Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Albrandswaard

Verordening Meedoen Albrandswaard 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlbrandswaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Meedoen Albrandswaard 2016
CiteertitelVerordening Meedoen Albrandswaard 2016
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpsociale zekerheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De Verordening Maatschappelijke Participatie Albrandswaard 2012 wordt ingetrokken op de 6 juli 2016.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 108
  2. Gemeentewet, art. 147

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-07-2016Nieuwe regeling

28-06-2016

gmb-2016-89617

1081434

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Meedoen Albrandswaard 2016

De raad van de gemeente Albrandswaard;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders gemeente Albrandswaard (1081431) d.d. 17 mei 2016;

Gelet op artikel 108 en artikel 147 van de Gemeentewet;

Overwegende dat het wenselijk is dat volwassenen en kinderen met een laag inkomen kunnen Meedoen aan allerlei maatschappelijke activiteiten van sport, cultuur en school;

BESLUIT:

vast te stellen de:

Verordening Meedoen Albrandswaard 2016

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      rechthebbende:

      • i.

        de inwoner van de gemeente Albrandswaard vanaf 18 jaar en ouder en diens inwonende minderjarige ten laste komende kinderen van 4 t/m 17 jaar met een inkomen tot 120% van de uitkeringsnorm Participatiewet van een alleenstaande, alleenstaande ouder of samenwonende zonder toepassing kostendeling (zie de toelichting);

      • ii.

        kinderen van 4 tot en met 17 jaar die bij ouders wonen die een minnelijk of wettelijk traject schuldhulpverlening volgen en een ‘besteedbaar’ inkomen hebben dat niet hoger is dan 120% van de uitkeringsnorm en inwoner van de gemeente Albrandswaard zijn;

    • b.

      Kalenderjaar:

      tijdvak van een jaar lopend van 1 januari tot 1 januari van het jaar daarop volgend;

    • c.

      Tegemoetkoming:

      de maximale bijdrage die op grond van deze verordening verstrekt kan worden;

    • d.

      Vermogen:

      het vermogen als bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet waarbij het vermogen in de eigen woning niet wordt meegeteld.

Artikel 2. Sociale en culturele activiteiten rechthebbende vanaf 18 jaar

  • 1.

    Het college kan aan een rechthebbende vanaf 18 jaar een tegemoetkoming verstrekken in de kosten van deelname aan sociale, sport en culturele activiteiten, recreatieve uitjes, museum jaarkaart, bibliotheek lidmaatschap, Rotterdampas, of voor de aanschaf van een computer of fiets.

  • 2.

    De tegemoetkoming bedraagt maximaal € 150,– per persoon per kalenderjaar;

  • 3.

    Per kalenderjaar wordt 1 keer via een aanvraagformulier beoordeeld of iemand rechthebbende is waarbij het recht voor het hele kalenderjaar wordt vastgesteld. Hierbij wordt verklaard dat er geen inkomen en vermogen is dat hoger is dan het gestelde maximum zonder opgave van bewijzen;

  • 4.

    Na vaststelling van het recht kan de aanvrager via een declaratieformulier de te maken kosten indienen, dit kan meerdere malen in het kalenderjaar tot de maximale vergoeding is bereikt, nota’s zijn niet nodig.

  • 5.

    De uitbetaling vindt bij voorkeur plaats door middel van het rechtstreeks overmaken aan de leverancier, club of vereniging. Als dat niet mogelijk is zal er worden uitbetaald aan de aanvrager;

  • 6.

    De tegemoetkoming is niet over te dragen aan een ander gezinslid. Bij de aanschaf van een computer kunnen gezinsleden wel de bedragen samenvoegen;

  • 7.

    Het college kan in beleidsregels bepalingen opnemen over de vorm van de ter beschikking stelling van de tegemoetkoming (pas, voucher, tegoedbon etc.);

  • 8.

    Achteraf kan er worden gecontroleerd op rechtmatigheid tot 1 juli van het volgend kalenderjaar;

  • 9.

    Aanvragen en declaraties voor een bepaald kalenderjaar kunnen tot 1 januari van het daaropvolgend nieuwe kalenderjaar worden ingediend, de niet uitgegeven tegemoetkoming vervalt per 1 januari van het nieuwe jaar.

Artikel 3. Kindpakket

  • 1.

    Het college kan aan een kind vanaf 4 jaar tot en met 17 jaar een tegemoetkoming verstrekken voor de kosten van sport, cultuur, cursussen, zwemmen, plaatselijke seizoensactiviteiten, muziekles, instrumenten, sportbenodigdheden, recreatieve uitjes, aanschaf van een computer, fiets of kleding, voor verjaardagsfeestjes en schoolkosten. Dit is geen limitatieve lijst;

  • 2.

    De tegemoetkoming bedraagt maximaal € 350,– voor een kind van 4 tot en met 11 jaar per kalenderjaar;

  • 3.

    De tegemoetkoming bedraagt maximaal € 450,– voor een kind van 12 tot en met 17 jaar per kalenderjaar;

  • 4.

    Per kalenderjaar wordt 1 keer via een aanvraagformulier beoordeeld of iemand rechthebbende is waarbij het recht voor het hele kalenderjaar wordt vastgesteld. Hierbij wordt verklaard dat er geen inkomen en vermogen is dat hoger is dan het gestelde maximum zonder opgave van bewijzen;

  • 5.

    Na vaststelling van het recht kan de aanvrager via een declaratieformulier de te maken kosten indienen, dit kan meerdere malen in het kalenderjaar tot de maximale vergoeding is bereikt, nota’s zijn niet nodig.

  • 6.

    De uitbetaling vindt bij voorkeur plaats door middel van het rechtstreeks overmaken aan de leverancier, club of vereniging. Als dat niet mogelijk is zal er worden uitbetaald aan de aanvrager;

  • 7.

    De tegemoetkoming is niet over te dragen aan een ander gezinslid. Bij de aanschaf van een computer kunnen gezinsleden wel de bedragen samenvoegen;

  • 8.

    Het college kan in beleidsregels bepalingen opnemen over de vorm van de ter beschikking stelling van de tegemoetkoming (pas, voucher, tegoedbon etc.);

  • 9.

    Achteraf kan er worden gecontroleerd op rechtmatigheid tot 1 juli van het volgend kalenderjaar;

  • 10.

    Aanvragen en declaraties voor een bepaald kalenderjaar kunnen tot 1 januari van het daaropvolgend nieuwe kalenderjaar worden ingediend, de niet uitgegeven tegemoetkoming vervalt per 1 januari van het nieuwe jaar.

Artikel 4. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de rechthebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening.

Artikel 5. Beleidsregels

Het college kan ten behoeve van de uitvoering van deze verordening nadere regels opstellen.

Artikel 6. Rechtmatigheid

Het college kan achteraf middels steekproeven het recht en de rechtmatigheid van de verstrekkingen controleren.

Artikel 7. Terugvordering

In geval van een ten onrechte uitgekeerde tegemoetkoming is paragraaf § 6.4 – Terugvordering uit Hoofdstuk 6 van de Participatiewet van overeenkomstige toepassing en kan de tegemoetkoming worden teruggevorderd.

Artikel 8. Overgangsregels

De verordening gaat in na de dag van vaststelling. Het reeds verkregen bedrag ingevolge de verordening Maatschappelijke Participatie in het kalenderjaar van vaststelling wordt in mindering gebracht op het totale tegoed van dit kalenderjaar. Bij negatieve gevolgen zal in het voordeel van de aanvrager worden gehandeld.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de vaststelling.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: 'Verordening Meedoen Albrandswaard 2016'.

  • 3.

    De Verordening Maatschappelijke Participatie Albrandswaard 2012 wordt ingetrokken op de dag van inwerkingtreding als bedoeld in het eerste lid.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Albrandswaard in zijn openbare vergadering van 28 juni 2016.

2016-06-28

De griffier,

mr. Renske van der Tempel

De voorzitter,

drs. Jan Pieter J. Lokker (wnd)

ALGEMENE TOELICHTING

Meedoen aan de samenleving is belangrijk, ook als je een laag inkomen hebt. Deze verordening geeft de mogelijkheid aan volwassen en kinderen om op eigen wijze deel te nemen aan verschillende activiteiten of geeft mogelijkheid tot het aanschaffen van een product in het kindpakket, bijvoorbeeld kleding, computer of fiets.

Voor het kind vanaf 4 jaar tot 17 jaar is er een bedrag beschikbaar gesteld dat kan worden besteed aan een breed scala van kosten, we noemen dit het ‘kindpakket’. Ook kinderen in gezinnen met problematische schulden die een wettelijk of minnelijk traject volgen komen in aanmerking voor een vergoeding van het kindpakket, ongeacht de hoogte van het inkomen van de ouders. De inhoud van het kindpakket is breed, de mogelijkheden zijn opgesomd maar niet limitatief. Als een kind iets anders nodig heeft dan kan dit gemotiveerd worden gevraagd.

Het (schoolgaande) kind vanaf 18 jaar valt niet meer onder het kindpakket, er is vanaf deze leeftijd zelfstandig recht op een vergoeding voor sport en culturele activiteiten zoals is gesteld in artikel 2 van deze verordening.

De inkomensgrens is verhoogd naar 120% van de bijstandsnorm, dit is door de raad vastgesteld in de 'Kaders Minimabeleid en schuldhulpverlening' in de raadsvergadering van 14 december 2015.

Uitvoering en uitgangspunten

De uitgangspunten bij het opstellen van deze verordening zijn als volgt:

  • de uitvoeringskosten zijn zo laag mogelijk;

  • de drempel voor de aanvrager is zo laag mogelijk;

  • er hoeft geen geld te worden voorgeschoten;

  • we gaan uit van 'vertrouwen’ in plaats van strenge controle;

  • achteraf kan worden gecontroleerd op rechtmatigheid tot 1 juli van het jaar erop;

  • als blijkt dat het vertrouwen is geschonden zal er worden teruggevorderd conform de regels Participatiewet.

Als vaststaat dat de aanvrager rechthebbend is en heeft aangegeven waar de vergoeding voor gebruikt gaat worden, wordt de verstrekking beschikbaar gesteld. De aanvraag vindt 1x per kalenderjaar plaats door middel van een eenvoudig aanvraagformulier waarin wordt verklaard dat het inkomen niet hoger is dan 120% van de bijstandsnorm en het vermogen niet hoger is dan de grens genoemd in de Participatiewet. Als het recht is vastgesteld kan de aanvrager lopende het jaar aangeven waar de tegemoetkoming voor nodig is en voor welk bedrag via een eenvoudig declaratieformulier zonder betaalbewijzen.

Uitbetaling zal bij voorkeur rechtstreeks plaatsvinden aan de leverancier, club of vereniging. Als dat niet kan wordt er uitbetaald aan de aanvrager of de ouder. Er wordt geen betalingsbewijs gevraagd. Op deze wijze hoeven de kosten niet te worden voorgeschoten. Als de tegemoetkoming voor het eind van het kalenderjaar niet is uitgegeven vervalt het bedrag per 1 januari van het nieuwe kalenderjaar. In het nieuwe kalenderjaar kan opnieuw een aanvraag worden ingediend.

Achteraf kan er gecontroleerd worden op de rechtmatigheid. Als blijkt dat het vertrouwen wordt geschonden en de vergoeding niet rechtmatig is geweest zal er worden teruggevorderd conform de regels Participatiewet. De controle kan plaatsvinden tot 1 juli van het volgend kalenderjaar. De mogelijkheid tot controle achteraf is afgebakend zodat de aanvrager weet tot wanneer de controles kunnen plaatsvinden.

ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1. Begripsbepalingen

De inkomensgrens is gesteld op 120% van de bijstandsnorm, dit is reeds door de raad vastgesteld in de 'Kaders minimabeleid'. Met betrekking tot het vermogen wordt aangesloten bij de vermogensgrens van de Participatiewet, het vermogen in de eigen woning wordt buiten beschouwing gelaten.

De inkomenstoets wordt simpel uitgevoerd. Er zijn drie gezinssituaties, een alleenstaande, een alleenstaande ouder of een samenwonend stel c.q. echtpaar. Er wordt niet gekeken naar de situatie van kostendeling zoals de Participatiewet voorschrijft. De bijstandsnorm is voor een alleenstaande 70% van de gehuwdennorm PW, de bijstandsnorm voor een alleenstaande ouder is 90% van de gehuwdennorm PW. Bij een pensioengerechtigde aanvrager gelden de normen die zijn voorgeschreven voor deze groep in de PW waarbij het zelfde principe wordt toegepast als hierboven (70% en 90 %). Voor het gezin geldt dat het inkomen het totale gezinsinkomen is waarbij het inkomen van inwonende kinderen of medebewoners niet wordt meegeteld. Inkomensbestanddelen die in de Participatiewet niet meetellen als inkomen worden ook nu buiten beschouwing gelaten.

Het vermogen wordt gehanteerd conform de regels Participatiewet, het vermogen in een door de aanvrager bewoond huis wordt buiten beschouwing gelaten.

Artikel 2. Sociale en culturele activiteiten volwassenen vanaf 18 jaar

In dit artikel is beschreven wat vergoed kan worden aan de volwassene vanaf 18 jaar, de studenten zijn hierop uitgezonderd. De mogelijkheden voor de volwassene zijn divers en liggen op het gebied van sport, cultuur, sociaal, computer, fiets en alles wat nodig om de activiteit uit te oefenen. Denk aan sportkleding, muziekinstrumenten, reiskosten om ergens heen te gaan. De maximale vergoeding is € 150 per kalenderjaar.

Artikel 3. Kindpakket

Dit artikel geeft wat de tegemoetkoming is voor kinderen van 4 t/m 17 jaar. Voor deze doelgroep is de besteding heel breed en kan naar eigen inzicht worden bepaald. De opsomming is niet limitatief en kan individueel worden afgestemd op de wensen en behoefte van het kind. Het belang van het kind is belangrijk bij deze afweging.

In ieder geval valt hier onder; sport, zwemles, cultuur, opleiding, sociale activiteiten, uitjes, seizoensactiviteiten, computer, fiets, kleding, schoolkosten. De hoogte van de tegemoetkoming is afgestemd op de leeftijd en varieert van € 350 tot € 450 per kalenderjaar. Het bedrag voor kinderen vanaf 12 jaar is hoger omdat er in het voortgezet onderwijs meer kosten moeten worden gemaakt.

Artikel 4. Hardheidsclausule

Geen nadere toelichting.

Artikel 5. Nadere beleidsregels

Het college kan desgewenst in aparte beleidsregels vastleggen dat bepaalde activiteiten via vouchers of een pas worden verstrekt.

Artikel 6. Rechtmatigheid

Het college kan controles verrichten op de rechtmatigheid van het recht en van de verstrekte tegemoetkomingen tot 1 juli van het volgende jaar.

Artikel 7. Terugvordering

Bij terugvordering van een tegemoetkoming ingevolge deze verordening gelden de bepalingen daarover uit de Participatiewet.

Artikel 8. Overgangsregels

Op het totale recht van deze nieuwe verordening wordt in mindering gebracht het reeds verkregen bedrag uit de verordening Maatschappelijke Participatie zodat er geen dubbel bedrag wordt uitgekeerd in 1 kalenderjaar.

Artikel 9.

Geen nadere toelichting