Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Soest

Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Soest 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSoest
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels maatschappelijke ondersteuning Soest 2016
CiteertitelNadere regels maatschappelijke ondersteuning Soest 2016
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpWmo

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet maatschappelijke ondersteuning 2016

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-02-2016Verordening maatschappelijke ondersteuning Soest 2015 en art 4.81 Awb

26-01-2016

3-2-2016 Soester Courant

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Soest 2016

 

 

Hoofdstuk 1. Procedure aanvraag maatschappelijke ondersteuning

In aanvulling op de Verordening Wmo Soest 2015 artikel 2 t/m 7:

Artikel 1: Melding hulpvraag

  • 1.

    Bij ontvangst van een melding waarvoor verder onderzoek naar mogelijke ondersteuning noodzakelijk is, bevestigt het college binnen 5 werkdagen schriftelijk of per mail de ontvangst met datum van de melding;

  • 2.

    In de ontvangstbevestiging is informatie opgenomen over de mogelijkheid van het krijgen van kosteloze cliëntondersteuning, het indienen van een persoonlijk plan en eventueel aanvullende informatie welke bij de eerste afspraak moet worden meegenomen;

  • 3.

    De hulpvraag op het gebied van opvang wordt gemeld bij een door de centrumgemeente Amersfoort aan te wijzen instelling voor onderdak en begeleiding voor personen die de thuissituatie hebben verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving.

Artikel 2: Cliëntondersteuning

  • 1.

    Elke inwoner van Soest heeft ter ondersteuning van zijn belangen bij een aanvraag voor maatschappelijke ondersteuning recht op kosteloze cliëntondersteuning in de vorm van informatie, advies & algemene ondersteuning (bijvoorbeeld bij het voeren van het gesprek);

  • 2.

    Cliëntondersteuning is beschikbaar via:

a) Stichting Sensoor (24 uur per dag een anoniem luisterend oor en advies)

b) Doventolk

    • c)

      MEE

    • d)

      Bestaande balies / loketten/ informatiepunten in Soest zoals beschreven in een werkinstructie voor de gemeentelijke medewerkers;

    • 3.

      De cliënt heeft vrije keuze uit het aanbod a t/m d;

    • 4.

      Indien het aanbod van MEE bij specifieke beperkingen niet voldoet, moet nader worden overlegd met de gemeente over een passende vorm van cliëntondersteuning.

Artikel 3: Persoonlijk plan

  • 1.

    Voordat het onderzoek i.c. het gesprek van start gaat, heeft de cliënt de mogelijkheid een persoonlijk plan in te dienen;

  • 2.

    Bij het opstellen van het persoonlijk plan kan de cliënt gebruik maken van cliëntondersteuning die via de gemeente wordt aangeboden;

  • 3.

    De cliëntondersteuner ziet erop toe dat het persoonlijk plan ingaat op alle mogelijkheden waarover de cliënt zelf beschikt om een (gedeeltelijke) oplossing voor zijn probleem te vinden;

  • 4.

    Een persoonlijk plan omvat tenminste:

    • a)

      Een beschrijving van de behoeften, persoonskenmerken en voorkeur van de cliënt;

    • b)

      Een inventarisatie van de oplossingsmogelijkheden;

    • c)

      Mogelijkheden om, indien van toepassing, de mantelzorger te ondersteunen;

    • d)

      Mogelijkheden van lokaal en regionaal beschikbare algemene voorzieningen die bijdragen aan het oplossen van het probleem;

    • e)

      Mogelijkheden die ontstaan door voorliggende voorzieningen vanuit diverse regelingen, zoals zorgverzekering, openbare gezondheidszorg, jeugdhulp, (passend) onderwijs, wonen, werk en inkomen;

    • f)

      Toestemming om in het kader van de hulpvraag relevante persoonlijke gegevens uit te wisselen met personen betrokken bij de uitvoering van het plan;

  • 5.

    Indien cliënt ervoor kiest geen persoonlijk plan in te leveren, dan zijn bovengenoemde punten onderdeel van het gesprek.

Artikel 4: Advisering

  • 1.

    Het college vraagt in aanvulling op het gesprek extern advies voor zover dat noodzakelijk is om te komen tot een volledig en goed beeld van de problematiek en van de beschikbare oplossingen;

  • 2.

    Indien door het college wordt afgeweken van de inhoud van het advies, dan wordt dit te allen tijde gemotiveerd.

Artikel 5: Plan van aanpak

  • 1.

    Het plan van aanpak omvat het verslag dat een zorgvuldige weergave is van alle relevante feiten en omstandigheden die in de fase van (voor)onderzoek zijn verzameld. In het plan van aanpak is tevens een stappenplan opgenomen;

  • 2.

    Een ingediend persoonlijk plan maakt (als bijlage) onderdeel uit van het verslag;

  • 3.

    Het college verstrekt het plan van aanpak aan de cliënt zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen 5 werkdagen na het gesprek;

  • 4.

    De cliënt tekent het plan van aanpak voor gezien of akkoord en de gemeente verzoekt de cliënt een getekend exemplaar binnen zeven dagen te retourneren.

Hoofdstuk 2. Algemene voorzieningen

Artikel 6: Algemeen

  • 1.

    Een algemene voorziening op het gebied van ondersteuning en dienstverlening kan worden ingericht voor alle inwoners of voor een bepaalde doelgroep;

  • 2.

    Indien een algemene voorziening is ingericht voor een doelgroep, dan kan een toegangstoets plaatsvinden;

  • 3.

    Een toegangstoets kan worden uitgevoerd door het college of door de aanbieder van een algemene voorziening.

Hoofdstuk 3. Maatwerkvoorziening

Artikel 7: Maatwerk als sluitsteen

  • 1.

    Een cliënt komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening als niet voldoende ondersteuning mogelijk is uit eigen netwerk, met vrijwilligers of via een algemene, een algemeen gebruikelijke of wettelijke voorziening en als deze maatwerkvoorziening bijdraagt aan de zelfredzaamheid en/of deelname van de cliënt in de samenleving; combinaties van maatwerkvoorzieningen zijn mogelijk;

  • 2.

    Het al dan niet toekennen van een maatwerkvoorziening wordt via een schriftelijke beschikking aan de cliënt gecommuniceerd;

  • 3.

    Wanneer een wettelijke voorziening toereikend wordt geacht, maar het probleem niet (volledig) met deze voorziening wordt opgelost, kan een maatwerkvoorziening niet in de plaats van die voorziening komen;

  • 4.

    Indien een collectieve maatwerkvoorziening mogelijk is gaat dit voor op een individuele maatwerkvoorziening;

  • 5.

    Voor toekenning van maatwerkvoorzieningen zijn waar nodig werkinstructies voor uitvoerende medewerkers ontwikkeld.

  • 6.

    De keuze voor de maatwerkvoorziening wordt bepaald door de goedkoopst adequate oplossing;

  • 7.

    Het college bepaalt de hoogte van vergoedingen;

  • 8.

    Voor de hoogte van vergoedingen zorg in natura en pgb wordt verwezen naar de bijlage (het Financieel besluit 2016).

Artikel 8: Beschikbare maatwerkvoorzieningen

Er zijn maatwerkvoorzieningen beschikbaar :

  • 1.

    Voor vervoer en mobiliteit:

  • a.

    hulpmiddelen binnen een standaard leveringsassortiment;

  • b.

    een Wmo-vervoerspas voor de regiotaxi voor regionaal vervoer tot 575 zones per jaar;

  • c.

    een persoonsgebonden budget (pgb) voor individueel (rolstoel)taxivervoer;

  • d.

    een pgb voor vervoerskosten indien de in lid 1.b. en c genoemde maatwerkvoorzieningen niet voldoen;.

  • 2.

    Voor wonen:

  • a.

    hulpmiddelen binnen een standaard leveringsassortiment;

  • b.

    woningaanpassing (woontechnisch en/ of bouwkundig) in geval verhuizing naar een passende woning niet mogelijk is of redelijkerwijs van de cliënt niet kan worden verwacht, en er anderszins geen goedkopere adequate oplossingen beschikbaar zijn.Hierbij wordt ook meegewogen of inwoners bij de keuze van hun woning of verbouwing rekening hebben gehouden met de te verwachten beperkingen die leeftijd gerelateerd zijn. Indien binnen een periode van 6 jaar na de bouwkundige aanpassing de betreffende woning verkocht wordt en de overwaarde op de woning na de aanpassing gestegen is, wordt een deel van de overwaarde alsnog aangewend ter financiering van de bouwkundige aanpassing;

  • c.

    plaatsing van een losse woonunit indien extra leefruimte noodzakelijk is;

d. een persoonsgebonden budget voor:

-verhuizing;

-huurderving aan verhuurder;

  • -

    dubbele huur tot maximaal 6 maanden én tot maximaal de bovengrens voor huurtoeslag;

  • -

    saneren van de woning;

  • -

    verbouwingswerkzaamheden indien er om medische redenen tijdelijke huisvesting nodig is;

  • 3.

    Hulp bij het huishouden;

  • 4.

    Ondersteuning bij niet lijfsgebonden Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL);

  • 5.

    Begeleiding ( individueel of groepsgewijs (dagbesteding) of een combinatie van beide;

  • 6.

    Respijtverblijf voor volwassenen:

  • a.

    logeren gedurende maximaal 2 etmalen per week, bedoeld om de overbelasting van de mantelzorger te voorkomen of te verlichten;

  • b.

    de mogelijkheid om de etmalen op te sparen om een langere periode te logeren waardoor de mantelzorger de gelegenheid krijgt om op vakantie te gaan of in geval van plotselinge uitval van de mantelzorger;

7.Opvang voor dak- en thuislozen of na huiselijk geweld:

De toegang tot deze opvangvoorzieningen verloopt via een of meer door de centrumgemeente

Amersfoort gemandateerde zorginstellingen;

8.Beschermd wonen op GGZ-grondslag: zie hoofdstuk 6.

Hoofdstuk 4. Waardering en ondersteuning van de mantelzorger

Artikel 9: Jaarlijkse waardering

  • 1.

    Voor de jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers in Soest wordt aangesloten bij de landelijke dag van de mantelzorg;

  • 2.

    Als blijk van waardering is tevens de 100-stoelenregeling voor onder andere mantelzorgers in Soest van toepassing. Hiermee worden gratis kaartjes aangeboden bij optredens van culturele aard;

  • 3.

    Mantelzorgers ontvangen jaarlijks het mantelzorgcompliment in de vorm van een VVV-bon

  • 4.

    Aanvullend beleid op de waardering voor mantelzorgers wordt nader uitgewerkt.

Artikel 10: Mantelzorgondersteuning

  • 1.

    Bij een melding van de hulpvraag van de cliënt wordt de inzetbaarheid, de belastbaarheid en de behoefte aan ondersteuning van de mantelzorger onderzocht;

  • 2.

    De mantelzorger kan zich ook rechtstreeks melden bij het steunpunt mantelzorg. In een gesprek met de mantelzorger wordt de behoefte aan ondersteuning onderzocht;

  • 3.

    De mantelzorger kan bij (dreigende) overbelasting in de zorg verlicht worden door inzet van vrijwilligers;

  • 4.

    Indien de inzet door vrijwilliger onvoldoende oplossing biedt bij (dreigende) overbelasting van de mantelzorger kan de zorg worden verlicht door inzet van een maatwerkvoorziening voor de cliënt, zoals groeps- of individuele begeleiding, hulp bij het huishouden of respijtverblijf;

Hoofdstuk 5. Regels voor een persoonsgebonden budget (pgb)

Artikel 11: Keuze voor een pgb

  • 1.

    Bij de keuze voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een pgb dient de cliënt een pgb-plan in waaruit blijkt:

  • a.

    Welke maatwerkvoorziening met het pgb wordt ingekocht;

  • b.

    Waarom een pgb de voorkeur heeft boven zorg in natura;

  • c.

    Hoe de ondersteuning via het pgb wordt georganiseerd en hoe dit in voldoende mate bijdraagt aan het bereiken van het beoogde resultaat;

  • d.

    Op welke wijze de kwaliteit van de ondersteuning via het pgb is gewaarborgd;

  • e.

    Door wie de ondersteuning via het pgb wordt geleverd: professional in dienst van een instelling, professional niet in dienst van een instelling of een niet-professional;

  • f.

    Welke meerwaarde een niet-professional heeft boven een professional;

  • g.

    Dat in geval er pgb gewenst is voor meer personen binnen 1 huishouden, dit deel uitmaakt van 1 totaal pgb-plan;

  • h.

    Een er sprake is van een onderbouwde begroting;

  • i.

    Dat de cliënt aan het pgb verbonden taken op verantwoorde wijze kan uitvoeren, dan wel daarvoor iemand gemachtigd heeft;

  • j.

    Dat de aanwending door een niet-professional niet leidt tot (dreigende) overbelasting.

  • 2.

    Een pgb is niet mogelijk:

  • a.

    In spoedeisende situaties;

  • b.

    Voor dagbesteding in de thuissituatie;

  • c.

    Voor gebruik van opvangvoorzieningen.

Artikel 12: Hoogte van een pgb

  • 1.

    Dit wordt bepaald aan de hand van de soort maatwerkvoorziening en de door de cliënt ingediende begroting;

  • 2.

    Dit wordt berekend op basis van de volgende uitgangspunten:

  • a.

    Bemiddelingskosten, administratiekosten, een eenmalige uitkering, een feestdagenuitkering en tussenpersonen of belangenbehartigers mogen niet uit een pgb worden betaald;

  • b.

    Reiskosten mogen wel uit een pgb worden betaald;

  • c.

    Budgethouders mogen een vast maandloon afspreken met hun zorgverlener;

  • d.

    Er wordt geen vrij besteedbaar bedrag binnen het pgb gehanteerd.

  • 3.

    Aanvullende uitgangspunten voor een pgb voor aanpassingen aan de eigen auto:

  • a.

    De eigen auto mag niet ouder zijn dan 3 jaar en de afschrijvingstermijn is ten minste vijf jaar;

  • b.

    Het overzetten van noodzakelijke aanpassingen uit de ene eigen auto naar een andere eigen auto kan ongeacht de leeftijd van de auto waarin de aanpassingen worden geplaatst - zolang deze aanpassingen nog adequaat zijn;

  • c.

    Het pgb wordt verhoogd met de noodzakelijke kosten voor rij- en gewenningslessen;

  • 4.

    Aanvullende uitgangspunten voor een pgb voor een woonvoorziening (hulpmiddel, woningaanpassing of losse woonunit): de hoogte is gelijk aan de door het college goedgekeurde offerte, eventueel verhoogd met instandhoudingkosten bedoeld voor reparatie en onderhoud van de desbetreffende voorziening;

  • 5.

    Voor hulp bij het huishouden worden 2 tarieven gehanteerd:

    • a)

      Een tarief voor professionals in dienst van een instelling;

    • b)

      Een tarief voor particulieren;

  • 6.

    Per onderscheiden type groeps- of individuele begeleiding, voor ondersteuning bij ADL en voor respijtverblijf voor volwassenen, worden 3 tariefgroepen gehanteerd, namelijk:

    • a)

      Een tarief voor professionals in dienst van een instelling per uur of per resultaat, ;

    • b)

      Een tarief voor professional niet in dienst van een instelling ;

    • c)

      Een tarief voor niet-professionals;

  • 7.

    Voor een pgb voor beschermd wonen: zie hoofdstuk 6.

Artikel 13: Bestedingstermijn

  • 1.

    De cliënt kan schriftelijk en gemotiveerd vragen het pgb later te mogen aanwenden dan zes maanden na toekenning van de voorziening;

  • 2.

    Dit verzoek wordt gehonoreerd indien latere aanwending van het budget onvermijdbaar is en de cliënt nog steeds is aangewezen op de voorziening.

Hoofdstuk 6. Beschermd wonen

Artikel 14: Toegang tot beschermd wonen

  • 1.

    Beschermd wonen is een maatwerkvoorziening op GGZ-grondslag.

  • 2.

    De toegang tot beschermd wonen (in natura of met pgb) verloopt in nauwe samenwerking tussen de gemeente (Toeleiding, sociaal domein teams) en “centrumgemeente” Amersfoort (regionale budgethouder beschermd wonen).

Artikel 15: Pgb beschermd wonen

  • 1.

    Een pgb voor beschermd wonen is in beginsel alleen mogelijk indien sprake is van een kleinschalige woonvorm die bestaat uit minimaal 3 en maximaal 26 bewoners en waarbij aan de volgende cumulatieve eisen wordt voldaan:

  • a.

    De bewoners staan bij de gemeente ingeschreven op één adres, op aaneengesloten adressen of adressen die dichtbij elkaar liggen (binnen een straal van 100 meter);

  • b.

    De bewoners hebben een gemeenschappelijke ruimte voor gezamenlijke activiteiten;

  • c.

    De kleinschalige woonvorm voldoet aan dezelfde kwaliteitseisen als de gecontracteerde instellingen voor beschermd wonen.

  • 2.

    Verblijf bij ouders of wettelijke vertegenwoordigers valt niet onder een kleinschalige woonvorm hetgeen een pgb dan in beginsel uitsluit.

  • 3.

    Het pgb voor beschermd wonen is – net als onder de AWBZ – bedoeld voor vergoeding van zorgkosten.

  • 4.

    Bij toekenning van een pgb beschermd wonen wordt getoetst of de budgethouder in aanmerking komt voor een wooninitiatieventoeslag.

  • a.

    De Wooninitiatieventoeslag is bestemd voor kosten gemaakt voor het organiseren van de zorg van pgb-houders en infrastructuur in het kader van doelmatige zorgverlening en voor zover het niet mogelijk is deze te financieren uit voorliggende voorzieningen, waaronder het pgb beschermd wonen.

  • b.

    Beschikkingen voor de wooninitiatieventoeslag die voor 2016 zijn afgegeven worden in geval van herindicatie verlengd tot 31 december 2016 en bij doorlopende pgb’s tot afloop van de pgb.

  • 5.

    De gemachtigde of vertegenwoordiger mag niet ook de uitvoerder zijn van de ondersteuning via het pgb;

  • 6.

    Van deze regels kan in het kader van het leveren van maatwerk gemotiveerd worden afgeweken.

Artikel 16: Hoogte van Pgb beschermd wonen

Er worden 2 tariefgroepen gehanteerd, zowel voor een pgb beschermd wonen als voor overbruggingszorg (pgb indicatie maar op een wachtlijst):

  • a.

    Een tarief voor zorgverlening door professionals in dienst van een instelling;

  • b.

    Een tarief voor professionals niet in dienst van een instelling.

Hoofdstuk 7. Bijdrage in de kosten

Artikel 17: Bijdrage in de kosten van algemene voorzieningen

  • 1.

    Voor het gebruik van een algemene voorziening kan een bijdrage in de kosten worden gevraagd door de aanbieder;

  • 2.

    De aanbieder van de algemene voorziening bepaalt de hoogte van de bijdrage in de kosten. Deze bijdrage kan niet hoger zijn dan de kostprijs.

  • 3.

    De kosten voor het gebruik van een algemene voorziening kunnen (deels) voor rekening van de aanvrager komen en worden niet betrokken bij de berekening van een eigen bijdrage voor een eventuele maatwerkvoorziening.

Artikel 18: Eigen bijdrage in de kosten van een maatwerkvoorziening

  • 1.

    Voor een maatwerkvoorziening, voor zorg in natura, dan wel pgb, wordt aan de cliënt een eigen bijdrage gevraagd, maar niet langer dan dat hij van de maatwerkvoorziening gebruik maakt of gedurende de periode waarvoor het pgb wordt verstrekt;

  • 2.

    Voor de bepaling van de hoogte van de eigen bijdragen en inkomensgrenzen wordt aangesloten bij het uitvoeringsbesluit Wmo 2015;

  • 3.

    Het aantal perioden van 4 weken waarover een eigen bijdrage wordt berekend, is afhankelijk van de kostprijs van de voorziening;

  • 4.

    De eigen bijdrage wordt, bij afschrijving van voorzieningen, maximaal tot het moment dat de voorziening economisch is afgeschreven, opgelegd;

  • 5.

    De eigen bijdrage voor opvangvoorzieningen verloopt via de centrumgemeente Amersfoort.

Hoofdstuk 8. Betrekken van ingezetenen bij beleid

Artikel 19. Betrekken van ingezetenen bij beleid

1.Op basis van artikel 21 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Soest 2015 zorgt het college ervoor dat ingezetenen van de gemeente, waaronder cliënten en hun vertegenwoordigers worden betrokken bij het voorbereiden van het beleid. Daarnaast stelt het college ingezetenen van de gemeente vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen.

1. In 2016 wordt er een adviesraad sociaal domein gevormd die het college vanuit burgerperspectief gevraagd en ongevraagd adviseert op het brede sociaal domein.

Hoofdstuk 9. Meldingsregeling calamiteiten en geweld

Artikel 20. Meldingsregeling van ingezetenen bij beleid

  • 1.

    Op basis van artikel 16 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Soest treft het college een nadere regeling voor het melden van calamiteiten en geweldsincidenten bij de verstrekking van een voorziening door een aanbieder;

  • 2.

    Op basis van deze regeling wijst het college een toezichthoudend ambtenaar aan.

Hoofdstuk 10. Inwerkingtreding en overgangsrecht

Artikel 21. Intrekken Nadere regels Wmo 2015

De Nadere regels Wmo Soest 2015 vervallen met het ingaan van de Nadere regels Wmo Soest 2016.

Artikel 22 Ingangsdatum

De Nadere regels Wmo Soest 2016 treden in werking op 1 februari 2016

Soest, 26 januari 2016

Burgemeester en wethouders van Soest,

de secretaris, de burgemeester,

A.R. Veenstra R.T. Metz

Bijlage 1: Financieel besluit 2016

Burgemeester en wethouders van Soest

Gelet op

  • -

    Nadere regels Wmo Soest 2016

  • -

    Nadere regels Jeugd Soest 2016

BESLUIT:

Het volgende financiële besluit vast te stellen:

Financieel besluit bij de verordening en nadere regels maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp 2016

1.Hulpmiddelen voor vervoer en wonen

De volgende hulpmiddelen zijn beschikbaar binnen een standaard leveringsassortiment.

Uit concurrentieoverwegingen kunnen categorieprijzen niet worden gepubliceerd.

Voor de hulpmiddelen hebben de gezamenlijke regiogemeenten namelijk niet vooraf een tarief per eenheid bepaald.

Nr

Categorie

1

Handbewogen rolstoel voor incidenteel gebruik (lichtgewicht uitvoering)

2

Handbewogen rolstoel voor dagelijks gebruik

3

Handbewogen rolstoel voor actief gebruik, vouwframe

4

Handbewogen rolstoel voor actief gebruik, vastframe

5

Comfortrolstoel voor permanent/langdurend gebruik

6

Elektrische rolstoel voor binnen (beperkt buiten) gebruik

7

Elektrische rolstoel voor binnen/buiten gebruik

8

Scootmobiel compact

9

Scootmobiel voor buiten gebruik (incl. "extra" geveerd)

10

Driewielfietsen voor volwassenen en kinderen vanaf 5 jaar

11

Driewielfietsen voor kinderen van 2 tot 5 jaar

12

Buggy's

13

Kinderduwwandelwagens

14

Kinderrolstoelen handbewogen

15

Verrijdbare tilliften (passief)

16

Verrijdbare tilliften (actief)

17

Douche/ toilethulpmiddelen, inclusief badliften

18

Universele "losse" elektrische hulpaandrijving voor gebruiker, dan wel begeleider

19

Universeel aankoppelbaar fietsdeel, al dan niet met elektrische ondersteuning

20

Producten buiten "standaard" leveringsassortiment

Bruikleen verstrekking

Indien de voorziening in bruikleen wordt verstrekt zal betaling rechtstreeks met de desbetreffende leverancier worden verrekend. In de leveringsafspraken staat dat individueel aanpassingen inbegrepen zijn.

Persoonsgebonden budget (pgb) voor hulpmiddelen zoals een rolstoel

De hoogte van het pgb voor aanschaf van een hulpmiddel (rolstoel) is gelijk aan de kostprijs zoals deze door de gemeente wordt betaald aan de gecontracteerde aanbieder. Dit pgb wordt zo nodig verhoogd met kosten van individuele aanpassingen en instandhoudingkosten per jaar zolang de technische levensduur van de voorziening niet is verstreken en de kosten niet vallen onder garantiebepalingen van de leverancier.

Het pgb wordt uitbetaald op basis van trekkingsrecht of kan – in geval van eenmalige uitbetaling – ook rechtstreeks gedeclareerd worden bij de gemeente Soest.

2.Vervolg maatwerkvoorzieningen vervoer en mobiliteit

Berekening pgb voor vervoer

Voor gebruik van taxi, rolstoeltaxi en eigen auto zijn normbedragen op jaarbasis vastgesteld.

Op de norm wordt een korting toegepast op grond van verblijf in een WLZ-instelling, een samenvallende vervoersbehoefte, een beperkte vervoersbehoefte of andere aanwezige vervoersvoorzieningen.

Een pgb wordt uitbetaald op basis van trekkingsrecht. Het vierwekelijks rechtstreeks declareren bij de gemeente Soest is ook mogelijk.

100% voor 12-jarigen en ouder

  • ·

    Individueel taxivervoer (2000 km x € 1,72) per jaar € 3.440,00.

  • ·

    Individueel rolstoeltaxivervoer (2000 km x € 1,97) per jaar € 3.940,00.

  • ·

    Bruikleenautobudget (Bron UWV 2000 km x € 0,34) per jaar € 680,00 .

75% voor 4 tot 12-jarigen

  • ·

    Individueel taxivervoer per jaar € 2.613,00.

  • ·

    Individueel rolstoeltaxivervoer per jaar € 3.001,00.

  • ·

    Bruikleenautobudget per jaar € 512,00.

75% p.p. voor echtparen die beiden zijn geïndiceerd

  • ·

    Individueel taxivervoer per jaar € 5.226,00.

  • ·

    Individueel rolstoeltaxivervoer per jaar € 6.002,00.

  • ·

    Bruikleenautobudget per jaar € 1.024,00.

25% aanvullend op collectief vervoer

  • ·

    Individueel taxivervoer per jaar € 871,00.

  • ·

    Individueel rolstoeltaxivervoer per jaar € 1.000,00.

50% voor bewoners van WLZ-instellingen

  • ·

    Individueel taxivervoer per jaar € 1.742,00.

  • ·

    Individueel rolstoeltaxivervoer per jaar € 2.001,00.

  • ·

    Bruikleenautobudget per jaar € 341,00.

Sportvoorzieningen

Er kan een pgb worden toegekend tot maximaal € 3.392,00 bedoeld voor aanschaf, onderhoud en reparatie van een sportrolstoel of vergelijkbare voorziening voor een periode van ten minste 3 jaar.

3.Vervolg maatwerkvoorzieningen wonen

Pgb losse woonunit

De hoogte van het persoonsgebonden budget voor een losse woonunit is gelijk aan de door het college goedgekeurde offerte, eventueel verhoogd met instandhoudingkosten bedoeld voor reparatie en onderhoud van de desbetreffende voorziening.

Indien de gemeente een onderhoudscontract met een voorkeursleverancier heeft afgesloten voor de levering van onderhoud en reparatie gelden de prijzen uit het desbetreffende onderhoudscontract - exclusief eventueel bedongen korting - als uitgangpunt.

Pgb woningaanpassingen

De kosten voor woontechnische en bouwkundige woningaanpassingen worden uitbetaald - op basis van trekkingsrecht tot maximaal 100% van de goedgekeurde offertekosten. Indien de geschatte aanpaskosten het bedrag van € 6.807,00 passeren dienen minimaal drie offertes (gesplitst in kosten van volumes/onderdelen, gebruikte materialen en arbeid) te worden aangevraagd en ingediend. Daarbij gelden voor bouwkundige of woontechnische voorzieningen de volgende maxima:

  • € 949,00 in een woonwagen die binnen 5 jaar is afgeschreven of waarvan de standplaats binnen 5 jaar wordt opgeheven.

  • € 6.807,00 voor het bezoekbaar maken van een woning.

Onderhoud en reparatie van woonvoorzieningen, mits niet verwijtbaar

De vergoeding bedraagt 100% van de werkelijke kosten en wordt uitsluitend verstrekt voor de onderstaande voorzieningen voor zover binnen deze regeling verstrekt en (nog) noodzakelijk geacht:

  • -

    alle vormen van hef- en trapliften

  • -

    patiententilliften

  • -

    mechanisme voor een hoog / laag verstelbaar keukenblok

  • -

    elektromechanische openings - en sluitingsmechanisme van deuren

  • -

    intercom met elektrische slotplaat

  • -

    onderspoeling- en föhninrichting

Indien de gemeente een onderhoudscontract met een voorkeursleverancier heeft afgesloten voor de levering van onderhoud en reparatie gelden de prijzen uit het desbetreffende onderhoudscontract - exclusies eventueel bedongen korting - als uitgangpunt.

Verhuiskosten

De maximale vergoeding voor verhuiskosten op declaratiebasis bedraagt € 3.427,00.

Huurderving

Huurderving op basis van de werkelijke kosten, gedurende maximaal 6 maanden, met een maximum van 100% van de maximale huur, waarbij huurtoeslag wordt verstrekt.

Saneren van de woning

Kosten voor vervanging van vloerbedekking niet ouder dan 7 jaar is mogelijk op declaratiebasis met een maximum van € 35,00 per m2 (inclusief arbeid, noodzakelijke materialen en BTW).

4.Hulp bij het huishouden

Er zijn 3 producten Hulp bij het huishouden (HH):

  • -

    HH 1 omvat alledaagse huishoudelijke (schoonmaak)werkzaamheden

  • -

    HH 2 is t.o.v. HH1 uitgebreid met hulp bij de organisatie van de huishouding

  • -

    HH 3 is t.o.v. Hh2 uitgebreid met tijdelijke overname in een ontregelde huishouding

Uit concurrentieoverwegingen kunnen de uurtarieven van HH in natura niet worden gepubliceerd. De gemeente Soest heeft namelijk niet vooraf een tarief per eenheid bepaald.

De hoogte van het pgb voor HH is gebaseerd op de volgende uurtarieven:

Product HH

Eenheid

Tarief professional in dienst van instelling

Tarief

particulier

HH 1

Uur

€ 20,00

€ 15,00

HH 2

Uur

€ 22,00

€ 15,00

HH 3

Uur

€ 22,00

€ 15,00

5.Maximum PGB-tarieven per Nza-code voor Wmo

Per onderscheiden product worden 3 tariefgroepen gehanteerd, namelijk:

  • a.

    een tarief voor professionals in dienst van een instelling: 90% van het ZiN tarief per eenheid;

  • b.

    een tarief voor professionals niet in dienst van een instelling: 75% van het ZiN tarief per eenheid;

  • c.

    een tarief voor niet-professionals: 50% van het ZiN tarief per eenheid.

Product 2016

Eenheid

90%

tarief per eenheid

75%

tarief per eenheid

50%

tarief per eenheid

Ondersteuning bij Algemene dagelijkse levensverrichtingen

Uur

€ 37,80

€ 31,50

€ 21,00

Begeleiding, praktische ondersteuning

Uur

€ 37,80

€ 31,50

€ 21,00

Specialistische Begeleiding

Uur

€ 65,48

€ 54,56

€ 36,38

Respijtverblijf voor volwassenen

Etmaal

€ 45,00

€ 37,50

€ 25,00

Begeleiding op de werkvloer

Uur

€ 45,00

€ 37,50

€ 25,00

Dagactiviteit Basis Volwassenen

Dagdeel

€ 36,00

€ 30,00

€ 20,00

Dagactiviteit Plus Volwassenen

Dagdeel

€ 45,00

€ 37,50

€ 25,00

Dagactiviteit Basis Ouderen

Dagdeel

€ 26,55

€ 22,13

€ 14,75

Dagactiviteit Plus Ouderen

Dagdeel

€ 45,00

€ 37,50

€ 25,00

Opslag Vervoer Basis

Dag

€ 5,94

€ 4,95

€ 3,30

Opslag Vervoer Plus

Dag

€ 17,10

€ 14,25

€ 9,50

6.MMaximum pgb tarieven Beschermd Wonen

Binnen Beschermd wonen wordt het volgende onderscheid in pgb-tarieven gemaakt:

  • a.

    de zorgverlening door professionals in dienst van een instelling: gebaseerd op de oude AWBZ-tarieven met een korting van 12% (zogenaamd standaardtarief);

  • b.

    Professionals niet in dienst van een instelling: 75% van het standaardtarief (verlaagd tarief).

Conform artikel 15 Nadere regels WMO 2016 kwalificeert informele zorg, zoals wonen bij ouders of wettelijke vertegenwoordigers, zich niet voor een pgb Beschermd wonen.

Ingeval van op de wachtlijst staan voor Beschermd wonen, is een pgb voor overbruggingszorg mogelijk. Hierbij worden de volgende tariefgroepen gehanteerd:

  • a.

    Voor zorgverlening door professionals in dienst van een instelling: 90% van het Zin-tarief per eenheid;

  • b.

    Voor professionals niet in dienst van een instelling: 75% van het ZiN-tarief per eenheid.

Product Beschermd wonen

Eenheid

Standaard tarief

Verlaagd tarief

1 GGZ C zonder BG-groep

Dag

€ 37,72

€ 28,29

1 GGZ C met BG-groep

Dag

€ 61,18

€ 45,89

1 GGZ C met BG-groep en vervoer

Dag

€ 63,98

€ 47,99

2 GGZ C zonder BG-groep

Dag

€ 66,16

€ 49,62

2 GGZ C met BG-groep

Dag

€ 89,62

€ 67,22

2 GGZ C met BG-groep en vervoer

Dag

€ 92,42

€ 69,32

3 GGZ C zonder BG-groep

Dag

€ 73,32

€ 54,99

3 GGZ C met BG-groep

Dag

€ 96,78

€ 72,59

3 GGZ C met BG-groep en vervoer

Dag

€ 99,58

€ 74,69

4 GGZ C zonder BG-groep

Dag

€ 92,88

€ 69,66

4 GGZ C met BG-groep

Dag

€ 116,34

€ 87,26

4 GGZ C met BG-groep en vervoer

Dag

€ 119,15

€ 89,36

5 GGZ C zonder BG-groep

dag

€ 100,65

€ 75,49

5 GGZ C met BG-groep

dag

€ 124,12

€ 93,09

5 GGZ C met BG-groep en vervoer

dag

€ 126,91

€ 95,18

6 GGZ C zonder BG-groep

dag

€ 137,42

€ 103,07

6 GGZ C met BG-groep

dag

€ 160,88

€ 120,66

6 GGZ C met BG-groep en vervoer

Dag

€ 163,68

€ 122,76

 

 

 

 

Product Overbruggingszorg Beschermd wonen

Eenheid

90%

tarief per eenheid

75%

tarief per

eenheid

Begeleiding, praktische ondersteuning BW

uur

€ 37,80

€ 31,50

Begeleiding, specialistisch BW

uur

€ 65,48

€ 54,56

Begeleiding, werkvloer volwassene BW

uur

€ 45,00

€ 37,50

Dagactiviteit basis volwassene BW

dagdeel

€ 36,00

€ 30,00

Vervoer dagbesteding BW

dag

€ 4,43

€ 3,69

7. Maximum pgb-tarieven per Nza-code voor jeugdzorg: zie bijlage bij nadere regels jeugd 2016.

9. Wooninitiatieven toeslag voor wonen met een pgb ZZP-C, ZZP LVG of ZZP VG,

De hoogte van de wooninitiatieventoeslag zoals bedoeld in artikel 15 lid 4 van de Nadere regels Wmo Soest 2016 bedraagt jaarlijks maximaal €4.000 per cliënt.

10 Hardheidsclausule

Indien een pgb wordt aangevraagd voor een functiecode waarvoor geen tarief is vastgesteld heeft het college de bevoegdheid alsnog een tarief vast te stellen.

Soest, 26 januari 2016

Burgemeester en wethouders van Soest,

de secretaris, de burgemeester,

A.R. Veenstra R.T. Metz