Organisatie | Eindhoven |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Marktreglement Eindhoven 2016 |
Citeertitel | Marktreglement Eindhoven 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-06-2016 | 12-04-2017 | Onbekend | 17-05-2016 | Onbekend |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat zij,
gelet op het bepaalde in artikel 160, eerste lid, sub h Gemeentewet juncto artikel 2 van de marktverordening gemeente Eindhoven 2012;
overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen met betrekking tot de uitvoering van de Marktverordening Eindhoven en een ordelijk verloop van de markten;
gehoord de Marktadviescommissie en Beleidsadviescommissie markten;
in haar vergadering van 17 mei 2016 heeft besloten tot het vaststellen van het:
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 4. Begripsomschrijvingen
De in artikel 1 van de Marktverordening gemeente Eindhoven gegeven begripsomschrijvingen zijn tevens van toepassing op dit marktreglement.
Artikel 2. Dag, tijd, plaats en terrein van de markten
Het college kan, gehoord de Marktadviescommissie, op grond van dringende redenen van openbare orde en veiligheid, van economisch en/of van maatschappelijk bijzonder belang, in afwijking van het eerste lid, bepalen dat een markt tijdelijk zal worden gehouden op een andere dag, op een andere tijd of op een andere plaats.
Het college is bevoegd te bepalen dat geen markt wordt gehouden of dat een markt tijdelijk zal worden gehouden op een andere dag, indien de in het eerste lid bedoelde dag samenvalt met een van de in artikel 2 van de Winkeltijdenwet genoemde dagen of delen daarvan, behoudens het bepaalde in de Winkeltijdenverordening Eindhoven 1997
Indien bij aanvang van de markt, of gedurende de tijdsperiode waarop de markt wordt gehouden, weersinvloeden, calamiteiten e.d. de orde op de markt kunnen verstoren, er direct gevaar dreigt voor de vergunninghouder, marktbezoekers en/of objecten in de nabijheid van het marktterrein, waardoor de openbare orde in gevaar komt of schade kan worden toegebracht aan derden, kan het college besluiten:
Artikel 4. Afmeting standplaats en de branche-indeling
Artikel 5. Aanvraag vergunning
In afwijking van het bepaalde in de leden 1 tot en met 5 kan een vrije plaats ten behoeve van maatschappelijke en of culturele doeleinden uitsluitend op basis van minimaal 7 werkdagen voorafgaande aan de marktdag bij het college ingediende schriftelijke aanvraag worden toegewezen. De aanvraag omvat: naam, adres, woonplaats van de instelling of persoon verantwoordelijk voor de aanvraag met vermelding van het doel en een korte omschrijving van de activiteit en of presentatie en de gewenste marktdag.
Artikel 7. Overschrijving vaste standplaatsvergunning
In geval van overlijden, het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, dan wel bij blijvende arbeidsongeschiktheid van meer dan 50% van de vergunninghouder of bij beëindiging van de onderneming kan de vergunning voor de vaste plaats worden overgeschreven op de echtgenoot, de levenspartner van de vergunninghouder, een kind van de vergunninghouder of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde.
Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid kan de vergunning worden overgeschreven op een mede-eigenaar van het bedrijf die ten minste 3 maanden als mede-eigenaar in de onderneming van heeft gefunctioneerd, of een medewerker in loondienst die ten minste 3 maanden op de loonlijst van de onderneming heeft gestaan.
Hoofdstuk 3 Toewijzen en bezetten van standplaatsen
Artikel 8 Toewijzing standplaatsen
Artikel 9 Het toewijzen van een vaste standplaats op de weekmarkt
Artikel 10 Toewijzing dagplaats
Aanvragers voor een dagplaats met een product en of artikel dat nog niet op de markt is vertegenwoordigd, hebben voorrang op de aanvragers met producten en of artikelen die al op de markt ter verkoop worden aangeboden. Aanvragers voor een dagplaats met een branche waarvan het in het branchepatroon het bepaalde maximum aantal vergunninghouders reeds is bereikt, kunnen niet in aanmerking komen voor een dagplaats.
Artikel10aToewijzing dagplaats Catharinamarket
Artikel 11 Toewijzing standwerkersplaats
Hoofdstuk 4 Bepalingen over het gebruik van de standplaats
Artikel 12 Tijdstip innemen standplaats / aan- en afvoer goederen
Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats op de markt niet uiterlijk één uur voor aanvang van de markt heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de vergunninghouder de marktmeester tot uiterlijk een uur voor aanvang heeft verzocht zijn vaste standplaats voor hem beschikbaar te houden.
Artikel 13 Gebruik standplaats
De toestemming wordt in ieder geval geweigerd, indien het eigen materiaal de door het college vastgestelde maximumafmeting van de standplaats overschrijdt, dan wel technisch niet inpasbaar is binnen de beschikbare ruimte op de markt, zoals aangegeven op het in artikel 4 van dit reglement genoemde standplaatsenplan. Aan een ontheffing kan het college nadere voorschriften ten aanzien van het te gebruiken materiaal en het aanzien verbinden.
Artikel 14 Persoonlijk innemen standplaats; bijstand
Artikel 15 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden
De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen en niet in zijn vervanging kan voorzien, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder met inachtneming van het bepaalde in lid 3 aan, hoe lang zijn afwezigheid duurt.
Het college kan de vergunninghouder van een vaste standplaats op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek, toestemming verlenen, om maximaal twee personen die niet in het bezit zijn van een vaste standplaatsvergunning voor een van de markten in Eindhoven, aan te wijzen als zijn bedrijfsleider, die bij afwezigheid van de vergunninghouder, voor rekening en risico van de vergunninghouder diens verplichtingen als vergunninghouder nakomen.
Hoofdstukstuk 5 Overige bepalingen
Artikel 17 Voertuigen op de markt
Het is verboden de doorgang en de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te verhinderen ofte belemmeren.
Artikel 19 Schoonhouden en opleveren standplaats
Een vergunninghouder die handel drijft in producten en of artikelen waaruit zou kunnen voortvloeien dat de ondergrond en omgeving van zijn standplaats vervuild raakt, dient hiervoor maatregelen te treffen om dit te voorkomen. De te treffen maatregelen dienen ter goedkeuring van de marktmeester, en zo nodig op zijn aanwijzingen, te geschieden.
Artikel 20 Gebruik van geluidsapparatuur
Artikel 21 Veiligheidsnormen elektriciteit
Artikel 22 Veiligheidsnormen bakken en braden
Het draagvlak onder bak- en braadtoestellen moet tenminste 15 centimeter buiten de toestellen onbrandbaar zijn, dan wel zijn bekleed met een onbrandbaar en de warmte slecht warmtegeleidend materiaal. De wanden en zeilen, in de nabijheid waarvan toestellen zijn geplaatst, moeten tot op een V meter van het toestel onbrandbaar zijn dan wel zijn voorzien van de warmte slecht geleidend materiaal.
Artikel 23 Veiligheidsnormen gasinstallatie
Een buigzame verbindingsslang tussen drukhouder en verbruikstoestel dient voorzien te zijn van het GASTEC keurmerk en door middel van deugdelijke rvs slangklemmen te zijn bevestigd. De tussen de gasfles en verbruikers toestel aanwezige buigzame verbinding dient te voldoen aan de richtlijnen, vermeld in NPR 3378-0, uitgave 1999.
Hoofdstuk 6 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 24 Overgangsbepalingen
Waar vaste vergunninghouders op grond van de Marktverordening gemeente Eindhoven 2012 over rechten beschikken die strijdig zijn met het bepaalde in dit reglement, blijven die rechten gerespecteerd tot zij door het college zijn ingetrokken dan wel aangepast.
Artikel 25 Benaming en inwerkintreding
Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,
De gemeentesecretaris van Eindhoven,
Bent u het niet eens met de voor bezwaar vatbare delen van het Marktreglement 2016? Dan kunt u bezwaar maken. Hiervoor heeft u maximaal zes weken de tijd, deze termijn vangt aan de dag nadat het besluit in werking is getreden.
Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan het college van burgemeester en wethouders, Postbus 90150, 5600 RB Eindhoven ter attentie van de afdeling Juridische Zaken.
Wij maken u er op attent dat door het indienen van een bezwaarschrift dit besluit niet wordt geschorst. Daarvoor kunt u, indien een spoedeisend belang aanwezig is, bij de voorzieningen rechter van de rechtbank eventueel een verzoek om voorlopige voorziening worden ingediend. Voor het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening bent u griffierecht verschuldigd. Wij verwijzen u voor meer informatie naar de rechtbank van 's-Hertogenbosch sector bestuursrecht, telefoonnummer 073-6202020, adres Postbus 90125, 5200 MA 's-Hertogenbosch
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel
Aangezien het reglement een uitwerking is van artikel 2 van de Marktverordening Eindhoven 2012, is het wenselijk de gehanteerde begrippen hierbij aan te laten sluiten.
Artikel 2. Dag, tijd, plaats en opstelling van de markt
Het college stelt op grond van artikel 160, eerste lid sub h Gemeentewet de markt in en geeft aan waar en wanneer de markt wordt gehouden (dag, locatie en tijd). Op bijlage behorende bij de betreffende markt, is de exacte locatie van het marktterrein en opstelling/ inrichting van de markt aangegeven.
In het tweede lid is een bepaling opgenomen die voor het college de bevoegdheid creëert om op grond van dringende redenen de markt geheel of gedeeltelijk te verplaatsen, af te gelasten dan wel anders in te richten.
Deze bepaling heeft betrekking op het handelen vanwege weersomstandigheden en calamiteiten en openbare orde aangelegenheden.
Artikel 4. Afmeting standplaats en branchering
Rekening houdend met de gewenste verkoopruimte die met name door de kooplieden met agf gevraagd is het maximum van een standplaats uitgebreid naar 24 strekkende meter.
De branchering is vanwege de overzichtelijkheid in een bijlage uitgewerkt, (branchebesluit). De branchering is een instrument op de kwaliteit en aantrekkelijkheid van de markt te beïnvloeden. Bijlage J bevat de branchering voor de weekmarkten in Eindhoven.
Artikel 5. Aanvraag vergunning
De markt is bedoeld voor ambulante handelaren. Continuïteit en kwaliteit spelen een belangrijke rol bij de publieke belangstelling van een markt, daarom is ervan afgezien om iedereen tot de markt toe te laten. In vigerende regeling kon strijdigheid met landelijke wetgeving optreden.
Hoewel het bepaalde in de leden 3 en 4 uit Europese regelgeving voortvloeien is er voor gekozen om in het kader van volledigheid en duidelijkheid de wettelijke bepalingen hier te herhalen.
Artikel 7. Overschrijving vaste standplaatsvergunning
In het eerste lid zijn de mogelijkheden voor overschrijving van de vergunning genoemd. Ten opzichte van het vigerende reglement is sprake van een verruiming van de mogelijkheden tot overschrijving. Het is geen gemeentelijk belang om te veel beperkingen vast te leggen.
Artikel 8. Toewijzen standplaatsen
Een standplaats kan worden toegewezen door het college als vaste standplaats, dagplaats, standwerkersplaats of vrije plaats. De vrije plaats is nieuw. Deze plaats is uitsluitend bedoeld ten behoeve van maatschappelijke en culturele doeleinden en ten behoeve van markt PR activiteiten. Deze plaats is niet bedoeld ten behoeve van politieke doeleinden.
Artikel 9. Toewijzen vaste plaats weekmarkt
Dit artikel bevat de procedure voor toewijzing van vaste plaatsen. Primair komen in aanmerking vergunninghouders van een vaste standplaats die van plaats willen ruilen, daarna komen sollicitanten met producten/artikelen die nog niet op de markt vertegenwoordigd zijn aan de beurt; vervolgens is er dan de mogelijkheid tot uitbreiding en plaats toewijzing aan overige sollicitanten, waarbij rekening wordt gehouden met de branchering.
Artikel 10. Toewijzing dagplaats
Voor toewijzing van dagplaatsen komen uitsluitend in aanmerking ambulante handelaren die voldoen aan de vereisten van artikel 5 van dit reglement. Bij plaats toewijzing wordt rekening gehouden met de branchering.
Artikel 11. Toewijzing standwerkers plaats
Artikel 11 is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 12. Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen
Dit artikel bevat vooral ordemaatregelen.
Het tweede lid maakt duidelijk dat in het belang van de orde op de markt, de vergunninghouder niet kan worden toegestaan de markt op willekeurige, vóór de sluitingstijd gelegen, momenten te verlaten.
Op grond van het derde lid is het mogelijk dat over een vaste standplaats beschikt kan worden ten gunste van een andere koopman, indien de vergunninghouder de markt op een bepaalde dag niet bezoekt. Daartoe is bepaald dat de vaste standplaats vóór een bepaald uur ingenomen moet zijn.
Artikel 13. Gebruik standplaats
De vergunninghouder die gebruik maakt van een marktkraam, is verplicht die te huren van de door het college aangewezen kramenzetter. Het gebruik van eigen materiaal is vergunningplichtig i.v.m. de veiligheidseisen en het aanzien van het materiaal.
Artikel 14. Persoonlijk innemen standplaats; bijstand
In de vigerende verordening was de vergunninghouder verplicht zijn standplaats persoonlijk in te nemen. Alleen bij ziekte, vakantie of bijzonder omstandigheden kon de vergunninghouder daarvan ontheffing krijgen.
In voorliggende verordening wordt uitgegaan van de continuïteit van de markt en de mogelijkheid voor de vergunninghouder om personeel in te zetten. Het is een afweging die de vergunninghouder zelf maakt. De vergunninghouder is niet verplicht maar kan van de mogelijkheid gebruik maken. Het artikel maakt het mogelijk om op meerdere markten te gaan staan, om tijdens markturen de administratie te doen of inkopen te doen etc. De vergunninghouder blijft wel onder alle omstandigheden verantwoordelijk.
Artikel 15. Afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden
ln dit artikel worden de uitzonderingen gegeven op het uitgangspunt dat de vergunninghouder die niet in zijn vervanging kan voorzien, zelf op de standplaats aanwezig dient te zijn. Het is wel noodzakelijk dat het college of de marktmeester van elke verhindering tot marktbezoek zo tijdig mogelijk op de hoogte wordt gesteld. Een verplichting van de vergunninghouder om een geneeskundige verklaring te overleggen is niet meer opgenomen, omdat de KNMG-artsenfederatie (de beroepsorganisatie voor artsen) haar leden ontraadt die informatievoorziening over hun patiënten te verstrekken. De federatie hanteert het standpunt dat van de behandelend arts, die een vertrouwensrelatie heeft met zijn patiënt, niet verwacht mag worden dat deze een onbevooroordeeld advies uitbrengt. Het college kan bij twijfel de vergunninghouder verzoeken zich door bijvoorbeeld de Arbodienst te laten onderzoeken om zijn ziekte aan te tonen. Verder zijn, om de standplaatsen niet tot in lengte van jaren beschikbaar te houden tijdbeperkingen opgenomen.
De marktondernemer in het bezit van een vergunning voor een vaste standplaats kan er voor kiezen persoonlijk de standplaats in te nemen of de standplaats te laten bezetten door familieleden of iemand in loondienst.
Het gemeentelijk belang is er in gelegen dat de standplaats tijdens de markt bezet is en dat de toezichthouders weten wie zij kunnen aantreffen. De vergunninghouder blijft echter, ook bij vervanging, voor de naleving van de voorschriften verantwoordelijk.
Artikel 17 Voertuigen op de markt
De markt is een handelsplaats een geen stallingsruimte. Teneinde het publiek een goede attractieve en veilige markt te bieden is het niet toegestaan om voertuigen tijdens de markturen op de markt te parkeren. Voor noodzakelijke zaken zoals koelwagens kan ontheffing worden verleend.
Deze bepalingen moeten eraan bijdragen dat de looppaden vrij blijven en dat het aanzien van de kraam of verkoopwagen aan redelijke eisen van welstand en veiligheid blijft voldoen.
Artikel 19. Schoonhouden en oplevering standplaats
Het schoonhouden van de omgeving levert een bijdrage aan een beter aanzien van de markt en helpt zwerfvuil voorkomen. Het bij vertrek schoon opleveren van de standplaats kan aan aanzienlijke vermindering van de kosten van afvalverwijdering bijdragen. Dit kan leiden tot een vermindering in de hoogte van de tarieven. Dat is dus ook tot voordeel van de vergunninghouder.
Artikel 20. Het gebruik van geluidsapparatuur
Om onnodige herrie op de markt te voorkomen wordt uitgegaan van een verbod. Alleen die vergunninghouders die geluidsapparatuur nodig hebben om hun waren te verkopen, mogen dit na toestemming van de marktmeester.
Artikel 21 Veiligheidsnormen elektriciteit
Artikel 22. Veiligheidsnormen bakken en braden
Artikel 23 Veiligheidsnormengasinstallatie.
Ten gevolge van het aantal branden op markten en standplaatsen in de afgelopen jaren is er meer aandacht voor de brandveiligheid op de markt. In deze bepalingen zijn de normen opgegeven die aan de veiligheid moeten bijdragen. Verwezen wordt de norm NEN.
Artikel 21. Veiligheidsnormen elektriciteit
De norm NEN 1010 bevat veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties en onder meer van toepassing op elektrische installaties bij, tentoonstellings-, kermis- en andere tijdelijke installaties zoals warenmarkten. Deze norm bevat de minimumveiligheidseisen waaraan laagspanningsinstallaties moeten voldoen. De keuring vereist inschakeling van een bevoegde elektrotechnische installateur die het keurmerk moet afgeven.
Ook in het Arbo besluit en Warenwetbesluit elektrotechnische producten wordt bepaald dat het elektrisch materieel moet voldoen aan norm NEN 1010.
Artikel 22. Veiligheidsnormen bakken en braden
De kook-, bak- en braadinstallaties en verwarmingsapparatuur moet voldoen aan de norm NEN NPR 2577. De norm voor mobiele inrichtingen, het toepassingsgebied van deze richtlijn beslaat de installatie, het onderhoud en de herkeur van LPG-systemen voor gebruik in bak- en frituurwagens en andere wegvoertuigen.
Artikel 23. Veiligheidsnormen gasinstallatie
Op grond van norm NEN 2559 dienen de blusmiddelen jaarlijks te worden gecontroleerd door een deskundig persoon. Het blustoestel dient van een duidelijk pictogram te zijn voorzien waarin de datum van keuring is af te lezen.
Gasflessen moeten zijn voorzien van een drukregelaar en doorstroombegrenzer. Voor losse opstellingen gelden geen beperkende gasslanglengtes. Wel wordt geadviseerd de lengte zo kort mogelijk te houden om risico's op beschadigingen te beperken. De gasslangen moeten voorzien zijn van een fabricagedatum. Gasslangen met zichtbare beschadigingen of uitdrogingsscheurtjes, mogen nooit worden gebruikt en moeten direct worden vervangen. Gasslangen moeten op de juiste wijze met slangklemmen worden bevestigd. GASTEC QA (Quality Approved) is een keurmerk voor gas verwante producten. Het Internationale Gastee keurmerk is in de plaats gekomen van het oude GIVEG-keurmerk.
Artikel 24. Overgangsbepalingen
Om oude verkregen rechten te eerbiedigen is een overgangsregeling opgenomen, zodat tegemoet wordt gekomen aan de rechtszekerheid van de betrokkenen.
Artikel 25. Benaming en inwerkingtreding
In de citeertitel is een jaartal opgenomen om het reglement te onderscheiden van het voorgaande reglement.