Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nijmegen

Subsidieregeling Cultuurinitiatieven Nijmegen 2017 (SCiN 2017)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNijmegen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Cultuurinitiatieven Nijmegen 2017 (SCiN 2017)
CiteertitelSubsidieregeling Cultuurinitiatieven Nijmegen 2017 (SCiN 2017)
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpCultuur

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

art. 4, derde lid en art. 7 van de Nijmeegse Kaderverordening Subsidieverstrekking

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-07-201616-11-2018Onbekend

28-06-2016

Gmb-2016-88260

Collegebesluit d.d. 28 juni 2016, nr. 3.9

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Cultuurinitiatieven Nijmegen SCiN 2017

Burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen;

overwegende dat

in de Cultuurvisie “Werken in Ketens 2012 - 2016” een nieuwe regeling voor subsidies is aangekondigd voor de ondersteuning van culturele activiteiten en projecten die een bijdrage leveren aan de realisatie van de drie speerpuntentalentontwikkeling, excellentie en experiment

en

gelet op artikel 4, derde lid en artikel 7 van de Nijmeegse Kaderverordening Subsidieverstrekking

besluiten:

vast te stellen de

 

Subsidieregeling Cultuurinitiatieven Nijmegen SCiN 2017

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    cultureel ondernemerschap: de houding van een culturele organisatie die erop gericht is om de afhankelijkheid van subsidies in haar bedrijfsvoering en activiteiten te minimaliseren;

  • b.

    cultuurinitiatief: een culturele activiteit in de vorm van een voorstelling, uitvoering, tentoonstelling of presentatie die in Nijmegen plaatsvindt. De activiteit is openbaar toegankelijk en wordt in de media ook als zodanig aangekondigd;

  • c.

    excellentie: kwalitatief hoogstaande optredens, producties en masterclasses door toptalenten, (internationale) topartiesten en topgezelschappen;

  • d.

    experiment: vernieuwend cultuurinitiatief dat naar inhoud, opzet en uitvoering onderscheidend is ten opzichte van het huidige kunst- en cultuuraanbod en/of dat gericht is op het bereiken van een nieuw publiek;

  • e.

    NKS: Nijmeegse Kaderverordening Subsidieverstrekking;

  • f.

    organisatie/instelling: een rechtspersoon die zich ten doel stelt culturele activiteiten te organiseren in Nijmegen. De culturele doelstelling moet blijken uit de statuten;

  • g.

    samenwerkingspartner: culturele instellingen, professionele kunstenaars, onderwijsinstellingen, amateurgezelschappen en creatieve (commerciële) ondernemingen;

  • h.

    speerpunten: de drie inhoudelijke prioriteiten - talentontwikkeling, excellentie en experiment - die zijn opgenomen in de cultuurvisie Werken in Ketens 2012 - 2016;

  • i.

    subsidie: een financiële tegemoetkoming voor cultuurinitiatieven die een bijdrage leveren aan de drie speerpunten uit de cultuurvisie;

  • j.

    talentontwikkeling: activiteiten gericht op de identificatie, selectie, begeleiding en ontwikkeling van (jong) talent.

Artikel 2 Subsidiecriteria en beoordeling aanvragen

  • 1.

    Het te subsidiëren cultuurinitiatief geeft uitvoering aan één of meerdere van onderstaande criteria:

    • a.

      talentontwikkeling;

    • b.

      excellentie;

    • c.

      experiment;

    • d.

      cultureel ondernemerschap;

    • e.

      aanvullend op het bestaande aanbod;

    • f.

      specifiek gericht op jongeren tot 26 jaar;

    • g.

      gericht op verbreding van het publiek.

  • 2.

    Bijde beoordeling scoren die aanvragen het hoogst die:

    • a.

      aan meerdere van de bovengenoemde criteria uitvoering geven;

    • b.

      een kwalitatief goede invulling aan de criteria geven.

  • 3.

    Bij gelijksoortige cultuurinitiatieven verdienen instellingen die statutair gevestigd zijn in Nijmegen de voorkeur.

Artikel 3 Voorwaarden voor subsidieverlening

  • 1.

    De aanvrager dient een rechtspersoon te zijn.

  • 2.

    De culturele activiteit wordt met minimaal één samenwerkingspartner uitgevoerd.

  • 3.

    Het aangevraagde subsidiebedrag bedraagt minimaal € 2.500,- en maximaal € 25.000,-.

  • 4.

    Het aangevraagde subsidiebedrag bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten van de activiteit.

Artikel 4 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 10 van de NKS, wordt de subsidie in ieder geval geweigerd voor activiteiten:

  • 1.

    Die niet voldoen aan de voorwaarden in artikel 3 van deze regeling.

  • 2.

    Die tijdens de Vierdaagse feesten in Nijmegen plaatsvinden.

  • 3.

    Met een overwegend (sociaal)maatschappelijk, religieus of politiek karakter.

  • 4.

    Met een fondsenwervende doelstelling.

  • 5.

    In het kader van een opleiding of studie (stage-opdracht, schoolvoorstelling).

  • 6.

    Die ook zonder financiële steun van de gemeente kunnen plaatsvinden.

  • 7.

    Die door één van de zes in de Cultuurvisie benoemde intendanten worden ingediend. Deze instellingen mogen wel fungeren als samenwerkingspartner.

Artikel 5 Niet-subsidiabele kosten

Als niet-subsidiabele kosten gelden:

  • 1.

    De kosten voor de oprichting en de vervaardiging van gedenktekens.

  • 2.

    De kosten voor de uitgave van boeken en schriftelijke publicaties.

  • 3.

    De reguliere exploitatiekosten van de organisatie/instelling.

  • 4.

    Onvoorziene uitgaven (post onvoorzien).

  • 5.

    Loonkosten hoger dan € 35,- p/u.

Artikel 6 De aanvraag

  • 1.

    Aanvragen kunnen t/m 31 oktober in het jaar voorafgaand aan het jaar van de uitvoering van de activiteit worden ingediend; aanvragen die na 31 oktober binnenkomen worden buiten behandeling gelaten.

  • 2.

    Een rechtspersoon kan per kalenderjaar slechts één aanvraag voor een subsidie indienen op grond van deze regeling.

  • 3.

    Onvolledige aanvragen worden buiten behandeling gelaten (zie artikel 7).

Artikel 7 Bij de aanvraag in te dienen stukken

De subsidie wordt digitaal aangevraagd door middel van een volledig ingevuld en digitaal ondertekend aanvraagformulier. Dit formulier is te vinden op het Digitaal Loket van de gemeentelijke website Nijmegen.nl.

Samen met de aanvraag moeten ook digitaal aangeleverd worden:

  • a.

    een apart activiteitenplan;

  • b.

    een begroting inclusief dekkingsplan;

     

Als het de eerste keer is dat er een subsidieaanvraag wordt ingediend tevens aanleveren:

  • c.

    statuten;

  • d.

    bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel;

  • e.

    bankafschrift.

Artikel 8 Subsidieplafond

  • 1.

    Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast.

  • 2.

    Het college kan binnen het onder lid 1 bedoeld subsidieplafond, deelplafonds aanwijzen en per deelplafond specifieke regels vaststellen voor de verstrekking van subsidie.

  • 3.

    Indien het totale bedrag van de ingediende subsidiabele aanvragen het subsidieplafond overschrijdt, komen de aanvragen die bij de beoordeling het hoogste hebben gescoord als eerste voor subsidiëring in aanmerking.

Artikel 9 Subsidieverplichtingen

Onverminderd het bepaalde in artikel 12 van de NKS, gelden de volgende verplichtingen:

  • 1.

    De subsidieontvanger vermeldt in alle publiciteitsuitingen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteiten dat deze mede mogelijk zijn gemaakt door subsidie van de gemeente Nijmegen.

  • 2.

    De subsidieontvanger dient een financieel en inhoudelijk verslag in van het gesubsidieerde cultuurinitiatief uiterlijk drie maanden nadat de activiteit heeft plaatsgevonden.

  • 3.

    Wanneer tijdens de uitvoering van de activiteit minder inkomsten binnenkomen dan geraamd in de begroting, wordt het tekort niet aangevuld door de gemeente.

  • 4.

    De activiteit dient plaats te vinden in het kalenderjaar nadat de aanvraag is ingediend.

Artikel 10 Afwijkingsmogelijkheid

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van een aanvrager afwijken van een ofmeerdere bepalingen van deze regeling.

Artikel 11 Toepasselijkheid NKS

De NKS is van toepassing voor zover daarvan in deze regeling niet uitdrukkelijk is afgeweken.

Artikel 12 Citeerartikel - Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als "Subsidieregeling Cultuurinitiatieven Nijmegen 2017" (SCiN 2017).

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 28 juni 2016,

 

De secretaris,

mr. drs. A.H. van Hout

 

 

De burgemeester,

drs. H.M.F. Bruls

 

Toelichting Subsidieregeling Cultuurinitiatieven Nijmegen SCiN 2017

Inleiding

In de Cultuurvisie “Werken in Ketens 2012 - 2016” is een nieuwe subsidieregeling aangekondigd voor de ondersteuning van culturele activiteiten en projecten die een bijdrage leveren aan de realisatie van de drie speerpunten talentontwikkeling, excellentie en experiment. De Subsidieregeling Cultuurinitiatieven Nijmegen (SCiN) is de uitwerking van deze beleidsdoelstelling.

 

Welke initiatieven komen in aanmerking voor subsidiëring

De regeling is bedoeld voor nieuwe en vernieuwende cultuurinitiatieven en activiteiten die een bijdrage leveren aan de invulling van de drie genoemde speerpunten. De initiatieven moeten een inhoudelijke aanvulling zijn op het bestaande reguliere aanbod van de instellingen die wij rekenen tot de culturele basisinfrastructuur en die daarvoor een vierjarige subsidie ontvangen.

De subsidie wordt ingezet als een positieve prikkel om nieuwe kunst- en cultuurinitiatieven op gang te brengen die bijdragen aan de vernieuwing van de cultuursector in Nijmegen. De activiteit staat centraal en niet het behoud van de instelling of organisatie die de activiteit uitvoert. Uit de aanvraag moet expliciet blijken dat het om een zelfstandige, afgeronde activiteit gaat met een eigen begroting die los staat van de eventuele reguliere exploitatie van de aanvragende organisatie.

 

Deze subsidieregeling treedt in werking voor cultuurinitiatieven die vanaf 2017 van start gaan.

 

Toelichting per artikel

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

a.Cultureel ondernemerschap

Het cultureel ondernemerschap kent een aantal aspecten:

  • 1.

    de wijze waarop de aanvrager zijn deelnemers en het publiek benadert, bereikt en ontwikkelt;

  • 2.

    de wijze waarop en de mate waarin de aanvrager zijn activiteiten uitvoert met samenwerkingspartners;

  • 3.

    de wijze waarop de aanvrager inkomsten verwerft (anders dan overheidssubsidies). Van belang is daarbij ook dat de aanvraag blijk geeft van een visie of strategie op het behalen en vergroten van de eigen inkomsten (niet alleen directe publieksinkomsten, maar ook andere inkomsten, zoals bijvoorbeeld van donateurs, vriendenstichtingen, sponsoring);

  • 4.

    de bedrijfsmatige kant van de organisatie, blijkend uit een deugdelijke bedrijfsvoering die past bij de voorgenomen prestaties.

b. Cultuurinitiatief

Initiatieven in alle kunstdisciplines en “mengvormen” daartussen komen in aanmerking voor subsidiëring.

e. NKS

De Nijmeegse Kaderverordening Subsidieverstrekking regelt de formele criteria, terwijl de

Cultuurvisie “Werken in Ketens 2012-2016” de uitgangspunten van het te voeren cultuurbeleid bevat.

 

Artikel 2 Subsidiecriteria

De activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd wordt beoordeeld aan de hand van de zeven genoemde criteria. Een activiteit hoeft, om voor subsidiëring in aanmerking te komen, niet aan alle criteria te voldoen, maar maakt uiteraard wel meer kans als het op een kwalitatief goed wijze aan meerdere criteria voldoet.

 

Artikel 3 Voorwaarden voor subsidieverlening

3.2Het minimumbedrag is ingevoerd omdat bij kleinere bedragen de kosten van afhandeling te hoog zijn in relatie tot de gevraagde subsidie en de ervaring heeft geleerd dat kleinere bedragen meestal ook op een andere wijze binnengehaald kunnen worden. Het maximumbedrag is ingevoerd omdat de gemeente Nijmegen met de regeling zoveel mogelijk kwalitatief goede activiteiten wil ondersteunen en subsidies van meer dan € 25.000,- een te groot deel van het beschikbare subsidiebedrag op zouden slokken.

3.3Om het cultureel ondernemerschap te stimuleren is maximaal 50% van de totale begroting subsidiabel.

3.2/3.3Het minimale te subsidiëren bedrag is € 2.500,- wat inhoudt dat de totale begroting minimaal € 5.000,- moet bedragen. Het maximale subsidiabele bedrag is € 25.000,-; hiervoor moet de totale begroting minimaal € 50.000,- bedragen.

3.4De subsidie is bedoeld voor eenmalige activiteiten en voorziet niet in structurele ondersteuning van activiteiten of instellingen. Maar sommige initiatieven zullen meer dan één jaar nodig hebben om een solide basis op te bouwen. In deze gevallen kan de subsidie met maximaal twee jaar verlengd worden, waarbij hij elk jaar weer opnieuw aangevraagd dient te worden. Wel zal de subsidie in principe gedurende de twee vervolgjaren afgebouwd worden zodat de organisator uitgedaagd wordt alternatieve financiering te vinden.

 

Artikel 4 Weigeringsgronden

4.Fondsenwervende doelstelling: activiteiten waarvan de opbrengst gaat naar een “goed doel” komen niet in aanmerking voor subsidie. De gemeente kan dan geen invloed uitoefenen op de bestemming en de besteding van het ingezamelde geld. Het toepassen van “crowdfunding” om externe financiers te werven voor de uitvoering van het cultuurinitiatief is wel toegestaan.

5.Opleiding of studie: onderwijsinstellingen kunnen wel optreden als samenwerkingspartner, maar kunnen geen aanvraag indienen voor activiteiten die door en voor scholieren worden georganiseerd.

7.In de cultuurvisie worden 6 (keten)intendanten benoemd:

  • a.

    Doornroosje (Muziek);

  • b.

    Museum Het Valkhof (Beeldende kunst);

  • c.

    Openbare Bibliotheek Gelderland Zuid (Literatuur);

  • d.

    Keizer Karel Podia (Theater & dans);

  • e.

    LUX (Film & (nieuwe) media);

  • f.

    De Lindenberg (Cultuureducatie & amateurkunst).

Deze zes instellingen kunnen geen aanvraag indienen, maar mogen wel fungeren als samenwerkingspartner.

 

Artikel 8 Subsidieplafond

2.Deelplafonds: het college kan elk jaar binnen het subsidieplafond een deel van het beschikbare budget bestemmen voor specifieke doelgroepen of doelstellingen.

3.De projecten die het meest aantoonbaar bijdragen aan het realiseren van de speerpunten in de cultuurvisie gaan vóór projecten waaruit dit minder blijkt. Wanneer na beoordeling het aantal geschikt bevonden aanvragen het subsidieplafond overschrijdt, kan dit leiden tot het verlenen van een lagere subsidie dan het gevraagde bedrag.