Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Lingewaal

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2013-2

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Lingewaal
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2013-2
CiteertitelVerordening lijkbezorgingsrechten 2013-2
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 juni 2013.

De Verordening lijkbezorgingsrechten 2013 wordt ingetrokken per 1 juni 2013.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-05-201301-01-2014nieuwe regeling

23-05-2013

Lingewaal Journaal, 29-05-2013

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2013-2

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats:

    de acht gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Lingewaal, te weten:

    Asperen, de algemene begraafplaats aan de Leerdamseweg;

    Heukelum, de algemene begraafplaats aan de Torenstraat 1;

    Heukelum, de algemene begraafplaats aan de Achterweg;

    Herwijnen, de algemene begraafplaats aan de Peperstraat;

    Spijk, de algemene begraafplaats aan de Zuiderlingedijk 184;

    Spijk, de algemene begraafplaats aan de Spijkse Steeg;

    Vuren, de algemene begraafplaats aan de Graaf Reinaldweg;

    Vuren, de algemene begraafplaats aan de Waaldijk 125.

  • b.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken van overleden personen van 12 jaar en ouder;

    • 2.

      het doen begraven en begraven houden van lijken van overleden kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar

    • 3.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 4.

      het doen verstrooien van as.

  • c.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 2.

      het doen verstrooien van as.

  • d.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • e.

    particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

  • f.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • g.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • h.

    algemene urnennis: een nis, bij de gemeente in beheer, waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • i.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • j.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • k.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • l.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • m.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

  • n.

    gedenkteken: steen, zerk of ander monument, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;

  • o.

    grafbeplanting: winterharde beplanting.

  • p.

    voorwerpen:

    • a

      een grafkelder;

    • b

      gedenktekenen en kruisen;

    • c

      een zerk;

    • d

      bomen, heesters en andere gewassen;

  • q.

    onderhoud; het door of vanwege de gemeente onderhouden van voorwerpen als bedoeld onder p.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het begraven of bijzetten van asbussen van doodgeboren kinderen of zuigelingen die met de moeder in één kist worden begraven;

  • b.

    het op rechterlijk gezag lichten en weder in hetzelfde graf begraven van een lijk of asbus.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingtijdvak

Met betrekking tot de rechten genoemd in artikel 4.3 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

De rechten als bedoeld in artikel 5 zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. De rechten moeten, in afwijking van de Invorderingswet 1990, worden betaald binnen veertien dagen na dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde rechten.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de rechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Verordening lijkbezorgingsrechten 2013” vastgesteld op 6 december 2012 in de openbare vergadering van de raad der gemeente Lingewaal, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na publicatie in het Lingewaaljournaal.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 juni 2013.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening lijkbezorgingsrechten 2013-2”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 23 mei 2013.

De griffier,

De voorzitter,

Bijlage 1 Tarieventabel

behorende bij de “Verordening lijkbezorgingsrechten 2013-2”

Hoofdstuk 1 – Verlenen van rechten
Vanaf 15 maart 2013
1.2Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf voor een periode van 20 jaar, wordt geheven:   
1.2.1Indien het betreft een graf dat gelegen is op (een deel van) de begraafplaats waar alleen begraven kan worden in één begraaflaag voor het daarin begraven van één lijk    1.260,--
1.2.2Indien het betreft een graf geschikt voor het daarin begraven van twee lijken boven elkaar   2.365,--
1.2.3indien het betreft een graf geschikt voor het daarin begraven van een lijk van een kind beneden de 12 jaar    485,--  
1.3Voor het verlenen van het recht op een particuliere urnenruimte wordt geheven:voor een urnengraf:   
1.3.2voor een periode van 20 jaar  830,--
  voor een urnennis voor één persoon:   
1.3.4voor een periode van 20 jaar  695,--
 voor een urnennis voor twee personen:    
1.3.5voor een periode van 20 jaar  1.245,--
1.4Verlengingen:   
1.4.1   Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2.1 met ten hoogste 10 jaar wordt geheven    630,--
1.4.2Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2.2 met ten hoogste 10 jaar wordt geheven    1.180,--
1.4.3Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2.3 met ten hoogste 10 jaar wordt geheven    245,--
1.4.4Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3.2 met ten hoogste 10 jaar wordt geheven.    415,--
1.4.5Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3.4 met ten hoogste 10 jaar wordt geheven.    350,--
1.4.6Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3.5 met ten hoogste 10 jaar wordt geheven.    625,--
       
Hoofdstuk 2 – Begraven
2.1Voor het begraven van    
 een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven    845,--
2.2Voor het begraven van    
 een lijk van een kind beneden 1 jaar wordt geheven    280,--
 
2.3Voor het begraven van    
 een lijk van een kind beneden 12 jaar wordt geheven    565,--
2.4Voor het begraven op buitengewone uren    
 wordt het recht, bedoeld in 2.1, 2.2 en 2.3. verhoogd met    280,--
2.5Onder buitengewone uren wordt verstaan:    
 op zaterdagen, zondagen of algemeen erkende feestdagen         
  
Hoofdstuk 3 – Bijzetten van asbussen
3.1Voor het bijzetten van    
 een asbus c.q. het plaatsen van een urn van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder, in zowel een particulier urnengraf/urnennis als een algemeen urnengraf/urnennis, wordt geheven        280,--
3.3Voor het bijzetten van    
  een asbus c.q. het plaatsen van een urn van een lijk van een kind beneden 1 jaar, in zowel een particulier urnengraf/urnennis als een algemeen urnengraf/urnennis, wordt geheven      100,--
3.4Voor het bijzetten van    
 een asbus c.q. het plaatsen van een urn van een lijk van een kind beneden 12 jaar, in zowel een particulier urnengraf/urnennis als een algemeen urnengraf/urnenis, wordt geheven        190,--
3.5Voor het verstrooien van de as op een verstrooiingsplaats wordt geheven  170--
3.6Voor het bijzetten van    
 een asbus c.q. het plaatsen van een urn of het verstrooien van as op buitengewone uren wordt het recht bedoeld in 3.1, 3.2, 3.3, 3.4 en 3.5 verhoogd met      225,--
3.7Onder buitengewone uren wordt verstaan:    
  op zaterdagen, zondagen en algemeen erkende feestdagen        
  
Hoofdstuk 4 – Grafbedekking en onderhoud
4.1Voor het afgeven van een vergunning    
 tot het plaatsen van voorwerpen bedoeld in artikel 20 en 24 van de Beheersverordening begraafplaatsen Lingewaal 2012 wordt geheven           
4.1.1Voor het plaatsen van een grafbedekking  90,--
4.1.2Voor het aanbrengen van een grafkelder   90,--
 
4.2Voor het afgeven van een vergunning    
 tot het vernieuwen van voorwerpen bedoeld in artikel 24 van de Beheersverordening begraafplaatsen Lingewaal 2012 wordt geheven      90,--  
4.3Voor het verplicht door of vanwege de gemeente onderhouden    
          van het graf en voor het algemeen onderhoud van de begraafplaatsen zoals bedoeld in artikel 25 van de Beheersverordening begraafplaatsen Lingewaal 2012, wordt een eenmalig recht berekend dat is gebaseerd op het type graf en de duur van het grafrecht of grafgebruik:             
 -graven voor volwassenen    
4.3.1voor een algemeen graf, per begraaflaag voor een periode van 10 jaar  200,--
4.3.2voor een particulier graf, per graf, voor een periode van 20 jaar  800,--
4.3.3voor een particulier graf, per graf, voor een periode van 10 jaar (bij verlenging)  400,--
  -kindergraven   
4.3.4voor een algemeen graf, per begraaflaag voor een periode van 10 jaar   50,--
4.3.5voor een particulier graf, per graf, voor een periode van 20 jaar  200,--
4.3.6voor een particulier graf, per graf, voor een periode van 10 jaar (bij verlenging     100,--  
  
Hoofdstuk 5 – Lijkschouwing
5.1Voor het schouwen van een lijk    
 door een gemeentelijke lijkschouwer wordt geheven      280,--  
  
Hoofdstuk 6 – Opgraven en ruimen
6.1Voor het opgraven van een lijk wordt geheven:   
6.1.1van een kind beneden 1 jaar of doodgeboren  280,--
6.1.2van een kind beneden 12 jaar  565,--
6.1.3van personen van 12 jaar en ouder  845,--
6.2Voor het opnieuw begraven van een lijk wordt geheven:   
6.2.1van een kind beneden 1 jaar doodgeboren  280,--
6.2.2van een kind beneden 12 jaar  565,--
6.2.3van personen van 12 jaar en ouder  845,--
       
6.3Voor het ruimen van een graf    
 op verzoek van een rechthebbende en voor het wederbegraven van overblijfselen van lijken en kisten in hetzelfde graf of op een ander deel van de begraafplaats, wordt geheven:   
6.3.1van een kind beneden 1 jaar of doodgeboren  280,--
6.3.2van een kind beneden 12 jaar  565,--
6.3.3van personen van 12 jaar en ouder  845,--
6.4Voor het opnieuw begraven van restanten van lijken wordt geheven:   
6.4.1van een kind beneden 1 jaar doodgeboren  280,--
6.4.2van een kind beneden 12 jaar  565,--
6.4.3van personen van 12 jaar en ouder  845,--  
6.5Voor het ruimen van een urnenvoorziening    
 op verzoek van een rechthebbende en voor het wederbegraven van overblijfselen in hetzelfde graf of op een ander deel van de begraafplaats, wordt geheven:   
6.5.1voor het verwijderen van een asbus of urn  280,--
6.5.2voor het opnieuw bijzetten van een asbus of urn  280,--  
 
Hoofdstuk 7 – Klokluiden
7.1Voor het van gemeentewege luiden van de klok wordt geheven  100,--