PARAGRAAF 1. TIJDSTIP VAN VERGADEREN EN VOORBEREIDINGEN
Artikel 10. Vergaderfrequentie
- 1.
De raadscommissie vergadert zo dikwijls er zaken aan de orde zijn waarover zij op grond van artikel 2, lid 2, adviseert of overlegt.
- 2.
De raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.
Artikel 11. Openbaarheid
- 1.
De vergaderingen van de raadscommissie worden in het openbaar gehouden.
- 2.
De deuren worden gesloten, wanneer tenminste twee van de raadsfracties daarom verzoeken of de voorzitter het nodig oordeelt.
- 3.
De vergadering beslist of er achter gesloten deuren wordt vergaderd.
Artikel 12. Oproep
- 1.
De voorzitter zendt tenminste 14 dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, tijdstip en plaats van de vergadering.
- 2.
De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.
- 3.
Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 13, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.
Artikel 13. De agenda
- 1.
Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden stelt het presidium de agenda van de vergadering voorlopig vast.
- 2.
In spoedeisende gevallen kan het presidium na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.
- 3.
Bij het begin van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.
- 4.
Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid vindt, kan zij aan het college nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.
- 5.
Op verzoek van een lid of op voorstel van de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.
Artikel 14. Ter inzage leggen van stukken
- 1.
Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de oproepingsbrief voor een ieder in het gemeentehuis ter inzage gelegd. De voorzitter maakt van de ter inzage legging melding in de openbare kennisgeving bedoeld in artikel 15. Indien na het verzenden van de oproepingsbrief stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.
- 2.
Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.
- 3.
Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier de leden van de raadscommissie inzage.
Artikel 15. Openbare kennisgeving
- 1.
De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging in het door de gemeente voor aankondigingen gebruikte huis aan huisblad en op de voor afkondigingen gebruikelijke wijze en zo mogelijk door plaatsing op de internetsite van de gemeente ter openbare kennis gebracht.
- 2.
De openbare kennisgeving vermeldt:
- a.
de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;
- b.
de wijze, waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;
- c.
de mogelijkheid tot het uitoefenen van spreekrecht als bedoeld in artikel 18.
PARAGRAAF 2. ORDE VAN DE VERGADERING.
Artikel 16
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid de presentielijst. Aan het einde van de vergadering wordt de presentielijst door de voorzitter door ondertekening vastgesteld.
Artikel 17. Opening vergadering, quorum
- 1.
De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien tenminste de helft van de in de raad vertegenwoordigende fracties vertegenwoordigd zijn.
- 2.
Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter dag en uur van de volgende vergadering, die gelegen is op een tijdstip tenminste 24 uur na het bezorgen van de oproeping daarvoor.
- 3.
Op de vergadering als bedoeld in het tweede lid is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, als tenminste de helft van de in de raad vertegenwoordigende fracties vertegenwoordigd is.
Artikel 18. Spreekrecht burgers
- 1.
Per agendapunt kunnen andere aanwezigen gezamenlijk gedurende maximaal 15 minuten het woord voeren.
- 2.
Het woord kan niet worden gevoerd over:
- a.
een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep openstaat of heeft opengestaan;
- b.
benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;
- c.
indien een klacht als bedoeld in artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend;
- d.
de agendapunten: opening, vaststellen agenda, notulen, mededelingen, vragen aan het college, discussiestukken en sluiting.
- 3.
Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken meldt dit tenminste 8 uur voor het begin van de vergadering bij de griffier. Hij vermeldt daarbij het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren, zijn naam, adres en telefoonnummer.
- 4.
De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. Hij kan hiervan afwijken als dit in het belang is van de orde van de vergadering.
- 5.
Elke spreker krijgt maximaal 5 minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan drie insprekers zijn. De voorzitter kan in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.
- 6.
De spreker voert het woord bij het begin van het agendapunt. Hij krijgt de gelegenheid na de eerste termijn van behandeling van het agendapunt weer het woord te voeren. De maximale spreektijden als genoemd in het eerste en vijfde lid gelden eveneens voor het spreken na de eerste termijn.
Artikel 19. Notulen
- 1.
De ontwerpnotulen van de voorgaande vergadering worden zo mogelijk aan de leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep. Zij worden op hetzelfde moment toegezonden aan de overige personen die het woord hebben gevoerd.
- 2.
Bij het begin van de vergadering worden zoveel mogelijk de notulen van de vorige vergadering vastgesteld.
- 3.
De leden, de voorzitter, de burgemeester, de wethouders, de griffier en de secretaris hebben het recht een voorstel tot wijziging van de notulen aan de raadscommissie te doen, indien de notulen onjuistheden bevatten of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering moet voor het vaststellen van de notulen bij de griffier worden ingediend.
- 4.
De notulen moeten inhouden:
- a.
de namen van de voorzitter, de griffier, de burgemeester, de wethouders, de secretaris en de ter vergadering aanwezige fracties, alsmede van de fracties die afwezig waren en overige personen die het woord gevoerd hebben;
- b.
een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;
- c.
een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen van de aanwezigen die het woord voerden;
- d.
een samenvatting van het advies van de raadscommissie;
- e.
bij het desbetreffende agendapunt de naam en hoedanigheid van die personen aan wie op grond van het bepaalde in artikel 27 door de raadscommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.
- 5.
De notulen worden opgesteld onder de zorg van de griffier.
- 6.
De vastgestelde notulen worden door de voorzitter en de griffier ondertekend.
Artikel 20. Ingekomen stukken
Bij de raadscommissie ingekomen stukken, waaronder de voorstellen van het college of de burgemeester aan de raadscommissie, worden op de agenda geplaatst. Deze agenda wordt aan de leden van de raadscommissie toegezonden en ter inzage gelegd.
Artikel 21. Spreekregels
- 1.
De leden, de voorzitter, de burgemeester, de wethouders, de griffier en de secretaris spreken vanaf hun plaats of van de spreekplaats en richten zich tot de voorzitter.
- 2.
Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de in het eerste lid genoemde personen vanaf een andere plaats spreken.
Artikel 22. Volgorde sprekers
- 1.
Een lid, de burgemeester, de wethouders, de griffier en de secretaris voeren het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem gekregen te hebben.
- 2.
De volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, wanneer het woord wordt gevraagd over de orde van de vergadering.
- 3.
Een voorstel van orde kan door de voorzitter of een lid worden gedaan. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.
Artikel 23. Aantal spreektermijnen
- 1.
De beraadslaging over een onderwerp of voorstel gebeurt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.
- 2.
Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.
- 3.
Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.
- 4.
Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.
Artikel 24. Spreektijd
Een lid van de raadscommissie kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden.
Artikel 25. Handhaving orde; schorsing
- 1.
Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:
- a.
de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;
- b.
een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.
- 2.
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
- 3.
De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.
Artikel 26. Beraadslaging
- 1.
De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid besluiten over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.
- 2.
Op verzoek van een lid of op voorstel van de voorzitter kan de raadscommissie besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Artikel 27. Deelname aan de beraadslaging door anderen
- 1.
De raadscommissie kan bepalen dat anderen dan de in de vergadering aanwezige leden van de raadscommissie, de burgemeester, een wethouder, de secretaris, de griffier en de voorzitter deelnemen aan de beraadslaging.
- 2.
Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of één der leden genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een begin wordt gemaakt.
Artikel 28. Advies
- 1.
Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.
- 2.
Nadat de beraadslaging is gesloten, wordt besloten of het voorstel voldoende is voorbereid voor beraadslaging in de raad en of het voorstel als akkoord- of bespreekstuk voor de raad wordt geagendeerd.
- 3.
In het advies worden zonodig de standpunten van alle fracties opgenomen.