Artikel 1. Toepassingsbereik
Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de
verstrekking van subsidie door het college voor de in artikel 2 bedoelde
voorzieningen en bijbehorende activiteiten.
Artikel 2. Doelen en speerpunten
Subsidie kan uitsluitend worden verleend voor voorzieningen en bijbehorende
activiteiten die bijdragen aan een van de volgende doelen én aan een van de
daarbij behorende speerpunten:
- 1.
Het versterken en benadrukken van de uniciteit van de gemeente
(zichtbaar en beleefbaar maken van het cultureel aanbod, de
cultuurhistorie en de unieke landschappelijke elementen).
- a.
Speerpunt: Het bevorderen van cultuurparticipatie specifiek
voor de jeugd uit de gemeente.
- b.
Speerpunt: Vindbaar en zichtbaar maken van het totale
culturele aanbod.
- c.
Speerpunt: Behoud van monumenten en archeologie.
- 2.
Ruimte te bieden aan innovatie en experiment en zodoende beweging en
beleving aanjagen.
- a.
Speerpunt: Ruimte bieden voor innovatie en experiment, door
dit te faciliteren en aan te jagen.
- 3.
Meer samenhang in het aanbod & programmering realiseren door
samenwerking te stimuleren tussen de sectoren cultuur en toerisme ,
verenigingen, onderwijs, ondernemers en inwoners. Zodoende
bevorderen dat het cultureel aanbod van de gemeente gezamenlijk
uitgedragen wordt.
- a.
Speerpunt: Gastvrijheid bevorderen door cultuur te verbinden
aan toerisme:
verbinden, versterken en promoten van culturele en
recreatieve activiteiten.
- b.
Speerpunt: Het bevorderen van de samenwerking tussen
onderwijs, culturele organisaties, amateurs, professionals
en ondernemers.
Artikel 3. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Redelijk gemaakte kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van een
activiteit of een voorziening als bedoeld in artikel 2 kunnen in aanmerking
komen voor subsidie.
Artikel 4. Grondslag en hoogte van de subsidie
- 1.
Een subsidieaanvraag wordt beoordeeld op grond van:
- a.
de mate waarin de activiteiten bijdragen aan de realisatie van
de in artikel 2 genoemde doelen;
- b.
de verhouding tussen prijs en kwaliteit;
- c.
de mate van samenwerking met professionele organisaties en/of
vrijwilligersorganisaties.
- d.
Mede op de hoogte van de financiële bijdragen van
sponsoren.
- 2.
In het geval van een evenement wordt de hoogte tevens bepaald door het
aantal deelnemers aan de activiteiten waarvoor een subsidie is
aangevraagd.
- 3.
Een eenmalige subsidie bedraagt maximaal € 2.500,–.
Artikel 5. Wijze van verdeling
- 1.
Als het college een subsidieplafond heeft vastgesteld en bekendgemaakt
heeft, geldt de wijze van verdeling zoals opgenomen het tweede en derde
lid van dit artikel.
- 2.
Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor een eenmalige
subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van
indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie
vastgestelde subsidieplafond is bereikt.
- 3.
Artikel 6. Bevoorschotting subsidies
- 1.
- 2.
Jaarlijkse subsidies van meer dan € 5.000,– tot en met € 50.000 worden
in twee termijnen van ieder 50% bevoorschot in allereerst uiterlijk
januari en vervolgens in juli van het jaar van de
subsidieverlening.
- 3.
Jaarlijkse subsidies meer dan € 50.000,– worden in vier termijnen van
ieder 25% bevoorschot in allereerst uiterlijk januari en vervolgens in
april, juli en oktober van het jaar van de subsidieverlening.
Artikel 7. Aanvullende weigeringsgronden
Overeenkomstig artikel 9, tweede
lid, aanhef en onder g, van de Algemene subsidieverordening
2016 kan subsidieverlening worden geweigerd als:
- a.
de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd zijn begonnen
voordat de aanvraag is ontvangen;
- b.
aannemelijk is dat de activiteiten ook zonder subsidie zonder
belangrijke vertraging zouden worden uitgevoerd;
- c.
voor dezelfde ondersteuningsbehoefte al subsidie is verleend op
grond van een andere regeling;
- d.
in het door de aanvrager beoogde doel al in voldoende mate wordt
voorzien door andere organisaties;
- e.
de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd leiden tot
uitsluiting van mensen die tot de doelgroep van het gemeentelijk
welzijnsbeleid behoren.
Artikel 8. Slotbepalingen
- 1.
Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na
bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2016.
- 2.
Deze subsidieregeling vervalt op 1 januari 2017.
- 3.
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Cultuur
2016.