Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rijssen-Holten

Verordening antidiscriminatievoorziening Rijssen-Holten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRijssen-Holten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening antidiscriminatievoorziening Rijssen-Holten
CiteertitelVerordening antidiscriminatievoorziening Rijssen-Holten
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen, art.2 lid 2

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2010Onbekend

10-12-2009

Rijssens Nieuwsblad, 22-12-2009

2009-87

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening antidiscriminatievoorziening Rijssen-Holten

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Wet: de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

  • 2.

    Besluit: het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

  • 3.

    De antidiscriminatievoorziening: antidiscriminatievoorziening als bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

  • 4.

    Klacht: klacht bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, van de wet.

  • 5.

    Klachtbehandelaar: klachtbehandelaar als bedoeld in artikel 1 van het besluit.

  • 6.

    Klager: klager als bedoeld in artikel 1 van het besluit.

  • 7.

    Ingezetene: ingezetene als bedoeld in artikel 2 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Zorgplicht college van burgemeester

Het college van burgemeester en wethouders biedt de ingezetenen toegang tot een antidiscriminatievoorziening.

Artikel 3 Inrichting antidiscriminatievoorziening

  • 1.

    Voor het inrichten van de antidiscriminatievoorziening is gekozen om samen met de andere Twentse gemeenten de klachtenafhandeling onder te brengen bij de organisatie Artikel 1 Overijssel, waarmee de onafhankelijkheid, de deskundigheid en de toegankelijk is gewaarborgd.

  • 2.

    Artikel 1 Overijssel draagt er zorg voor dat de klachtbehandelaars voldoen aan de voor klachtenbehandeling vereiste deskundigheid en biedt de klachtbehandelaars de mogelijkheid hun deskundigheid te onderhouden en verder te ontwikkelen. In het jaarverslag van Artikel 1 Overijssel wordt aangegeven op welke wijze hieraan vorm wordt gegeven.

  • 3.

    De klager heeft in ieder geval de mogelijkheid om een klacht te melden:

    • -

      per post;

    • -

      per e-mail;

    • -

      mondeling;

Artikel 4 Protocol klachtenbehandeling

Het protocol voor de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 6 van de wet regelt in ieder geval:

a. de afdoeningstermijn van klachten;

b. de wijze van afdoening van klachten;

c. de registratie van klachten.

Artikel 5 Laagdrempeligheid antidiscriminatievoorziening

  • 1.

    Ingezetenen worden in de gelegenheid gesteld een klacht in hun directe leefomgeving te melden.

  • 2.

    Gemeenten die aansluiting hebben bij een regionaal antidiscriminatiebureau geldt dat de klager de keuze krijgt om zijn melding en behandeling van de klacht te laten plaatsvinden

    • -

      in de kantoren van Artikel 1 Overijssel;

    • -

      in het gemeentehuis Rijssen-Holten, Schild 1

    • -

      gemeenteloket locatie Holten

  • 3.

    Het college draagt zorg voor de deskundigheid van de medewerkers die deze meldingen op adequate manier opneemt en doorverwijst.

  • 4.

    4. Klager wordt door de medewerkers doorgeleid naar de Artikel 1 Overijssel.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als: verordening Antidiscriminatievoorziening Rijssen-Holten.

besluit genomen in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Rijssen-Holten op: 10 december 2009

drs. H.A.J. van de Vliert, P. van Veen,

griffier, voorzitter

Toelichting

Algemeen

Artikel 1 van de wet legt het college van burgemeester en wethouders op om toegang te bieden tot een antidiscriminatievoorziening. Zie ook de toelichting bij artikel 2 van deze verordening.

In artikel 2, tweede lid, van de wet wordt opgedragen dat de gemeenteraad “met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens deze wet bij verordening regels vaststelt omtrent de inrichting van de antidiscriminatievoorziening, bedoeld in artikel 1, en de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, onder a.”

De wet is nader ingevuld in een Algemene Maatregel van Bestuur vastgesteld op 16 september 2009, het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorziening.

Nu veel van de nadere invulling die de wet behoeft is geregeld in het besluit, kan deze verordening beknopt blijven.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Deze bepaling behoeft geen toelichting.

Artikel 2

Zoals in het algemene deel van deze toelichting al aangegeven, is deze zorgplicht opgenomen in artikel 1 van de wet. In wetstechnische zin is het dan ook niet noodzakelijk om deze hier te herhalen. Er is voor gekozen om dat wel te doen, nu deze zorgplicht zozeer de kern van deze regelgeving uitmaakt, dat het opnemen ervan sterk bijdraagt aan de begrijpelijkheid van deze verordening.

Artikel 3

Met deze bepaling wordt nader invulling gegeven aan artikel 3 van het besluit, dat luidt: “Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van de klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de antidiscriminatievoorziening gewaarborgd”. Het landelijke expertisebureau van Art.1 kan de opleidingen en cursussen verzorgen. Ook op de verantwoordelijkheid met de omgang met gegevens zal worden toegezien. De gemeente draagt er zorg voor dat de burger zich zowel fysiek als niet- fysiek kan melden.

Een klacht kan altijd mondeling gemeld worden maar daarna wordt het zo snel mogelijk op papier gezet en voor akkoord aan de klager voorgelegd ter voorkoming van spraakverwarring en misverstanden achteraf.

De mogelijkheid om zich fysiek op locatie te kunnen melden betekent tevens dat een burger redelijkerwijs op de hoogte kan zijn waar hij of zij terecht kan om te melden. De gemeente draagt zorg voor de aanwezigheid van een locatie. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van een bestaande balie (zie ook de toelichting bij artikel 5).

Bij niet-fysiek wordt verstaan dat de mogelijkheid bestaat voor de burger via sms, telefoon (0900 landelijk en 0900 ADV), brief of email om de klacht te melden of in te dienen.

Artikel 4

Met deze bepaling wordt invulling gegeven aan artikel 6 van het besluit dat luidt: “De antidiscriminatievoorziening heeft een protocol voor de behandeling van klachten”. Daarbij is gekozen voor een minimale invulling om gemeenten en antidiscriminatievoorziening alle ruimte te geven voor maatwerk.

Artikel 5

De wet vermeldt dat de antidiscriminatievoorziening zich in de leefomgeving van burgers moet bevinden. De memorie van toelichting geeft aan dat het gemeenten vrij staat om daar op een praktische wijze invulling aan te geven.

Voor de nodige laagdrempeligheid kan dan worden gezorgd door een doorverwijsfunctie of

meldpunt te creëren bij bestaande gemeentelijke voorzieningen.

Het college heeft de taak van eerste aanspreekpunt voor klachten over discriminatie toegewezen aan de burgercontactfunctionaris / klachtencoördinator gedragingen ambtenaren en bestuurders.

Met het aanspreekpunt in de eigen gemeente wordt vorm gegeven aan de laagdrempeligheid. Het aanspreekpunt bij de gemeente biedt een luisterend oor en geeft algemene informatie maar heeft als belangrijkste taak het doorgeleiden van de klager naar de antidiscriminatievoorzieningen.

In de wet is uitdrukkelijk aangegeven dat de antidiscriminatievoorziening onafhankelijk is en op geen enkele wijze onder het gezag van de (gemeentelijke) overheid kan vallen. Het gemeentelijk loket kan dan ook op geen enkele manier in de plaats treden van de antidiscriminatievoorziening.

Vereisten voor het eerste aanspreekpunt zijn:

  • -

    luisterend oor en professioneel doorverwijzen naar de antidiscriminatievoorziening;

  • -

    inzicht in de materie;

  • -

    positie als doorgeefluik moet helder zijn.

Artikel 6

Deze bepaling behoeft geen toelichting

Artikel 7

Deze bepaling behoeft geen toelichting