Gemeentelijke bijdrageregeling medisch afval 2004

Deze regeling verstaat onder:

• 1.

  het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn;

• 2.

  heffingsambtenaar: de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet;

• 3.

  medisch afval:

  • ·

    incontinentiemateriaal;

  • ·

    materiaal gebruikt door nierdialyse patiënten;

  • ·

    stoma's;

• 4.

  medische indicatie: een indicatie afgegeven door een arts aan een belanghebbende, waaruit blijkt dat deze persoon vanwege een langdurige of chronische ziekte of een handicap anderszins hulpmiddelen nodig heeft die na gebruik leiden tot meerdere gevulde minicontainers met medisch afval per belastingjaar.

  Als medische indicatie wordt ook aangemerkt een nota van een apotheek, gesteld op naam van de belanghebbende, waarmee het gebruik van materialen genoemd in artikel 1, lid 2, voldoende aannemelijk kan worden gemaakt. Uit de medische indicatie dient zo mogelijk te blijken of er sprake is van een tijdelijk of permanent karakter. Ingeval van tijdelijkheid dient zo mogelijk het tijdsbestek te worden aangegeven;

• 5.

  belastingplichtige: degene op wiens naam de aanslag afvalstoffenheffing is gesteld;

• 6.

  belanghebbende: de belanghebbende ten behoeve van wie een medische indicatie is afgegeven;

• 7.

  bijdrage: een tegemoetkoming in de extra kosten, vanwege het aanbieden van medisch afval, afkomstig van een belanghebbende, aan de inzameldienst als bedoeld in artikel 4.2.2.1 van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Apeldoorn 2001;

• 8.

  afvalstoffenheffing: de heffing als bedoeld in artikel 1.1 van de Verordening afvalstoffen-heffing.

• 1.

  De heffingsambtenaar kan de belastingplichtige op schriftelijke aanvraag een bijdrage toekennen vanwege het aanbieden van medisch afval.

• 2.

  De bijdrage kan betrekking hebben op het variabele deel van de afvalstoffenheffing en/of op de kosten voor het verstrekken van één extra minicontainer.

• 3.

  Het college geeft via de daartoe geëigende kanalen bekendheid aan de mogelijkheid tot het aanvragen van de in deze regeling bedoelde bijdrage.

• 1.

  De aanvraag als bedoeld in artikel 2, onder lid 1, dient te worden gedaan op een door de heffingsambtenaar vastgesteld aanvraagformulier.

• 2.

  De aanvraag dient plaats te vinden indien de gezondheidssituatie van de belanghebbende is gestabiliseerd en redelijkerwijs aannemelijk is dat een medische indicatie wordt verstrekt.

• 3.

  De aanvraag kan alleen betrekking hebben op het lopende kalenderjaar en dient elk jaar, voor 31 maart van het betreffende jaar, opnieuw te worden ingediend.

• 4.

  De belastingplichtige is verplicht alle informatie te verstrekken die de heffingsambtenaar nodig acht voor het beoordelen van de aanvraag.

• 5.

  Indien een aanvraag niet volledig is ingevuld stelt de heffingsambtenaar de aanvrager in de gelegenheid deze binnen een termijn van tenminste twee weken nadat hem dit is medegedeeld aan te vullen of te verbeteren.

• 6.

  Indien de aanvrager van de in lid 4 bedoelde verplichting tot informatieverstrekking onvoldoende nakomt, verklaart de heffingsambtenaar hem in zijn aanvraag niet-ontvankelijk. Van deze beslissing doet de heffingsambtenaar zo spoedig mogelijk mededeling aan de aanvrager, onder terugzending van de ingediende bescheiden.

• 7.

  De heffingsambtenaar deelt zijn beslissing schriftelijk mee aan de aanvrager.

• 1.

  Een bijdrage in het variabele deel van de afvalstoffenheffing wordt toegekend indien:

  ·de belastingplichtige een medische indicatie overlegt van hemzelf en/ of een medische indicatie overlegt van een belanghebbende, die huisvesting heeft in het perceel waarvoor de belastingplichtige is aangeslagen.

• 2.

  De bijdrage in het variabele deel is gelijk aan het tarief dat verschuldigd is voor 6 ledigingen van een minicontainer met restafval van 240 liter per jaar.

• 3.

  Indien de aanvraag betrekking heeft op een gedeelte van het kalenderjaar wordt de bijdrage met in achtneming van lid 1 naar evenredigheid berekend.

• 1.

  Een éénmalige bijdrage in de kosten voor de inzamelmiddelen wordt toegekend indien:

  ·de belastingplichtige een medische indicatie overlegt van hemzelf en/ of een medische indicatie overlegt van een belanghebbende, die huisvesting heeft in het perceel waarvoor de belastingplichtige is aangeslagen.

• 2.

  De éénmalige bijdrage is gelijk aan de kosten welke belastingplichtige voor het verstrekken van 1 extra minicontainer, welke het standaard aantal van 2 te boven gaat, verschuldigd is.

• 3.

  De bijdrage wordt alleen verstrekt in het jaar waarin de extra minicontainer is aangevraagd en indien de extra minicontainer is aangevraagd na 1 januari 2004.

Indien de aanvrager van mening is dat het in artikel 5, lid 1 gehanteerde aantal ledigingen te laag is, kan hij een verzoek indienen tot verhoging van het aan de bijdrage gerelateerde aantal ledigingen. De aanvrager dient aan te tonen dat hij meer afval produceert dan de norm. Dit kan door een aanvullend advies/indicatie van een onafhankelijk arts. De kosten van indicering zijn voor rekening van de gemeente. In dit geval kan de bijdrage gerelateerd worden aan maximaal 12 ledigingen van een minicontainer met restafval van 240 liter.

• 1.

  De uitbetaling van de bijdrage zal plaats vinden, in het jaar waarin de voorlopige aanslag afvalstoffenheffing wordt opgelegd. De toekenning van de bijdrage leidt niet tot het opheffen van de betalingsverplichting van het voorschot van de afvalstoffenheffing.

• 2.

  De bijdrage wordt aan de belastingplichtige uitbetaald.

• 1.

  De heffingsambtenaar kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

• 2.

  In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist de heffingsambtenaar.

Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Gemeentelijke bijdrageregeling medisch afval 2004’ en treedt in werking op 1 januari 2004.