Organisatie | Apeldoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | UITVOERINGSREGELING ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING 2008 |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling Algemene subsidieverordening |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene subsidieverordening
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2008 | 01-03-2014 | Onbekend | 25-02-2008 Apeldoorns Stadsblad, 2008-04-09 | collegevoorstel 003875686 |
HOOFDSTUK 1 STRUCTURELE SUBSIDIES
TITEL 1 ALGEMEEN DEEL - AANVULLENDE BEPALINGEN OP TITEL 4.2 VAN DE AWB
Onverminderd het bepaalde in artikel 12 van de verordening kan het college regels stellen over het vormen van bestemmingsreserves en voorzieningen, voor zover passend binnen het doel van subsidieverstrekking.
Artikel 5 Inrichting administratie
Door het college aangewezen ambtenaren of derden deskundigen hebben desgevraagd inzage in de boeken en bescheiden van de subsidieontvanger, daaronder begrepen adviezen van externe deskundigen. Zij ontvangen alle inlichtingen die voor een juiste uitoefening van hun functie in het algemeen en voor de beoordeling van de producten en de uitvoering van de activiteiten, alsmede de besteding van financiële middelen van de subsidieontvanger in het bijzonder nodig zijn.
TITEL 2 SPECIFIEK DEEL - SUBSIDIEVORMEN
Naast hetgeen daaromtrent is bepaald in de artikelen 4:30, 4:31 en 4:32 van de Awb, bevat het besluit tot subsidieverlening in ieder geval:
Een subsidieontvanger legt bij het verzoek tot vaststelling van de verleende subsidie binnen de in artikel 3, tweede lid, bepaalde termijn aan het college een verslag van de in het boekjaar verrichte activiteiten over. alsmede een door het bestuur gewaarmerkte jaarrekening als bedoeld in artikel 361 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
De jaarrekening omvat minimaal een staat van baten en lasten, een balans en toelichtingen daarop. De jaarrekening moet op dezelfde wijze zijn ingericht als de bij de aanvraag tot subsidie overgelegde begroting. De jaarrekening moet vergezeld gaan van een verklaring van getrouwheid en rechtmatigheid van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en van het accountantsrapport waarop de verklaring is gebaseerd.
1Het college stelt aan de hand van de door de subsidieontvanger geleverde rapportages en bescheiden, alsmede van waarnemingen van daartoe door hem aangewezen ambtenaren, vast of de subsidieontvanger de activiteiten zowel naar aard, omvang als kwaliteit tot stand heeft gebracht zoals deze zijn vastgelegd in de beschikking tot subsidieverlening.
Indien een besluit tot subsidievaststelling betrekking heeft op de vaststelling van een lager bedrag dan waarvoor subsidie is verleend als gevolg van omstandigheden die voor rekening van de subsidieontvanger behoren te komen en dat besluit gevolgen heeft die aantoonbaar niet door hem gedragen kunnen worden, kan daarmee in het besluit tot subsidievaststelling rekening worden gehouden.
Een structurele activiteitensubsidie is een aan een subsidieontvanger beschikbaar te stellen vooraf bepaald bedrag van minimaal € 10.000,-- voor de uitvoering van vooraf overeengekomen activiteiten.
Naast hetgeen daaromtrent is bepaald in de artikelen 4:30, 4:31 en 4:32 van de Awb, bevat het besluit tot subsidieverlening in ieder geval:
Een subsidieontvanger legt bij het verzoek tot vaststelling van een activiteitensubsidie van € 50.000,-- of meer binnen de in artikel 3, tweede lid, bepaalde termijn aan het college een verslag van de in het boekjaar verrichte activiteiten over, alsmede een door het bestuur gewaarmerkte jaarrekening als bedoeld in artikel 361 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek
Het college kan bepalen dat de jaarrekening vergezeld moet gaan van een beoordelingsverklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. In dat geval moet de jaarrekening tevens vergezeld gaan van het accountantsrapport waarop de verklaring is gebaseerd.
Het college stelt aan de hand van de door de subsidieontvanger geleverde rapportages en bescheiden, alsmede van waarnemingen van daartoe door hem aangewezen ambtenaren, vast of de subsidieontvanger de activiteiten zowel naar aard, omvang als kwaliteit tot stand heeft gebracht zoals deze zijn vastgelegd in de beschikking tot subsidieverlening.
Indien een besluit tot subsidievaststelling betrekking heeft op de vaststelling van een lager bedrag dan waarvoor subsidie is verleend als gevolg van omstandigheden die voor rekening van de subsidieontvanger behoren te komen en dat besluit gevolgen heeft die aantoonbaar niet door hem gedragen kunnen worden, kan daarmee in het besluit tot subsidievaststelling rekening worden gehouden.
Artikel 17 Bijzondere bepalingen
Bij activiteitensubsidies kunnen, ook bij volledige uitvoering van het activiteitenplan, aan de subsidie gerelateerde voordelige of nadelige verschillen ontstaan. Onverminderd het bepaalde in artikel 12 van de verordening kan de subsidieontvanger, voorafgaand aan de subsidievaststelling door het college, daartoe een reserve vormen.
Een structurele normsubsidie is een aan een subsidieontvanger beschikbaar te stellen vooraf bepaald bedrag voor de uitvoering van bepaalde activiteiten, dat op basis van een meetbare norm bepaald wordt binnen het daarvoor beschikbare subsidiebudget.
Het college stelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 3, tweede lid, van de verordening, per subsidieregeling subsidieplafonds en -bedragen vast.
Naast hetgeen daaromtrent is bepaald in de artikelen 4:30, 4:31 en 4:32 van de Awb, bevat het besluit tot subsidieverlening in ieder geval:
Een structurele waarderingssubsidie is een aan een subsidieontvanger als blijk van waardering of aanmoediging beschikbaar te stellen vooraf bepaald bedrag voor de uitvoering van bepaalde activiteiten.
HOOFDSTUK 2 INCIDENTELE SUBSIDIES
TITEL 1 ALGEMEEN DEEL - AANVULLENDE BEPALINGEN OP TITEL 4.2 VAN DE AWB
Indien activiteiten waarvoor een subsidie is aangevraagd betrekking hebben op perioden die meerdere boekjaren beslaan, wordt door de subsidieontvanger voor deze subsidies een aparte voorziening gevormd.
Artikel 31 Inrichting administratie
Door het college aangewezen ambtenaren of derden deskundigen hebben desgevraagd inzage in de boeken en bescheiden van de subsidieontvanger, daaronder begrepen adviezen van externe deskundigen. Zij ontvangen alle inlichtingen die voor een juiste uitoefening van hun functie in het algemeen en voor de beoordeling van de producten en de uitvoering van de activiteiten, alsmede de besteding van financiële middelen van de subsidieontvanger in het bijzonder nodig zijn.
TITEL 2 SPECIFIEK DEEL - SUBSIDIEVORMEN
Een projectsubsidie is een aan een subsidieontvanger op basis van een specifieke subsidieregeling beschikbaar te stellen vooraf bepaald bedrag voor het realiseren binnen een vooraf vastgestelde periode van een door het college vooraf goedgekeurd project.
Naast hetgeen daaromtrent is bepaald in de artikelen 4:30, 4:31 en 4:32 van de Awb, bevat het besluit tot subsidieverlening in ieder geval:
Het college stelt aan de hand van de door de subsidieontvanger geleverde rapportages en bescheiden, alsmede van waarnemingen van daartoe door hem aangewezen ambtenaren, vast of de subsidieontvanger de activiteiten zowel naar aard, omvang als kwaliteit tot stand heeft gebracht zoals deze zijn vastgelegd in de beschikking tot subsidieverlening.
Indien een besluit tot subsidievaststelling betrekking heeft op de vaststelling van een lager bedrag dan waarvoor subsidie is verleend als gevolg van omstandigheden die voor rekening van de subsidieontvanger behoren te komen en dat besluit gevolgen heeft die aantoonbaar niet door hem gedragen kunnen worden, kan daarmee in het besluit tot subsidievaststelling rekening worden gehouden.
Een incidentele activiteitensubsidie is een aan een subsidieontvanger beschikbaar te stellen vooraf bepaald bedrag van minimaal € 10.000,-- voor de uitvoering van vooraf overeengekomen activiteiten.
Naast hetgeen daaromtrent is bepaald in de artikelen 4:30, 4:31 en 4:32 van de Awb, bevat het besluit tot subsidieverlening in ieder geval:
Een subsidieontvanger legt bij het verzoek tot vaststelling van een incidenteel activiteitensubsidie van € 50.000,-- of meer binnen de in artikel 3, tweede lid, bepaalde termijn aan het college een verslag van de in het boekjaar verrichte activiteiten over, alsmede een door het bestuur gewaarmerkte jaarrekening als bedoeld in artikel 361 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek
Het college kan bepalen dat de jaarrekening vergezeld moet gaan van een beoordelingsverklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. In dat geval moet de jaarrekening tevens vergezeld gaan van het accountantsrapport waarop de verklaring is gebaseerd.
Het college stelt aan de hand van de door de subsidieontvanger geleverde rapportages en bescheiden, alsmede van waarnemingen van daartoe door hem aangewezen ambtenaren, vast of de subsidieontvanger de activiteiten zowel naar aard, omvang als kwaliteit tot stand heeft gebracht zoals deze zijn vastgelegd in de beschikking tot subsidieverlening.
Indien een besluit tot subsidievaststelling betrekking heeft op de vaststelling van een lager bedrag dan waarvoor subsidie is verleend als gevolg van omstandigheden die voor rekening van de subsidieontvanger behoren te komen en dat besluit gevolgen heeft die aantoonbaar niet door hem gedragen kunnen worden, kan daarmee in het besluit tot subsidievaststelling rekening worden gehouden.
Een incidentele normsubsidie is een aan een subsidieontvanger beschikbaar te stellen vooraf bepaald bedrag voor de uitvoering van een bepaalde activiteit, die op basis van een meetbare norm bepaald wordt binnen het daarvoor beschikbare subsidiebudget.
Het college stelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 3, eerste lid, van de verordening, per subsidieregeling subsidieplafonds en -bedragen vast.
Naast hetgeen daaromtrent is bepaald in de artikelen 4:30, 4:31 en 4:32 van de Awb, bevat het besluit tot subsidieverlening in ieder geval:
Een incidentele waarderingssubsidie is een aan een subsidieontvanger als blijk van waardering of aanmoediging beschikbaar te stellen vooraf bepaald bedrag voor de uitvoering van een bepaalde activiteit.
Een investeringssubsidie is een aan een subsidieontvanger beschikbaar te stellen vooraf bepaald bedrag voor de aanschaf, bouw of verbouw van gebouwen of voor de aanschaf van andere kapitaalgoederen.
Onverminderd het bepaalde in artikel 3, eerste lid, en artikel 5, tweede lid, van de verordening, kunnen ten aanzien van investeringssubsidies in specifieke regelingen subsidieplafonds en -bedragen worden vastgesteld.
In het activiteitenplan wordt onverminderd het bepaalde in artikel 9, derde lid, onder a, van de verordening aangegeven wat de door de subsidieontvanger beoogde resultaten zijn, door wie het activiteitenplan wordt uitgevoerd, alsmede de tijdstippen waarop het de gesubsidieerde activiteiten aanvangen en eindigen.
Naast hetgeen daaromtrent is bepaald in de artikelen 4:30, 4:31 en 4:32 van de Awb, bevat het besluit tot subsidieverlening in ieder geval:
1Het college stelt aan de hand van de door de subsidieontvanger geleverde rapportages en bescheiden, alsmede van waarnemingen van daartoe door hem aangewezen ambtenaren, vast of de subsidieontvanger de activiteiten zowel naar aard, omvang als kwaliteit tot stand heeft gebracht zoals deze zijn vastgelegd in de beschikking tot subsidieverlening.
Indien een besluit tot subsidievaststelling betrekking heeft op de vaststelling van een lager bedrag dan waarvoor subsidie is verleend als gevolg van omstandigheden die voor rekening van de subsidieontvanger behoren te komen en dat besluit gevolgen heeft die aantoonbaar niet door hem gedragen kunnen worden, kan daarmee in het besluit tot subsidievaststelling rekening worden gehouden.
Aldus vastgesteld door het college d.d. 25 februari 2008
Gepubliceerd in het Apeldoorns Stadsblad d.d. 9 april 2008
Inwerking getreden d.d. 1 maart 2008
TOELICHTING UITVOERINGSREGELING ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING
In de uitvoeringsregeling wordt onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele subsidies.
Structurele subsidies zijn subsidies die jaarlijks worden verleend voor dezelfde activiteiten aan dezelfde subsidieontvanger. Incidentele subsidies zijn subsidies die eenmalig worden verleend.
Zij zijn onderverdeeld in verschillende subsidievormen, zie tabel 1.
In hoofdstuk 1 worden eerst de algemene bepalingen die van toepassing zijn op structurele subsidies aangegeven en vervolgens de bepalingen per subsidievorm. Hetzelfde geldt voor incidentele subsidies in hoofdstuk 2.
Naarmate het gemeentelijk belang bij de gesubsidieerde activiteiten en het subsidiebedrag hoger zijn zal de gemeente meer sturen op de activiteiten. In dat geval zal de subsidieontvanger meer verantwoording moeten afleggen. De zwaarste subsidievorm waarbij de meeste verantwoording wordt gevraagd is budgetsubsidie. De lichtste vorm is de waarderingssubsidie. In de beschikking tot subsidieverlening zal nauwkeurig worden aangegeven of en zo ja welke eisen gesteld worden aan de subsidieontvanger. Dat geldt ook voor de soort accountantsverklaring die bij enkele subsidievormen verplicht is.
Om de administratieve lasten voor de subsidieontvanger te beperken zal zoveel mogelijk gewerkt worden met (voor een deel nog te ontwikkelen) standaardformulieren. Het streven is om op termijn te komen tot digitalisering van de aanvragen tot subsidieverlening en -vaststelling.
HOOFDSTUK 1 Structurele subsidies
Een boekjaar is gelijk aan een kalenderjaar, dat wil zeggen van 1 januari tot en met 31 december.
Een subsidieperspectief is het vooruitzicht op een subsidiebedrag in komende jaren.
Onder kaders wordt hier verstaan de door de raad aangegeven beleidsterreinen, activiteitensoorten, kostensoorten en begrotingsbedragen waarbinnen het college een subsidie kan verstrekken.
Een bestemmingsreserve is een reserve die wordt gevormd voor een vooraf bepaald doel (bijvoorbeeld groot onderhoud).
Een meetbare norm is een norm die eenduidig is vast te stellen zoals het aantal m², het aantal leden enz.