Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- -
Leer-arbeidsplaats:
de aanstelling van een werknemer-student in hoofdzaak ten behoeve van een wetenschappelijke of praktische opleiding of vorming voor de duur van de praktijkcomponent van de opleiding/studie;
- -
werknemer-student:
de student die zich heeft ingeschreven voor een duale opleiding/studie bij een erkende onderwijsinstelling en bij de gemeente werkzaamheden zal gaan uitvoeren welke onderdeel zijn van de beroepsuitoefening van de duale opleiding/studie als opgenomen in de van toepassing zijnde onderwijs- en examenregeling;
- -
CAR-UWO:
de collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en uitwerkingsovereenkomst, van toepassing verklaard voor de gemeente Westland;
- -
standplaats:
de plaats van tewerkstelling (het gebouw, gebouwencomplex of terrein) waar de werknemer-student gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht.
- -
Regeling woon-werkverkeer:
de voor ambtenaren van de gemeente Westland vastgestelde “Regeling Reiskostenvergoeding Woon-werkverkeer”;
- -
Regeling dienstreizen:
de voor ambtenaren van de gemeente Westland vastgestelde “Regeling reis- en verblijfskosten bij dienstreizen”.
Artikel 2 Aanstelling en rechtspositie
- 1.
Aanstelling van de werknemer-student geschiedt door burgemeester en wethouders in tijdelijke dienst voor bepaalde tijd, voor de duur van de praktijkcomponent van de opleiding.
- 2.
De afspraken omtrent het lerend-werken en de voorwaarden aangaande de aanstelling van de werknemer-student zullen worden vastgelegd in een Leer-Arbeidsplaats-overeenkomst tussen de gemeente, de werknemer-student en de onderwijsinstelling.
- 3.
De maximale duur van de tijdelijke aanstelling bedraagt 2 jaar.
- 4.
Op de werknemer-student zijn, ingevolge artikel 1:2:1, lid 2 van de CAR/UWO, expliciet de hoofdstukken 3 (salaris en vergoedingsregelingen), 7 (aanspraken bij ongeschiktheid wegens ziekte c.a.), 10d (van werk naar werk-aanpak en voorzieningen bij werkloosheid), 11-a (suppletie) en 17 (opleiding en ontwikkeling) van de CAR/UWO niet van toepassing.
Artikel 3 Beëindiging tijdelijke aanstelling
- 1.
De tijdelijke aanstelling voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege.
- 2.
De tijdelijke aanstelling kan door de gemeente dan wel de werknemer-student gedurende de proeftijd (overeenkomstig lid 3) worden ontbonden.
Hiertoe is in ieder geval aanleiding indien:
- -
zowel werknemer-student als de onderwijsinstelling van oordeel zijn dat de opgedragen werkzaamheden zich op geen enkele wijze verhouden tot de vooraf overeengekomen leerdoelen;
- -
zowel de gemeente als de onderwijsinstelling van oordeel zijn dat de werknemer-student de opgedragen werkzaamheden niet naar behoren vervult.
- 3.
De in lid 2 bedoelde proeftijd bedraagt bij:
- -
een aanstellingsperiode korter dan één jaar ten hoogste een maand;
- -
een aanstellingsperiode van een jaar of langer ten hoogste twee maanden.
Artikel 4 Salaris
- 1.
De werknemer-student ontvangt salaris overeenkomstig het voor zijn leeftijd geldende wettelijk minimum (jeugd)loon en naar evenredigheid van zijn arbeidsduur (../36).
- 2.
Over het salaris als bedoeld in lid 1 van dit artikel wordt een vakantietoelage toegekend als bedoeld in artikel 6:3, tweede lid van de CAR/UWO.
Artikel 5 Reiskosten woon-werkverkeer
De werknemer-student, bij wie de kosten van openbaar vervoer niet gedekt worden door een studenten-ov-jaarkaart, komt in aanmerking voor een reiskostenvergoeding overeenkomstig de Regeling woon-werkverkeer.
Artikel 6 Reiskosten bij dienstreizen
Vergoeding van de kosten voor het reizen in dienstopdracht worden vergoed overeenkomstig de Regeling dienstreizen.
Artikel 7 Verlof
- 1.
De werknemer-student heeft, indien het dienstverband langer dan drie maanden duurt, aanspraak op vakantieverlof overeenkomstig de bepalingen voor ambtenaren van de gemeente Westland.
- 2.
Bij een dienstverband tot en met drie maanden heeft de werknemer-student, naast vrijaf op de erkende feestdagen of op officiële feestdagen samenhangend met zijn geloof en/of culturele achtergrond, géén aanspraak op verlof.
Artikel 8 Overige bepalingen
- 1.
De werknemer-student die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt, of zich overigens schuldig maakt aan plichtsverzuim, kan disciplinair worden gestraft dan wel worden ontslagen overeenkomstig de hoofdstukken 16 en 8 van de CAR/UWO.
- 2.
In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet kunnen burgemeester en wethouders een nader besluit nemen.
Artikel 9 Slotbepaling
Deze regeling treedt, met terugwerkende kracht, in werking op 1 januari 2004 en kan worden aangehaald als “Regeling Leer-Arbeidsplaats voor de (duale) werknemer-student”.Per 1 januari 2016 is de regeling tekstueel aan de hand van de gewijzigde terminologie in de CAR aangepast.