Organisatie | Soest |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels verordening jeugd Soest 2016 |
Citeertitel | Nadere regels verordening jeugd 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | jeugdhulp |
Geen
Jeugdwet art 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1. vierde lid
Verordening jeugdhulp 2015 Soest, art 2 derde lid, artikel 7, derde en vierde lid
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2016 | Verordening jeugdhulp 2015 en art 4.81 Awb | 26-01-2016 Soester Courant 3-2-2016 | Onbekend |
Hoofdstuk 1: Vormen van jeugdhulp
Artikel 1. Overige voorzieningen
De volgende overige voorzieningen zijn beschikbaar: a. Informatie en opvoedadvies; b. Preventie opvoed- en opgroeiondersteuning individueel; c. Preventie opvoed- en opgroeiondersteuning groepsgewijs; Artikel 2. Individuele voorzieningenDe volgende individuele voorzieningen zijn beschikbaar:
Hoofdstuk 2: Toegang jeugdhulp via de gemeenteArtikel 3. Toegang jeugdhulp via de gemeente, melding hulpvraag
Het college verzamelt alle voor het onderzoek, bedoeld in artikel 5, van belang zijnde en toegankelijke gegevens over de jeugdige en zijn situatie en maakt vervolgens zo spoedig mogelijk met hem een afspraak voor een gesprek. Hierbij brengt het college de jeugdige en zijn ouders op de hoogte van de mogelijkheid om binnen een redelijke termijn een familiegroepsplan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet op te stellen. Als de jeugdige en zijn ouders daarom verzoeken, draagt het college zorg voor ondersteuning bij het opstellen van een familiegroepsplan.
Voor het gesprek verschaffen de jeugdige of zijn ouders aan het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover zij redelijkerwijs de beschikking kunnen krijgen. De jeugdige of zijn ouders verstrekken in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.
Het college kan in overleg met de jeugdige of zijn ouders afzien van een vooronderzoek als bedoeld in het eerste en tweede lid.
Hoofdstuk 3: Regels voor persoonsgebonden budget
Artikel 8. Wijze waarop de hoogte van het persoonsgebonden budget (pgb) wordt vastgesteld
Het tarief voor een pgb: a. is gebaseerd op een door de jeugdige of zijn ouders opgesteld plan over hoe zij het pgb gaan besteden; b. is toereikend om effectieve en kwalitatief goede zorg in te kopen, en c. bedraagt ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate individuele voorziening in natura.
Bij de berekening van de hoogte van een pgb hanteert het college de volgende uitgangspunten: a. bemiddelingskosten, administratiekosten, een eenmalige uitkering en een feestdagenuitkering mogen niet uit een pgb worden betaald b. reiskosten mogen uit een pgb worden betaald c. budgethouders mogen een vast maandloon afspreken met hun zorgverlener d. er wordt geen vrij besteedbaar bedrag binnen het pgb gehanteerd
Hoofdstuk 4: Overige bepalingen
Artikel 9. Inspraak en medezeggenschap
Op basis van artikel 21 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Soest 2015 zorgt het college ervoor dat ingezetenen van de gemeente, waaronder cliënten en hun vertegenwoordigers worden betrokken bij het voorbereiden van het beleid. Daarnaast stelt het college ingezetenen van de gemeente vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen.
Vastgesteld in het college van 26 januari 2016,
De secretaris, de burgemeester,
Bijlage 1: Financieel besluit 2016
Burgemeester en wethouders van Soest
Het volgende financiële besluit vast te stellen:
Financieel besluit bij de verordening en nadere regels maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp 2016
1.Hulpmiddelen voor vervoer en wonen
De volgende hulpmiddelen zijn beschikbaar binnen een standaard leveringsassortiment.
Uit concurrentieoverwegingen kunnen categorieprijzen niet worden gepubliceerd.
Voor de hulpmiddelen hebben de gezamenlijke regiogemeenten namelijk niet vooraf een tarief per eenheid bepaald.
Indien de voorziening in bruikleen wordt verstrekt zal betaling rechtstreeks met de desbetreffende leverancier worden verrekend. In de leveringsafspraken staat dat individueel aanpassingen inbegrepen zijn.
Persoonsgebonden budget (pgb) voor hulpmiddelen zoals een rolstoel
De hoogte van het pgb voor aanschaf van een hulpmiddel (rolstoel) is gelijk aan de kostprijs zoals deze door de gemeente wordt betaald aan de gecontracteerde aanbieder. Dit pgb wordt zo nodig verhoogd met kosten van individuele aanpassingen en instandhoudingkosten per jaar zolang de technische levensduur van de voorziening niet is verstreken en de kosten niet vallen onder garantiebepalingen van de leverancier.
Het pgb wordt uitbetaald op basis van trekkingsrecht of kan – in geval van eenmalige uitbetaling – ook rechtstreeks gedeclareerd worden bij de gemeente Soest.
2.Vervolg maatwerkvoorzieningen vervoer en mobiliteit
Voor gebruik van taxi, rolstoeltaxi en eigen auto zijn normbedragen op jaarbasis vastgesteld.
Op de norm wordt een korting toegepast op grond van verblijf in een WLZ-instelling, een samenvallende vervoersbehoefte, een beperkte vervoersbehoefte of andere aanwezige vervoersvoorzieningen.
Een pgb wordt uitbetaald op basis van trekkingsrecht. Het vierwekelijks rechtstreeks declareren bij de gemeente Soest is ook mogelijk.
75% p.p. voor echtparen die beiden zijn geïndiceerd
25% aanvullend op collectief vervoer
50% voor bewoners van WLZ-instellingen
Er kan een pgb worden toegekend tot maximaal € 3.392,00 bedoeld voor aanschaf, onderhoud en reparatie van een sportrolstoel of vergelijkbare voorziening voor een periode van ten minste 3 jaar.
3.Vervolg maatwerkvoorzieningen wonen
De hoogte van het persoonsgebonden budget voor een losse woonunit is gelijk aan de door het college goedgekeurde offerte, eventueel verhoogd met instandhoudingkosten bedoeld voor reparatie en onderhoud van de desbetreffende voorziening.
Indien de gemeente een onderhoudscontract met een voorkeursleverancier heeft afgesloten voor de levering van onderhoud en reparatie gelden de prijzen uit het desbetreffende onderhoudscontract - exclusief eventueel bedongen korting - als uitgangpunt.
De kosten voor woontechnische en bouwkundige woningaanpassingen worden uitbetaald - op basis van trekkingsrecht tot maximaal 100% van de goedgekeurde offertekosten. Indien de geschatte aanpaskosten het bedrag van € 6.807,00 passeren dienen minimaal drie offertes (gesplitst in kosten van volumes/onderdelen, gebruikte materialen en arbeid) te worden aangevraagd en ingediend. Daarbij gelden voor bouwkundige of woontechnische voorzieningen de volgende maxima:
Onderhoud en reparatie van woonvoorzieningen, mits niet verwijtbaar
De vergoeding bedraagt 100% van de werkelijke kosten en wordt uitsluitend verstrekt voor de onderstaande voorzieningen voor zover binnen deze regeling verstrekt en (nog) noodzakelijk geacht:
Indien de gemeente een onderhoudscontract met een voorkeursleverancier heeft afgesloten voor de levering van onderhoud en reparatie gelden de prijzen uit het desbetreffende onderhoudscontract - exclusies eventueel bedongen korting - als uitgangpunt.
De maximale vergoeding voor verhuiskosten op declaratiebasis bedraagt € 3.427,00.
Huurderving op basis van de werkelijke kosten, gedurende maximaal 6 maanden, met een maximum van 100% van de maximale huur, waarbij huurtoeslag wordt verstrekt.
Kosten voor vervanging van vloerbedekking niet ouder dan 7 jaar is mogelijk op declaratiebasis met een maximum van € 35,00 per m2 (inclusief arbeid, noodzakelijke materialen en BTW).
Er zijn 3 producten Hulp bij het huishouden (HH):
Uit concurrentieoverwegingen kunnen de uurtarieven van HH in natura niet worden gepubliceerd. De gemeente Soest heeft namelijk niet vooraf een tarief per eenheid bepaald.
De hoogte van het pgb voor HH is gebaseerd op de volgende uurtarieven:
5.Maximum PGB-tarieven per Nza-code voor Wmo
Per onderscheiden product worden 3 tariefgroepen gehanteerd, namelijk:
6.MMaximum pgb tarieven Beschermd Wonen
Binnen Beschermd wonen wordt het volgende onderscheid in pgb-tarieven gemaakt:
Conform artikel 15 Nadere regels WMO 2016 kwalificeert informele zorg, zoals wonen bij ouders of wettelijke vertegenwoordigers, zich niet voor een pgb Beschermd wonen.
Ingeval van op de wachtlijst staan voor Beschermd wonen, is een pgb voor overbruggingszorg mogelijk. Hierbij worden de volgende tariefgroepen gehanteerd:
7.Maximum pgb-tarieven per Nza-code voor jeugdzorg
9. Wooninitiatieven toeslag voor wonen met een pgb ZZP-C, ZZP LVG of ZZP VG,
De hoogte van de wooninitiatieventoeslag zoals bedoeld in artikel 15 lid 4 van de Nadere regels Wmo Soest 2016 bedraagt jaarlijks maximaal €4.000 per cliënt.
Indien een pgb wordt aangevraagd voor een functiecode waarvoor geen tarief is vastgesteld heeft het college de bevoegdheid alsnog een tarief vast te stellen.
Burgemeester en wethouders van Soest,