Organisatie | Apeldoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening behandeling bezwaarschriften 2009 |
Citeertitel | Verordening behandeling bezwaarschriften |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
verordening wijzigt de Verordening behandeling bezwaarschriften 2009, vastgesteld d.d. 2010-07-09
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-06-2010 | 29-07-2016 | art. 4 lid 1, art. 5, art. 8 lid 1 en lid 3, art. 14 lid 3 | 27-05-2010 Apeldoorns Stadsblad, 2010-06-16 | raadsvoorstel 69-2010 |
De raad, het presidium, het college van burgemeester en wethouders, en de burgemeester van de gemeente Apeldoorn;
ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;
gelezen het voorstel van het college d.d. 6 juli 2009, nummer 63-2009;
gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;
vast te stellen de navolgende gewijzigde Verordening behandeling bezwaarschriften.
HOOFDSTUK II Behandeling van de bezwaarschriften
De commissievoorzitter, tevens voorzitter van kamer I, de voorzitters van de kamers II, III en IV, de leden van de kamers I, III en IV, en de leden van de kamers worden voor de duur van vier jaar benoemd; deze periode gaat in op 1 januari van het jaar waarin de reguliere verkiezingen voor de gemeenteraad worden gehouden.
Artikel 11 Uitoefening en overdracht bevoegdheden
Het verwerend orgaan mandateert de bevoegdheid ingevolge artikel 7:6, vierde lid, van de wet (uitzondering op de regel dat, wanneer belanghebbenden afzonderlijk zijn gehoord, ieder van hen op de hoogte wordt gesteld van het verhandelde tijdens de zitting), voor de toepassing van deze verordening, aan de kamervoorzitter:
De commissie mandateert de bevoegdheden ingevolge artikel 7:13, tweede lid, van de wet, voor zover het de bevoegdheden betreft genoemd in artikel 7:4, zesde lid (achterwege laten inzage stukken) en artikel 7:5, tweede lid (horen in het openbaar), voor toepassing van deze verordening, aan de kamervoorzitter.
Artikel 16 Niet deelneming aan de behandeling
De kamervoorzitter en de leden nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun belang dan wel onpartijdigheid in het geding kan zijn.
De commissie brengt jaarlijks verslag uit van de werkzaamheden aan de raad, het presidium, het college en de burgemeester en doet daarbij zonodig de aanbevelingen die zij met het oog op een deugdelijke uitvoering van de gemeentelijke bestuurstaak nodig of wenselijk oordeelt.
Aldus gewijzigd vastgesteld (art. 4 lid 1, art. 5, art. 8 lid 1 en 3, art. 14 lid 3):
door de gemeenteraad d.d. 27 mei 2010
door de burgemeester d.d. 9 april 2010
door het college burgemeester en wethouders d.d. 9 april 2010
door het presidium d.d. 27 mei 2010
Gepubliceerd in het Apeldoorns Stadsblad d.d. 16 juni 2010
Inwerking getreden d.d. 24 juni 2010
Aldus vastgesteld:
door de gemeenteraad d.d. 9 juli 2009
door burgemeester d.d. 4 juni 2009
door het college burgemeester en wethouders d.d. 4 juni 2009
door het presidium d.d. 20 mei 2010
Gepubliceerd in het Apeldoorns Stadsblad d.d. 29 juli 2009
Inwerking getreden d.d. 6 augustus 2009
TOELICHTING VERORDENING BEHANDELING BEZWAARSCHRIFTEN
In dit artikel zijn alleen die begripsbepalingen opgenomen die niet in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) voorkomen. Zo ontbreekt er een omschrijving van het begrip ‘bestuursorgaan’. Het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen, wordt in de verordening aangeduid als ‘verwerend orgaan’.
Artikel 2 Onafhankelijke bezwarencommissie
Het horen en adviseren geschiedt door een onafhankelijke commissie. Deze commissie wordt via dit artikel als zodanig geïntroduceerd.
Het eerste lid van dit artikel verwijst naar artikel 1:5, eerste lid, van de Awb waarin is omschreven wat onder het maken van bezwaar wordt verstaan.
De categorie bezwaarschriften die betrekking heeft op dermate specifieke materie dat daarvoor een andere methodiek van horen en adviseren wordt gehanteerd, wordt genoemd in het tweede lid van dit artikel. Waardebeschikkingen onroerende zaken zijn geen gemeentelijke belastingen maar volgen wel de belastingprocedures.
In het tweede lid wordt geregeld dat de commissie ook adviseert over het al dan niet toekennen van vergoeding van de proceskosten. Op grond van artikel 7:15, tweede lid, van de Awb kan een bezwaarde verzoeken om de vergoeding van kosten die hij tijdens de bezwarenprocedure heeft gemaakt. In 2003 is vastgesteld dat de commissie hierover zal adviseren. In haar advies geeft de commissie alleen aan of er voldaan is aan de in de in artikel 7:15, tweede lid, van de Awb gestelde eisen om in aanmerking te komen voor een vergoeding van de proceskosten die in de bezwarenfase zijn gemaakt. Welke posten genoemd in het Besluit proceskosten bestuursrecht voor vergoeding in aanmerking komen en de hoogte ervan blijft primair ter beoordeling van het betreffende bestuursorgaan.
Artikel 3 Samenstelling commissie
Gekozen is, in verband met het grote aantal bezwaren en een wenselijke verdeling naar onderwerpen, voor opsplitsing van de commissie in kamers.
Gedacht kan worden aan de volgende inhoud per kamer:
bezwaren tegen o.a. besluiten:
genomen ter uitvoering van de Algemene plaatselijke verordening, de Wet openbaarheid van bestuur, titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht (subsidies), de Parkeerverordening, de Wet op de openluchtrecreatie, de Wet openbare manifestaties, de Drank- en horecawet, de Wet bescherming persoonsgegevens en de Wet op de Lijkbezorging;
niet-gecompliceerde bezwaarschriften, die onder de competentie van Kamer I vallen, worden in principe door Subkamer Ia behandeld (bijv. afvalovertredingen). Het horen geschiedt door de voorzitter van kamer I;
bezwaren tegen o.a. besluiten op het gebied van de Wet werk en bijstand (Wwb), de daarop gebaseerde nadere regelgeving, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz).
bezwaren tegen o.a. de volgende besluiten (o.g.v. WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz, Wi en aanverwante regelingen):
Het horen geschiedt door de voorzitter van kamer II
Kamer III 'Ruimtelijke ontwikkeling':
bezwaren tegen o.a. besluiten op het gebied van de Wet op de ruimtelijke ordening, de Woningwet, de Wet milieubeheer, de Wet voorkeursrecht gemeenten en de Monumentenverordening.
niet-gecompliceerde bezwaarschriften, die onder de competentie van Kamer III vallen, worden in pricipe door Subkamer IIIa behandeld (bijv. intrekking bouwvergunning, Wet voorkeursrecht gemeenten, voorbereidingsbesluit, planschade, plaatsing op de monumentenlijst, sloopvergunning en buiten behandeling laten aanvraag bouwvergunning). Het horen geschiedt door de voorzitter van kamer III;
bezwaren tegen besluiten, genomen door het verwerend orgaan ten aanzien van een ambtenaar, als bedoeld in artikel 1 van de Ambtenarenwet, in dienst van de gemeente Apeldoorn, daaronder niet begrepen diegenen die werkzaam zijn in het openbaar onderwijs.
Artikelen 4, 5 en 6 Positie kamers I, II, III en IV
In deze artikelen worden de verschillen aangegeven tussen de vier kamers van de bezwarencommissie, onder meer wat betreft de benoeming van de voorzitters en de leden.
Hoewel in de Awb nergens over een secretaris wordt gesproken, is het gebruikelijk dat een commissie (met kamers) beschikt over een secretaris (secretarissen) ter ondersteuning van de werkzaamheden.
Dit artikel spreekt voor zich.
Aan de herbenoeming van de voorzitters en de leden is een leeftijdsgrens verbonden.
De kamers vergaderen alle op basis van een vooraf vastgesteld jaarrooster.
Artikel 10 Ingediend bezwaarschrift
In de Awb wordt uitgebreid aandacht geschonken aan de wijze waarop een bezwaarschrift ingediend moet worden en de daarmee samenhangende ontvankelijkheidsvragen.
In de Awb komen de volgende onderwerpen aan de orde.
Het versturen van de ontvangstbevestiging is gemandateerd en doorgemandateerd.
Artikel 11 Uitoefening en overdracht bevoegdheden
Diverse met name genoemde bevoegdheden zijn gemandateerd en doorgemandateerd.
De (door)mandatering kan schematisch als volgt worden weergegeven:
Het spreekt voor zich dat er zorg voor dient te worden gedragen dat al het noodzakelijke wordt gedaan om de behandeling van het bezwaarschrift genoegzaam voor te bereiden. Dat geldt zowel intern bij de gemeente als extern.
In veel gevallen is het dienstig om na binnenkomst van het bezwaarschrift de indiener zo snel mogelijk telefonisch te benaderen. Het doel is om snel inzicht te krijgen in de problematiek. Dit kan leiden tot afspraken voor de vervolgprocedure of bijvoorbeeld bij een kennelijke niet- ontvankelijkheid het in overweging geven om het bezwaarschrift in te trekken. Het resultaat kan ook zijn dat een oplossing wordt gevonden voor het probleem van klager en een onnodige procedure wordt voorkomen.
Artikel 13 Verstrekken van informatie aan de commissie
Naast het snel versturen van de stukken door het verwerend orgaan, is hier ook opgenomen dat het verwerend orgaan een schriftelijke reactie uitbrengt over het bezwaarschrift. Het kan zijn dat nog aanvullende informatie van het verwerend orgaan nodig is voordat de hoorzitting kan plaatsvinden. Indien het gaat om complexere zaken wordt daarnaast van het verwerend orgaan verwacht dat desgevraagd voorafgaand aan of tijdens de behandeling een schriftelijke toelichting wordt gegeven op het bestreden besluit en op het bezwaarschrift.
Het in het tweede lid genoemde artikel van de wet geeft aan in welke gevallen van het horen van belanghebbenden kan worden afgezien. Dat is indien:
De bevoegdheid om van horen af te zien is niet meer overgedragen aan de kamervoorzitter. Uit jurisprudentie is gebleken dat ook in de gevallen genoemd onder a tot en met d het advies afkomstig moet zijn van de voltallige commissie. Omdat bij het besluit om af te zien van horen reeds een oordeel moet worden gevormd over het uit te brengen advies, is de bevoegdheid om af te zien van horen bij de voltallige commissie gelaten.
Artikel 7:13, eerste lid, van de wet bepaalt dat de commissie bestaat uit een voorzitter en tenminste twee leden. Ingevolgde het derde lid van dit wetsartikel kan het horen o.a. worden opgedragen aan de voorzitter. Dit is in het derde lid van artikel 14 verwoord. Het advies dient van de voltallige commissie uit te gaan en niet alleen van de kamervoorzitter.
Artikel 15 Uitnodiging hoorzitting
Ingevolge het eerste lid van deze bepaling wordt ook het verwerend orgaan uitgenodigd voor de zitting. Het is van belang dat dit orgaan zich ook ter zitting laat vertegenwoordigen. Daarmee wordt voorkomen dat er, vanwege de inbreng van de bezwaarde, een eenzijdig beeld kan ontstaan. Het is voor de commissie van groot belang van de bestuurlijke zijde te vernemen hoe een beslissing tot stand is gekomen. Het kan anders voor de commissie moeilijk worden om een goede afweging te kunnen maken.
Gekozen is voor een termijn van drie weken, mede in verband met de termijn van tien weken waarbinnen, behoudens verdaging, op het bezwaar moet zijn beslist (artikel 7:10 Awb). Voorts is een regeling opgenomen omtrent het desgevraagd wijzigen van het tijdstip van de zitting. Uitstel hoeft niet altijd te worden verleend.
Artikel 16 Niet deelneming aan de behandeling
Dit artikel behoeft geen toelichting. Zie ook artikel 2:4 Awb.
Ook al is de voorzitter formeel onafhankelijk, dan staat daarmee nog niet vast dat automatisch ook op het inhoudelijke vlak van niet-vooringenomenheid sprake is (Rb. Leeuwarden 8 februari 1996, JB, 3 (1996), 100).
Artikel 17 Openbaarheid hoorzitting
Ingevolge artikel 7:5, tweede lid, Awb besluit het bestuursorgaan – voor zover niet bij wettelijk voorschrift anders is bepaald – of het horen in het openbaar plaatsvindt. In artikel 7:13, vierde lid, Awb wordt deze bevoegdheid aan de daar bedoelde commissie toegekend.
De hoorzittingen van de kamers I en III zijn in beginsel openbaar. De hoorzittingen van de kamers II en IV zijn niet openbaar.
De zitting (het horen) moet worden onderscheiden van de beraadslaging van de commissie, die ingevolge artikel 20 van de verordening altijd achter gesloten deuren plaats heeft.
Artikel 7:7 Awb vereist zeer kort en bondig dat van het horen een verslag wordt gemaakt. De wijze waarop en de inhoudelijke vereisten aan het verslag worden niet door de Awb geregeld. Er werd altijd van uitgegaan dat het verslag op schrift gesteld moest worden. Achterliggende gedachte hierbij is dat in geval van inschakeling van een bezwarencommissie gewaarborgd is dat het bestuursorgaan kennis heeft van wat er op de hoorzitting aan de orde is geweest en hiermee bij het nemen van een beslissing op het bezwaarschrift rekening kan houden. Door de steeds verder voortschrijdende digitalisering kan dit doel echter ook bereikt worden door de hoorzitting vast te leggen op CD. Hierdoor kan veel tijd worden bespaard, wat weer een positieve invloed heeft op de termijnen voor de behandeling van de bezwaarschriften. Voor de gerechtelijke instanties is in het tweede lid een uitzondering gemaakt omdat zij een schriftelijk verslag vaak nog verplicht stellen.
In dat geval vermeldt het verslag de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid. Dit strekt echter niet zo ver dat van al het aanwezige publiek naam en hoedanigheid wordt opgenomen. Uit het verslag moet wel duidelijk blijken wie namens welke partij aanwezig was en wie wat naar voren heeft gebracht. Het verslag wordt ondertekend door de kamervoorzitter en de secretaris, houdt een zakelijke vermelding in van hetgeen in hoofdzaak over en weer is gezegd en zich heeft voorgedaan en verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden.
Een nader onderzoek kan feiten of omstandigheden aan het licht brengen die op het moment van de zitting nog niet bekend waren. Dit kan aanleiding zijn om belanghebbenden en het verwerend orgaan opnieuw te horen. De onderhavige bepaling voorziet in de mogelijkheid de commissie te verzoeken daartoe een nieuwe zitting te houden. In artikel 7:9 Awb wordt bepaald dat, indien het in vorenbedoeld geval feiten of omstandigheden betreft die voor de op bezwaar te nemen beslissing van aanmerkelijk belang kunnen zijn, dit aan belanghebbenden wordt meegedeeld en dat zij opnieuw in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord.
Zie ook de toelichting bij artikel 17. De beraadslaging vindt altijd achter gesloten deuren plaats.
Het tweede lid, onder b, is opgenomen voor die gevallen waarin de kamer tijdens de besluitvorming uit een even aantal personen bestaat.
Omdat de verslaglegging van de hoorzitting nu digitaal gebeurt, moet een aantal zaken die eerder in het schriftelijke verslag stonden vermeld, opgenomen worden in het advies. Dit is in dit artikel verwoord. Verder bevat dit artikel een aantal eisen waaraan een advies moet voldoen.
Volgens artikel 7:13, zesde lid, van de Awb maakt in de bezwaarschriftenprocedure het verslag van de hoorzitting deel uit van het advies van de commissie. De CD waarop de hoorzitting is vastgelegd wordt bij het advies gevoegd. Het advies van de commissie wordt schriftelijk uitgebracht aan het verwerend orgaan.
Artikelen 22 t/m 24 Beslissing op het bezwaarschrift, Jaarverslag, Citeertitel en inwerkingtreding