Organisatie | Dronten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening cliëntenparticipatie 2008 |
Citeertitel | Verordening cliëntenparticipatie 2008 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Regeling vervangt Verordening cliëntenparticipatie gemeente Dronten.
1.Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-10-2008 | 10-05-2016 | nieuwe regeling | 25-09-2008 Gemeenteblad 2008, nr. 14 | B08.000973 |
De raad en het college van de gemeente Dronten, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft
gelezen het voorstel van het college van 19 augustus 2008, No. B08.000970
gelet op artikel 150 van de Gemeentewet, artikel 47 van de Wet werk en bijstand, artikel 11 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 2 van de Wet sociale werkvoorziening;
gezien het advies van de raadscommissie van september 2008;
vast te stellen de volgende Verordening cliëntenparticipatie 2008.
Deze verordening verstaat onder:
ingezetenen die voor de Wsw geïndiceerd zijn of hun wettelijk vertegenwoordigers, te weten:
Het gemeentebestuur stelt het OBD voldoende subsidie en andere faciliteiten beschikbaar voor zijn functioneren.
Artikel 13. Intrekking oude regeling
De Verordening cliëntenparticipatie gemeente Dronten wordt ingetrokken.
Lijst van doelgroepen en Maatschappelijke instellingen als bedoeld in de artikelen 4 en 5
Toelichting op de verordening cliëntenparticipatie Dronten
In de Wet werk en bijstand, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Wet sociale werkvoorziening is geregeld dat de gemeente per verordening vastlegt op welke wijze de cliëntenparticipatie wordt vormgegeven.
In de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg), welke thans deel uit maakt van de Wmo, werd genoemd dat in de verordening in ieder geval geregeld moest zijn:
In artikel 47 van de Wet werk en bijstand is vastgelegd dat de gemeenteraad bij verordening regels stelt over de wijze waarop personen, bedoeld in artikel 7 eerste lid of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop:
Concreet betekent dit dat de volgende personen of hun vertegenwoordigers betrokken moeten worden bij de uitvoering van de Wwb:
In artikel 11, lid 1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning is vastgelegd dat het college van B&W ingezetenen van de gemeente en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen bij de voorbereiding van het beleid van maatschappelijke ondersteuning moet betrekken conform artikel 150 van de gemeentewet. In artikel 150 staat omschreven dat in ieder geval in de verordening moet worden omschreven hoe een dergelijke adviesraad wordt gekozen /samengesteld en hoe die adviesraad door de gemeente in staat wordt gesteld zo goed mogelijk te functioneren.
In artikel 11, lid 2 t/m 4 wordt het volgende aangegeven:
In de nieuwe Wet sociale werkvoorziening staat de Wsw-geïndiceerde centraal. Om die reden vindt de Tweede Kamer cliëntenparticipatie belangrijk en onmisbaar. In artikel 2, lid 3 Wsw wordt vermeld dat de Gemeenteraad bij verordening regels stelt over de wijze waarop de ingezetenen die geïndiceerd zijn of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij deuitvoering van de Wsw. Daarbij wordt in ieder geval geregeld de wijze waarop:
In Dronten is er voor gekozen om één cliëntenraad in te stellen die zich bezighoudt met het te voeren gehandicaptenbeleid, het bijstandsbeleid, het beleid in het kader van de Wet maatschappelijk ondersteuning en de Wet sociale werkvoorziening. Deze werkwijze heeft tot op heden goed gefunctioneerd en is daarom in deze verordening verankerd.
Voor een juiste interpretatie van de verordening verdient het de voorkeur een aantal begrippen nader te verklaren.
Aangezien de wetgever bij de in deze verordening betrokken wet- en regelgeving een belangrijke verantwoordelijkheid heeft neergelegd op lokaal niveau, met een accent op zelfredzaamheid van de burgers, is de cliëntenparticipatie als kernonderwerp van deze verordening uitgebreid geformuleerd.
In dit artikel is onder andere geregeld dat het OBD het college gevraagd en ongevraagd adviseert. Als de gemeenteraad beslissingsbevoegd is, zal het advies van het OBD door het college worden doorgestuurd naar de gemeenteraad.
De samenstelling van het OBD is de verantwoordelijkheid van het OBD zelf. De verordening beperkt zich daarom tot de hoofdlijnen die een werkbare organisatie moeten garanderen.
Gelet op het vergaande belang van de adviestaak voor de lokale samenleving en het afleggen van verantwoordelijkheid voor het functioneren van het OBD is er voor gekozen om de onafhankelijke positie van de voorzitter en de secretaris te benadrukken door een benoeming door het college van B&W. De leden bedoeld in artikel 3, onder c, worden niet aangewezen door een maatschappelijke instelling. Daarom is er voor gekozen ook deze personen te laten benoemen door het college.
De vertegenwoordigers van een maatschappelijke instelling en zijn plaatsvervanger worden door de instelling aangewezen. In de bijlage van de verordening worden de doelgroepen en maatschappelijke instellingen opgesomd die relevant geacht worden om vertegenwoordigd te zijn in het OBD. Voor het bepalen van de doelgroepen zijn o.a. de 9 prestatievelden, die er binnen de Wmo zijn, als leidraad gebruikt.
Om vergadertechnische redenen moet er een beperking in het aantal leden worden aangebracht. Daarom wijst het college per doelgroep bij voorkeur één maatschappelijke instelling aan. Het werkveld biedt overigens veelal mogelijkheden tot clustervorming binnen koepelorganisaties.
Indien er vacatures ontstaan, kan de gemeente faciliteren bij de invulling van de vacature door bijvoorbeeld een advertentie in de nieuwsbrief van Sociale Zaken of op de gemeentelijke informatiepagina te plaatsen.
Het OBD moet op de hoogte zijn van de landelijke regelgeving met betrekking tot de Wwb, de Wmo en de Wsw. Ook moet zij zicht hebben op de manier waarop dit landelijke beleid wordt uitgevoerd door de gemeente. Daarnaast heeft de gemeente, in het kader van de Wwb, de Wmo en de Wsw eigen beleidsvrijheid gekregen. Bij het invullen van die beleidsvrijheid dient het OBD met name betrokken te worden. Bovendien wordt opgemerkt dat de aandacht met betrekking tot gehandicaptenbeleid inmiddels verder strekt dan de voormalige Wvg. De betrokkenheid van het OBD bij het beleid van de gemeente strekt zich ook uit tot de voorlichting naar de cliënten door de gemeente. In het bijzonder de reikwijdte van de Wmo (geformuleerd in 9 prestatievelden), draagt er toe bij dat de taak van het OBD eveneens ruim en samenlevingsgericht dient te worden opgevat. Hierin komt het onderscheid met belangenbehartiging tot uitdrukking.
Disfunctioneren van een lid van het OBD kan de noodzakelijke vertrouwensrelatie met de gemeente en de burgers en daarmee de positie van het OBD als adviesorgaan in gevaar brengen. Een dergelijk functioneren kan onder andere blijken uit het regelmatig niet verschijnen bij vergaderingen, het niet handelen conform de doelstelling van het OBD, het in diskrediet brengen van het OBD door handelen, nalaten of optreden of eigen belangenbehartiging. Dit kunnen redenen zijn om een lid voor te dragen voor schorsing of ontslag.
Dit artikel van de verordening regelt dat aan artikel 47 Wwb en artikel 2, lid 3 Wsw wordt voldaan. In artikel 47 van de Wet werk en bijstand staat vermeld dat de raad bij verordening regels dient te stellen over de wijze waarop personen, bedoeld in artikel 7 eerste lid of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop:
In artikel 2, lid 3 van de Wet sociale werkvoorziening wordt hetzelfde bepaald ten aanzien van ingezetenen die geïndiceerd zijn of hun vertegenwoordigers.
Dit artikel regelt in belangrijke mate de dagelijkse verhoudingen en omgangsvormen tussen gemeente en het OBD. Het OBD heeft autonome bevoegdheid om zich breed te laten informeren alvorens een advies uit te brengen. Dit kan nadrukkelijk bijdragen aan de kwaliteit van de adviezen en uiteindelijk aan de kwaliteit van de gemeentelijke besluitvorming en het locale beleidsresultaat.
In de gemeentelijke begroting is een budget opgenomen voor het uitoefenen van de taken het OBD. De begroting omvat onder meer organisatiekosten, scholing en deskundigheidsbevordering, en reiskosten.
In deze artikelen wordt bestuurskundig een afronding gegeven aan de verordening.