Organisatie | Apeldoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Parkeerverordening 2010 |
Citeertitel | Parkeerverordening 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
verordening vervangt de Parkeerverordening 2004, vastgesteld d.d. 2004-04-01
Aanwijzingsbesluiten ex artt. 2 en 3 Parkeerverordening (parkeerreguleringsgebieden)
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-05-2010 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 22-04-2010 Apeldoorns Stadsblad, 2010-05-05 | raadsvoorstel 59-2010 |
Afdeling I. Definities en begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
Afdeling II. Plaatsen voor vergunninghouders, vergunningen en vergunningbewijzen
Een vergunning kan worden verleend aan:
een eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en die aantoont dat het in het belang van diens beroep- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren en die niet beschikt over parkeergelegenheid voor dit motorvoertuig (categorie II);
de hoofdgebruiker van een motorvoertuig die woont in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en die aantoont dat hij de hoofdgebruiker van het motorvoertuig is en niet beschikt over parkeergelegenheid voor dit motorvoertuig (categorie IV);
Het college kan aan een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte. Aan een vergunning voor categorie III kan het college voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer, waaronder mede wordt begrepen het stimuleren van selectief autogebruik.
Afdeling III. Verbodsbepalingen
Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan wel met andere munten dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven in werking te stellen.
Afdeling V. Overgangs- en slotbepalingen
Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning op grond van de vervallen Parkeerverordening 2004 is ingediend en vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de onderhavige verordening toegepast.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering d.d. 22 april 2010
Gepubliceerd in Apeldoorns Stadsblad d.d. 5 mei 2010
Inwerking getreden d.d. 13 mei 2010
Toelichting bij parkeerverordening 2010
Sommige gebieden in Apeldoorn zijn gevoelig voor parkeeroverlast. De beschikbare parkeerruimte op straat wordt deels ingenomen door auto’s die in principe niet in het gebied thuishoren. Het gevolg is, dat er voor de auto’s van de bewoners minder plek is.
Om de verdeling van de (schaarse) parkeerruimte te reguleren en overlast als gevolg van op straat geparkeerde voertuigen zoveel mogelijk te voorkomen, zijn er parkeervergunninggebieden ingesteld.
Het uitgangspunt is, dat bewoners voor hun auto bij voorkeur in het eigen gebied een plek kunnen vinden. Dit betekent, dat er niet meer vergunningen verstrekt worden dan noodzakelijk en mogelijk is, zodat er zoveel mogelijk ruimte op de openbare weg voor bijvoorbeeld bezoekers van bewoners beschikbaar is.
Bij de voorliggende parkeerverordening is zoveel mogelijk aangesloten bij de modelverordening 2008 van de VNG. Op enkele plaatsen is daar bewust van afgeweken. Deze worden per artikel toegelicht.
Toegevoegd is de definitie van een hoofdgebruiker, dat is degene die naar omstandigheden als hoofdgebruiker van het motorrijtuig moet worden beschouwd, maar niet de eigenaar is.
Volgens de huidige parkeerverordening 2004 kan men alleen een parkeervergunning aanvragen als de auto eigendom is van de aanvrager. Dit sluit niet meer goed aan bij de huidige maatschappelijke ontwikkelingen, waarbij steeds meer mensen een auto continu kunnen gebruiken, maar niet de eigenaar zijn. Hiervan is bijvoorbeeld sprake bij lease-auto’s (met of zonder fiscale bijtelling), auto’s die op naam van een ex-echtgenoot staan, auto’s die op naam van een niet-huwelijkse of niet-geregistreerd partner staan, auto’s die op naam van één van de ouders staan.
Overeenkomstig artikel 1 lid e is hier opgenomen, dat een vergunning kan worden verleend aan de hoofdgebruiker van een voertuig, als deze aan de overige voorwaarden voldoet.
Conform de aanbevelingen van de Onafhankelijke Bezwaren Commissie is de voorwaarde voor het aanschaffen van zogenaamde bezoekersparkeerkaart nu in de verordening opgenomen. Deze kan worden gezien als een vergunning, die aan bewoners van een vergunninggebied kan worden verleend ten behoeve van hun bezoekers.
Eveneens is de voorwaarde voor het aanschaffen van zogenaamde tijdelijke parkeervergunningen nu in de verordening opgenomen.
Volgens de APV is het verboden een aanhangwagen, een caravan of een ander voertuig ten dienste van de recreatie, langer dan 72 uur achtereen op een weg, gelegen in de bebouwde kom, te parkeren.
Om die reden kan men geen parkeervergunning aanvragen voor een kampeerwagen.
Parkeervergunningen worden voor onbepaalde tijd verstrekt. Voor vergunningen voor bezoekers (bezoekersparkeerkaarten) en voor tijdelijke vergunningen is dit natuurlijk niet het geval.
Vergunningen voor bezoekers staan niet op naam van de aanvrager. Binnen de geldigheidsduur van de vergunning kan men zelf de geldigheidsdag activeren. Om die redenen zijn deze vergunningen hier uitgesloten.