Organisatie | Apeldoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Treasurystatuut 2008 |
Citeertitel | Treasurystatuut |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
statuut vervangt het Treasurystatuut 2006, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders d.d. 2006-05-31
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-07-2008 | 06-01-2011 | nieuwe regeling | 04-07-2008 Apeldoorns Stadsblad, 2008-07-23 | collegevoorstel 003908522 |
Het college van burgemeester en wethouders;
gelet op de Gemeentewet, artikel 212, de Financiële verordening, artikel 15, lid 1, het Uitwerkingsbesluit Financiële verordening en de Wet financiering decentrale overheden (Wet FiDo);
vast te stellen het navolgende Treasurystatuut van de gemeente Apeldoorn.
In dit statuut wordt verstaan onder:
Artikel 3 Operationele doelstellingen, richtlijnen en limieten cashmanagement
Van elke geldmarkttransactie wordt een geldmarktticket opgemaakt, waarop in elk geval vastgelegd wordt: bedrag, looptijd, rentepercentage, tegenpartij, makelaar en zijn courtage. Het document moet worden ondertekend door een bevoegde functionaris en de transactiebevestiging van de tegenpartij moet worden bijgevoegd.
Artikel 4 Operationele doelstellingen, richtlijnen en limieten risicobeheer
Het debiteurenrisico wordt beperkt door uitzettingen (en derivaten) tot één jaar te beperken tot tegenpartijen met minimaal een A-rating1, lagere overheden, of door lagere overheden gegarandeerde instellingen en uitzettingen (en derivaten) vanaf één jaar te beperken tot tegenpartijen met een AA-rating. Hierbij moet de rating zijn afgegeven door een internationaal gerenommeerde ratingagency.
Artikel 5 Operationele doelstellingen, richtlijnen en limieten financiering/belegging
Van elke transactie wordt een kapitaalmarktticket opgemaakt waarop in elk geval vastgelegd wordt: bedrag, looptijd, rentepercentage, tegenpartij, makelaar en zijn courtage. Het document moet worden ondertekend door een bevoegde functionaris en het contract van de tegenpartij moet worden bijgevoegd. Tevens wordt een beslissingsdocument vastgelegd, waarin staat op basis van welke informatie tot de transactie is besloten.
Artikel 7 Verantwoordelijkheden treasury-functie
Artikel 10 Administratieve organisatie en interne controle
Voor de volgende activiteiten zijn in het kader van de treasuryfunctie procedures opgesteld welke periodiek worden geactualiseerd:
Aldus vastgesteld door het college d.d. 4 juli 2008
Gepubliceerd in het Apeldoorns Stadsblad d.d. 23 juli 2008
Inwerking getreden d.d. 5 juli 2008
TOELICHTING TREASURYSTATUUT VAN DE GEMEENTE APELDOORN
Het Treasurystatuut van de gemeente Apeldoorn heeft tot doel duidelijke afspraken over de treasuryfunctie vast te leggen: welke doelen steven we na, wie heeft welke verantwoordelijkheden en welke bevoegdheden horen daarbij en welke limieten spelen voor welke functionarissen en rol. Ook worden op deze manier duidelijk afspraken gemaakt over de informatievoorzieningen vooraf en achteraf.
Artikel 2 t/m 6 Doelstellingen, richtlijnen en limieten
Per deelfunctie zijn operationele doelstellingen, richtlijnen en limieten benoemd. Getracht is deze zo concreet mogelijk te maken zodat achteraf ook is vast te stellen of deze doelstellingen zijn gerealiseerd cq. of richtlijnen zijn nageleefd en limieten niet zijn overschreden. Doelstellingen in financiële zin horen niet thuis in een statuut, maar zullen onderdeel uit gaan maken van een treasuryjaarplan. Dit plan zal jaarlijks door het college van burgemeester en wethouders worden vastgesteld. Er is voor een gebroken boekjaar gekozen omdat de cijfers van het grondbedrijf een belangrijke rol spelen. De nota Financiële Positie Grondbedrijf (FPG) komt ergens half maart beschikbaar.
Risicobeheer op beleggingen is tot één jaar beperkt tot tegenpartijen met minimaal een A-rating, lagere overheden of door lagere overheden gegarandeerde instellingen. Beleggingen vanaf één jaar zijn beperkt tot tegenpartijen met minimaal een AA-rating, lagere overheden of door lagere overheden gegarandeerde instellingen. De Wet FiDo biedt ruimte om ook aan instellingen die geen officiële rating hebben geldleningen te verstrekken. Voorwaarde is dat in het statuut een onderbouwing plaatsvindt van deze categorie. Er is bewust voor gekozen om hiervan geen gebruik te maken. Dit zou betekenen, dat wij als gemeente zelf de kredietwaardigheid van een instelling moeten gaan beoordelen. Omdat de gemeente een terughoudend treasurybeheer voorstaat en niet de deskundigheid heeft om de kredietwaardigheid te beoordelen van grote financiële instellingen is hiervan geen gebruik gemaakt. Hiernaast wordt het marktrisico beperkt door garantie van de hoofdsom. Dit betekent dat alleen mag worden belegd in vaste waarden van zeer kredietwaardige tegenpartijen. Aandelen zijn dan ook niet toegestaan. Uitzondering kan zijn, dat een belegging in aandelen wordt gepleegd in het kader van de publieke taak (bv. aandelen Circulus). Hiernaast mogen beleggingen enkel plaatsvinden vanuit een overliquide positie en zal onderbouwd moeten worden waarom de betreffende belegging heeft plaatsgevonden. Bij artikel 4 punt 10 laatste deel kan als voorbeeld worden genoemd een lening aan een woningbouwvereniging welke in het verleden door de gemeente is aangetrokken en één op één doorgeleend, contractueel kan nu nog een herfinanciering aan de orde zijn.
De treasuryfunctie wordt centraal uitgevoerd. Diensten zijn verplicht hun financiering te regelen via de centrale treasuryfunctie. Hierbij wordt zoveel mogelijk geprobeerd te werken met marktconforme tarieven. Opslagen voor handeling en risico zijn beperkt. Indien afspraken worden gemaakt, die niet via het spoorboekje of de begroting zijn te herleiden, moet een en ander altijd worden vastgelegd in een interne overeenkomst. Deze overeenkomst wordt gesloten tussen de treasurer en de dienstdirecteur. De treasurer draagt zorg voor een deugdelijke administratie van deze overeenkomsten en de onderlinge verplichtingen.
Artikel 7 Verantwoordelijkheden treasuryfunctie
Het treasurybeleid bestaat uit de volgende drie niveaus:
Het eerste niveau is het Treasurystatuut. Dit statuut dient als basis voor de treasuryfunctie. Het beschrijft de plaats en inrichting van de treasuryfunctie alsmede de doelstellingen, taken en verantwoordelijkheden. Het Treasurystatuut heeft door haar aard een langdurige werking en wordt eens in de vijf jaar geëvalueerd. In bijzondere omstandigheden kan het noodzakelijk zijn deze termijn te verkorten. Het tweede niveau is het treasuryjaarplan. Het treasuryjaarplan beschrijft de treasurydoelstellingen voor de tijdsduur van één jaar, en wordt elk jaar herzien en wordt geschreven binnen de kaders van het Treasurystatuut. Het derde niveau van het treasurybeleid is de daadwerkelijke uitvoering van de treasury-activiteiten, waaronder de uitvoering van de doelstellingen uit het treasuryjaarplan.
De raad stelt middels de treasuryparagraaf bij de begroting de globale plannen voor het begrotingsjaar vast. De treasuryparagraaf is het kader waarbinnen het college het treasurybeheer dient uit te voeren. Bij vaststelling van de treasuryparagraaf in de jaarrekening wordt achteraf door de raad controle uitgevoerd op het door het college gevoerde treasurybeheer.
Het college stelt het treasurystatuut vast, waarmee het kader vastligt waarbinnen treasury opereert. Daarnaast is het college formeel verantwoordelijk voor het uitvoeren van het treasurybeleid. De treasuryparagraaf wordt concreet ingevuld middels vaststelling door het college van het treasuryjaarplan. Hierin wordt aangegeven welke activiteiten in het betreffende jaar naar verwachting moeten worden uitgevoerd om de gestelde doelstellingen te realiseren. Het treasuryjaarplan kan worden gezien als een verdere concretisering van de treasuryparagraaf bij de begroting. Omdat vrij vroeg in het jaar de begroting op wordt gesteld en pas veel later in het traject keuzes worden gemaakt die gevolgen hebben voor het treasurybeheer lijkt het zinvol de treasuryparagraaf bij de begroting niet al te gedetailleerd te maken en later in het jaar in het vast te stellen treasuryjaarplan de feitelijke plannen vast te leggen.
De treasuryfunctie binnen de gemeente Apeldoorn is centraal georganiseerd bij de afdeling financiën van de dienst middelen. Hiervoor zijn de volgende argumenten te geven:
De directeur Middelen is de integraal verantwoordelijke directeur voor het uitvoeren van het treasurybeleid zoals dat in het treasuryjaarplan is vastgelegd. Hij heeft de verantwoordelijkheid voor de uitvoering gemandateerd aan het hoofd van de afdeling Financiën.
De treasuryfunctie is binnen de afdeling Financiën belegd bij de Treasurer. Hij opereert namens de gemeente op de geld- en kapitaalmarkt. Hij wordt hierbij operationeel geassisteerd door de plaatsvervanger. De Treasurer rapporteert aan de teamleider financieel beleid en beheer. In de uitvoering van de treasuryfunctie wordt de Treasurer geadviseerd door de treasurycommissie. Een dergelijke commissie bestaat binnen de gemeente Apeldoorn. Dit om treasury een breder draagvlak te geven is een dergelijke commissie in gesteld, die bestaat uit de volgende functionarissen: de Treasurer, het hoofd afdeling Financiën en Belasting, de adviseur Grondbedrijf, de concerncontroller, de Portefeuillehouder Financiën en de teamleider Financieel beleid en beheer. Deze commissie komt minimaal één maal per jaar bijeen en stelt de rentevisie vast en plan van aanpak voor met betrekking tot toekomstige transacties.
De controller van de dienst Middelen is verantwoordelijk voor de control op de treasuryactiviteiten. Hierbij wordt periodiek vastgesteld of de verschillende functionarissen hebben gehandeld binnen hun mandaat en de gestelde limieten en richtlijnen.
Om de treasurytaken uit te kunnen voeren moeten verantwoordelijkheden en bevoegdheden duidelijk worden vastgelegd. Hierbij dienen de volgende kanttekeningen te worden gemaakt:
Hiervan staat los dat treasury haar taak alleen goed kan vervullen indien zijn in overleg met de diensten kan beschikken over actuele informatie.
Treasury is een specialisme, dat doorgaans door een klein team binnen een gemeente wordt uitgevoerd. Hierbij is de functiescheiding tussen de ‘frontoffice’ (diegene die transacties afsluiten), de ‘backoffice’(diegene die de transacties registreren) en de controlerende rol belangrijk. Middels het mandateren van bevoegdheden aan verschillende functionarissen is het mogelijk om slagvaardig te operen op de financiële markten en wordt de raad en het college niet belast met uitvoerende aangelegenheden. Middels een gestructureerd planning en control en voldoende functiescheiding etc is voldoende ‘zicht’ te houden op de treasuryactiviteiten.
Artikel 9 Operationele en verantwoordingsinformatie
Het voeren van een goede treasury is sterk afhankelijk van de informatie waarover kan worden beschikt.
Zoals al eerder aangehaald zal jaarlijks een treasuryjaarplan worden voorgelegd aan het college van B&W. Dit jaarplan zal de basis vormen voor de tussentijdse rapportages. In het jaarplan zal dus als eerste een verschillenanalyse worden gemaakt tussen de begroting en het jaarplan.
Credit Ratings spelen een belangrijke rol in de prijs die moet worden betaald voor het aantrekken van vreemd vermogen en het afsluiten van derivatencontracten.
In principe is een credit rating een inschatting van de kans op eventuele wanbetaling bij toekomstige betalingsverplichtingen op schuldpapier. Een hogere rating houdt een betere kredietwaardigheid in. De gebruikte ratingsystemen zijn dermate consistent, dat ratings zowel tegelijkertijd als in de tijd met elkaar vergelijkbaar zijn.
Credit Ratings zijn er in verschillende vormen, zoals ‘long term’ ratings, waarbij het risico van wanbetaling op langere termijn wordt voorspeld, en ‘short term’ ratings, welke de kredietwaardigheid voor de termijn van een jaar weergeven.
Ratings worden toegekend op aanvraag door de onderneming (emittent). De ratingagency stelt daarop een comité samen (bestaande uit specialisten), dat de rating zal gaan bepalen. Dit onderzoek duurt 3 tot 6 maanden, in welke periode de aanvrager tevens gedurende enkele dagen door de comité wordt bezocht, waarbij door interviews en presentaties met het top-management een duidelijk beeld van de organisatie wordt verkregen. De uiteindelijke rating is dan ook gebaseerd op meer informatie dan hetgeen publiekelijk bekend is. Na bekendmaking van de rating, zal de ratingagency blijvend contacten onderhouden met de onderneming en deze één of twee keer per jaar bezoeken, teneinde zich op de hoogte te houden van alle relevante ontwikkelingen. De ratingagencies zorgen er dus voor, dat altijd de juiste rating wordt afgegeven. Toonaangevende ratingagencies zijn Moody’s, Standard & Poor’s (S&P) en Fitch IBCA.
Ratings van met name banken, maar ook van grote ondernemingen, vervullen een belangrijke rol in de (internationale) financiële markten en voorzien in een aantal behoeftes, die op zich gerelateerd zijn aan de functies van de ratings:
Goedkope en superieure bron van informatie: rating-agencies baseren hun kredietwaardigheidsanalyse op meer dan publieke informatie. Zodoende komt er via de rating informatie vrij die (nog) niet bekend is bij de belegger;
Bij zoveel aanbieders van schuldtitels wordt een uitvoerige kredietwaardigheidsanalyse per schuldtitel een dure zaak: ratings bieden hier uitkomst. De portefeuillemanager kan zich nu beperken tot andere strategische activiteiten.
Bevestiging van het eigen oordeel en bron van verzekering van de portefeuillemanager: het (belangrijke) eigen oordeel ten aanzien van de kredietwaardigheid van een bankinstelling zal de belegger graag bevestigd zien. De rating zorgt voor een waardevolle ‘second opinion’. Indien de portefeuillemanager een hoogwaardig krediet in zijn portefeuille had, dat uiteindelijk toch failliet ging, kan hij zich er op beroepen dat ook deskundigen hetzelfde oordeel hadden.
Geeft mogelijkheid tot regulatie: wettelijke toezichthouders en directies van institutionele beleggers kunnen de aan hun toezicht onderworpen instellingen en portefeuillemanagers beperkingen opleggen ten aanzien van de te nemen kredietrisico’s. Beleggingsrestricties kunnen aldus worden opgelegd door middel van ratings. Op deze manier wordt het beleggingsbeleid, voor wat betreft de kredietwaardigheid, direct vertaald naar de belegger toe.
Overzicht lange termijn ratings
N.B. De - en + ratings (bijvoorbeeld AA-) geven aan dat de rating naar beneden (-) of naar boven (+) neigt.
Overzicht korte termijn ratings
Vooral ondernemingen met de triple A-status (Aaa/AAA) zijn zeer trots op hun rating en laten dat duidelijk blijken. Een goede rating biedt toegang tot vrijwel elke kredietmarkt. Zodra er funding nodig is kan bekeken worden in welke markt de gunstigste condities te behalen zijn en daar gelden aangetrokken worden. Hierdoor kan snel op gunstige marktomstandigheden worden ingespeeld.
Gemeenten beschikken niet over een expliciete rating. Het aanvragen en onderhouden van een rating is een zeer kostbare zaak. Met de introductie van de Euro op de geld- en kapitaalmarkt op 1-1-1999 is de voor gemeenten bereikbare markt aanzienlijk vergroot. Immers, wij mogen alleen funden in nationale valuta. Voorheen was het funden via een Duitse bank alleen mogelijk via een Nederlandse financiële instelling. Nu de Euro is geïntroduceerd is funden in het buitenland net zo eenvoudig als in eigen land. Dit brengt echter wel met zich mee dat een officiële rating steeds belangrijker wordt. Ratingagencies proberen ook al geruime tijd deze voor hen interessant markt open te breken.
Om ons hier tegen te wapenen is op initiatief van de VNG een brochure opgesteld die de afgeleide rating van de Nederlands staat (AAA) voldoende hard moet maken (The creditworthiness of Dutch Municipalities). Vooralsnog lijkt dit voldoende.