Organisatie | Hof van Twente |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs voor basisonderwijs 2015 |
Citeertitel | Beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs voor basisonderwijs 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | Bekostiging lokalen bewegingsonderwijs basisonderwijs |
Geen
Wet op het primair onderwijs, artikel 117 en 136
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | Aanpassing van de beleidsregel aan de praktijk | 10-02-2015 Hofweekblad d.d. 18 februari 2015 | 536088 |
Het college van de gemeente Hof van Twente;
gelet op artikel 117 en 136 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 29 van de ‘Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Hof van Twente 2015’;
gezien het gevoerde op overeenstemming gericht overleg met vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen van de niet door de gemeente in stand gehouden scholen in de gemeente Hof van Twente;
besluit vast te stellen de navolgende beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs voor basisonderwijs 2015
Artikel 1 Omvang en bekostiging gebruik
Voor een basisschool wordt het maximaal aantal klokuren dat voor bekostiging in aanmerking komt vastgesteld op basis van overeenkomstig artikel 14 van het Besluit Bekostiging WPO vastgestelde aantal groepen.
Het aantal klokuren bedraagt ten hoogste 1,5 klokuur per week per groep leerlingen van 6 jaar en ouder en, als de school voor basisonderwijs niet beschikt over een speellokaal, ten hoogste 3,75 klokuur per week per groep leerlingen jonger dan zes jaar.
Het bevoegd gezag van een niet door de gemeente in stand gehouden school voor basisonderwijs dat eigenaar is van een lokaal bewegingsonderwijs ontvangt jaarlijks bekostiging. De hoogte van de bekostiging wordt vastgesteld volgens het bepaalde in de bijlage bij deze regeling, op basis van het eerste lid vastgestelde rooster bewegingsonderwijs. Wanneer er sprake is van medegebruik van het lokaal bewegingsonderwijs door een of meer andere scholen voor basisonderwijs wordt voor het bepalen van de hoogte van de vergoeding het aantal klokuren getotaliseerd.
Artikel 2 Beslissing college in gevallen waarin de beleidsregel niet voorziet
In gevallen, de uitvoering van deze beleidsregel betreffende, waarin de beleidsregel niet voorziet, beslist het college.
De in de bijlage gehanteerde normbedragen voor de klokuurvergoeding worden jaarlijks bijgesteld op basis van het jaarlijks door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in het bekostigingsstelsel basisonderwijs opgenomen prijsindexcijfer.
Grondslag bekostiging voor materiële instandhouding lichamelijke oefening
Het college is op grond van de Wet op het primair onderwijs verantwoordelijk voor het vaststellen van het aantal klokuren waarop de school voor basisonderwijs aanspraak maakt. De uitgangspunten voor het berekenen van het aantal klokuren zijn onderstaand nader uitgewerkt.
Voor een basisschool is het aantal groepen bepalend voor het aantal klokuren gymnastiek. Per groep 6-12-jarigen wordt maximaal 1,5 klokuur gymnastiek vergoed.
Het aantal groepen is afhankelijk van het daadwerkelijk aantal groepen 3 tot en met 8. De zogenaamde combinatiegroepen/gecombineerde groepen worden als 1 groep gerekend.De peildatum voor de berekening van het aantal klokuren is 1 oktober voorafgaand aan het desbetreffende schooljaar.
De schoolbesturen zenden per school de hiervoor gevraagde gegevens aan de gemeente.Deze worden uiterlijk 1 mei voorafgaand aan het schooljaar, per mail/schriftelijk, bij de gemeente aangeleverd.
Voor de berekening van het schooljaar 2015/2016 is deze datum 1 mei 2015.
De bekostigingsbedragen, bedoeld in artikel 117, derde lid, en artikel 136, eerste en tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs worden vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in tabel 1.
Een bekostigingsbedrag bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag per vastgesteld klokuur. De bedragen bevatten een vergoeding voor onderhoud van het gebouw, de materiële instandhouding en een vergoeding voor het vervangen en aanpassen van onderwijsleerpakket en meubilair. De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van het stichtingsjaar van het lokaal bewegingsonderwijs en de oppervlakte van de oefenzaal.
Tabel 1. Bekostigingsbedragen gebruik lokalen bewegingsonderwijs
Bovenstaande bedragen zijn van toepassing voor het jaar 2014.
Medegebruik/huur van een niet-eigen voorziening Naast bewegingsonderwijs in een eigen lokaal van de school is er tevens bewegingsonder-wijs mogelijk in een bestaand lokaal bewegingsonderwijs door middel van medegebruik of huur van een andere school, de gemeente of een commerciële exploitant. Afhankelijk van de eigenaar van de accommodatie bestaat recht op de volgende vergoeding:
als een school voor basisonderwijs gebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van een derde en het college deze investering niet heeft gefinancierd vergoedt het college aan de commerciële exploitant de huurprijs die is onderverdeeld in een vergoeding voor de stichtingskosten en materiële instandhouding.
Beleidsregel voor bekostiging lokalen bewegingsonderwijs voor basisonderwijs gemeente Hof van Twente 2015
In deze beleidsregel is de vergoeding voor de lokalen bewegingsonderwijs nader geregeld. De verlegging per 1 januari 1997 van de geldstroom 'materiële instandhouding gymnastiek' voor het primair onderwijs naar de gemeenten via het Gemeentefonds leidt tot de opdracht aan het college om na overleg met de schoolbesturen voor het onderwijs in lichamelijke opvoeding het aantal klokuren vast te stellen dat ten hoogste per groep leerlingen voor vergoeding in aanmerking komt (artikelen 117 en 136 WPO).
Deze wettelijke opdracht is nader uitgewerkt in deze beleidsregel.
Artikel 1 Omvang en vergoeding gebruik
De capaciteit en het gebruik van lokalen bewegingsonderwijs wordt uitgedrukt in een aantal klokuren onderwijsgebruik
Hiertoe is in het eerste lid bepaald dat het college voor het basisonderwijs ten hoogste 1,5 klokuur bewegingsonderwijs per bovenbouwgroep bekostigt. De formulering 'ten hoogste' betekent dat het college ook minder klokuren kan bekostigen wanneer op basis van het activiteitenplan van de school het gebruik van lokaal bewegingsonderwijs onder dit niveau ligt. De formulering sluit tevens uit dat het gebruik boven deze norm voor bekostiging van gemeentewege in aanmerking komt.
Hier wordt de hoogte en wijze van vergoeding geregeld voor het gebruik door het primair onderwijs van lokalen bewegingsonderwijs die in eigendom zijn van een schoolbestuur van een niet door de gemeente in stand gehouden school. Anders dan voor de lokalen bewegingsonderwijs, die door of vanwege de gemeente beschikbaar zijn voor het onderwijs-gebruik, moet in dit geval een vergoeding aan het schoolbestuur worden verstrekt. Een school voor primair onderwijs, welke een gemeentelijke accommodatie gebruikt als lokaal bewegingsonderwijs, krijgt hiervoor geen vergoeding. De gemeente bekostigt immers tot aan het genoemde maximum in lid 1 zelf de exploitatie van dit gebruik. Wanneer een schoolbestuur, niet zijnde de gemeente, eigenaar is van de accommodatie dan dient dit wel een vergoeding te ontvangen teneinde de kosten van het onderwijsgebruik te kunnen dekken.