Organisatie | Apeldoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Wegsleepverordening 2002 |
Citeertitel | Wegsleepverordening 2002 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-12-2002 | Nieuwe regeling | 26-09-2002 Weekend Totaal, 2002-11-01 | raadsvoorstel 118-2002 |
De raad van de gemeente Apeldoorn,
gelezen het voorstel van het college;
gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 173, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede het Besluit wegslepen van voertuigen;
overwegende dat het wenselijk is om in voorkomende gevallen op de weg staande voertuigen te kunnen verwijderen, over te brengen en in bewaring te stellen;
gehoord de officier van justitie en de korpschef van politie;
Artikel 2 Aanwijzing van wegen, waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen
Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c, van de wet worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen voor zover ze behoren tot één van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.
Vastgesteld door de raad van de gemeente Apeldoorn d.d. 26 september 2002
Gepubliceerd in Weekend Totaal d.d. 1 november 2002
Inwerking getreden d.d. 13 december 2002
TOELICHTING WEGSLEEPVERORDENING 2002
Op 1 januari 2002 treedt de wet van 21 februari 1997, houdende de wijziging van de Wegenverkeerswet (WVW) 1994, ook wel de wijziging van de wegsleepregeling genoemd, en het bijbehorende Besluit wegslepen van voertuigen in werking. Artikel 170 tot en met 173 van de wet WVW 1994 zijn vervangen door nieuwe bepalingen. De wijzigingswet is bij de besluitvorming derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) aangepast in verband met de overgang van de bepalingen over de uitvoering van de bestuursdwang uit de Gemeentewet naar de Awb.
Het uitvoeren van de wegsleepregeling is in deze nieuwe regeling voorbehouden aan het college van burgemeester en wethouders. Het wegslepen van een voertuig moet worden gezien als een bijzondere vorm van bestuursdwang. In de Awb zijn algemene regels gesteld over de toepassing van bestuursdwang. Deze regels zijn voor een groot deel ook van toepassing op het wegslepen van voertuigen. Tegen besluiten tot het wegslepen van voertuigen staat op grond van de Awb bezwaar en vervolgens beroep open.
Op grond van de oude WVW 1994 mochten op de weg staande voertuigen alleen worden weggesleept in het belang van de veiligheid op de weg, de vrijheid van het verkeer of het vrijhouden van invalidenparkeerplaatsen. Op grond van de herziene regeling in de wet WVW 1994 en het daarop gebaseerde Besluit wegslepen van voertuigen zijn de mogelijkheden fors uitgebreid. Het is nu mogelijk om in situaties waarin het parkeren als zeer hinderlijk wordt ervaren eveneens op te treden. Hierbij kan gedacht worden aan het onbevoegd parkeren op laad- en loshavens, taxistandplaatsen, voetgangersgebieden, markt- en evenemententerreinen, enz. In Apeldoorn kan al wel op basis van de Marktverordening opgetreden worden tegen onbevoegde parkeerders op marktterreinen.
Om van de bevoegdheid tot wegslepen gebruik te kunnen maken, dient eerst een lokale verordening te worden vastgesteld.
Het is overigens niet zo dat zonder meer tot wegslepen overgegaan kan worden. Per geval dient te worden nagegaan of in dit specifieke geval het wegslepen absoluut noodzakelijk is. Het wegslepen van een voertuig dat om 04.00 uur onbevoegd is geparkeerd zal doorgaans als niet of minder urgent moeten worden beschouwd. In een dergelijk geval dient met het opmaken van een proces-verbaal te worden volstaan.
Verhouding Wet Mulder en bestuursdwang
Er bestaat geen strikte koppeling. Het opmaken van een proces-verbaal op grond van de Wet Mulder, voordat tot wegslepen kan worden overgegaan, is geen vereiste meer; maar een samengaan is wel mogelijk. In het geval geen proces-verbaal is opgemaakt en besloten wordt tot wegslepen is het zaak om zo goed als mogelijk is de geconstateerde parkeerovertreding te beschrijven en de redenen, die tot het wegslepen hebben geleid. Een en ander moet in een schriftelijk document, voorzien van datum, uur van constatering, en ondertekent door de opmaker, worden vastgelegd; zo mogelijk moet een foto of foto’s bijgevoegd worden. Ook in verband met een mogelijke bezwarenprocedure, e.v. is een dergelijk verslag noodzakelijk.
Weliswaar is in de wet de bevoegdheid tot wegslepen neergelegd, maar om de regeling goed te kunnen uitvoeren dienen een aantal nadere regels in een verordening vastgelegd te worden door de gemeenteraad. Zo dient in de verordening een bewaarplaats aangewezen te worden en dient de reikwijdte van de verordening bepaald te worden. Voor Apeldoorn is gekozen voor een ruime werking, in die zin dat de regeling toepasbaar is met betrekking tot onbevoegd parkeren op alle wegen en weggedeelten. Uitzondering geldt uiteraard de rijks- en provinciale wegen, die binnen de gemeentegrenzen aanwezig zijn.
In de verordening zijn geen delictsomschrijvingen opgenomen. De reden daartoe ligt in het volgende. Het risico is reëel dat de delictsomschrijvingen uit de wegenverkeerswetgeving niet (altijd) naadloos aansluiten op de wegsleepregeling. Is dat het geval dan kan een zaak om formele gronden afgedaan worden ten nadele van de gemeente. Het is dan ook praktisch om gewoon te verwijzen naar de toepasselijke artikelen van de Wegenverkeerswet. Daarnaast wordt op deze wijze voorkomen dat zaken dubbel geregeld worden. Wel zal in een Bijlage behorende bij deze toelichting op de wegsleepregeling aangegeven worden in welke concrete gevallen er sprake kan zijn van een wegsleepwaardige overtreding in de zin van de verkeerswetgeving.
In artikel 170, zesde lid, WVW 1994 is bepaald dat een voertuig niet mag worden weggesleept, indien de rechthebbende het voertuig verwijdert voordat met de feitelijke overbrenging is begonnen. In de wet is niet expliciet uitgelegd wanneer het moment van overbrenging een aanvang heeft genomen. Aangenomen wordt dat met het feitelijke slepen een aanvang is genomen, als het voertuig in de takels van het wegsleepvoertuig hangt. Meldt de rechthebbende zich daarvoor, dan kan niet tot wegslepen overgegaan worden. Wel dient rechthebbende de met de overbrenging gemoeide kosten te vergoeden, waarbij gedacht kan worden aan de voorrijkosten en administratieve kosten.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Het begrip voertuig, zoals in artikel 1, onder a I, RVV 1990 is omschreven, is ruim. Niet alleen motorvoertuigen vallen hieronder, maar ook (brom-)fietsen, invalidenvoertuigen en wagens. Al deze voertuigen vallen dan ook onder de wegsleepregeling. Ook in de APV is een bepaling opgenomen over het verwijderen van fietsen, e.d. van de openbare weg. Die bepaling ziet meer op de openbare orde en veiligheid en uiterlijk aanzien. De bepaling in de wegsleepregeling ziet strikt op de wegenverkeerswetgeving, terwijl de bepalingen in de APV (=excessenregeling) deze regeling als het ware aanvullen.
Het begrip motorvoertuig is apart omschreven omdat artikel 5 van de wegsleepregeling alleen betrekking heeft op dit soort voertuigen.
Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten
Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten kunnen op grond van artikel 170, eerste lid , aanhef en onder c, en artikel 173, tweede lid, aanhef en onder c, WVW 1994 bij gemeentelijke verordening wegen en weggedeelten worden aangewezen. In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen is nader aangegeven om welke soorten van wegen e.d. het i.c. gaat. Het is aan de raad om wegen en weggedeelten in deze aan te wijzen. Er is gekozen voor de meest ruimte toepassing. I.c. betreft de regeling alle wegen en weggedeelten.
Een parkeerovertreding kan niet zonder meer ook leiden tot wegslepen. Per geval zal moeten beoordeeld of het gaat om een wegsleepwaardige situatie. Indien een voertuig midden in de nacht op een laad- of loshaven geparkeerd staat, terwijl alle winkels gesloten zijn, dan kan normaal gesproken geen sprake zijn van een wegslepen. Een dergelijk optreden is gezien de overtreding in het algemeen buiten proportie. Wegslepen zou eerst dan in de rede liggen, wanneer de winkels weer opengaan of enige tijd daarvoor en het betrokken voertuig nog altijd fout geparkeerd staat.
Artikel 3 Plaats van bewaring en openingstijden.
De inhoud van de bepaling spreekt voor zich. De gemeenteraad wijst de bewaarplaats(en) aan; de bevoegdheid daartoe wordt ontleend aan artikel 173, tweede lid, WVW 1994. Het is overigens denkbaar dat de burgemeester op grond van zijn bijzondere bevoegdheid ter handhaving van de openbare orde op enig moment ook ander terreinen aanwijst als plaats van bewaring van voertuigen. Daarnaast dient de bewaarplaats goed bereidbaar te zijn. In dit verband kan gedacht worden aan de bereikbaarheid per openbaar vervoer. De gemeente wenst het overbrengen en in bewaring stelling van voertuigen op te dragen voertuigen niet zelf uit te voeren maar aan een bedrijf uit te besteden. Daartoe zal met dit bedrijf een wegsleep- en bewaarovereenkomst worden aangegaan.
De openingstijden worden door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld. Uitgangspunt daarbij is dat de openingstijden ruim dienen te zijn, waaronder een avond- en weekendopenstelling. Openstelling van de bewaarplaats alleen tijdens werkdagen is in onze ogen onvoldoende klantgericht.
Artikel 4 Kosten van overbrenging en bewaren van voertuigen
In artikel 13 tot en met 15 van het Besluit wegslepen van voertuigen is geregeld welke soorten van kosten, die verbonden zijn aan het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, in rekening gebracht kunnen worden. Het gaat hierbij niet alleen om personele en materiële kosten, die direct verband houden met het wegslepen, enz., maar ook om kosten die verbonden zijn aan bekendmaking van beschikkingen, verkoop, eigendomsoverdracht om niet, vernietiging van voertuigen, inclusief de taxatie van deze voertuigen, alsmede renteverlies, WA-verzekering, e.d..
Om redenen van uitvoering is er voor gekozen om met vaste bedragen te werken, waar de verschillende deelkosten onderdeel van uitmaken. Zie voor het overige Bijlage 2 bij de Wegsleep- verordening 2002.
Om de regeling, zoveel als mogelijk is, kostenneutraal te kunnen doen uitvoeren is een opgeld gehanteerd daar waar het gaat om de voorrijkosten en de sleepkosten. Het komt namelijk voor dat wegsleper opgeroepen wordt, terwijl de eigenaar/houder zich inmiddels heeft gemeld; in een dergelijke situatie kunnen geen voorrijkosten in rekening gebracht worden. Indien niet met een degelijk opgeld gewerkt wordt, blijven de kosten voor rekening van de gemeente.
Bij nadere regels moet bijvoorbeeld gedacht worden aan procedure- en instructieregels. Voor het overige spreekt de bepaling voor zich.
Bijlage 1 behorende bij de toelichting op de Wegsleepverordening 2002
A. Veiligheid op de weg en vrijheid van het verkeer
Als gevallen waarin verwijdering, overbrenging en inbewaringstelling van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg en de vrijheid van het verkeer ( artikel 170, eerste lid, aanhef en onder a en b, WVW 1994) noodzakelijk kunnen zijn, kunnen worden genoemd:
a. een voertuig is tot stilstand gebracht op een trottoir, voetpad of fietspad, tenzij het een fiets, bromfiets of invalidenvoertuig betreft ( artikel 10 en artikel 5 tot en met 7 RVV 1990);
b. een voertuig is tot stilstand gebracht:
(artikel 23, 43, tweede lid, en 81 RVV 1990 en bord E2 van bijlage 1 bij het RVV 1990)
c. een voertuig is geparkeerd:
(Artikel 24, 25, 38 e.v. en 46 RVV 1990 en bord E1 van bijlage 1 RVV 1990)
d. een voertuig is tot stilstand gebracht in strijd met een bevel of een aanwijzing, gegeven door een daartoe bevoegd en als zodanig kenbare ambtenaar of ander persoon.
Gevaarlijk of hinderlijk gedrag
e. een voertuig is overigens zodanig tot stilstand gebracht of geparkeerd dat gevaar op de weg wordt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt of kan worden gehinderd.
B. Vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen
Verwijdering, overbrenging en inbewaringstelling van voertuigen in het belang van het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen ( artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c, WVW 1994 en artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen) kan noodzakelijk zijn in het geval dat een voertuig geparkeerd is: