Organisatie | Waalwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Speelautomaten(hallen) |
Citeertitel | Beleidsregels Speelautomaten(hallen) |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-06-2016 | Nieuwe regeling. | 29-06-2016 Weekblad Waalwijk 29-06-2016 | 16-06-29 |
3.2.1 Stap 1: openbare bekendmaking en aanvraagtermijn 4 3.2.2 Stap 2 Toetsing en volledigheid 5
3.3.1 Stap 1: Toetsing aan weigeringsgronden 5
3.3.2 Stap 2: Weigering/verlening vergunning 5
4.2.1 Stap 1 Onafhankelijk adviseur 6
4.2.2 Stap 2 Uitvoering vergelijkende toets 7
4.2.3 Stap 3 Rapportage en advies aan burgemeester 7
5 Afronding proces 7 5.1 Algemeen 7
In de gemeente Waalwijk is de Verordening speelautomaten(hallen)2016 van kracht. Op basis van deze verordening en de Wet op de kansspelen heeft de burgemeester bevoegdheden tot zijn beschikking om speelautomaten en speelautomatenhallen te reguleren. In de voorliggende beleidsregel wordt vastgelegd op welke wijze de burgemeester deze bevoegdheden inzet.
De voorliggende beleidsregels hebben betrekking op speelautomatenhallen en
speelautomaten die in dergelijke hallen worden opgesteld.
Het doel van de voorliggende beleidsregel is vastleggen hoe de burgemeester omgaat met zijn bevoegdheden op basis van de Verordening speelautomaten(hallen) en de Wet op de kansspelen.
1.3Status van een beleidsregel
Een beleidsregel is een algemene regel waarin een bestuursorgaan vastlegt hoe hij gebruik maakt van een bevoegdheid. Het bestuursorgaan bindt zich daarmee aan een regel over hoe hij belangen afweegt, feiten vaststelt en bepaalde wettelijke voorschriften interpreteert.
Een beleidsregel is een hulpmiddel voor het bestuursorgaan bij de motivering van besluiten. Ter motivering kan worden volstaan met een verwijzing naar eengedragslijn, voor zover deze is neergelegd in een beleidsregel.
Voor belanghebbenden is het een hulpmiddel om vooraf inzicht te krijgen in de
wijze waarop het bestuursorgaan omgaat met zijn bevoegdheden. Daarmee wordt het handelen van het bestuursorgaan transparant en voorzienbaar en is het voor belanghebbenden mogelijk om hier op te anticiperen. Dit bevordert dat gelijke gevallen op gelijke wijze worden behandeld.
Beleidsregels zijn geen algemeen verbindende voorschriften. Dit betekent dat een bestuursorgaan in specifieke gevallen gemotiveerd kan/moet afwijken van een beleidsregel. Individuele gevallen zullen steeds opnieuw beoordeeld moetenworden.
In artikel 5 van de Verordening speelautomaten(hallen) is geregeld welke gegevens in ieder geval overlegd moeten worden bij een aanvraag voor een
exploitatievergunning. Om te kunnen beoordelen of zich een weigeringsgrond
voordoet, zoals die zijn vastgelegd in artikel 9 van de verordening, kunnen
aanvullende gegevens noodzakelijk zijn.
Ook zijn gegevens noodzakelijk om een vergelijkende toets uit te voeren (zie artikel 8 van de verordening en hoofdstuk 4 van de voorliggende beleidsregels).
2.2Stukken die bij de aanvraag overlegd moeten worden
Bij een aanvraag voor een exploitatievergunning voor een speelautomatenhal
moeten de gegevens die worden genoemd in artikel 5 van de Verordening
speelautomaten(hallen) 2016 worden overlegd.
In het voorliggende hoofdstuk wordt de procedure bepaald die wordt gevolgd bijde behandeling en beoordeling van aanvragen voor een exploitatievergunning voor een speelautomatenhal.
De burgemeester kan maximaal één speelautomatenhal vergunning verlenen.
De aanvraagprocedure vangt aan op het moment dat aanvragen ingediend kunnen worden. Hij eindigt op het moment dat aanvragen buiten behandeling gesteld worden of gereed zijn voor beoordeling. De aanvraagprocedure bestaat uit twee stappen:
Stap 1: Openbare bekendmaking en aanvraagtermijn
3.2.1 Stap 1: Openbare bekendmaking en aanvraagtermijn
Door middel van een openbare bekendmaking wordt de mogelijkheid tot het
indienen van aanvragen aangekondigd. Dit gebeurt binnen 4 weken nadat:
In de bekendmaking wordt vermeld dat aanvragers een termijn van drie weken hebben om een aanvraag in te dienen. Een aanvraag die niet binnen deze termijn is ontvangen wordt door de burgemeester buiten behandeling gesteld. Een dergelijk besluit is vatbaar voor bezwaar en beroep.
3.2.2 Stap 2: Toetsing en volledigheid
Aanvragen die zijn ingediend binnen de gestelde termijn worden getoetst op
volledigheid; hij moet voldoen aan de indieningsvereisten die in de verordening en in hoofdstuk 2 van de voorliggende beleidsregels zijn benoemd.
Bij een onvolledige aanvraag krijgt de aanvrager een termijn van drie weken omzijn aanvraag aan te vullen. Indien de vereiste gegevens niet of niet tijdig worden verstrekt, wordt de aanvraag door de burgemeester buiten behandeling gesteld. Een dergelijk besluit is vatbaar voor bezwaar en beroep.
Na de verstrijking van de aanvullingstermijn is het niet meer mogelijk om
aanvullende gegevens in te dienen.
De beoordelingsprocedure vangt aan op het moment dat een aanvraag volledig is. De procedure eindigt op het moment dat een aanvraag wordt geweigerd omdat zich een weigeringsgrond voordoet, of een aanvraag in aanmerking komt voor een vergelijkende toets omdat zich geen weigeringsgrond voordoet. De
beoordelingsprocedure bestaat uit twee stappen:
Stap 1: Toetsing aan weigeringsgronden
Stap 2: Weigering vergunning dan wel een vergelijkende toets, dan wel, indien er minder dan twee vergunbare aanvragen zijn door naar de BIBOB-toets
3.3.1 Stap 1: Toetsing aan weigeringsgronden
In artikel 10 van de Verordening speelautomaten(hallen) zijn de weigeringsgronden voor exploitatievergunningen opgenomen. Elke aanvraag wordt getoetst aan deze weigeringsgronden.
In deze fase wordt nog niet toegekomen aan een beoordeling op basis van de Wet BIBOB. Een BIBOB-toets neemt over het algemeen aanzienlijk meer tijd in beslag dan een toetsing aan de weigeringsgronden op basis van de Verordening
speelautomaten(hallen). Om te voorkomen dat de doorlooptijd van het proces voor het grootste deel wordt bepaald door de BIBOB-toets, wordt deze pas aan het einde van het vergunning proces uitgevoerd. Hij wordt pas uitgevoerd nadat een aanvraag in aanmerking komt voor een vergunning.
3.3.2 Stap 2: Weigering/ verlening vergunning.
De voorgaande stap kan leiden tot één van de volgende vervolg stappen:
wordt geen vergelijkende toets uitgevoerd. Dat houdt in dat de stappen in
hoofdstuk 4 wordt overgeslagen.
3.Indien wordt geconstateerd dat zich geen weigeringsgrond voordoet en er
twee of meer aanvragen potentieel in aanmerking komen voor een
vergunning, wordt een vergelijkende toets uitgevoerd.
Artikel 8 van de Verordening speelautomaten(hallen) regelt het volgende:
“Indien meerdere gelijkwaardige aanvragen voor een vergunning worden ingediend, wordt door de burgemeester een vergelijkende toets uitgevoerd op basis van devolgende criteria:
a. concept van de speelautomatenhal in relatie tot artikel 4, vierde lid;
b. effecten op openbare orde, veilheid en woon- en leefklimaat;
c. bijdrage aan de preventie en bestrijding van gokverslaving.”
In het voorliggende hoofdstuk worden deze criteria nader uitgewerkt en wordt
vastgelegd hoe de vergelijkende toets wordt uitgevoerd.
Indien wordt geconstateerd dat zich geen weigeringsgrond voordoet en er twee of meer aanvragen potentieel in aanmerking komen voor een vergunning, wordt de vergelijkende toets uitgevoerd. De vergelijkende toets bestaat uit de volgende drie stappen:
Stap 1: Aanwijzen onafhankelijk adviseur
Stap 2: Uitvoering vergelijkende toets
Stap 3: Rapportage en advies aan burgemeester
4.2.1Stap 1: Aanwijzen onafhankelijk adviseur
De vergelijkende toets wordt begeleid door een onafhankelijk adviseur. Deze is
belast met de bewaking van het proces dat is vastgelegd in de voorliggende
beleidsregel. Verder ziet de onafhankelijk adviseur toe op een zorgvuldig, goed
beargumenteerd advies aan de burgemeester. Bij voorkeur wordt de adviseur geleverd door Novadic Kentron.
De onafhankelijk adviseur wordt geadviseerd door een aantal specialisten die ieder advies uitbrengen over de beoordelingsaspecten die hun vakgebied raken. Dit kunnen zijn:
Onderdeel Adviseurs Beleidsmedewerker economische zaken.
4.2.2Stap 2: Uitvoering vergelijkende toets
De vergelijkende toets wordt uitgevoerd op basis van de beoordelingscriteria die als
bijlage zijn opgenomen bij de voorliggende beleidsregels. Per criterium worden
punten toegekend, tot het maximaal aantal punten dat per criterium staat vermeld.
Het aantal punten per beoordelingscriterium wordt bepaald door:
Het is van groot belang dat wordt gemotiveerd waarom een bepaald aantal puntenwordt toegekend. Hetzelfde geldt voor de vergelijking tussen de aanvragen.
Gemotiveerd moet worden waarom de ene aanvraag meer of minder punten krijgtdan de andere, of waarom ze hetzelfde aantal punten krijgen.
In het geval dat (op onderdelen) onduidelijk is wat precies door de aanvrager wordtbedoeld/beoogd, kunnen de adviseurs hierover vragen stellen aan de aanvrager.
Vragen aan een aanvrager worden niet aan anderen bekend gemaakt tijdens hetbeoordelingsproces. Een verduidelijking heeft niet tot gevolg dat de aanvraaginhoudelijk wijzigt en de aanvrager kan zijn aanvraag slechts op de gevraagdeonderdelen toelichten.
De beoogde “winnaar” is de aanvrager met de hoogste totaalscore: de som van detoegekende punten per beoordelingscriterium. Indien twee of meer aanvragersdezelfde hoogste totaalscore hebben, “wint” de aanvrager die het hoogste scoort op de beoordelingscriteria met betrekking tot het concept van de speelautomatenhal.
4.2.2Stap 3: Rapportage en advies aan burgemeester
Van de eindbeoordeling wordt een concept beoordelingsrapportage opgesteld metdaarin de puntentoekenning per aanvraag, inclusief een uitgebreide motivering vande puntenverdeling. De onafhankelijk adviseur adviseert de burgemeester over deresultaten van zijn beoordeling en doet daarbij aanbevelingen over devervolgstappen.
In het voorliggende hoofdstuk wordt de procedure bepaald die wordt gevolgd indien een aanvraag potentieel in aanmerking komt voor een vergunning. Hiervan is sprake indien:
Indien een aanvrager potentieel in aanmerking komt voor een vergunning wordt hij onderworpen aan een BIBOB-toets. Indien de aanvraag op grond van de BIBOB-toets wordt geweigerd, wordt de aanvrager die als tweede in de vergelijkende toets is geëindigd onderworpen aan een BIBOB-toets, enzovoorts.
5.3 Verlening en weigering vergunningen
Indien de BIBOB-toets er niet toe leidt dat de aanvraag wordt geweigerd, wordt de vergunning verleend. Indien een vergunning wordt verleend worden alle eventuele andere aanvragen die in behandeling zijn geweigerd. Dergelijke besluiten zijn vatbaar voor bezwaar en beroep.
5.4 Nieuwe openstelling voor aanvragen.
Indien er geen aanvragers zijn die in aanmerking komen voor een vergunning wordt de mogelijkheid tot het indienen van nieuwe aanvragen opengesteld conform paragraaf 3.2.1. van de voorliggende beleidsregels
Deze beleidsregels treden in werking op het moment waarop deze Beleidsregels worden gepubliceerd.
Aldus vastgesteld door de burgemeester van Waalwijk op 29 juni 2016.