Organisatie | Apeldoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening leerlingenvervoer 2003 |
Citeertitel | Verordening Leerlingenvervoer Gemeente Apeldoorn 2003 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
verordening vervangt de Verordening Leerlingenvervoer Gemeente Apeldoorn 2000
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2004 | 22-03-2012 | nieuwe regeling | 30-10-2003 Weekend Totaal, 2003-11-07 | raadsvoorstel 93a-2003 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens het schoolplan, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;
reistijd: de totale tijdsduur die tenminste ligt tussen het verlaten van de woning en 10 minuten voor de aanvang van de schooldag volgens het schoolplan, dan wel de totale tijdsduur die tenminste ligt tussen 10 minuten na het einde van de schooldag volgens het schoolplan en de aankomst bij de woning;
voor wat betreft basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs: de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school;
voor wat betreft scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en scholen voor speciaal voortgezet onderwijs: de school van de soort waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school van de soort waarop de leerling is aangewezen;
commissie voor de begeleiding: de commissie die is ingesteld door het bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde een instelling, of de bevoegde gezagsorganen van twee of meer scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde instellingen, die hetzelfde regionaal expertisecentrum in stand houden;
ambulante begeleiding: de begeleiding door een personeelslid van een school of instelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra van leerlingen die zijn geplaatst op een basisschool of leerlingen die zijn geplaatst op een school voor voortgezet onderwijs en naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs;
Artikel 2 Bekostiging van de door het college noodzakelijk te achten vervoerskosten
Indien het college toepassing geeft aan het eerste lid, verlangt het dat de ouders aan wie slechts een gedeeltelijke bekostiging van de vervoerskosten toekomt, hun kinderen van het aldus verzorgde vervoer gebruik laten maken tegen betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders ingevolge het bepaalde in deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Weigering van of nalatigheid in de betaling van de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak op een bekostiging vervallen.
Artikel 3 Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school
Bekostiging van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar tot een verder weg gelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.
Indien ouders bekostiging van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school die op grotere afstand van de woning is gelegen dan in artikel 12 of 17 is bepaald, terwijl een of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichter bij de woning zijn gelegen, ontstaat er slechts aanspraak op bekostiging naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichter bij de woning zijn gelegen.
Voor de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoekt geldt als dichtstbijzijnde toegankelijke school, de school die door de commissie voor de indicatiestelling is geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van het regionaal expertisecentrum waaraan voornoemde commissie is verbonden.
Artikel 4 Uitbetaling van de bekostiging
Het college bepaalt bij het verstrekken van bekostiging van de vervoerskosten de wijze en het tijdstip van de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de verstrekte bekostiging.
Indien ouders een aanvraag voor een vergoeding van de vervoerskosten indienen voor het nieuwe schooljaar ná de datum als bedoeld in het tweede lid, dan wel indien ouders een aanvraag indienen gedurende het schooljaar, beslist het college binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag indien deze juist en volledig is ingevuld en is voorzien van de noodzakelijke bijlagen.
Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het tweede lid en het college een wijziging als bedoeld in het derde lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte bekostiging is verstrekt, vervalt de aanspraak op bekostiging en verstrekt het college al dan niet opnieuw bekostiging van de vervoerskosten.
De ouders zijn verantwoordelijk voor het gedrag van de leerling gedurende het verblijf in het middel van vervoer. Het college kan besluiten een leerling in geval van herhaald ernstig wangedrag uit te sluiten van het door de gemeente of vanwege de gemeente ingezette middel van aangepast vervoer. Het college besluit niet eerder dan na overleg met de ouders.
Artikel 7 Peildatum leeftijd leerling
Voor het verstrekken van bekostiging op basis van artikel 13 is bepalend de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de bekostiging betrekking heeft.
Een aanspraak op bekostiging wordt verminderd met de aanspraak op een toelage, voor zover die voor de betrokken leerling betrekking heeft op de reiskosten, zoals bijvoorbeeld op grond van de Wet op de studiefinanciering.
Artikel 9 Klachtenregeling en advisering inzake beleidsvoornemens
Ouders, dan wel leerlingen die de leeftijd van 13 jaar hebben bereikt, kunnen, indien naar hun opvatting een klacht niet tot tevredenheid door de vervoersonderneming en daarna door de gemeente is afgehandeld, bij de cliëntenraad een klacht indienen over gedragingen en beslissingen van gemeentelijke vertegenwoordigers en vervoersondernemingen.
Het college deelt de klager en de cliëntenraad binnen vier weken na ontvangst van het in het zesde lid bedoelde oordeel van de cliëntenraad schriftelijk mee of zij het oordeel over de gegrondheid van de klacht deelt en of zij naar aanleiding van dat oordeel maatregelen zal nemen. Bij afwijking van de in de eerste volzin bedoelde termijn, doet het college daarvan mededeling aan de klager en de cliëntenraad onder vermelding van de termijn waarbinnen het college haar standpunt bekend zal maken.
TITEL 2 Bepalingen omtrent het vervoer van de leerlingen van scholen voor primair onderwijs
Artikel 10 Bekostiging voor de dichtstbijzijnde toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 wordt bekostiging verstrekt van de kosten van het vervoer over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en:
Artikel 12 Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer
Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor het kind toegankelijke school meer dan zes respectievelijk drie kilometer bedraagt.
Artikel 13 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider
Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 12, bekostigt het college tevens de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider indien de leerling jonger dan negen jaar is, en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik te maken.
Artikel 14 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer
Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 12, en
Artikel 15 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
TITEL 3 Bepalingen omtrent het vervoer van de leerlingen van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs
Artikel 16 Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer
Indien een leerling een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs bezoekt, is het bepaalde in het eerste lid, onder a, van toepassing indien de leerling speciaal onderwijs volgt, en is het bepaalde in het eerste lid, onder b, van toepassing indien de leerling voortgezet speciaal onderwijs volgt.
Artikel 17 Commissie voor de begeleiding
Als de commissie voor de begeleiding binnen vier schoolweken na verzending van de adviesaanvraag als bedoeld in lid 2 geen advies heeft uitgebracht of niet schriftelijk om verlenging van de adviestermijn met ten hoogste twee weken heeft verzocht, wordt door het college het besluit genomen zonder het advies van de commissie voor de begeleiding.
Artikel 18 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider
Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 16, eerste lid, bekostigt het college tevens de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider indien door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap of leeftijd, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik te maken.
Artikel 20 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren dan wel laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
Artikel 21 Bekostiging vervoerskosten
Het college verstrekt eveneens bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, in het geval de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 16, indien het college van oordeel is dat de lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap van de leerling dat vereist.
TITEL 4 Bepalingen omtrent weekeinde- en vakantievervoer
Artikel 22 Bekostiging kosten weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders
Het college bekostigt desgewenst de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze Titel.
Artikel 23 Bekostiging kosten weekeinde- en vakantievervoer
Het college verstrekt aan de ouders bekostiging van de kosten van het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.
Het college bekostigt de kosten van het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in het schoolplan van de school die de leerling bezoekt.
TITEL 5 Eigen bijdrage en bekostiging naar financiële draagkracht.
Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt en van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan € 20.450,= wordt slechts bekostiging verstrekt voorzover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 12 bepaalde afstand te boven gaan. De ouders zijn vrijgesteld van het betalen van een drempelbijdrage vanaf een derde leerling, afkomstig uit hetzelfde gezin als bedoeld in de eerste volzin, voor zover hiervoor een aanvraag is ingediend, onder voorwaarde dat twee leerlingen uit het gezin nog gebruik maken van het vervoer.
Ingeval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 12 bepaalde afstand, indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan € 20.450,=.
De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die op grond van de zone-indeling in de regeling die is gebaseerd op artikel 30, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000, voor de afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan.
Het bedrag van € 20.450,=, genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari 2004 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 450,=. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van € 20.450,=.
Artikel 25 Financiële draagkracht
Ingeval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 kilometer bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.
De hoogte van het bedrag als bedoeld in het eerste lid en de bijdrage als bedoeld in het tweede lid zijn afhankelijk van de hoogte van het belastbaar inkomen van de ouders in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 en bedragen:
Bij € 55.000,= en verder per € 4.500,= extra inkomen wordt de eigen bijdrage steeds opgehoogd met € 365,=.
De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2004 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500,=.
De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2004 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5,=.
TITEL 6 Bepalingen omtrent het vervoer van gehandicapte leerlingen van scholen voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs
Artikel 26 Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding
Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt en vanwege een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken. Ten aanzien van leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 10 in acht.
Artikel 27 Bekostiging op basis van kosten van aangepast vervoer
Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt, indien
de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is – ook niet onder begeleiding – van openbaar vervoer gebruik te maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 10 in acht.
Artikel 28 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren of laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometer vergoeding voor de bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
TITEL 7 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 29 Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet
In gevallen die de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffen en waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Artikel 30 Afwijken van bepalingen
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie voor de begeleiding, de regionale verwijzingscommissie of andere deskundigen.
Artikel 31 Intrekken oude regeling
De Verordening Leerlingenvervoer Gemeente Apeldoorn 2000 wordt ingetrokken.
Voor een leerling als bedoeld in Titel 6 voor wie in het schooljaar 2001/2002 krachtens de Wet Rea een vervoersvoorziening werd verstrekt, niet zijnde een voorziening in de vorm van een bruikleenauto of een voorziening deel uitmakend van of samenhangend met een leefvervoervoorziening, blijft, indien de ouders dat wensen, zo nodig in afwijking van artikel 3 aanspraak bestaan op een gelijkwaardige voorziening van en naar de school die de leerling in schooljaar 2001-2002 bezocht.
Voor de leerling van leerwegondersteunend onderwijs of praktijkonderwijs die in het schooljaar 2001-2002 een vervoersvoorziening kreeg naar een school voor speciaal voortgezet onderwijs, leerwegondersteunend onderwijs, praktijkonderwijs of een opdc, blijft aanspraak bestaan op een vervoersvoorziening van en naar de school of opdc die de leerling in het schooljaar 2001-2002 bezocht indien de afstand van de woning naar de school meer dan 6 km bedraagt. Titel 5 is van overeenkomstige toepassing.
De bepalingen in Titel 6 zijn voor de eerste maal van toepassing in het schooljaar 2002-2003. Op het vervoer van leerlingen voorafgaand aan het schooljaar 2002-2003 en daarop betrekking hebbende geschillen, blijven de regelingen zoals luidend voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening van toepassing.
De bepaling in artikel 16 betreffende het afstandscriterium van één kilometer voor het speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs naar een school voor zeer moeilijk lerende kinderen (zmlk) of een school voor lichamelijk gehandicapte (lg) of meervoudig gehandicapte (mg) kinderen zijn voor de eerste maal van toepassing in het schooljaar 2003-2004. Voor de leerling die in het schooljaar 2002-2003 een vervoersvoorziening kreeg naar zmlk-scholen en lg/mg-scholen binnen de afstandsgrens van één kilometer, blijft aanspraak bestaan op een vervoersvoorziening van en naar de school die de leerling in het schooljaar 2002-2003 bezocht.