Organisatie | Zoetermeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels voor de toepassing van een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan op grond van artikel 2.12 lid 1 onder a sub 2 Wabo |
Citeertitel | Beleidsregels voor de toepassing van een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan op grond van artikel 2.12 lid 1 onder a sub 2 Wabo |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Onbekend.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2016 | art. 2, toelichting | 21-06-2016 | Onbekend. | ||
18-03-2011 | 01-07-2016 | nieuwe regeling | 08-03-2011 Stadsnieuws, 10-03-2011 | Onbekend. |
1. Voor een toetsing van een aanvraag om een omgevingsvergunning in strijd met het bestemmingsplan waaraan medewerking kan worden verleend door middel van het afwijken van het bestemmingsplan op grond van artikel 2.12 lid 1 onder a sub 2 Wabo gelden de volgende begrippen en wijze van meten
een gebouw(deel) dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw(deel) onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
bedrijfs- of winkelvloeroppervlakte
de totale vloeroppervlakte van de ruimten die worden gebruikt voor een (aan huis
verbonden) beroep of bedrijf, winkel of dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
een aan huis verbonden beroep of bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van
nachtverblijf van maximaal vier slaapplaatsen en waarbij het verstrekken van consumpties ondergeschikt is.
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een al dan niet bebouwd perceel, of gedeelte daarvan dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en de bestemming deze inrichting niet verbiedt.
functioneel met een gebouw verbonden daar al dan niet tegen aangebouwd en door de
ligging, constructie en afmetingen daaraan ondergeschikt, op de grond staande gebouwen of andere overdekte bouwwerken zoals een aanbouw, uitbouw, bijgebouw en overkapping.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt
een gebouw dat op een perceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken; op eenzelfde perceel kunnen meerdere gebouwen als hoofdgebouw worden aangemerkt.
een gebouw(deel) dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw en dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
de evenwijdig aan de as van de weg gelegen lijn, die, zoveel mogelijk aansluit bij de ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing langs die weg. Een hoekwoning heeft slechts 1 voorgevelrooilijn.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwdelen.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
binnenwerks, op de vloer van de ruimten die worden of kunnen worden aangemerkt als bedrijfs- of winkelvloeroppervlakte.
2 Een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan op grond van artikel 2.12 lid 1 onder a sub 2 wordt getoetst aan de volgende beleidsregels:
B. Een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening als bedoeld in artikel 2 onderdeel 18 onder a Bor dat niet voldoet aan de in dat subonderdeel genoemde eisen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
C. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
E. Het gebruiken van bouwwerken, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten:
Gebruik van gedeelten van een woning en de aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen voor een aan huis verbonden beroep of bedrijf mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Evenementen die in overeenstemming zijn met de in de APV gestelde voorwaarden en op basis van de APV een vergunning voor het betreffende evenement wordt verleend.
Indien de aanvraag niet voldoet aan het bepaalde onder A tot en met F, maar wel valt onder in artikel 4 van Bijlage II van het Bor, wordt de aanvraag integraal beoordeeld en wordt deze ter advisering voorgelegd aan de Afdeling Stedelijke Ontwikkeling.
Deze beleidsregels zijn van toepassing op aanvragen om een omgevingsvergunning die in strijd zijn met het bestemmingsplan maar kunnen worden verleend door toepassing van artikel 2.12 lid 1 sub a onder 2 Wabo. De beleidsregels zullen er toe leiden dat het grootste gedeelte van de aanvragen om een omgevingsvergunning, in strijd met het bestemmingsplan, versneld kan worden afgedaan. Daarnaast scheppen de beleidsregels duidelijkheid naar de burgers en bedrijven over de toepassing van een omgevingsvergunning, in afwijking van het bestemmingsplan op grond van artikel 4 van Bijlage II Bor.
Een ingediende aanvraag om een omgevingsvergunning voor bouwen of afwijken van het bestemmingsplan wordt ten eerste getoetst aan de Wabo, waaronder de bestemmingsplantoets. Is een aanvraag in strijd met het bestemmingsplan, dan wordt beoordeeld of er afgeweken kan worden van het bestemmingsplan en met welke procedure dit mogelijk is. Onderhavige beleidsregels kunnen van toepassing zijn op afwijken van het bestemmingsplan waarop de reguliere procedure van toepassing is (indien de uitgebreide procedure van toepassing is, gelden de beleidsregels inzake de toepassing van artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 Wabo).
Toetsing aan artikel 4 van Bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht Allereerst wordt de aanvraag getoetst aan de regels zoals die in de bijlage bij het Besluit omgevingsrecht zijn neergelegd. Wordt er voldaan aan die regels, dan is artikel 4 van Bijlage II Bor van toepassing op de aanvraag en kan de aanvraag worden getoetst aan de beleidsregels.
Beoordeling of de aanvraag valt onder de beleidsregels voor de toepassing van een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan op grond van artikel 2.12 lid 1 onder a sub 2 Wabo
De aanvraag wordt getoetst aan de beleidsregels. Hierbij wordt eerst beoordeeld of de aanvraag valt onder de beleidsregels. Hierbij kunnen zich de volgende situaties voordoen:
Voor de meeste kruimelgevallen zoals die in artikel 4 van Bijlage II van het Bor zijn opgesomd, is in de beleidsregels bepaald onder welke omstandigheden medewerking kan worden verleend. Enkele kruimelgevallen zijn wel in het Bor geregeld maar niet in de beleidsregels.
Kruimelgevallen die wel in het Bor zijn geregeld maar niet in de beleidsregels nader zijn omschreven worden integraal beoordeeld.
Deze beleidsregels zijn aan de hand van artikel 4 van Bijlage II Bor opgesteld. In genoemd artikel worden ook bouwwerken genoemd die voor de gemeente Zoetermeer minder relevant zijn, zoals kassen en recreatiewoningen. Hiervoor zijn geen beleidsregels opgesteld, zodat die bouwwerken altijd integraal worden beoordeeld.
Om medewerking te kunnen verlenen aan een antenne-installatie ten behoeve van mobiele telecommunicatie moet de installatie naast deze beleidsregels ook in overeenstemming zijn met het beleid van Zoetermeer inzake de plaatsing van antenne-installaties. Een antenne-installatie voor een particulier moet voldoen aan de eisen van het Bor voor vergunningvrij bouwen
Het gebruiken van bouwwerken, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten:
Deze regeling is vrij ruim en het is nooit op voorhand duidelijk welke gebruiksverandering wordt aangevraagd. De gebruiksmogelijkheden met betrekking tot beroep of bedrijf aan huis zijn wel geformuleerd. Beroep of bedrijf aan huis is toegestaan zolang aan de voorwaarden wordt voldaan die in dit beleid zijn neergelegd.
Een aanvraag om gebruikswijziging (met bouwen), anders dan voor beroep of bedrijf aan huis, wordt integraal beoordeeld.
Een integrale beoordeling houdt in dat een aanvraag wordt getoetst aan het beleid en regelgeving dat erop van toepassing is. Dit houdt in dat de doorlooptijd van de aanvraag langer zal zijn dan een aanvraag waarop de beleidsregels kunnen worden toegepast.