Organisatie | Deurne |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeentelijke Subsidieverordening sloop ongewenste bebouwing buitengebied gemeente Deurne |
Citeertitel | Subsidieverordening sloop ongewenste bebouwing buitengebied gemeente Deurne |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | ruimtelijke ordening en volkshuisvesting |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-11-2007 | 30-04-2021 | nieuwe regeling | 06-11-2007 Weekblad van Deurne, 29-11-2007 | Raadsbesluit 2007, nr. 071 |
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 oktober 2007, nr. 071;
gelet op het bepaalde in titel 4.2 en 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht alsmede de artikelen 108, eerste lid, 147, eerste lid, en 149 van de Gemeentewet,
Gemeentelijke Subsidieverordening sloop ongewenste bebouwing buitengebied gemeente Deurne
Buitengebied: het gebied buiten de op grond van artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994 vastgestelde bebouwde kom en het gebied dat op grond van een door de gemeenteraad vastgesteld ruimtelijk plan als toekomstig onderdeel van de bebouwde kom kan worden aangemerkt; kleine kernen, gehuchten en buurtschappen waarvoor geen bebouwde kom is vastgesteld, worden tot het buitengebied gerekend.
EHS: de ecologische hoofdstructuur, zoals die is geintroduceerd in het Natuurbeleidsplan van het Rijk (1990) en voortgezet in de rijksnota "Natuur voor mensen, mensen voor natuur" (2000); voor de begrenzing op detailniveau zijn de door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant krachtens de Subsidieregeling Natuurbeheer 2000 vastgestelde Natuurgebiedsplannen voor Noord-Brabant bepalend; de beheersgebieden blijven voor de onderhavige verordening buiten beschouwing.
Artikel 2 Aanwijzing gebieden en categorieën gebouwen
De gemeenteraad van Deurne wijst de sloop van gebouwen en glasopstanden aan in het gehele buitengebied van Deurne, met uitzondering van gebouwen en glasopstanden die zijn gelegen op gronden in het landbouwontwikkelingsgebied (LOG).
Artikel 3 Subsidiabele activiteit
Burgemeester en wethouders verstrekken op aanvraag van een belanghebbende subsidie voor de gehele of gedeeltelijke sloop van gebouwen, glasopstanden, kelderruimten, sleufsilo's en voerplaten, in de, op grond van artikel 2 aangewezen gedeelten van het buitengebied.
Artikel 4 Voorwaarden voor subsidie
De subsidie wordt slechts volledig verstrekt indien:
alle op het sloopperceel aanwezige gebouwen, glasopstanden, kelderruimten, sleufsilo’s en voerplaten, met de bijbehorende fundamenten en de ondergrondse voorzieningen, van het sloopperceel zijn verwijderd op een wijze die verantwoord is uit een oogpunt van milieuzorg, en het sloopperceel is geëgaliseerd, behoudens het bepaalde in het tweede lid van dit artikel;
aan het sloopperceel, voorzover nodig, een passende andere bestemming is verleend, dan wel de subsidieontvanger met de gemeente een overeenkomst sluit waarin is vastgelegd dat de subsidieontvanger geen bezwaar zal maken tegen het nemen van een voorbereidingsbesluit op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening of de herziening, wijziging of vaststelling van het ter plaatse geldende bestemmingsplan, strekkende tot het leggen van een passende andere bestemming en in afwachting van de herziening, wijziging of vaststelling van het bestemmingsplan geen bouwwerken zal oprichten op de betrokken kavel;
de binnen de gemeente gelegen gronden van degene door of namens wie de subsidieaanvraag is ingediend, met uitzondering van de bij een woning op het sloopperceel behorende grond, waarvan de oppervlakte ten hoogste een hectare bedraagt, voor zover die in de EHS zijn gelegen, voorafgaand aan de subsidievaststelling in eigendom zijn overgedragen aan BBL, dan wel zijn onttrokken aan pacht (beëindiging pachtovereenkomst) voor zover deze gronden eigendom zijn van Staatsbosbeheer of een particuliere natuurbeschermingsorganisatie, een en ander behoudens het bepaalde in lid 3 van dit artikel;
Het behoud van gebouwen, dan wel het terugbouwen van gebouwen, is toegestaan tot een oppervlakte van ten hoogste 200m2, mits er een woning aanwezig is op of bij de betrokken kavel en de afstand tot deze woning niet meer dan 25 meter bedraagt. Het behoud van gebouwen waarover het gemeentebestuur heeft verklaard dat sloop daarvan niet zal worden toegestaan is eveneens toegestaan, evenals het behoud van (voormalige) bedrijfsruimten die onlosmakelijk zijn verbonden met het woonhuis en daarmee architectonisch een geheel vormen.
Artikel 5 Uitsluiting of vermindering van subsidie
Geen subsidie wordt verstekt indien:
de te slopen gebouwen zijn ingebracht bij een verzoek om provinciale planologische medewerking aan een ruimte voor ruimtewoning, of een verbeterproject in het buitengebied, als bedoeld in paragraaf 3.6.2 van het Streekplan Noord-Brabant 2002 "Brabant in balans" en op het verzoek positief is beslist door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;
de oppervlakte van de in eigendom van de subsidieaanvrager zijnde gronden binnen de gemeente, voorzover deze in de EHS liggen, na de datum waarop deze verordening wordt bekendgemaakt, anders dan door eigendomsoverdracht aan BBL, Staatsbosbeheer of een particuliere natuurbeschermingsorganisatie is verkleind, tenzij voor het gedeelte waarmee de oppervlakte is verkleind ten tijde van de subsidieverlening op grond van de onderhavige verordening een beheers- of inrichtingssubsidie wordt verstrekt met toepassing van de Subsidieregeling natuurbeheer 2000.
Indien voor de betrokken sloopactiviteiten eveneens subsidie wordt verstrekt door een of meer andere partijen wordt op grond van deze verordening slechts een zodanig bedrag aan subsidie verleend, dat de som van de subsidie en de andere geldelijke bijdrage(n) niet meer bedraagt dan het op grond van artikel 6 vast te stellen bedrag.
Artikel 6 Hoogte van de subsidie
1.De hoogte van de subsidie wordt bepaald aan de hand van de oppervlakte van de te slopen of te verwijderen objecten, als volgt:
2.Indien op een sloopperceel subsidie wordt verleend voor de sloop van een of meer gebouwen als bedoeld onder b) en bovendien voor de sloop of verwijdering van een of meer van de objecten als bedoeld onder c) t/m e), dan mag de gezamenlijke subsidie voor de sloop of verwijdering van het gebouw (de gebouwen) en de andere objecten niet meer bedragen dan het aantal vierkante meters van de oppervlakte van het gebouw (de gebouwen), vermenigvuldigd met € 25,-.
Artikel 10 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Indien niet binnen de in het eerste lid genoemde termijn, of, ingeval van verlenging, verlengde termijn, is voldaan aan een van de in artikel 4, eerste lid, onder a), c), d), e), f), of g) genoemde voorwaarden, dan wordt het subsidiebedrag dat voortvloeit uit de toepassing van artikel 5 gekort met 10%. Indien aan twee of meer van deze voorwaarden niet tijdig is voldaan, dan bedraagt het kortingspercentage 20%.
Artikel 12 Bevoorschotting, intrekking en terugvordering
Burgemeester en wethouders kunnen de subsidieontvanger op diens verzoek een voorschot betalen van ten hoogste 50% van al gemaakte sloopkosten onder overlegging van facturen. Het voorschot wordt op verzoek van de subsidieontvanger verstrekt na de voltooiing van de in artikel 4, eerste lid, onder a) bedoelde werkzaamheden.
Een beschikking tot subsidieverlening of -vaststelling wordt ingetrokken indien binnen vijf jaren nadat deze is genomen, voor het sloopperceel een bestemmingsplan of een besluit als bedoeld in artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening tot stand komt op basis waarvan woningbouw is toegelaten, tenzij de subsidieontvanger het sloopperceel heeft vervreemd en ten genoegen van burgemeester en wethouders aannemelijk kan maken:
Indien de beschikking tot subsidieverlening of -vaststelling is ingetrokken of ten nadele van de subsidieontvanger is gewijzigd, is de subsidieontvanger verplicht de subsidiebedragen en voorschotten terug te betalen op eerste vordering van burgemeester en wethouders, vermeerderd met de wettelijke rente over de periode van de datum van uitbetaling van de subsidie tot het tijdstip van voldoening.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om af te wijken van vorenstaande bepalingen in gevallen waarin de onverkorte toepassing daarvan voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met deze bepalingen te dienen doelen.
Artikel 14 Bekendmaking en inwerkingtreding
Deze verordening en de daarvan onderdeel uitmakende bijlagen en toelichting wordt bekendgemaakt door publicatie in een of meer dagbladen, of huis-aan-huisbladen, en in het gemeenteblad. Zij treedt in werking op de dag na de datum van de publicatie in het gemeenteblad.