Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Social Return Den Haag |
Citeertitel | Beleidsregels Social Return Den Haag 2016 |
Vastgesteld door | gemandateerde functionaris |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Besluit tot wijziging Beleidsregel Social Return Den Haag 2016 |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-09-2020 | wijziging | 25-09-2020 | |||
01-07-2016 | 25-09-2020 | Wijziging bestaande regeling | 28-06-2016 Dit besluit wordt gepubliceerd in het gemeenteblad van week <weeknummer> van 2016 en zal met ingang van donderdag 30 juni 2016, inclusief toelichting en bijlagen, terug te vinden zal zijn op de site www.denhaag.nl/bestuurlijkestukken | BSW/2016.78 |
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS,
Bij besluit van 6 januari 2015 het college de Beleidsregels Social Return Den Haag 2015 heeft vastgesteld (BSW/2014.165, RIS 280010); Deze beleidsregels op enkele punten wijziging behoeven ten opzichte van het besluit zoals vastgesteld op 6 januari 2015. Met het invoegen van deze wijzigingen in de Beleidsregels Social Return Den Haag wordt de inmiddels bestaande praktijk geformaliseerd.
Het college van burgemeester en wethouders,
De secretaris, de burgemeester,
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
Tot werkzoekenden behoren tevens personen die minder dan 12 maanden voorafgaand aan het tot stand komen van de overeenkomst arbeid hebben aanvaard bij de opdrachtnemer en daarvoor tot een van voornoemde categorieën behoorden.
Indien de gemeente tot het oordeel komt dat onvoldoende plaatsing van werkzoekenden kan worden gerealiseerd op de opdracht, kan de gemeente als bijzondere uitvoeringsvoorwaarde opnemen dat bij de uitvoering van de opdracht gebruik wordt gemaakt van alternatieve inzet, ook co-creatief genoemd. Dit wordt vooraf vastgelegd in het inkoopkader, bestek, de offerteaanvraag of het programma van eisen. In dat geval leveren ondernemers op een andere, nader af te spreken wijze hun bijdrage aan de re-integratie en participatie van werkzoekenden.
Artikel 4 Verplichting opdrachtnemer (Social Return)
In bijzondere gevallen kan de gemeente gelet op de aard of duur van de opdracht danwel gelet op de regionale arbeidsmarktsituatie afwijken van de hiervoor genoemde percentages.
Artikel 5 Verantwoordingsverplichtingen
Burgemeester en wethouders gaan na op welke wijze gevolg wordt gegeven aan deze beleidsregels en zullen indien dat naar hun oordeel noodzakelijk is daartoe nadere beleidsregels vaststellen.
Artikel 7 Invoering en overgangsbepalingen
Social Return is een instrument om via het gemeentelijk inkoopbeleid vorm te geven aan maatschappelijke doelstellingen. Zo maakt de gemeente werk van inkoopkracht. Dat doet de gemeente door het strategisch combineren van doelstellingen en het aanwenden van inkoopkracht om sociale en economische doelstellingen samen met ondernemers te realiseren. Daarbij hanteert de gemeente als haar visie:
De gemeente realiseert maatschappelijke doelstellingen (PPP) via inkoopkracht; we kopen niet alleen een ‘product’ (een weg, een schoongemaakt gebouw, kerstpakketten of een opknapbeurt voor een gemeentelijk gebouw), maar zorgen dat dat ook gebeurt op een manier die bijdraagt aan maatschappelijke doelen. Social Return is er daar een van.
De Beleidsregels Social Return Den Haag 2016 zijn een uitwerking van het gemeentelijk inkoopbeleid en volgen dezelfde uitgangspunten als de Beleidsregels Social Return Den Haag 2015.
Inkopen (via aanbesteding) volgt pas nadat vastgesteld is, dat de gemeente zelf de taak niet kan uitvoeren. Om die reden is in het gemeentelijk inkoopbeleid al eerder vastgelegd dat de gemeente eerst nagaat of de Haeghe Groep (of een andere gemeentelijk dienst) de betreffende dienst kan leveren c.q. de werkzaamheden kan verrichten of de levering kan doen. De inkoper kan advies inwinnen bij Werkgeversservicepunt (WSP) of inbesteding mogelijk is. WSP faciliteert de inkoper door te onderzoeken bij het SW-bedrijf of de gevraagde dienst geleverd kan worden (idem voor werken of leveringen). WSP stelt de inkoper hiervan op de hoogte.
De gemeente past het Social Return beleid toe op aanbestedingen boven het drempelbedrag van de Europese aanbestedingsprocedure voor decentrale overheden voor Leveringen en Diensten op grond van de Aanbestedingswet. Dit bedrag hanteert de gemeente als het drempelbedrag voor de toepassing van Social Return. Daarmee ontstaat uniformiteit in de drempelwaarden. Op dit moment is het drempelbedrag € 209.000. De regeling is ook van toepassing op Werken vanaf hetzelfde drempelbedrag.
In beginsel wordt de Social Return verplichting opgelegd als bijzondere uitvoeringsvoorwaarde. Er wordt geen Social Return voorwaarde opgenomen als op voorhand vaststaat dat de opdracht onvoldoende arbeid bevat om toe te passen. De gemeente maakt hierin een overweging door onder andere rekening te houden met de aard van de opdracht, de mate van specialistische arbeid en of er sprake is van een arbeidsextensieve opdracht.
De gemeente hanteert in haar aanbestedingsbeleid drempelbedragen in euro (€) en exclusief BTW. Zie: http://www.denhaag.nl/home/bewoners/to/Aanbestedingsrichtlijn-procedure-drempelbedragen.htm (met dien verstande dat het drempelbedrag Social Return voor Werken gelijk is aan de drempelwaarde voor diensten en leveringen waarop de Europese aanbestedingsprocedure van toepassing is).
Intern: De geraamde opdrachtwaarde die is gemoeid met de opdracht en de samenstellende delen, worden binnen de gemeente geïnventariseerd op basis van het intake-formulier dat de inkopers hanteren. Op deze wijze kan worden bepaald of Social Return van toepassing is.
Intern: De aanbestedende dienst (opdrachtgever) neemt voor het publiceren van een opdracht contact op met het Werkgeversservicepunt met als doel:
-of in dit kader de inzet van werkzoekenden verplicht gesteld wordt óf dat gebruik wordt gemaakt van alternatieve inzet (co-creatief).
Gevolgen regeling Social Return voor ondernemers
Bedrijven die al ervaring hebben met Social Return, melden dat de regeling winst kan opleveren. Door werkzoekenden in te schakelen voor ondersteunende werkzaamheden, heeft het gekwalificeerde personeel meer tijd voor het specialistische werk. Bovendien geven opdrachtnemers aan dat de uitvoering van de regeling in de praktijk meevalt, omdat maatwerk het uitgangspunt is. De projectmanager van het Werkgeversservicepunt kan helpen bij het vinden van geschikte werkzoekenden.
Het Werkgeversservicepunt is het centrale contactpunt en meldpunt waarlangs de Social Returntoets plaats heeft. Ook voor ondernemers is WSP (na gunning) het contactpunt voor de uitvoering van de regeling.
Werkgeversservicepunt Den Haag Binckhorstlaan 119 2516 BA Den Haag E-mail: sociaalondernemen@denhaag.nl
De gemeente Den Haag zet haar Social Return beleid voort. De basis is ten minste 5% Social Return van de inschrijfsom bij opdrachten boven de Europese aanbestedingsgrens voor diensten en leveringen (209.000 euro). Meer waar dat mogelijk is. Dit percentage past bij de algemene norm in het land. In sectoren waar percentages structureel hoger zijn, houdt de gemeente daar rekening mee. In de afweging betrekt ze de implicaties voor de bedrijfsvoering. Daarbij heeft de gemeente oog voor de omvang van de opdracht, de schaalgrootte van bedrijven in een specifieke sector of regio en de regionale arbeidsmarkt. Dit doet ze voordat een bestek wordt gepubliceerd.
Om het MKB en andere bedrijven tegemoet te komen, mogen zij ook personen meetellen die in de afgelopen 12 maanden op een andere opdracht van ons of een andere gemeente geplaatst zijn (duurzame plaatsing). De gemeente kiest voor het maximaal meetellen van een termijn van 12 maanden per geplaatste medewerker, omdat dit een termijn is waarbinnen gebruikelijkerwijs ook duidelijkheid bestaat over het verlenen van een arbeidsovereenkomst voor langere duur. De gemeente wil immers dat er echte banen worden gecreëerd en dat mensen duurzaam aan de slag zijn. In dat kader kunnen in overleg met het Werkgeversservicepunt ook opleidingskosten meetellen voor de Social Returnverplichting. Ook een plaatsing elders in het bedrijf (niet direct op de opdracht) telt.
Voor de bepaling van de toepassing en de hoogte van Social Return maakt Werkgeversservicepunt (WSP) voor publicatie van het inkoopkader, het bestek, de offerteaanvraag of het programma van eisen een afweging. De kwaliteit of het vereiste resultaat van de gegunde opdracht mag niet door de aanvullende uitvoeringsvoorwaarde worden geschaad. In de afweging betrekt Werkgeversservicepunt de implicaties voor de bedrijfsvoering, waarbij de schaalgrootte van bedrijven in de sector in ogenschouw wordt genomen. Ook beziet de gemeente de arbeidsmarktsituatie, om te voorkomen dat Social Return een onevenredige belasting vormt of verdringing optreedt.
De gemeente wil de administratieve belasting voor ondernemers verkleinen en de dienstverlening vanuit WSP voor ondernemers optimaliseren. Zo kan WSP bijvoorbeeld bij een vroegtijdige aankondiging van een aanbesteding zo nodig werkzoekenden voorbereiden op plaatsing in een bepaalde branche door geschikte kandidaten voor te selecteren of trainingen voor hen te verzorgen.
De gemeente heeft tot nu goede ervaringen met de toepassing van Social Return als uitvoeringsvoorwaarde. Dat betekent dat elke aanbieder vooraf weet dat Social Return van toepassing is en dat het niet naleven van deze voorwaarde betekent dat de prestatie niet is geleverd. Door vooraf duidelijkheid te geven over de omvang van het percentage Social Return ontstaat meer transparantie.
WSP heeft een elektronisch format (Wizzr) waarin de gegevens bij de opdrachtnemer worden uitgevraagd. Aan de hand van de verstrekte gegevens kan de gemeente vaststellen of aan de Social Return voorwaarden is voldaan. De noodzakelijke gegevens zien in ieder geval op de naam- en adresgegevens van de opdrachtnemer en gegevens ten aanzien van het personeel dat is ingezet ten behoeve van de Social Return prestatie. Door het toepassen van de bouwblokkenmethode wordt de hoeveelheid in te voeren gegevens in zowel omvang als detaillering beperkt. Zo is het gevolg van de toepassing van de bouwblokkenmethode, dat geen precieze salariskosten behoeven te worden bijgehouden en opgegeven. In gevallen waarin de Social Return voorwaarde op een andere manier wordt ingevuld, voorziet het format in een bij die vorm passende uitvraag.
Als de opdrachtnemer niet aan de contractuele verplichtingen op het gebied van Social Return voldoet, dan zullen de uit hoofde van de overeenkomst verschuldigde betalingen worden verminderd met het bedrag dat, ten onrechte, niet ten behoeve van Social Return is ingezet. Als de gemeente al heeft betaald, dan wordt het bedrag teruggevorderd. Aangezien de regeling Social Return in dit opzicht geen rechtstreekse werking kan hebben, wordt deze bepaling opgenomen in de overeenkomst of het bestek.
De gemeente wil het rendement van het instrument verhogen door meer aan te sluiten bij wensen van ondernemers. Dat doet ze door experimenten met een bredere en creatieve toepassing van Social Return bij opdrachten tussen de 100.000 en 209.000 euro. De gemeente zoekt de ruimte hiervoor binnen de bestaande Europese en landelijke regelgeving ten aanzien van aanbestedingen. In deze experimenten is het mogelijk dat bedrijven bijvoorbeeld ideeën en projecten vanuit de wijken realiseren door nauwere samenwerking van het WSP met de stadsdeelorganisaties, corporaties, wijkwelzijnsorganisaties en de programma-organisatie decentralisaties sociaal domein. Belangrijk is dat de activiteit voor de doelgroepen direct, danwel indirect bijdraagt aan het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt. Behalve in de vorm van de sociale tegenprestatie kan ook worden geëxperimenteerd met de wijze waarin deze in de aanbestedingsstukken worden vormgegeven, bij voorbeeld als gunningscriterium in plaats van uitvoeringsvoorwaarde. Artikel 3, lid 4 en 5, maken deze experimenten mogelijk. We gaan na wat we hiervan kunnen leren. Dat kan op termijn leiden tot aanpassing van de formele regeling.
Bijlage 1. Bouwblokken Social Return
* Bedragen gebaseerd op 1 jaar, 36 uur full-time dienstverband c.q. stage, anders naar rato.
Kandidaat telt maximaal 12 maanden mee. Kandidaat met arbeidsbeperking telt maximaal 24 maanden mee. Kandidaat gestart binnen 12 maanden voorafgaand aan contract mag meetellen.
** Niet-uitkeringsgerechtigde, persoon als bedoeld in de wet, artikel 6, lid 1 onder a.
*** Niet van toepassing op Banenafspraak en WIA.
2. Investeren of participeren in kandidaatontwikkeling
3. Maatschappelijke activiteit gericht op arbeidsparticipatie
Met dit bouwblokkenmodel heeft de gemeente een sturingsinstrument in handen om bij te dragen aan de realisatie van de gewenste beleidsdoelstelling: meer mensen aan het werk.
Daarbij heeft de gemeente de volgende uitgangspunten gehanteerd:
In het overzicht zijn verschillende wegingsfactoren voor toekenning van de waarde van Social Return betrokken. Deze factoren hangen deels met elkaar samen. Hierbij een beknopte toelichting op de afweging in hoofdlijnen.
Schadelastbeperking bij leerlingen van BOL en BBL ligt meer in de toekomst: als jongeren vanuit school aan het werk gaan, hoeven ze geen beroep te doen op de gemeente. Ook het niveau van de opleiding is als wegingsfactor gehanteerd, omdat met name de inzet van social return ten behoeve van de meest kwetsbare groepen wordt beoogd.
Weging van factor arbeidsbeperking hangt samen met verschillende facetten: de mate van productiviteit, de mate van beperking en de (noodzaak tot) inzet van voorzieningen, maar ook de mate van medisch/psychisch/sociale beperkende omstandigheden etc. Wanneer sprake is van een arbeidsbeperking, is de weging van deze factor voor alle kandidaten gelijk, los van uitkering. Eenvoud is het devies.
De weging van de factor afstand tot de arbeidsmarkt hangt ook samen met verschillende factoren: huidig loon in SW kan beperking zijn in relatie tot aanvaarden werk bij reguliere werkgever. BBL is vaak van toepassing voor jongeren die beter in de praktijk kunnen leren. Voor de doelgroep Participatiewet is duur van de uitkering relevant.