groente-, fruit- en tuinafval en etensresten ingezameld op campings en verblijfsrecreatieparken.
§ 3 TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen
Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden.
Artikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden
Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet voor het aanbieden van categorieën huishoudelijke afvalstoffen aan personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor die categorieën huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 12 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.
Artikel 14 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.
Artikel 17 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet-en drinkwaren
De houder of beheerder van een inrichting waar eet-of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:
zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.
Artikel 18 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.
§ 6 OVERIGE ONDERWERPEN DIE DE VERORDENING AANGAAN
Artikel 20 Verbod opslag van afvalstoffen
Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:
Artikel 6 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing.
Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen.
Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen.
Artikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden.
Artikel 10 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 11 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden.
Artikel 14 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging.
Artikel 15 Achterlaten van straatafval.
Artikel 16 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen.
Artikel 17 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren.
Artikel 18 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal.
Artikel 19 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden.
Artikel 20 Verbod opslag van afvalstoffen.
Artikel 23 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangewezen ambtenaren.
Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 24, eerste lid, blijven -indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken- na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning op grond van de verordening bedoeld in artikel 24, eerste lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot aanwijzing, als bedoeld in artikel 2 van deze verordening.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 24, eerste lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot ontheffing, als bedoeld in deze verordening.
Op een aanhangig beroep- of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste en tweede lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het derde lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 24, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 24, eerste lid.
De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 24, eerste lid heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.