Organisatie | Stichtse Vecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling Generatiepact gemeente Stichtse Vecht 2016-2019 |
Citeertitel | Regeling Generatiepact gemeente Stichtse Vecht 2016-2019 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2016 | 01-09-2018 | Nieuwe regeling | 14-06-2016 Vechtstroom, 29-6-2016 | Beleid |
Vastgesteld door college van B&W d.d. 14 juni 2016
Overeenstemming GO d.d. 26 mei 2016
Deze (tijdelijke) regeling treedt in werking op 1 juli 2016
Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht;
gelet op het gestelde in artikel 125 van de Ambtenarenwet;
gelet op het gestelde in artikel 160 van de Gemeentewet waarbij de bevoegdheid tot het vaststellen, wijzigen en intrekken van rechtspositieregelingen voor het gemeentelijk personeel en gewezen personeel is opgedragen aan het college van Stichtse Vecht;
Gelet op het bepaalde in de Brochure Generatiepact Stichtse Vecht en aanvraagformulier, welke onderdeel uitmaken van deze (tijdelijke) regeling;
Na overeenstemming met de medezeggenschapsorga(a)n(en);
In deze regeling wordt verstaan onder:
Salaris en salaristoelagen: De o.a. in hoofdstuk 3 van de CAR-UWO, paragraaf 3 genoemd salaris en salaristoelagen te weten: de functioneringstoelage, de waarnemingstoelage, de toelage onregelmatige dienst, de buitendagvenstertoelage, de toelage beschikbaarheidsdienst, de arbeidsmarkttoelage, afbouwtoelage, de garantietoelage die aan de ambtenaar zijn toegekend.
Deze regeling is van toepassing op de medewerker die voldoet aan de criteria van voornoemd artikel 2 lid 2 en die bij aanvang deelname aan deze regeling ten minste 2 jaar in dienst is van de gemeente Stichtse Vecht voor onbepaalde tijd (vaste dienst). Daarnaast mag er geen sprake zijn geweest van een vaste taakuitbreiding van de betrekkingsomvang gedurende voornoemde twee jaar.
Deze regeling is van toepassing op medewerker waarvan de formele arbeidsduur per week, vóór gebruikmaking van deze regeling, ten minste 30 uur per week bedraagt. Na gebruikmaking van deze regeling dient ten minste 24 uur formele arbeidsduur per week te resteren. Het eventueel afwijken van voornoemde ondergrens is ter bepaling aan de directie, gehoord de direct leidinggevende gelet op de bedrijfsvoering.
De medewerker levert 20 % van de formele arbeidsduur in waardoor een formele arbeidsduur resteert van 80 % en van ten minste 24 uur per week. De medewerker ontvangt 90 % van het salaris, salaristoelagen, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en levensloopbijdrage zoals die waren vóór gebruikmaking van deze regeling. De pensioenopbouw blijft nagenoeg 100 %. Het inkomensverlies van de 80-90-100 regeling voor de medewerker wordt gecompenseerd c.q. gecorrigeerd via een toelage op het salaris.
Alle vormen van verlof worden naar evenredigheid van de feitelijke werktijd toegekend.
De medewerker die van deze regeling gebruik maakt kan géén beroep doen op artikel 2.7 lid 2 van de CAR/UWO voor uitbreiding van de formele arbeidsduur per week.
De medewerker die van deze regeling gebruik maakt wordt eervol ontslagen op de dag waarop deze de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.
In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet of bij twijfel, kan de directie een bijzondere voorziening treffen. Het treffen van een bijzondere voorziening bij individuele gevallen wordt zo nodig ter goedkeuring voorgelegd aan de Belastingdienst.