Organisatie | Staphorst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Geurhinder en Veehouderij 2016 |
Citeertitel | Verordening Geurhinder en Veehouderij 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet geurhinder en veehouderij, art. 6
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2016 | Nieuwe regeling | 10-05-2016 | 16-10797 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
bebouwde kom: het gebied dat door aaneengesloten bebouwing overwegend een woon- en verblijffunctie heeft en waarin veel mensen per oppervlakte-eenheid ook daadwerkelijk wonen of verblijven. De grens van de bebouwde kom wordt niet bepaald door de Wegenverkeerswetgeving, maar door de aard van de omgeving. Binnen een bebouwde kom is de op korte afstand van elkaar gelegen bebouwing geconcentreerd tot een samenhangende structuur;
odour units (ouE/m³): geurconcentratie als aantallen Europese odour units in een volume-eenheid lucht (ouE/m³), gemeten volgens de NEN-EN 13725:2003 “Luchtbepaling van de geurconcentratie door dynamische olfactometrie”. In deze verordening wordt voor de geurbelasting uitgegaan van het gebruikelijke 98-percentiel geurconcentratie. Dat betekent dat de – met een verspreidingsmodel – berekende geurconcentratie gedurende 98 procent van de tijdseenheid niet wordt overschreden;
inwoning: twee of meer huishoudens die één hoofdgebouw en/of wooneenheid bewonen met gemeenschappelijk gebruik van één of meerdere inpandige voorzieningen of (verblijfs)ruimten daarvan en waarbij deze één hoofdtoegang behoudt en de voorzieningen c.q. (verblijfs)ruimten onderling vrij toegankelijk zijn.
Artikel 2: grondslag verordening
De grondslag van de verordening vindt zijn oorsprong in artikel 6 Wgv.
Artikel 3: aanwijzing gebieden
Als gebied als bedoeld in artikel 6 lid 1 en 3 van de Wet worden de volgende gebiedenaangewezen:
Artikel 4: waarde voor de afstand (bebouwde kom)
In afwijking van artikel 4, lid 1 van de Wet bedraagt de minimale afstand voor de geurbelasting van een veehouderij op een geurgevoelig object in het gebied als genoemd in artikel 3 van deze verordening binnen de bebouwde kom 50 meter.
Artikel 5: waarde voor de afstand (buitengebied)
In afwijking van artikel 4, lid 1 van de Wet bedraagt de minimale afstand voor de geurbelasting van een veehouderij op een geurgevoelig object in het gebied als genoemd in artikel 3 van deze verordening buiten de bebouwde kom (buitengebied) 25 meter.
Artikel 6: waarde voor geurbelasting bebouwde kom
In afwijking van artikel 6, lid 1 onder c van de Wet bedraagt de maximale waarde voor de geurbelasting van een veehouderij op een geurgevoelig object in het gebied als benoemd in artikel 3 van deze verordening binnen de bebouwde kom 3 ouE/m³ (voorgrondbelasting). De achtergrondbelasting bedraagt maximaal 4 ouE/m³.