Organisatie | Neder-Betuwe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | TREASURYSTATUUT GEMEENTE NEDER-BETUWE 2016 |
Citeertitel | TREASURYSTATUUT GEMEENTE NEDER-BETUWE 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het treasurystatuut 2010.
Onbekend.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-06-2016 | nieuwe regeling | 10-12-2015 Elektronisch Gemeenteblad, 27-06-2016 | Onbekend. |
Dit Treasurystatuut bevat de bestuurlijke kaders voor de uitvoering van de treasuryfunctie. Het gaat om de beleidsmatige vastlegging van de uitgangspunten en financiële kaders. Het Treasurystatuut is de nadere uitwerking van artikel 10 Financieringsfunctie van de "Financiële Verordening gemeente Neder-Betuwe 2012"
vastgesteld door de gemeenteraad op 20 december 2012 en dient te worden herzien wanneer er significante wijzigingen in wet- en regelgeving plaatsvinden. De invoering van het schatkistbankieren voor decentrale overheden (wet Fido) maakt het noodzakelijk om het Treasurystatuut aan te passen. Dit Treasurystatuut vervangt het Treasurystatuut van 24 november 2009. Het Treasurystatuut stelt de kaders en kan beschouwd worden als het beleid op treasurygebied. De in de toelichting beschreven wettelijke kaders zijn hierbij de basis.
In dit treasurystatuut worden allereerst de doelstellingen van de treasuryfunctie geformuleerd. Vervolgens worden de deelgebieden van treasury, te weten risicobeheer, gemeentefinanciering en kasbeheer nader geconcretiseerd. Daarna komen de organisatorische randvoorwaarden van de treasuryfunctie onder de paragraaf administratieve organisatie en interne controle aan bod waarbij vooral de nadruk ligt op de verdeling van de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Daarna worden de uitgangspunten geformuleerd voor de informatie die noodzakelijk is het gehele proces beheersbaar en meetbaar te maken en te houden. Als bijlage vindt u het begrippenkader terug.
Tenslotte vindt er een artikelsgewijze toelichting plaats op het treasurystatuut.
Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:
Het college van B&W kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut.
Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:
Door de invoering van het schatkistbankieren is de gemeente verplicht overtollige middelen te storten in de schatkist van het rijk. Daarnaast zijn er conform de Wet fido mogelijkheden tot onderling uitlenen door decentrale overheden.
De gemeente beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:
Financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands of aan de andere kant EER-toezicht te vallen, zoals De Nederlandsche Bank en de Verzekeringskamer. Onder de Europese Economische Ruimte (EER) vallen naast de lidstaten van de Europese Unie ook Noorwegen, IJsland en Liechtenstein.
Binnen de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle:
De verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente staan in onderstaande tabel gedefinieerd.
In onderstaande tabel staan bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergegeven en de daarbij benodigde flattering.
Met betrekking tot de treasuryactiviteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:
Vastgesteld op: 10 december 2015
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Neder-Betuwe
De secretaris, De burgemeester,
J.J.J. van Huffelen MPG BBA ir. C.W. Veerhoek
In dit statuut wordt verstaan onder:
In dit treasurystatuut is het treasurybeleid van de gemeente op hoofdlijnen vastgelegd. Dat gebeurt in de eerste plaats door het aangeven van de doelstellingen van de treasuryfunctie (in artikel 1). Vervolgens geeft u in het treasurystatuut aan binnen welke richtlijnen en limieten de doelstellingen dienen te worden gerealiseerd. Een richtlijn is een bindend voorschrift voor een handelswijze die gevolgd moet worden (bijvoorbeeld het niet mogen handelen in derivaten) en een limiet is een type richtlijn die een uiterste grens aangeeft (bijvoorbeeld het kasgeldlimiet en de renterisiconorm). Een belangrijk deel van de limieten en richtlijnen is bepaald door de Wet Financiering decentrale overheden (wet Fido). Met behulp van de limieten en richtlijnen wordt het “risicoprofiel” van de gemeente bepaald, waarbinnen de treasuryactiviteiten dienen te worden uitgevoerd.
De paragraaf financiering in de begroting geeft de beleidsplannen voor de treasuryfunctie voor de komende jaren en in het bijzonder voor het eerstkomende jaar weer. Het bevat onder meer gegevens over de algemene ontwikkelingen en de concrete beleidsplannen binnen de kaders van het treasurystatuut. Het gaat hierbij om de gemeentefinanciering en dan met name het portefeuillebeheer (analyse financieringspositie, leningen- en garantieportefeuille en uitzettingsportefeuille) en het rentebeheer en dan gevolgd door het treasurybeheer waarin de gevolgen voor de gemeentefinanciering op de middellange termijn wordt weergegeven. Uit de paragraaf financiering zal moeten blijken dat de plannen binnen de kaders van de Wet Fido en het treasurystatuut blijven.
De paragraaf financiering in het jaarverslag geeft in het bijzonder een verschillenanalyse weer tussen de plannen zoals deze zijn opgenomen in de begroting en de realisatie in het verslagjaar.
In artikel 1 worden de doelstellingen van de treasuryfunctie van de gemeente weergegeven. De gemeente moet "duurzaam toegang hebben tot de financiële markten tegen acceptabele condities en bedingen". De treasury moet er mede voor zorgen dat de gemeente voor haar activiteiten de benodigde middelen kan aantrekken. De overtollige (liquide) middelen kunnen we niet meer uitzetten op de financiële markten op grond van de inwerkingtreding van het schatkistbankieren.
Het is een taak van de treasury om financiële risico's te voorkomen, dan wel tegen acceptabele condities te beperken. Verder zorgt de treasury om de kosten van het beheer van de geldstromen en de financiële posities zo klein mogelijk te maken en te houden. Hiertoe rekenen we de rentekosten, provisies en de kosten van het betalingsverkeer. Het beheer moet zo efficiënt mogelijk worden gedaan.
Over de treasury geeft de Wet Fido twee belangrijke beleidsmatige uitgangspunten, waartussen specifiek onderscheid wordt gemaakt:
Er zijn geen eisen gesteld aan de verstrekking van leningen en garanties "uit hoofde van de publieke taak". Het gemeentebestuur bepaalt dus zelf wat er onder "publieke taak" wordt verstaan. De opgenomen limieten en richtlijnen in het treasurystatuut garanderen het voorzichtige en verstandige karakter.
Eén van de uitgangspunten van de Wet Fido is het vermijden van grote veranderingen in de rentelasten. Het renterisicobeheer moet de invloed van rentewijzigingen op de financiële resultaten van de gemeente beperken. Juist voor de korte financiering kan het renterisico aanzienlijk zijn. Daarom is in de Wet Fido een grens opgenomen voor deze korte financiering. De kasgeldlimiet is bepaald op een percentage (thans 8,5%) van de primaire begroting.
De renterisiconorm is ingesteld voor de beheersing van de renterisico's op de vaste schuld, dus met een looptijd van één jaar of langer. Deze beheersing ligt opgesloten in de spreiding van de looptijden in de leningenportefeuille. Deze norm kan worden berekend naar het vastgestelde percentage (thans 20%) te vermenigvuldigen met de primaire begroting. De rentevisie is een beschrijving van de verwachte ontwikkeling van de rente in de toekomst.
Daar kan het financieringsbeleid dan op worden afgestemd. Spreiding van de rentetypische looptijd, dus de periode dat de rente vast staat, heeft tot gevolg dat de gevolgen van rentewijzigingen worden gespreid over meerdere jaren.
Op het aantrekken op aandelen wordt koersrisico gelopen. Deze koersrisico’s zijn beperkt omdat er alleen aandelen mogen worden aangetrokken uit hoofde van de publieke taak (bijvoorbeeld de aandelen van de Bank Nederlandse Gemeenten).
Op het verstrekken van kredieten wordt kredietrisico gelopen. Deze kredietrisico’s zijn beperkt omdat er alleen kredieten mogen worden verstrekt uit hoofde van de publieke taak. Daarnaast kunnen er zekerheden en garanties worden geëist.
Interne liquiditeitsrisico’s doen zich bijvoorbeeld voor wanneer de gemeente gelden voor een bepaalde periode heeft uitgezet en gedurende de looptijd van de uitzetting blijkt dat de gelden (onverwacht) nodig zijn voor het doen van een investering. Dit kan tot gevolg hebben dat de gemeente tijdelijk een lening moet aantrekken. Dit kan negatieve gevolgen hebben voor de financiële positie. Ter beperking van dit risico baseert de gemeente haar financiële transacties op een liquiditeitenplanning waarin de toekomstige inkomsten en uitgaven van de gehele organisatie zijn gepland. In de praktijk is het opstellen van een betrouwbare en nauwkeurige liquiditeitenplanning niet eenvoudig. Dit heeft te maken met de inherente onzekerheden die verbonden zijn aan de activiteiten van de gemeente en de hieraan verbonden financiële gevolgen. Het is daarom van groot belang dat het team Financiën juist, tijdig en volledig wordt geïnformeerd door de overige pijlers over de financiële gevolgen van hun activiteiten.
Dit artikel hoeft eigenlijk geen nadere toelichting. Als verschillende valuta's worden gebruikt, kan het zijn dat door de veranderende wisselkoersen verlies wordt geleden. Om dit te voorkomen is opgenomen dat het alleen toegestaan is om leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in Euro's.
Het is op grond van de Wet Fido niet toegestaan om middelen aan te trekken en deze vervolgens te beleggen. Om een zo goed mogelijk resultaat op de rente te behalen, financieren we zoveel mogelijk intern. Dan hoeven we immers geen rente aan derden te betalen. Worden de voorwaarden van een lening in overleg tussen de beide partijen vastgesteld dan spreken we van een onderhandse lening. Om de marktconformiteit te garanderen, vragen we meerdere offertes op. Hierdoor krijgen we een objectief beeld van de op dat moment gebruikelijke tarieven en voorwaarden en kunnen we een goed afgewogen keuze maken.
Behoeft geen nadere toelichting.
Op het gebied van relatiebeheer beoogt de treasury het realiseren van zo gunstig mogelijke condities voor de door haar af te nemen diensten. Eventuele tussenpersonen die bij het afsluiten van financiële transacties worden
ingeschakeld, vallen niet onder de "tegenpartijen". De vereisten van lid 1 zijn voor tussenpersonen dan ook niet van toepassing. Teneinde dit te ondervangen stelt de gemeente als eis dat tussenpersonen onder toezicht van Autoriteit Financiële Markten (AFM) staan en daarvan een vergunning als makelaar hebben ontvangen.
Geldstromen moeten efficiënt beheerd worden. Dit kan door de stromen op elkaar af te stemmen. Hierdoor kan worden voorkomen dat we tijdelijke financiering moeten aantrekken of een uitzetting vroegtijdig moeten verbreken. Er worden door de gemeente meerdere rekeningnummers aangehouden. Voor de regulatie van de saldi van deze rekeningen is het meest praktisch om deze rekeningen bij één bank aan te houden. Daarmee worden ook kosten van het overboeken naar verschillende banken vermeden.
Dit betreft het dagelijks bijhouden van de saldi van de diverse bankrekeningen. Om de noodzaak tot het doen van interne overboekingen te beperken, worden verschillende rekeningen die de gemeente bij één bank aanhoudt, opgenomen in een rentecompensatiecircuit. Dit is een systeem waarbij de (valutaire) debet- en creditsaldi van alle rekeningen van de gemeente worden samengevoegd tot één gecombineerd saldo, waarover de rente wordt berekend.
Bij de treasury zijn meerdere personen en organen betrokken. Het statuut legt vast welke personen en organen welke bevoegdheden hebben. Er zijn specifieke uitgangspunten opgenomen, gelet op de aard van de transacties en de daarmee samenhangende risico's. Ook krijgen we daardoor de benodigde functiescheiding tussen beleidsbepaling en de uitvoering.
In deze artikelen zijn de verantwoordelijkheden en de bevoegdheden beschreven. De eindverantwoordelijkheid ligt bij het bestuur van de gemeente. Een deel van deze bevoegdheden is uit praktische overwegingen neergelegd bij het ambtelijk apparaat. Daardoor kan ook slagvaardiger worden opgetreden. Bij de toekenning van de bevoegdheden is uitdrukkelijk gekeken naar functiescheiding tussen besluitvorming, uitvoering, administratie en controle.
De tabel in dit artikel geeft weer op welke wijze de informatievoorziening wordt gewaarborgd voor: operationele informatie (lid 1 en 2), beleidsmatige informatie (lid 3) en verantwoordingsinformatie (lid 4 en 5). Het verstrekken van juiste, tijdige, volledige en relevante informatie moet gerekend worden tot de belangrijkste succesfactoren voor het kunnen beheersen van de financiële en interne risico's van de gemeente.
Dit statuut treedt in werking met ingang van 1 januari 2016. Daarmee vervalt het in de vergadering van 24 november 2009 vastgestelde statuut.