Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Westland

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Westland houdende regels omtrent bedrijveninvesteringszones Verordening BI-zone bedrijventerrein Leehove gemeente Westland 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWestland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Westland houdende regels omtrent bedrijveninvesteringszones Verordening BI-zone bedrijventerrein Leehove gemeente Westland 2017
CiteertitelVerordening BI-zone bedrijventerrein Leehove gemeente Westland 2017
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling treedt in werking per 4 februari 2017. Het college heeft op 2 februari 2017 in Het Gemeentenieuws bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken.

Deze regeling vervangt de Verordening BI-zone Bedrijventerrein Leehove 2011 per 01-01-2017

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. art. 1 lid 1 Wet op de bedrijveninvesteringszones
  2. art. 1 lid 2 Wet op de bedrijveninvesteringszones
  3. art. 1 lid 3 Wet op de bedrijveninvesteringszones
  4. art. 2 lid 1 Wet op de bedrijveninvesteringszones
  5. art. 2 lid 2 Wet op de bedrijveninvesteringszones
  6. art. 3 lid 1 Wet op de bedrijveninvesteringszones
  7. art. 7 lid 1 Wet op de bedrijveninvesteringszones
  8. art. 7 lid 4 Wet op de bedrijveninvesteringszones
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-02-2017artikel 7

11-10-2016

Gemeenteblad 2016, 146280

01-01-201701-01-2017nieuwe regeling

28-06-2016

Gemeenteblad 2016, 89622

.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Westland houdende regels omtrent bedrijveninvesteringszones Verordening BI-zone bedrijventerrein Leehove gemeente Westland 2017

De raad van de gemeente Westland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 mei 2016 nummer 16-0092630 met de volgende bijlagen:

 

  • -

    de tussen de gemeente Westland en de Vereniging BIZ Leehove gesloten Uitvoeringsovereenkomst van 28 juni 2016 met nummer 16-0093365;

  • -

    de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart waarop het aangewezen gebied van de bedrijveninvesteringszone bedrijventerrein Leehove is vermeld met nummer 16-0093361;

 

gelet op de artikelen 1, eerste, derde en vierde lid, 2, eerste en tweede lid, 3, eerste lid, en 7, eerste en vierde lid, van de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

 

gehoord de beraadslagingen in de vergadering van de raadscommissie Economie Financieel beleid en Organisatie (EFO) van 15 juni 2016;

   

besluit:

  

vast te stellen de:

  

VERORDENING BEDRIJVENINVESTERINGSZONE BEDRIJVENTERREIN LEEHOVE GEMEENTE WESTLAND 2017.

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    BI-zone: het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven. Het aangewezen gebied is vermeld op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart;

  • b.

    de wet: de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

  • c.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

  • d.

    de vereniging: de Vereniging BIZ Leehove;

  • e.

    Uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente Westland en Vereniging BIZ Leehove gesloten Uitvoeringsovereenkomst van 28 juni 2016 als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet.

HOOFDSTUK II BELASTINGBEPALINGEN

Artikel 2 Belastbaar feit en aard van de belasting

  • 1.

    Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.

  • 2.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.

Artikel 3 Belastingobject

Belastingobject is de onroerende zaak bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven van de gebruiker, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in de bedrijveninvesteringszone gelegen belastingobject gebruikt;

  • 2.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt:

    • a.

      gebruik door degene aan wie een deel van een belastingobject in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

    • b.

      het ter beschikking stellen van een belastingobject voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die dat belastingobject ter beschikking heeft gesteld; degene die het belastingobject ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat belastingobject ter beschikking is gesteld;

  • 3.

    Indien een belastingobject bij het begin van het kalenderjaar geen gebruiker kent, wordt de van de gebruiker te heffen BIZ-bijdrage geheven van de eigenaar. Als eigenaar aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde zoals deze geldt voor het kalenderjaar.

  • 2.

    Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met toepassing van artikel 6, alsmede met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 6 Vrijstellingen

  • 1.

    In afwijking in zoverre van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet al is gebeurd bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:

    • a.

      voor de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken;

    • b.

      glasopstanden, die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond;

    • c.

      onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

    • d.

      één of meer onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928, met uitzondering van de daarop voorkomende gebouwde eigendommen;

    • e.

      natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stellen, beheerd worden;

    • f.

      openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken;

    • g.

      waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning;

    • h.

      werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning;

    • i.

      werktuigen die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken;

    • j.

      belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst van de gemeente;

    • k.

      straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;

    • l.

      plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

    • m.

      begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

    • n.

      belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs;

    • o.

      belastingobjecten die worden beheerd door een vereniging of stichting die geen onderneming drijft, voor zover die objecten bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs, voor club- en buurthuiswerk, voor de beoefening van sport, kunst of cultuur, of voor andere activiteiten van sociale of culturele aard;

    • p.

      belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst ter zake van brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening in de regio en de handhaving van de openbare orde en veiligheid;

    • q.

      onroerende zaken voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt als nutsvoorziening als omschreven in de WOZ-objectsoorten 3610 tot en met 3629, zijnde: nutsvoorzieningen, energie en water; waterleidingstation; reinwaterkelder; drinkwaterzuiveringsinstallatie; watertoren; waterverdedigingskering; rioolwaterzuiveringsinstallatie; gemaal; gasdistributiestation; stroomdistributiestation; drinkwaterpompstation; trafo; hoogspanningsmast; elektriciteitscentrale; windmolen en overig energie en water.

  • 2.

    Het bedrag van de belasting wordt per belastingaanslag naar beneden afgerond op gehele euro’s.

Artikel 7 Tarief BIZ-bijdrage

  • 1.

    Het tarief van de BIZ-bijdrage bedraagt 0,06% van de WOZ-waarde, waarbij voor de eerste € 250.000 € 60,00 in rekening wordt gebracht, met dien verstande dat per onroerende zaak niet meer dan € 1.500,00 in rekening wordt gebracht.

  • 2.

    Het bedrag van de belasting wordt per belastingaanslag naar beneden afgerond op gehele euro’s.

Artikel 8 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de aanslagen betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Looptijd belastingheffing

De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van 5 jaar.

Artikel 11 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van een BIZ-bijdrage wordt geen kwijtschelding verleend.

HOOFDSTUK III SUBSIDIEBEPALINGEN

Artikel 13 Aanwijzing vereniging

Vereniging BIZ Leehove wordt aangewezen als de vereniging bedoeld in artikel 7 van de wet.

Artikel 14 Buiten toepassing algemene subsidieverordening

Op de subsidie bedoeld in artikel 15 is de SubsidieVerordening Westland 2011 (ASV Westland 2011) niet van toepassing.

Artikel 15 Subsidievaststelling

  • 1.

    De subsidie voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst wordt verstrekt aan de in artikel 13 aangewezen vereniging.

  • 2.

    De subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks te ontvangen BIZ-bijdragen.

  • 3.

    Voor zover dit niet reeds is geschied in de uitvoeringsovereenkomst, kan het college nadere regels stellen met betrekking tot de verplichtingen van de subsidieontvanger.

HOOFDSTUK IV Slotbepalingen

Artikel 16 Intrekken oude verordening en overgangsrecht

Verordening BI-zone Bedrijventerrein Leehove 2011 wordt ingetrokken op de datum van ingang van de heffing, bedoeld in artikel 17, tweede lid, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 17 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag nadat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening BI-zone bedrijventerrein Leehove gemeente Westland 2017.

Aldus besloten door de raad in zijn openbarevergadering van 28 juni 2016,

de griffier, de voorzitter,

N. Broekema J. van der Tak

Bijlage kaart als bedoeld in artikel 1, onder a, van deze verordening