Organisatie | Tytsjerksteradiel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels behorende bij de Erfgoedverordening 2014 Tytsjerksteradiel |
Citeertitel | Nadere regels behorende bij de Erfgoedverordening 2014 Tytsjerksteradiel |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Erfgoedverordening 2014 Tytsjerksteradiel
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-06-2016 | Onbekend | 07-06-2016 Onbekend | Onbekend |
Het college van burgemeester en wethouders van Tytsjerksteradiel,
Gelezen het voorstel van de afdeling Ruimte – Ruimtelijke Ordening met stuknummer S2015-27034,
Gelet op artikel 2 lid 3 van de gemeentelijke Erfgoedverordening,
Overwegende dat het wenselijk is om nadere regels vast te stellen voor gemeentelijke monumenten zodat voor bepaalde activiteiten aan waardevolle en beeldondersteunende panden, waar het monumentaal belang niet proportioneel wordt geacht om een vergunningplicht te rechtvaardigen, het verbod en de vergunningplicht niet te laten gelden;
Nadere regels behorende bij de Erfgoedverordening 2014 Tytsjerksteradiel
Een omgevingsvergunning voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, lid 2, van de Erfgoedverordening 2014 Tytsjerksteradiel is niet vereist, indien deze activiteiten betrekking hebben op:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2, lid 2, van de Erfgoedverordening 2014 Tytsjerksteradiel is niet nodig voor zover de activiteit wordt uitgevoerd bij een waardevol bouwwerk als bedoeld in artikel 1 onder g. sub 1 van de Erfgoedverordening 2014 of in, aan of op een onderdeel van het waardevol bouwwerk dat uit het oogpunt van monumentenzorg geen waarde heeft waarbij de activiteit betrekking heeft op:
een dakraam, daklicht, lichtstraat of soortgelijke daglichtvoorziening in een dak, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
a.indien in het achterdakvlak, een niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerd zijdakvlak of een plat dak, de constructie niet meer dan 0,6 m buiten het dakvlak respectievelijk het platte dak uitsteekt,
een kozijn, kozijninvulling of gevelpaneel, mits in de achtergevel, of een niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijgevel van een hoofdgebouw, dan wel in een gevel van een bijbehorend bouwwerk, voor zover die gevel is gelegen in achtererfgebied op een afstand van meer dan 1 m vanaf openbaar toegankelijk gebied, tenzij geen redelijke eisen van welstand van toepassing zijn;
een bouwkeet, bouwbord, steiger, heistelling, hijskraan, damwand of andere hulpconstructie die functioneel is voor een bouw-, onderhouds- of sloopactiviteit, een tijdelijke werkzaamheid in de grond-, weg- of waterbouw of een tijdelijke werkzaamheid op land waarop het Besluit algemene regels milieu mijnbouw van toepassing is, mits geplaatst op of in de onmiddellijke nabijheid van het terrein waarop die activiteit of werkzaamheid wordt uitgevoerd;
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2, lid 2, van de Erfgoedverordening 2014 Tytsjerksteradiel is niet nodig indien een activiteit als bedoeld in artikel 2, sub 1 t/m 15, betrekking heeft op beeldondersteunend bouwwerk als bedoeld in de Erfgoedverordening 2014 Tytsjerksteradiel artikel 1, onder g, sub 2.
Toelichting op nadere regels Nadere regels behorende bij de Erfgoedverordening 2014 Tytsjerksteradiel
Lid 1. Voor regulier onderhoud is geen omgevingsvergunning bouwen nodig. Om te voorkomen dat er wel een omgevingsvergunning nodig is voor het wijzigen (verstoren/herstellen) van een gemeentelijk monument is deze categorie middels deze nadere regeling als vergunningsvrij aangemerkt. Om te bepalen wat als regulier onderhoud wordt beschouwd wordt aangehaakt bij de voorbeelden die het Rijk hanteert bij het bepalen van vergunningsvrij onderhoud aan rijksmonumenten. Zie het overzicht hieronder.
De beoordeling en waardering van de gemeentelijke monumenten heeft plaatsgevonden door een beschouwing van de buitenkant van de panden. De binnenkant van de gemeentelijke monumenten is niet beoordeeld. Om die reden wordt in de meeste gevallen het inpandig wijzigen van de gemeentelijke monumenten als een vergunningsvrije activiteit aangemerkt omdat ze plaatsvinden in het deel van het monument dat uit het oogpunt van monumentenzorg geen (vastgelegde) waarde heeft.
Artikel 2 en 3 maken inzichtelijk dat er een verschillend regime geldt voor de beeldondersteunende en waardevolle panden. In het geval van een beeldondersteunend pand is met name de voorgevel beschermingswaardig. Om die reden is voor deze categorie aansluiting gezocht bij het vergunningsvrij bouwen uit bijlage II van het Bor. Als sprake is van een van de opgesomde activiteiten (hoofzakelijk activiteiten op de achtergevel) is noch een omgevingsvergunning voor het bouwen, noch een omgevingsvergunning voor het wijzigen van een monument nodig. Immers, voor deze categorie staat op voorhand al vast dat de achtergevel van het pand kan worden aangemerkt als “onderdeel van het monument dat uit het oogpunt van monumentenzorg geen waarde heeft” en waarvan dus op voorhand kan worden geconcludeerd dat het belang van de monumentenzorg zich hier niet tegen verzet.
Voor de categorie waardevolle panden geldt een ruimere bescherming dan slechts de voorgevel. Om te beoordelen of vergunningsvrije activiteiten mogelijk zijn dient per geval onderzocht te worden of sprake is van een activiteit aan, op of bij een onderdeel van het waardevolle pand dat uit het oogpunt van monumentenzorg geen waarde heeft. Dit moet per geval worden beoordeel en vraagt dus om een vooroverleg.