Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lopik

Algemeen verbindend voorschrift van de gemeenteraad van de gemeente Lopik houdende bepalingen met betrekking tot de afvalstoffen Afvalstoffenverordening gemeente Lopik 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLopik
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAlgemeen verbindend voorschrift van de gemeenteraad van de gemeente Lopik houdende bepalingen met betrekking tot de afvalstoffen Afvalstoffenverordening gemeente Lopik 2016
CiteertitelAfvalstoffenverordening gemeente Lopik 2016
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Afvalstoffenverordening gemeente Lopik 2004.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2017nieuwe regeling

05-07-2016

Gemeenteblad 2016, 95030

.

Tekst van de regeling

Intitulé

Afvalstoffenverordening gemeente Lopik 2016

 

 

§ 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan:

  • a.

    wet: Wet milieubeheer;

  • b.

    inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;

  • c.

    ter inzameling aanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daar toe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats;

  • d.

    inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een PMD-zak, minicontainer of kca-box, ten behoeve van één huishouden;

  • e.

    inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of -plaats, bijvoorbeeld een verzamelcontainer, wijkcontainer of afvalbrengstation, ten behoeve van meerdere huishoudens;

  • f.

    inzameldienst: de krachtens artikel 2, eerste lid, aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;

  • g.

    andere inzamelaars: de krachtens artikel 2, tweede lid, aangewezen personen en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen;

  • h.

    gebruiker van een perceel: degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en artikel 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

  • i.

    meergezinswoning: woning die samen met andere woonruimten c.q. bedrijfsruimten een geheel pand vormt, welke ontsloten wordt door één of meer gemeenschappelijke verkeersruimten. Bijvoorbeeld: flat, galerij, portiek, beneden- en bovenwoning, appartement en woning boven bedrijfsruimte, voor zover deze is voorzien van een buiten de bedrijfsruimte gelegen toegangsdeur;

  • j.

    straatafval: huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals proppen papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes, blikjes, verpakkingsmateriaal, etenswaren, niet zijnde klein chemisch afval, ontstaan buiten een perceel;

  • k.

    wegen: de wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994;

  • l.

    motorrijtuigen: alle voertuigen, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c van de Wegenverkeerswet 1994;

  • m.

    afvalbrengstation: voorziening waar alle huishoudelijke afvalstoffen gescheiden gedeponeerd of afgegeven kunnen worden, alsmede beperkte hoeveelheid bouw- en sloopafval en grond;

  • n.

    burgerservicepunten: voorzieningen waar PMD, textiel, kleding en verpakkingsglas of een van genoemde afvalstoffen in verzamelcontainers gescheiden gedeponeerd kunnen worden;

  • o.

    containerverzamelplaats: verzamelplek dan wel inzamelvoorziening waar meerdere huishoudens hun minicontainer kunnen aanbieden voor lediging.

§ 2 INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN

Artikel 2 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars

  • 1.

    Het college wijst de inzameldienst aan, die belast is met het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 2.

    Naast de inzameldienst kan het college andere inzamelaars aanwijzen die belast zijn met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3.

    Het college kan aan het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de bescherming van het milieu.

  • 4.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 3 Afzonderlijke inzameling

  • 1.

    Door de inzameldienst of andere inzamelaars worden de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:

    • a.

      groente-, fruit- en tuinafval en etensresten (gft);

    • b.

      klein chemisch afval (kca);

    • c.

      verpakkingsglas;

    • d.

      vlakglas;

    • e.

      oud papier en karton;

    • f.

      plastic, metaal en drankkartons (PMD);

    • g.

      textiel;

    • h.

      elektrische en elektronische apparatuur;

    • i.

      bouw- en sloopafval;

    • j.

      verduurzaamd hout;

    • k.

      grof tuinafval;

    • l.

      asbest en asbesthoudend afval;

    • m.

      grof huishoudelijk afval;

    • n.

      huishoudelijk restafval;

    • o.

      plantaardige en dierlijke olie ten behoeve van voedselbereiding;

    • p.

      metalen;

    • q.

      non ferro metalen;

    • r.

      kadavers;

    • s.

      zand/grond;

    • t.

      banden;

    • u.

      gas- en drukhouders;

    • v.

      harde plastics, tuinstoelen, pvc;

    • w.

      rubberschroot;

    • x.

      olie;

    • y.

      tl-buizen;

    • z.

      gips;

    • aa.

      accu’s;

    • bb.

      cartridges en toners;

    • cc.

      A en B hout;

    • dd.

      dakleer, bitumen;

    • ee.

      injectienaalden.

  • 2.

    Het college kan een omschrijving vaststellen van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 4 Inzamelmiddelen en -voorzieningen

  • 1.

    De inzameling kan plaatsvinden via:

    • a.

      een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;

    • b.

      een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen;

    • c.

      een inzamelvoorziening op wijkniveau;

    • d.

      een afvalbrengstation op lokaal of regionaal niveau.

  • 2.

    Het college kan aanwijzen via welk al dan niet van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.

Artikel 5 Frequentie van inzamelen

De volgende frequenties van inzameling worden vastgesteld:

  • 1.

    huishoudelijk restafval wordt één maal per 3 weken bij, dan wel nabij elk perceel ingezameld;

  • 2.

    in afwijking van het eerste lid wordt huishoudelijk restafval bij meergezinswoningen tenminste eenmaal per 2 weken nabij elk perceel ingezameld;

  • 3.

    groente-, fruit- en tuinafval en etensresten (GFT) wordt één maal per 2 weken bij, dan wel nabij afzonderlijk elk perceel ingezameld;

  • 4.

    oud papier en karton wordt één maal per maand bij, dan wel nabij elk perceel ingezameld;

  • 5.

    klein chemisch afval (KCA) kan door middel van afspraak één maal per kwartaal bij de chemokar ingeleverd worden;

  • 6.

    plastic, metalen verpakkingen en drankenkartons (PMD) wordt door middel van verzamelcontainers op burgerservicepunten drie maal per week ingezameld. Aan gebruikers van percelen gelegen aan de straten en wegen zoals genoemd in bijlage A van het in de raadsvergadering van 5 juli 2016 unaniem aangenomen amendement II , wordt een minicontainer voor het inzamelen van PMD beschikbaar gesteld die éénmaal per 2 weken wordt geleegd;

  • 7.

    kleding en textiel wordt door middel van verzamelcontainers op burgerservicepunten één maal per maand ingezameld;

  • 8.

    grof huishoudelijk afval wordt door middel van een afspraak en tegen betaling van kosten voor het ophalen, twee maal per maand ingezameld;

  • 9.

    verpakkingsglas wordt door middel van verzamelcontainers op burgerservicepunten één maal per maand ingezameld.

Artikel 5A Inzameling bij campings en verblijfsrecreatieparken

In het belang van een doelmatig beheer van huishoudelijke afvalstoffen wordt in afwijking van artikel 5 geen huishoudelijk restafval en groente-, fruit- en tuinafval en etensresten ingezameld op campings en verblijfsrecreatieparken.

Artikel 6 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing

  • 1.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen anders dan die door het college aangewezen zijn of een inzamelvergunning hebben gekregen.

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

§ 3 TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN

Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen

 

Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden.

Artikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

  • 1.

    Het is verboden om de categorieën huishoudelijke afvalstoffen zoals bepaald in artikel 3, eerste lid, anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden.

  • 2.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan anderen dan de krachtens artikel 2 aangewezen inzameldienst en andere inzamelaars.

  • 3.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor de bij nadere regels aan te wijzen categorieën van personen.

  • 4.

    Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet voor het aanbieden van categorieën huishoudelijke afvalstoffen aan personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor die categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 10 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

  • 1.

    Het is de gebruiker van een perceel, voor wie krachtens artikel 4, tweede lid een inzamelmiddel of inzamelvoorziening is aangewezen, verboden de huishoudelijke afvalstoffen anders aan te bieden dan via het betreffende inzamelmiddel of de betreffende inzamelvoorziening of het betreffende brengdepot.

  • 2.

    Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel of inzamelvoorziening aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel of deze inzamelvoorziening krachtens artikel 4, tweede lid is bestemd.

  • 3.

    Het college kan regels stellen omtrent het gebruik van een van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel.

  • 4.

    Het college kan regels stellen omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden.

  • 5.

    Het college kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 6.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

Artikel 11 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

  • 1.

    Het college stelt de dagen, tijden en frequentie vast waarop categorieën huishoudelijke afvalstoffen, zoals genoemd in artikel 3, eerste lid, ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald.

Artikel 12 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.

§ 4 INZAMELING VAN BEDRIJFSAFVALSTOFFEN

Artikel 13 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst

N.v.t.

§ 5 ZWERFAFVAL

Artikel 14 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

  • 1.

    Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.

  • 2.

    Het college kan van het verbod ontheffing verlenen.

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op:

    • a.

      het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen;

    • b.

      het thuis composteren van groente-, fruit- en tuinafval en etensresten;

    • c.

      voor zover de (afval)stoffen tijdelijk op de weg geraken of worden gebracht als onvermijdelijk gevolg van het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel het verrichten van andere werkzaamheden op of aan de weg.

  • 4.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet bodembescherming of het Besluit Bodemkwaliteit voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.

Artikel 15 Achterlaten van straatafval

  • 1.

    Het is verboden straatafval in de openbare ruimte achter te laten zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

  • 2.

    Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

Artikel 16 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

  • 1.

    Het is verboden voor anderen dan de inzameldienst, andere inzamelaars of personen die met toezicht zijn belast op grond van artikel 23 van de verordening, afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken en te verspreiden.

  • 2.

    Het is verboden tegen afvalstoffen of inzamelmiddelen, die ter inzameling gereed staan, te stoten, te schoppen, deze omver te werpen of deze anderszins te behandelen waardoor er zwerfafval ontstaat.

Artikel 17 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet-en drinkwaren

De houder of beheerder van een inrichting waar eet-of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:

  • a.

    een afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp in of nabij de inrichting op een duidelijk zichtbare plaats aanwezig te hebben, waarin het publiek afval kan achterlaten;

  • b.

    zorg te dragen dat deze afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp van een zodanige constructie is dat het afval daarin deugdelijk geborgen blijft en dat die afvalbak, -mand of voorwerp steeds tijdig wordt geledigd;

  • c.

    zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.

Artikel 18 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.

Artikel 19 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

  • 1.

    Het is verboden afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed.

  • 2.

    Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen deze weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig wordt beïnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden verricht alsmede diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen of te laten reinigen:

    • a.

      direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • b.

      direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • c.

      indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, elke dag direct na beëindiging van de werkzaamheden.

§ 6 OVERIGE ONDERWERPEN DIE DE VERORDENING AANGAAN

Artikel 20 Verbod opslag van afvalstoffen

  • 1.

    Het is verboden afvalstoffen op voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben.

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 21 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken.

§ 7 SLOTBEPALINGEN

Artikel 22 Strafbepaling

Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:

 

Artikel Onderwerp

Artikel 6 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing.

Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen.

Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen.

Artikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden.

Artikel 10 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 11 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden.

Artikel 14 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging.

Artikel 15 Achterlaten van straatafval.

Artikel 16 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen.

Artikel 17 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren.

Artikel 18 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal.

Artikel 19 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden.

Artikel 20 Verbod opslag van afvalstoffen.

Artikel 23 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden.

 

Artikel 23 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangewezen ambtenaren.

Artikel 24 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2017 onder gelijktijdige intrekking van de op 31 augustus 2004 vastgestelde “Afvalstoffenverordening gemeente Lopik 2004”.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Afvalstoffenverordening gemeente Lopik 2016”.

Artikel 25 Overgangsbepaling

  • 1.

    Vergunningen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 24, eerste lid, blijven -voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken na de inwerkingtreding van deze verordening- van kracht en worden beschouwd als een aanwijzing bedoeld in artikel 2 van deze verordening.

  • 2.

    Ontheffingen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 24, eerste lid, blijven -voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een ontheffing als bedoeld in deze verordening.

  • 3.

    Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 24, eerste lid, blijven -indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken- na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.

  • 4.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning op grond van de verordening bedoeld in artikel 24, eerste lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot aanwijzing, als bedoeld in artikel 2 van deze verordening.

  • 5.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 24, eerste lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot ontheffing, als bedoeld in deze verordening.

  • 6.

    Op een aanhangig beroep- of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste en tweede lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het derde lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 24, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 24, eerste lid.

  • 7.

    De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 24, eerste lid heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lopik, gehouden op 5 juli 2016,

de griffier, de voorzitter,

mw. mr. G.M.G. Dolders mw. mr. R.G. Westerlaken-Loos