HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Paragraaf 1 Begripsbepalingen
Artikel 1
- a.
Algemeen bestuur: het algemeen bestuur van de Regio Twente.
- b.
Subsidieontvanger: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die
een aanvraag doet om vaststellingen uitbetaling van de door de
Regio Twente verleende subsidie.
- c.
Het Besluit: het Besluit woninggebonden subsidies (Stb. 1994,
744).
- d.
Bouwplan: de beschrijving van de te bouwen woningen,
standplaatsen of woonwagens, of de tetreffen voorzieningen aan
woningen of standplaatsen, vergezeld van alle
voorgeschrevengegevens, zoals vereist op grond van deze
verordening.
- e.
Budget: bedrag aan subsidie dat jaarlijks door de minister aan
de Regio Twente beschikbaarwordt gesteld, alsmede het bedrag dat
resteert van in vorige jaren toegekende budgetten,alsmede het
bedrag dat beschikbaar komt als gevolg van intrekking van een
besluit tot verleningvan subsidie, alsmede daaraan op grond van
het Besluit of op grond van een besluit van hetalgemeen bestuur
toegevoegde vrijvallende middelen ten behoeve van het bouwen van
woningen,standplaatsen, of woonwagens of het treffen van
ingrijpende voorzieningen aan woningen enstandplaatsen.
- f.
Budgetbrief: jaarlijkse brief van de Minister waarin hij
budgetten voor een budgetjaar aan debudgethouder toekent.
- g.
Burgemeester en wethouders: burgemeester en wethouders van een
deelnemende gemeente.
- h.
Dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de Regio
Twente.
- i.
Gemeenteraad: de raad van een deelnemende gemeente.
- j.
Gereedkomingsdatum: de dag waarop de woning, de standplaats of
de woonwagen gereedkomtdan wel de dag waarop de administratief
in een plan samengevoegde woningen gemiddeldgereedkomen dan wel
de dag waarop een buiten de standplaats gebouwde nieuwe
woonwagenop de standplaats wordt geplaatst.
- k.
Huurder: degene die met de verhuurder een huurovereenkomst heeft
gesloten als bedoeld inartikel 7A:1584 van het Burgerlijk
Wetboek.
- l.
Huurprijs: prijs die bij huur en verhuur is verschuldigd voor
het enkele gebruik van een woning,standplaats of woonwagen,
uitgedrukt in een bedrag per maand.
- m.
Ingrijpende voorziening aan een woning: voorziening aan een
huurwoning waarvan de bouw isvoltooid voor 1 januari 1946, of
een huurstandplaats, waarvan de kosten per woning meerbedragen
dan de in het Besluit genoemde minimumkosten.
- n.
Aanvrager: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die een
aanvraag indient voor de verleningvan subsidie.
- o.
Kosten van het verkrijgen in eigendom: de door de burgemeester
en wethouders vast te stellennoodzakelijke direct met de bouw
samenhangende kosten (zie toelichting).
- p.
Kosten van ingrijpende voorzieningen: de door de burgemeester en
wethouders vast te stellennoodzakelijke kosten die direct
samenhangen met het treffen van ingrijpende voorzieningen.
- q.
Middeldure huurwoning: een verhuurde of te verhuren middeldure
woning, waarvan de kosten vanhet verkrijgen in eigendom zijn
bepaald door het algemeen bestuur.
- r.
Middeldure koopwoning: een middeldure woning die door de
eigenaar wordt bewoond, waarvande kosten van het verkrijgen in
eigendom zijn bepaald door het algemeen bestuur.
- s.
De minister: de minister van volkshuisvesting, ruimtelijke
ordening en milieubeheer.
- t.
Openbaar Lichaam: een regionaal openbaar lichaam als genoemd in
artikel 1 van de kaderwetbestuur in verandering, of een openbaar
lichaam als bedoeld in artikel 8 van de wet
gemeenschappelijkeregelingen, waarin de gemeenten samenwerken
die gezamenlijk volgens debevolkingscijfers van het Centraal
bureau voor de statistiek op 1 januari 1991 ten minste
30.000inwoners hadden.
- u.
Reservering: de door het algemeen bestuur voor een gemeente
gereserveerde subsidie in eenbudgetjaar.
- v.
Sociale huurwoning: een verhuurde of te verhuren woning in de
sociale bouwsector, in eigendomvan een toegelaten instelling of
gemeente, waarvan de kosten van het verkrijgen in eigendom
zijnbepaald door het algemeen bestuur.
- w.
Sociale koopwoning: een woning in de sociale bouwsector die door
de eigenaar wordt bewoond,waarvan de kosten van het verkrijgen
in eigendom zijn bepaald door het algemeen bestuur.
- x.
Subsidiecategorie: dat deel van de voor de gemeente
gereserveerde subsidie dat door degemeenteraad beschikbaar is
gesteld voor een categorie woningen, standplaatsen, woonwagensof
voorzieningen dan wel toeslagen als bedoeld in artikel 5f.
- y.
Toegelaten instelling: instelling toegelaten krachtens artikel
70 van de Woningwet (Stb. 1991,439), die bevoegd is binnen het
werkgebied van de Regio Twente te opereren.
- z.
Toeslag ten behoeve van plaatselijk verschillende
omstandigheden: een toeslag als tegemoetkomingbij extra kosten
die aan woningbouw op bepaalde plaatsen zijn verbonden.
- aa.
Vaststellen van subsidie: het besluit van het dagelijks bestuur
waarbij de hoogte van de verleendesubsidie wordt vastgesteld en
het openbaar lichaam zich verplicht tot uitbetaling.
- bb.
Aanwendingsbesluit: besluit van de Gemeenteraad, waarin wordt
vastgesteld dat bouwplannenvan in dat besluit aangegeven
gegadigden op in dat besluit aangegeven locaties in
aanmerkingkunnen komen voor subsidie van een
subsidiecategorie.
- cc.
Verdeelbesluit: besluit van het algemeen bestuur, welk deel van
het budget voor de gemeentenwordt gereserveerd.
- dd.
Verlenen van subsidie: het besluit van het dagelijks bestuur
dat een aanspraak op subsidieverschaft.
- ee.
Voorziening: bouwkundige of bouwtechnische maatregel aan een
woning of standplaats, die strekttot verbetering van de indeling
of het woongerief, waaronder begrepen de daartoe
noodzakelijkeopheffing van technische gebreken, of tot
bouwkundige splitsing of samenvoeging.
Artikel 2
Voor de toepassing van deze verordening wordt mede verstaan
onder:
- 1.
eigenaar: opstaller, erfpachter, gerechtigde tot een
appartementsrecht of degene die lid is van eencoöperatie en
op die grond het uitsluitende gebruik heeft van een aan die
coöperatie in eigendombehorende woning;
- 2.
eigendom: opstal, erfpacht, appartementsrecht of
lidmaatschap als bedoeld in eerste lid;
- 3.
woning: onzelfstandige woonruimte;
- 4.
het verlenen van subsidie: het verlenen van subsidie ten
behoeve van het bouwen dan wel hettreffen van voorzieningen
van gemeentewege;
- 5.
bouwen: het verbouwen van gebouwd onroerend goed tot
woonruimte, waarbij de bestemmingvan het onroerend goed
wordt gewijzigd.
Artikel 3
Deze verordening is niet van toepassing op:
- a.
woningen die niet geschikt of bestemd zijn om voortdurend
door dezelfde persoon ofpersonen te worden bewoond;
- b.
woningen die als ambts- of dienstwoning in gebruik zijn of
als zodanig bestemd;
- c.
bejaardenoorden als bedoeld in de Wet op de
bejaardenoorden;
- d.
(bij een woning behorende) bedrijfsruimte.
Artikel 4
De algemene bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing, tenzij
in de overige hoofdstukken vandeze verordening hiervan nadrukkelijk
wordt afgeweken.
Paragraaf 2 Grondslag en werkingssfeer
Artikel 5
Op grond van deze verordening kan het dagelijks bestuur subsidie
verlenen:
- a.
voor het bouwen van woningen in de sociale bouwsector;
- b.
voor het bouwen van middeldure woningen;
- c.
voor het treffen van ingrijpende voorzieningen aan woningen
en standplaatsen;
- d.
voor het bouwen van standplaatsen;
- e.
voor het bouwen van woonwagens;
- f.
in de vorm van een toeslag ten behoeve van plaatselijk
verschillende omstandigheden voor hetbouwen van woningen of
standplaatsen of het treffen van ingrijpende voorzieningen
aanhuurwoningen of huurstandplaatsen.
Artikel 6
De verlening van subsidie geschiedt overeenkomstig de bepalingen van
de hoofdstukken II, III en IVvan deze verordening.
Paragraaf 3 Vaststelling en reservering van budgetten
Artikel 7
- 1.
Jaarlijks besluit het algemeen bestuur welk deel van het budget
voor subsidie voor de gemeentenwordt gereserveerd.
- 2.
Het algemeen bestuur deelt jaarlijks, binnen acht weken na
ontvangst van de budgetbrief,schriftelijk aan de gemeenteraden
mee hoeveel subsidie uit het budget in het
desbetreffendebudgetjaar is gereserveerd voor de uitvoering van
deze verordening in hun gemeente.
- 3.
Bij de reservering van het budget als bedoeld in het tweede lid
neemt het algemeen bestuur decriteria, genoemd in artikel 23 van
het Besluit in acht en houdt het rekening met de door het Rijken
de provincie gestelde prioriteiten.
- 4.
Het algemeen bestuur kan voorwaarden en voorschriften verbinden
aan de besteding van dereservering als bedoeld in het tweede
lid.
- 5.
Indien de minister een besluit heeft genomen als bedoeld in
artikel 18 van het Besluit, houdt hetalgemeen bestuur daarmee
rekening bij de verdeling als bedoeld in het tweede lid.
Paragraaf 4 Prioriteiten en nadere voorwaarden
Artikel 8
- 1.
De gemeenteraad besluit welke prioriteiten hij stelt bij de
aanwending van het budget vooraanvragen om verlening van
subsidie voor het bouwen van woningen, standplaatsen
enwoonwagens en het treffen van ingrijpende voorzieningen aan
woningen en standplaatsen.
- 2.
De gemeenteraad besluit, welke nadere voorwaarden hij stelt bij
het indienen van aanvragen omverlening van subsidie voor het
bouwen van woningen, standplaatsen en woonwagens of hettreffen
van voorzieningen aan huurwoningen en huurstandplaatsen.
- 3.
De voorwaarden, bedoeld in het tweede lid, zullen functioneel
zijn ten opzichte van de beleidsdoelstellingvan het
subsidie-instrument.
- 4.
Prioriteiten kunnen zijn neergelegd in een
volkshuisvestingsplan, respectievelijk andere
beleidsnota’s.
Artikel 9
- 1.
De burgemeester en wethouders doen een voorstel tot het stellen
van prioriteiten en nadere voorwaardennadat daaromtrent door hen
de lokaal of regionaal toegelaten instellingen en anderenaar het
oordeel van de gemeenteraad daarvoor in aanmerking komende
natuurlijke en rechtspersonen,waaronder
woonconsumentenorganisaties, zijn geraadpleegd.
- 2.
Burgemeester en wethouders doen schriftelijk verslag van deze
raadpleging aan de gemeenteraad.Tevens geven zij een reactie op
de daarbij naar voren gebrachte argumenten.
Artikel 10
- 1.
Jaarlijks, binnen acht weken na de ontvangst van de
schriftelijke reservering als bedoeld in artikel7, lid 2, neemt
de gemeenteraad een aanwendingsbesluit waarbij:
- 1.
wordt aangegeven in hoeverre de criteria, genoemd in
artikel 23 van het Besluit in achtworden genomen;
- 2.
een inkomensafhankelijke subsidietabel kan worden
bepaald voor sociale koopwoningen, tervervanging van de
artikelen 60 en 61;
- 3.
zij de voor de gemeente gereserveerde subsidie
onverdeeld in subsidiecategoriën zoalsvernoemd in
artikel 5 en/of toewijst aan nieuwe bouwplannen.
- 2.
Terstond nadat het aanwendingsbesluit is genomen, zenden
Burgemeester en Wethoudershiervan een afschrift aan het
dagelijks bestuur.
Artikel 11
- 1.
De gemeenteraad kan burgemeester en wethouders toestemming
verlenen tot nader door hem tebepalen grenzen en onder nader
door hem te bepalen voorwaarden het Aanwendingsbesluit
tewijzigen.
- 2.
Burgemeester er wethouders geven geen toepassing aan het
bepaalde in het eerste lid dan nahet horen van de daarvoor in
aanmerking komende raadscommissie(s).
Artikel 12
- 1.
Het dagelijks bestuur kan op verzoek van de aanvrager en door
tussenkomst van burgemeesteren wethouders de categorie waarvoor
de subsidie is verleend wijzigen in een andere categorie.
- 2.
Het dagelijks bestuur kan de omzetting weigeren indien de
aanvankelijk verleende subsidieontoereikend is.
Artikel 13
Het dagelijks bestuur kan afwijken van de op grond van artikel 7,
eerste lid, vastgestelde voorgemeenten gereserveerde subsidie en van
de op grond van artikel 7, tweede lid, vastgesteldeverdeling over de
gemeenten, indien door de minister op grond van het Besluit een
budget wordtherzien.
Artikel 14
Het dagelijks bestuur kan afwijken van de op grond van artikel 7,
tweede lid, vastgestelde verdelingover de gemeenten indien de
betrokken gemeenten met de herverdeling instemmen.
Artikel 15
Het dagelijks bestuur brengt jaarlijks verslag uit aan het algemeen
bestuur over de wijze waaropbudgetbesteding heeft
plaatsgevonden.
HOOFDSTUK II AANVRAGEN, VERLENEN EN VASTSTELLEN VAN SUBSIDIE
Paragraaf 1 De aanvraag om subsidie
Artikel 16
De aanvrager vraagt subsidie aan bij het dagelijks bestuur door
tussenkomst van burgemeester enwethouders.
Artikel 17
- 1.
De aanvrager dient de aanvraag als bedoeld in artikel 16 in bij
burgemeester en wethouders vóór15 september van het jaar waarin
de beslissing wordt aangevraagd of voor een ander eerdertijdstip
als dat na overleg met de aanvrager is bepaald.
- 2.
Indien een aanvraag na de in het eerste lid genoemde datum wordt
ontvangen, kan de aanvraagworden aangehouden tot het volgende
jaar.
- 3.
Een beslissing tot aanhouding van een plan kan voor datzelfde
plan eenmaal genomen worden.
- 4.
Burgemeester en wethouders bevestigen binnen twee weken de
ontvangst van de aanvraag.
- 5.
De aanvraag bedoeld in het eerste lid geschiedt met
gebruikmaking van een daartoe door hetalgemeen bestuur
vastgesteld en door de aanvrager volledig ingevuld en
ondertekend formulier.
Artikel 18
- 1.
Een aanvraag als bedoeld in artikel 16 gaat in elk geval
vergezeld van de volgende door deaanvrager te verstrekken
gegevens:
- a.
een specificatie van de geraamde kosten van het
verkrijgen in eigendom dan wel van hettreffen van
ingrijpende voorzieningen;
- b.
bestekken c.q. technische omschrijving en tekeningen van
het bouwplan;
- c.
een opgave van het aantal woningen, standplaatsen of
woonwagens waarop het bouwplanbetrekking heeft;
- d.
- e.
een kosten-kwaliteitstoets, voor zover dit naar oordeel
van burgemeester en wethouders dientte worden
overgelegd.
- 2.
Een aanvraag als bedoeld in artikel 16 gaat tevens vergezeld van
de op grond van hoofdstuk IIIvereiste door de aanvrager te
verstrekken gegevens.
Artikel 19
Indien een bouwplan niet voldoet aan de prioriteiten gesteld op
grond van artikel 9, lid 1, kunnenburgemeester en wethouders de
aanvraag aanhouden tot 15 september van het jaar waarin debeslissing
wordt gevraagd.
Artikel 20
- 1.
Burgemeester en wethouders adviseren het dagelijks bestuur de
aanvraag aan te houden tot hetvolgende budgetjaar indien het
bouwplan niet in het aanwendingsbesluit is opgenomen dan
weldaarin de betreffende subsidiecategorie of de voor de
gemeente gereserveerde subsidie overschredenzou worden wanneer
subsidie wordt verleend.
- 2.
Een besluit tot aanhouding van een plan kan voor datzelfde plan
eenmaal genomen worden.
- 3.
Burgemeester en wethouders wijken af van het bepaalde in het
eerste lid indien:
- a.
in het aanwendingsbesluit de betreffende
subsidiecategorie dan wel de voor de
gemeentegereserveerde subsidie niet of gedeeltelijk met
bouwplannen is belegd;
- b.
bouwplannen die opgenomen zijn in het aanwendingsbesluit
en het betreffende jaar geendoorgang vinden.
- 4.
Burgemeester en wethouders nemen bij een afwijking als bedoeld
in het derde lid de uitgangspunten in acht zoals bedoeld in
artikel 8.
Artikel 21
Burgemeester en wethouders dienen een aanvraag om subsidie in bij
het dagelijks bestuur enverklaren daarbij dat:
- a.
het bouwplan sober en doelmatig is;
- b.
is voldaan aan de nadere voorwaarden als bedoeld in artikel
8, tweede en derde lid;
- c.
zij met de aanvrager overeenstemming hebben bereikt over de
hoogte van de gevraagdesubsidie;
- d.
niet reeds een begin met de werkzaamheden is gemaakt zonder
hun toestemming
- e.
is voldaan aan de door het algemeen bestuur gestelde
voorwaarden en voorschriften als bedoeldin artikel 7, vierde
lid;
- f.
voor een bouwplan een bouwvergunning is verleend of zal
worden verleend;
- g.
voor het overige is voldaan aan de verordening
woninggebonden subsidies Regio Twente.
Artikel 22
Burgemeester en wethouders zenden binnen acht weken na ontvangst van
een aanvraag als bedoeldin artikel 16, doch uiterlijk vóór 15
november van het jaar waarin de beslissing wordt gevraagd, deze
aanvraag door aan het dagelijks bestuur.
Paragraaf 2 De verlening van subsidie
Artikel 23
Het dagelijks bestuur bevestigt binnen twee weken de ontvangst van
de aanvraag aan burgemeesteren wethouders en aan de aanvrager.
Artikel 24
Het dagelijks bestuur beslist binnen vier weken na de ontvangst van
een aanvraag.
Artikel 25
Het dagelijks bestuur verleent subsidie onder voorwaarde dat:
- a.
zonder toestemming van burgemeester en wethouders bij de
werkzaamheden niet wordt afgewekenvan het bouwplan;
- b.
de gereedmelding van de werkzaamheden plaatsvindt
overeenkomstig artikel 27;
- c.
de aanvrager de informatie beschikbaar houdt die de minister
noodzakelijk acht voor een juisttoezicht op de naleving van
de in het Besluit gestelde voorwaarden en op verzoek van
hetdagelijks bestuur of burgemeester en wethouders terstond
levert;
- d.
wordt voldaan aan de door de gemeenteraad gestelde
prioriteiten en nadere voorwaarden alsbedoeld in artikel
8.
Artikel 26
Het dagelijks bestuur verleent subsidie onder de voorwaarde dat de
door burgemeester enwethouders belaste personen op door burgemeester
en wethouders te bepalen tijdstippen;
- a.
toegang wordt verleend tot de bouwplaats, de woning, de
standplaats, de woonwagen of hetgebouw dat tot woning wordt
verbouwd;
- b.
inzage wordt verleend in de op de bouw betrekking hebbende
bescheiden en tekeningen;
- c.
alle inlichtingen worden verstrekt die naar hun oordeel
noodzakelijk zijn voor de beoordeling ofaan de voorwaarden
verbonden aan het verlenen van subsidie wordt voldaan.
Paragraaf 3 De gereedmelding
Artikel 27
- 1.
De subsidieontvanger verklaart door tussenkomst van burgemeester
en wethouders aan hetdagelijks bestuur dat de bedoelde
werkzaamheden zijn voltooid.
- 2.
De gereedmelding is tevens een aanvraag om vaststelling en
uitbetaling van de subsidie.
- 3.
De subsidieontvanger dient de gereedmelding, bedoeld in het
eerste lid, terstond na de voltooiingvan de werkzaamheden doch
uiterlijk binnen drie jaar na het verlenen van de subsidie in
bijburgemeester en wethouders.
- 4.
De gereedmelding bedoeld in het eerste lid geschied met
gebruikmaking van een daartoe door hetalgemeen bestuur
vastgesteld en door de subsidieontvanger volledig ingevuld en
ondertekendformulier.
Artikel 28
- 1.
de gereedmelding, bedoeld in artikel 27, gaat vergezeld
van:
- a.
een verklaring van de subsidieontvanger dat bij de bouw
respectievelijk het treffen van devoorzieningen is of
wordt voldaan aan de voorwaarden waaronder de subsidie
is verleend;
- b.
een opgave van de kosten van verkrijgen in eigendom, dan
wel de kosten van het treffen vaningrijpende
voorzieningen;
- c.
Een opgave van de gereedkomingsdatum van het
bouwplan.
- 2.
Indien de subsidieontvanger een ander is dan de aanvrager, gaat
de gereedmelding, bedoeld inhet eerste lid, vergezeld van een
opgave van de afwijking van bestek en tekeningen, indien
dezehebben plaatsgevonden.
- 3.
De aanvrager dient gedurende een periode van vijf jaar na de
gereedmelding alle rekeningen enbetalingsbewijzen met betrekking
tot de werkzaamheden ter controle beschikbaar te houden.
- 4.
Een gereedmelding voor een sociale huurwoning, een
huurstandplaats, een huurwoonwagen ofeen woning of standplaats,
waaraan ingrijpende voorzieningen zijn getroffen, gaat daarnaast
nogvergezeld van:
- a.
een opgave van de voorgestelde aanvangshuurprijs;
- b.
een verklaring dat wordt voldaan aan de voorwaarde
bedoeld in artikel 44, lid 1-c, of artikel 48,lid 1-of
artikel 52, lid 1-b;
- c.
een verklaring dat de huurwoning, huurstandplaats of
huurwoonwagen ten minste vijf jaar voorverhuur
beschikbaar blijft.
- 5.
Een gereedmelding voor een koopwoning, een koopstandplaats of
een koopwoonwagen gaatdaarnaast nog vergezeld van:
- a.
een bewijs van eigendom in de vorm van een afschrift van
de akte, bedoeld in artikel 3:89 vanhet Burgerlijk
Wetboek;
- b.
een bewijs van de datum van eerste bewoning, in de vorm
van een gewaarmerkt (adres-)afschrift uit de
gemeentelijke basisadministratie personen;
- c.
een afschrift van de vergunning van de gemeente tot het
bewonen van de woning of destandplaats dan wel een
verklaring dat een dergelijke vergunning zal worden
verstrekt, indieneen dergelijke vergunning vereist
is;
- d.
een verklaring van de eigenaar/bewoner dat het aangaan
van de koopovereenkomst of dekoop- en
aanneemovereenkomst niet afhankelijk wordt gesteld van
het tegen een meerprijsafnemen van voorzieningen,
leveringen of diensten.
- 6.
Een gereedmelding voor een middeldure woning gaat daarnaast nog
vergezeld van eenverklaring dat de middeldure huurwoning ten
minste vijf jaar voor verhuur beschikbaar blijft.
- 7.
Een gereedmelding voor een woning of standplaats, waaraan
ingrijpende voorzieningen zijngetroffen, gaat daarnaast nog
vergezeld van alle rekeningen en betalingsbewijzen metbetrekking
tot de werkzaamheden.
Artikel 29
Burgemeester en wethouders bevestigen binnen twee weken de ontvangst
van de gereedmelding alsbedoeld in artikel 27 aan de
subsidieontvanger.
Artikel 30
- 1.
Burgemeester en wethouders dienen binnen acht weken na ontvangst
van een gereedmelding alsbedoeld in artikel 27, de gereedmelding
door te zenden naar het dagelijks bestuur.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen een besluit als bedoeld in het
eerste lid eenmaal met achtweken verdagen voor zover de controle
op de juistheid van de gegevens daartoe aanleiding geeft.
Artikel 31
De doorzending van de gereedmelding gaat, naast het gestelde in
artikel 28, vergezeld van:
- a.
een verklaring van burgemeester en wethouders, dat is
voldaan aan deze verordening;
- b.
een opgave van de door burgemeester en wethouders
vastgestelde gereedkomingsdatum.
Paragraaf 4 De vaststelling van subsidie
Artikel 32
Het dagelijks bestuur bevestigt binnen twee weken de ontvangst van
de gereedmelding als bedoeld inartikel 31 aan burgemeester en
wethouders en de subsidieontvanger.
Artikel 33
- 1.
Binnen vier weken na ontvangst van de gereedmelding neemt het
dagelijks bestuur een besluitop de aanvraag tot vaststelling en
uitbetaling van subsidie.
- 2.
Het dagelijks bestuur kan een besluit als bedoeld in het eerste
lid eenmaal met vier wekenverdagen voor zover de controle op de
juistheid van de gegevens daartoe aanleiding geeft.
Artikel 34
Indien het dagelijks bestuur instemt met de aanvraag tot
vaststelling en uitbetaling, stelt hij de subsidievast
overeenkomstig het bij of krachtens het Besluit bepaalde.
Artikel 35
- 1.
Subsidie wordt uitbetaald als bijdrage ineens, 78 weken na de
datum van de gereedmelding alsbedoeld in artikel 27, lid 1, of,
indien de subsidieontvanger tevens eigenaar is van de woning,
78weken na de datum van eerste bewoning, op de eerstkomende
datum 1 januari of 1 juli, doch nieteerder dan 1 juli in het
tweede kalenderjaar, volgend op het jaar waarin subsidie is
toegekend enhet dagelijks bestuur een besluit heeft genomen op
de aanvraag tot vaststelling en uitbetaling.
- 2.
De subsidie voor een koopwoning, koopstandplaats of een
koopwoonwagen wordt uitbetaald aande natuurlijke persoon die
deze als eigenaar bewoont. De overige subsidie, verleend op
grond vandeze verordening, wordt uitbetaald aan aanvrager.
- 3.
Indien de Minister, middels artikel 21, vierde lid, van het
Besluit, gebruik maakt van de mogelijkheideen betaling uit te
stellen, zal de uitbetaling, zoals bedoeld in het eerste lid,
met een evenredigetermijn worden uitgesteld.
Paragraaf 5 De intrekking van subsidie
Artikel 36
- 1.
Het dagelijks bestuur kan een besluit tot verlening van subsidie
geheel of gedeeltelijk intrekkenindien:
- a.
niet is voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of
krachtens deze verordening;
- b.
een bijdrage op grond van deze verordening is verleend
op grond van gegevens en geblekenis dat deze zodanig
onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend
geweest, een anderebeslissing zou zijn genomen.
- 2.
Indien subsidie is verleend en gebleken is dat de gegevens op
grond waarvan de subsidie werdverleend onjuist waren en waarvan
subsidieontvanger wist of redelijkerwijs had kunnen weten
datdeze onjuist waren, kan het dagelijks bestuur zijn besluit
tot verlening van subsidie intrekken enkan hij reeds betaalde
bijdragen geheel of gedeeltelijk met vergoeding van wettelijke
renteterugvorderen.
- 3.
Het dagelijks bestuur trekt zijn besluit tot het verlenen van
subsidie in ieder geval in, indien deaanvrager meldt dat de bouw
geen doorgang zal vinden. Deze melding dient schriftelijk
tegeschieden.
- 4.
Het dagelijks bestuur kan een besluit tot het verlenen van een
toeslag ten behoeve van plaatselijkverschillende omstandigheden
intrekken, indien de verlening van subsidie voor dezelfde woning
ofstandplaats wordt ingetrokken.
Artikel 37
Indien niet wordt voldaan aan de vijf jaarstermijn, zoals bedoeld in
de artikelen 44 lid 1-d, 59 lid e, 65lid 1-c, 65 lid 2-f en 68 lid
1-g:
- 1.
zal bij constatering hiervan binnen de betalingstermijn
genoemd in artikel 35, de subsidie nietworden
uitbetaald;
- 2.
is de subsidieontvanger gehouden tot gedeeltelijke
terugbetaling van de bijdrage ineens, te weten:
binnen 2 jaar na de gereedkomingsdatum 80%;
binnen 3 jaar na de gereedkomingsdatum 60%;
binnen 4 jaar na de gereedkomingsdatum 40%;
binnen 5 jaar na de gereedkomingsdatum 20%.
Artikel 38
Het dagelijks bestuur voegt aan het budget het bedrag toe dat
beschikbaar komt als gevolg van eenintrekking van een besluit tot
verlening van subsidie.
Paragraaf 6 Nadere bepalingen
Artikel 39
- 1.
Het dagelijks bestuur kan op een daartoe strekkend en
gemotiveerd verzoek van burgemeester enwethouders ontheffing
verlenen van de termijn genoemd in artikel 22.Een dergelijk
verzoek wordt door het verstrijken van deze termijn bij het
dagelijks bestuuringediend.
- 2.
Indien het dagelijks bestuur een verzoek als bedoeld in het
eerste lid honoreert, geeft hij eennieuwe termijn aan.
Artikel 40
- 1.
Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkend en
gemotiveerd verzoek van deaanvrager ontheffing verlenen van de
termijnen genoemd in de artikelen 17 en 27. Een dergelijkverzoek
wordt voor het verstrijken van deze termijn bij burgemeester en
wethouders ingediend.
- 2.
Indien burgemeester en wethouders een verzoek als bedoeld in het
eerste lid honoreren, geven zijeen nieuwe termijn aan.
Artikel 41
Het dagelijks bestuur kan voor de uitvoering van deze verordening
nadere regels vaststellen.
Artikel 42
De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing, tenzij in
hoofdstuk III hiervan nadrukkelijk wordt
afgeweken.
HOOFDSTUK III BEPALINGEN PER SUBSIDIECATEGORIE
Paragraaf 1 Sociale huurwoningen
Artikel 43
Het dagelijks bestuur kan subsidie verlenen voor het bouwen van een
sociale huurwoning aan eentoegelaten instelling.
Artikel 44
- 1.
Burgemeester en wethouders dienen in aanvulling op artikel 21
een aanvraag om subsidie in vooreen sociale huurwoning
indien:
- a.
de koopsom van de bouwrijpe grond waarop de sociale
huurwoning wordt gebouwd, niet meerbedraagt dan de door
het algemeen bestuur bepaalde maximumkoopsom van
bouwrijpegrond;
- b.
de kosten van het verkrijgen in eigendom niet meer
bedragen dan het door het algemeenbestuur bepaalde
maximumbedrag voor een woning in de sociale
bouwsector;
- c.
de voorgestelde aanvangshuurprijs zodanig is dat bij een
daaraan gelijke huurprijs bij aanvangvan de eerste huur
naar verwachting van de aanvrager een kostendekkende
exploitatievan de woning, of het complex waarvan de
woning deel uitmaakt, mogelijk is binnen het
totalebezit, met behulp van uitsluitend de huuropbrengst
en de te verlenen bijdragen;
- d.
de woning gedurende ten minste vijf jaar voor verhuur
beschikbaar blijft.
- 2.
Indien de toepassing van het bepaalde in het eerste lid
betrekking heeft op het bouwen van eenaantal administratief in
een complex samengevoegde woningen gelden de van toepassing
zijndebedragen, genoemd in het eerste lid, onder a en b, als de
gemiddelde bedragen van de in datcomplex opgenomen
woningen.
Artikel 45
De subsidie als bedoeld in artikel 43 bedraagt een door het algemeen
bestuur te bepalen bedrag.
Artikel 46
- 1.
Burgemeester en wethouders dienen de aanvraag om subsidie in, in
aanvulling op artikel 44, methet verzoek de subsidie als bedoeld
in artikel 45 te verhogen met een in dat verzoek te
noemenbedrag, indien de woning is bedoeld om een naar
prijsklasse zo gedifferentieerd mogelijkesamenstelling van de
woningvoorraad in de wijk of buurt te bereiken.
- 2.
De verhoging, zoals bedoeld in het eerste lid, bedraagt maximaal
het door het algemeen bestuurbepaalde.
Paragraaf 2 Standplaatsen
Artikel 47
Het dagelijks bestuur kan subsidie verlenen aan:
- 1.
een toegelaten instelling voor het bouwen van een
huurstandplaats;
- 2.
een natuurlijk persoon die de standplaats als eigenaar zal
bewonen, voor het bouwen van eenkoopstandplaats.
Artikel 48
Burgemeester en wethouders dienen in aanvulling op artikel 21 een
aanvraag om subsidie in voor eenstandplaats indien:
- 1.
voor een huurstandplaats:
- a.
de koopsom van de bouwrijpe grond waarop de
huurstandplaats wordt gebouwd, niet meerbedraagt dan
de door het algemeen bestuur bepaalde maximumkoopsom
van bouwrijpegrond;
- b.
de aanvangshuurprijs niet hoger is dan de door het
algemeen bestuur bepaalde maximumhuurprijsvoor een
huurstandplaats;
- c.
de voorgestelde aanvangshuurprijs zodanig is dat bij
een daaraan gelijke huurprijs bij aanvangvan de
eerste huur naar verwachting van de aanvrager een
kostendekkende exploitatievan de standplaats
mogelijk is binnen het totale bezit, met behulp van
uitsluitend de huuropbrengsten de te verlenen
bijdragen.
- 2.
voor een koopstandplaats:
- a.
de koopsom van de bouwrijpe grond waarop de
koopstandplaats wordt gebouwd, niet meerbedraagt dan
de door het algemeen bestuur bepaalde maximumkoopsom
van bouwrijpegrond;
- b.
de kosten van het verkrijgen in eigendom niet meer
bedragen dan het door het algemeenbestuur bepaalde
maximumbedrag;
- c.
deze vergezeld gaat van een verklaring van de
aanvrager dat het aangaan van de koopovereenkomstof
de koop- en aanneemovereenkomst niet afhankelijk
wordt gesteld van het tegeneen meerprijs afnemen van
voorzieningen, leveringen of diensten.
- 3.
door het bouwen van de standplaats in de onmiddellijke
nabijheid van andere standplaatsen hetaantal bijeengelegen
standplaatsen niet meer dan 15 zal bedragen, tenzij met
instemming vangedeputeerde staten daarvan wordt
afgeweken.
- 4.
wordt gebouwd overeenkomstig een goedgekeurd bestemmingsplan
als bedoeld in artikel 10 vande Wet op de Ruimtelijke
Ordening, dan wel overeenkomstig een vrijstelling daarvan
als bedoeldin artikel 19 van die wet.
Artikel 49
De subsidie als bedoeld in artikel 47 bedraagt een door het algemeen
bestuur te bepalen bedrag.
Artikel 50
Voor een koopstandplaats zijn de artikelen 59, 62 en 63 van
overeenkomstige toepassing.
Paragraaf 3 Woonwagens
Artikel 51
Het dagelijks bestuur kan subsidie verlenen aan:
- 1.
een toegelaten instelling voor het bouwen van
huurwoonwagens;
- 2.
een natuurlijk persoon die de woonwagen als eigenaar zal
bewonen, voor het bouwen van eenkoopwoonwagen.
Artikel 52
Burgemeester en wethouders dienen in aanvulling op artikel 21 een
aanvraag om subsidie in voor eenwoonwagen indien:
- 1.
voor een huurwoonwagen:
- a.
de aanvangshuurprijs niet hoger is dan de door het
algemeen bestuur bepaaldemaximumhuurprijs voor een
woonwagen;
- b.
de voorgestelde aanvangshuurprijs zodanig is dat bij
een daaraan gelijke huurprijs bij aanvangvan de
eerste huur naar verwachting van de aanvrager een
kostendekkende exploitatievan de woonwagen mogelijk
is binnen het totale bezit, met behulp van
uitsluitend de huuropbrengsten de te verlenen
bijdragen.
- 2.
voor een koopwoonwagen :
- a.
de kosten van het verkrijgen in eigendom niet meer
bedragen dan het door het algemeenbestuur bepaalde
maximumbedrag;
- b.
voor een koopwoonwagen een garantiecertificaat wordt
afgegeven door een door de ministererkende ter zake
kundige instantie;
- c.
deze vergezeld gaat van een verklaring van de
aanvrager dat het aangaan van de koopovereenkomstof
de koop- en aanneemovereenkomst niet afhankelijk
wordt gesteld van het tegeneen meerprijs afnemen van
voorzieningen, leveringen of diensten.
- 3.
de standplaats waarop die woonwagen wordt geplaatst is
gebouwd met subsidie van rijkswege opvoet van enige voor 1
januari 1993 geldende wettelijke regeling, dan wel wordt
gebouwd metsubsidie op voet van het Besluit.
Artikel 53
Voor een koopwoonwagen zijn de artikelen 58, 59, 62 en 63 van
overeenkomstige toepassing.
Artikel 54
Het dagelijks bestuur verleent in aanvulling op artikel 25 subsidie
voor een koopwoonwagen onder devoorwaarde dat ten aanzien van de
subsidieontvanger zich een van de gevallen voordoet, bedoeld in
artikel 18, eerste lid, onderdeel b, onder 2°, van de woonwagenwet
juncto artikel II van de wet van 30oktober 1974 (stb. 703) tot
wijziging van eerstgenoemde wet.
Artikel 55
De subsidie als bedoeld in artikel 51 bedraagt maximaal een door het
algemeen bestuur te bepalenbedrag.
Paragraaf 4 Sociale koopwoningen
Artikel 56
Het dagelijks bestuur kan subsidie verlenen ten behoeve van het
bouwen van een sociale koopwoningaan een natuurlijke persoon die de
woning als eigenaar zal bewonen.
Artikel 57
- 1.
Burgemeester en wethouders dienen in aanvulling op artikel 21
een aanvraag om subsidie in vooreen sociale koopwoning
indien:
- a.
de koopsom voor de bouwrijpe grond waarop de sociale
koopwoning wordt gebouwd, nietmeer bedraagt dan de door
het algemeen bestuur bepaalde maximumkoopsom van
bouwrijpegrond;
- b.
de kosten van het verkrijgen in eigendom niet meer
bedragen dan het door het algemeenbestuur bepaalde
maximumbedrag voor een woning in de sociale
bouwsector;
- c.
voor een koopwoning een garantiecertificaat wordt
afgegeven door een door de ministererkende ter zake
kundige instantie;
- d.
de risicoverrekening wordt afgekocht;
- e.
deze vergezeld gaat van een verklaring van de aanvrager
dat het aangaan van de koopovereenkomstof de koop- en
aanneemovereenkomst niet afhankelijk wordt gesteld van
het tegeneen meerprijs afnemen van voorzieningen,
leveringen of diensten.
- 2.
Indien de toepassing van het bepaalde in het eerste lid
betrekking heeft op het bouwen van eenaantal administratief in
een complex samengevoegde woningen gelden de van toepassing
zijndebedragen, genoemd in het eerste lid, onder a, als de
gemiddelde bedragen van de in dat complexopgenomen
woningen.
Artikel 58
- 1.
Het bepaalde in artikel 57, onderdeel c, is niet van toepassing
indien de aanvraag betrekking heeftop:
- a.
een koopwoning of een koopwoonwagen die geheel of in
belangrijke mate wordt gebouwddoor degene die deze als
eigenaar zal bewonen;
- b.
een koopwoning die wordt gebouwd als casco;
- c.
een koopwoning die onderdeel is van een complex waarvan
ook andere woningen of niet voorbewoning bestemde
onderdelen deel uitmaken;
- d.
woonruimte die ontstaat door het verbouwen van een niet
voor bewoning geschikt gebouwdonroerend goed;
- e.
een sociale huurwoning die op grond van artikel 12 wordt
omgezet in een sociale koopwoning.
- 3.
Het bepaalde in artikel 57, onderdeel c, is evenmin van
toepassing indien naar het oordeel vanburgemeester en wethouders
voldoende is gewaarborgd dat aan de doelstellingen van
eengarantiecertificaat wordt voldaan.
Artikel 59
In aanvulling op het gestelde in artikel 25 verleent het dagelijks
bestuur subsidie voor een koopwoning,een koopstandplaats of een
koopwoonwagen onder de voorwaarde dat de subsidieontvangerdegene is
die:
- a.
als eerste de woning, de standplaats of de woonwagen als
eigenaar bewoont, of
- b.
de woning, de standplaats of de woonwagen bewoont met ingang
van een tijdstip dat minderdan een jaar ligt na het tijdstip
van het verlijden van de akte, bedoeld in artikel 3:89 van
hetBurgerlijk Wetboek, of
- c.
indien zodanige akte voor verkrijgen van de eigendom niet
noodzakelijk was, met ingang van eentijdstip minder dan een
jaar ligt na de dag waarop het dagelijks bestuur de subsidie
voor de eersteeigenaar heeft vastgesteld, de woning, de
standplaats of de woonwagen als eigenaar bewoont, of
- d.
de woning, de standplaats of de woonwagen heeft bewoond
bedoeld onder a, b en c, indien nadiens vertrek of
overlijden diens partner of gewezen partner de woning, de
standplaats of dewoonwagen is blijven bewonen;
- e.
de woning, de standplaats of de woonwagen minimaal vijf jaar
als eigenaar zal bewonen.
Artikel 60
De subsidie als bedoeld in artikel 56 bedraagt een door het algemeen
bestuur te bepalen bedrag.
Artikel 61
- 1.
Burgemeester en wethouders dienen de aanvraag om subsidie in, in
aanvulling op artikel 57, methet verzoek de subsidie als bedoeld
in artikel 60 te verhogen met een in dat verzoek te
noemenbedrag, indien de woning is bedoeld om een naar
prijsklasse zo gedifferentieerd mogelijke samenstellingvan de
woningvoorraad in de wijk of buurt te bereiken.
- 2.
De verhoging, zoals bedoeld in het eerste lid, bedraagt maximaal
het door het algemeen bestuurbepaalde.
Artikel 62
- 1.
Acht weken, voorafgaande aan de datum van uitbetaling, zoals
bepaald in artikel 35, dient desubsidieontvanger bij het
dagelijks bestuur een bewoningsverklaring in op een daartoe door
hetdagelijks bestuur beschikbaar gesteld formulier.
- 2.
De subsidie wordt door het dagelijks bestuur aan de eigenaar
uitbetaald, binnen acht weken naontvangst van de in het eerste
lid bedoelde verklaring.
Artikel 63
- 1.
Het dagelijks bestuur betaalt de subsidie voor een sociale
koopwoning, een koopstandplaats ofeen koopwoonwagen niet uit,
indien hij constateert dat:
- a.
de eigenaar bedoeld in artikel 26, eerste lid, dan wel
op het tijdstip van diens overlijden in dewoning, op de
standplaats of in de woonwagen woonachtige erfgenaam,
dan wel de op hetmoment van diens vertrek uit de woning,
van de standplaats of uit de woonwagen diens in
dewoning, op de standplaats of in de woonwagen
woonachtige partner of gewezen partner dewoning, de
standplaats of de woonwagen niet langer bewoont, of
- b.
eigendomsoverdracht heeft plaatsgevonden.
- 2.
Het dagelijks bestuur komt tot een besluit als bedoeld in het
eerste lid aan de hand van de inartikel 62 bedoelde door de
eigenaar in te zenden verklaring.
Paragraaf 5 Middeldure woningen
Artikel 64
Het dagelijks bestuur kan subsidie verlenen aan:
- 1.
een natuurlijk of rechtspersoon die de woning zal verhuren
voor het bouwen van een middeldurehuurwoning;
- 2.
een natuurlijk persoon die de woning als eigenaar zal
bewonen, voor het bouwen van een middeldure koopwoning.
Artikel 65
Burgemeester en wethouders dienen in aanvulling op artikel 21 een
aanvraag om subsidie in voor eenmiddeldure woning indien:
- 1.
voor een huurwoning:
- a.
de koopsom voor de bouwrijpe grond waarop de
middeldure huurwoning wordt gebouwd, nietmeer
bedraagt dan de door het algemeen bestuur bepaalde
maximumkoopsom van bouwrijpegrond;
- b.
de kosten van het verkrijgen in eigendom niet meer
bedragen dan het door het algemeenbestuur bepaalde
maximumbedrag voor een woning in de middeldure
bouwsector;
- c.
de woning gedurende ten minste vijf jaar voor
verhuur beschikbaar blijft.
- 2.
voor een koopwoning:
- a.
de koopsom van de bouwrijpe grond waarop de
middeldure koopwoning wordt gebouwd, nietmeer
bedraagt dan de door het algemeen bestuur bepaalde
maximumkoopsom van bouwrijpegrond;
- b.
de kosten van het verkrijgen in eigendom niet meer
bedragen dan het door het algemeenbestuur bepaalde
maximumbedrag voor een woning in de middeldure
bouwsector;
- c.
deze vergezeld gaat van een verklaring van de
aanvrager dat het aangaan van de koopovereenkomstof
de koop- en aanneemovereenkomst niet afhankelijk
wordt gesteld van het tegeneen meerprijs afnemen van
voorzieningen, leveringen of diensten;
- d.
een garantiecertificaat wordt afgegeven door een
door de minister erkende ter zake
kundigeinstantie;
- e.
de risicoverrekening wordt afgekocht;
- f.
de subsidieontvanger de woning minimaal vijf jaar
zal bewonen.
- 3.
Indien de toepassing van het bepaalde in het eerste lid
betrekking heeft op het bouwen van eenaantal administratief
in een complex samengevoegde woningen gelden de van
toepassing zijndebedragen, genoemd in het eerste lid onder
a, of tweede lid onder a, als de gemiddelde bedragenvan de
in dat complex opgenomen woningen.
- 4.
Artikel 58, eerste lid, onderdelen a, b, c en d zijn van
overeenkomstige toepassing.
Artikel 66
De subsidie als bedoeld in artikel 64 bedraagt een door het algemeen
bestuur te bepalen bedrag.
Paragraaf 6 Ingrijpende voorzieningen aan woningen en standplaatsen
Artikel 67
Het dagelijks bestuur kan aan een verhuurder, die de woning of
standplaats verhuurt, subsidie
verlenen voor:
- a.
het treffen van ingrijpende voorzieningen aan een sociale
huurwoning;
- b.
het treffen van ingrijpende voorzieningen aan een
huurstandplaats dat daardoor geacht kanworden een nieuwe
standplaats te zijn;
- c.
het treffen van ingrijpende voorzieningen aan een andere
huurwoning.
Artikel 68
- 1.
Burgemeester en wethouders dienen in aanvulling op artikel 21
een aanvraag om subsidie in voorhet treffen van voorzieningen
indien:
- a.
naar het oordeel van burgemeester en wethouders in
voldoende mate overleg tussen verhuurderen huurder heeft
plaatsgevonden over de nieuwe huurprijs en dat met deze
huurprijskan worden ingestemd;
- b.
naar het oordeel van burgemeester en wethouders in
voldoende mate overleg over het bouwplanheeft
plaatsgevonden met de huurder(s) van de woning(en) of de
standplaats(en), waarophet bouwplan betrekking heeft
en/of de hen vertegenwoordigende organisaties;
- c.
voor de woning of de standplaats waaraan de
voorzieningen worden getroffen, geen
gemeenteraadsbesluittot onteigening dan wel ontbinding
van de erfpachtsrechten is genomen;
- d.
de warmteweerstand van de gevel en het dak na het
treffen van voorzieningen gelijk of hogeris dan het bij
of krachtens het Besluit bepaalde met inbegrip van de
daarbij gegeven uitzonderingsbepalingen;
- e.
de kosten van het treffen van de voorzieningen,
verminderd met de krachtens paragraaf 7 vandit hoofdstuk
verleende toeslag, voor woningen meer bedragen dan de in
het Besluit bepaaldeminimumkosten, of voor standplaatsen
meer bedragen dan de door het bestuur
bepaaldeminimumkosten;
- f.
De voorgestelde aanvangshuur zodanig is dat bij een
daaraan gelijke huurprijs bij aanvangvan de eerste huur
naar verwachting van de aanvrager een kostendekkende
exploitatie vande woning/standplaats of het complex
waarvan de woning/standplaats deel uitmaakt, mogelijkis
binnen het totale bezit, met behulp van uitsluitend de
huuropbrengst en de te verlenenbijdragen;
- g.
De aanvrager verklaart de woning of standplaats
gedurende ten minste vijf jaar voor verhuurbeschikbaar
te laten blijven.
- 2.
Burgemeester en wethouders dienen in aanvulling op het eerste
lid een aanvraag om subsidie invoor het treffen van ingrijpende
voorzieningen aan een standplaats, indien de standplaats niet
isgelegen op een centrum als bedoeld in artikel 2 van de
Woonwagenwet dat bij ministeriële regeling,in een woonwagenplan
als bedoeld in artikel 4a van die wet, in een streekplan als
bedoeld inartikel 4a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening of
bij een ander besluit van provinciale staten isaangewezen om te
worden opgeheven of verkleind.
- 3.
Indien het treffen van de voorzieningen leidt tot bouwkundige
splitsing of samenvoeging vanwoningen, wordt voor de toepassing
van het eerste lid, onder e, het aantal in het plan
opgenomenwoningen gesteld op het aantal woningen na die
splitsing of samenvoeging.
Artikel 69
Een aanvraag voor een huurwoning, zoals bedoeld onder artikel 67,
lid c, of huurstandplaats, waaraaningrijpende voorzieningen worden
getroffen gaat, naast het gestelde in artikel 21, nog vergezeld
van:
- a.
een bewijs van eigendom blijkend uit een authentiek
afschrift van de koopakte en een gewaarmerktrecent
uittreksel uit de kadastrale legger;
- b.
voor zover van toepassing een afschrift van de akte van
splitsing;
- c.
voor zover van toepassing een verklaring van de Vereniging
van eigenaren welke bouwdelengemeenschappelijk dan wel niet
gemeenschappelijk zijn.
Artikel 70
De subsidie als bedoeld in artikel 67 bedraagt maximaal een door het
algemeen bestuur te bepalenbedrag en wordt door het dagelijks
bestuur uitbetaald aan degene die het treffen van de
voorzieningen
heeft bekostigd.
Paragraaf 7 Toeslagen ten behoeve van plaatselijk verschillende
omstandigheden
Artikel 71
Het dagelijks bestuur kan een toeslag verlenen aan de aanvrager ten
behoeve van plaatselijkverschillende omstandigheden voor het bouwen
van een woning of een standplaats en het treffen van
ingrijpende voorzieningen aan een huurwoning of een huurstandplaats,
indien de gemeente in zijnaanwendingsbesluit hiervoor middelen heeft
afgezonderd.
Artikel 72
Burgemeester en wethouders houden bij het indienen van een aanvraag
om een toeslag rekening metde locatie en andere specifieke kenmerken
van het bouwplan.
HOOFDSTUK IV OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 73
Op aanvragen, waarop voor de inwerkingtreding van deze verordening een
bijdrage is verleend,blijven de bepalingen van de regeling op grond
waarvan de bijdrage is verleend van toepassing.
Artikel 74
- 1.
Het dagelijks bestuur kan de uitvoering van bepalingen van deze
verordening, voor zover dieuitvoering tot hun bevoegdheid behoort,
overdragen aan door hen aan te wijzen ambtenaren vanhet openbaar
lichaam en gemeenteambtenaren.
- 2.
In de besluiten van ambtenaren als bedoeld in het eerste lid wordt
tot uitdrukking gebracht datdeze namens het dagelijks bestuur zijn
genomen.
- 3.
Wanneer de uitvoering als bedoeld in het eerste lid wordt opgedragen
aan gemeenteambtenarenis hiervoor toestemming van burgemeester en
wethouders van de betreffende gemeente(n)vereist.
Artikel 75
Indien vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het
bepaalde in dezeverordening naar het oordeel van het dagelijks bestuur
zou leiden tot een onredelijke beslissing, kanhet dagelijks bestuur
afwijken van deze verordening.
Artikel 76
Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening
woninggebonden subsidies RegioTwente”.
Artikel 77
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1995, zulks
onder gelijktijdige intrekking vande verordening woninggebonden
subsidies gemeentekring Midden Twente, de verordeningwoninggebonden
subsidies gemeentekring Almelo 1992 en de verordening
woninggebondensubsidies voor het samenwerkingsverband Enschede,
1993.