Organisatie | Barendrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting op kabels en leidingen |
Citeertitel | Verordening precariobelasting kabels en leidingen 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 juli 2016.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-07-2016 | Nieuwe regeling | 28-06-2016 | 1096444 |
De raad van de gemeente Barendrecht;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 mei 2016;
gezien het advies van de commissie Planning en Control van 13 juni 2016;
gelet op artikel 228 van de Gemeentewet,
Vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting op kabels en leidingen.
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van kabels en leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening.
Ter zake van kabels en leidingen ter zake waarvan op grond van de Gaswet of de Elektriciteitswet een netbeheerder is aangewezen, wordt de precariobelasting geheven van de door de minister aangewezen netbeheerder.
In alle andere gevallen wordt de precariobelasting geheven van degene die de kabels en leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
Het tarief bedraagt voor het hebben van kabels en leidingen per strekkende meter per maand € 0,19. Vanaf 1 januari 2017 bedraagt het tarief per strekkende meter per jaar € 2,28.
Het belastingtijdvak in 2016 loopt van 1 juli tot en met 31 december.
Vanaf 1 januari 2017 is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald uiterlijk drie maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.