Organisatie | Regio Twente |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Privacyreglement GGD Twente 2014 |
Citeertitel | Privacyreglement GGD Twente 2014 |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting bij Privacyreglement GGD Twente 2014 |
De datum en bron bekendmaking is niet te achterhalen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2014 | 01-10-2018 | nieuwe regeling | 28-05-2014 Onbekend. | Onbekend. |
De bestuurscommissie Publieke Gezondheid van de Regio Twente;
dat het voor het bieden van verantwoorde zorg aan cliënten en voor de uitvoering van de overige taken noodzakelijk is dat GGD Twente persoonsgegevens, waaronder bijzondere persoonsgegevens, van cliënten verwerkt;
dat het in verband met een zorgvuldige verwerking van persoonsgegevens van cliënten gewenst is deze verwerking nader te reguleren;
Kwaliteitswet zorginstellingen;
Vreemdelingenwet in verband met de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005;
Wet bescherming persoonsgegevens;
Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg;
Wet gemeentelijke basisadministratie;
Wet inzake de geneeskundige behandelingsovereenkomst;
Wet klachtrecht cliënten zorgsector;
Wet op de Beroepen in de individuele gezondheidszorg;
Wet op het bevolkingsonderzoek;
Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding;
Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;
Handreiking privacybescherming epidemiologie van GGD Nederland van d.d. september 2007;
Richtlijn gezondheidsonderzoek van de Federatie Medisch Wetenschappelijke Verenigingen;
Richtlijn inzake de omgang met medische gegevens van de KNMG, alsmede de Meldcode Kindermishandeling van de KNMG d.d. april 2008;
Richtlijn archivering tuberculosegegevens van de Commissie voor Praktische Tuberculosebestrijding d.d. september 2010;
De Handreiking Omgang met persoonsgegevens in het kader van Bemoeizorg van KNMG GGD Nederland en GGZ Nederland d.d. april 2005;
Artikel 2 Doel van de verwerking van persoonsgegevens
Het verwerken van persoonsgegevens door de GGD heeft tot doel het verlenen van verantwoorde zorg aan cliënten, alsmede het verantwoord uitvoeren van forensisch en ander medisch onderzoek op verzoek van derden.
Artikel 5 Informeren van de cliënt over de verwerking van persoonsgegevens
In het eerste contact met een cliënt informeert de beroepskracht de cliënt over de wijze waarop zijn persoonsgegevens worden verwerkt. De cliënt wordt geïnformeerd over het doel van de gegevensverwerking, de aard van de gegevens die worden verwerkt, de rechten die hij ten aanzien van deze gegevensverwerking kan uitoefenen en over de identiteit van de verantwoordelijke.
Artikel 7 Toegang tot de persoonsgegevens in het bestand
Toegang tot gegevens van een cliënt die door een andere afdeling van de GGD zijn vastgelegd, is mogelijk voor zover inzage in deze gegevens noodzakelijk is voor het bieden van verantwoorde zorg aan de cliënt. Voor het inzien van deze gegevens zoals bedoeld in dit lid, wordt vooraf toestemming gevraagd aan de cliënt, conform artikel 9 van dit reglement. Artikel 13 is daarbij van toepassing.
Een beroepskracht heeft toegang tot gegevens in het bestand van leden van het cliëntsysteem die geen cliënt zijn van deze beroepskracht, voor zover inzage in deze gegevens noodzakelijk is voor het bieden van verantwoorde zorg aan de cliënt. Voor het inzien van deze gegevens wordt vooraf toestemming gevraagd aan de betreffende leden van het cliëntsysteem, conform artikel 9 van dit reglement. Artikel 13 is daarbij van toepassing.
Artikel 8 Bewaartermijnen van de gegevens die in het bestand zijn opgenomen
Tenzij in dit reglement anders wordt bepaald, bewaart de GGD de persoonsgegevens die in het bestand zijn opgenomen vijftien jaar. Deze bewaartermijn wordt gerekend vanaf het eerste jaar waarin geen nieuwe gegevens meer zijn verwerkt. Verlenging van deze bewaartermijn voor gegevens die worden verwerkt in verband met de zorg die aan een cliënt werd verleend is mogelijk, indien deze verlening uit het oogpunt van verantwoorde zorg noodzakelijk is.
III. VERSTREKKEN VAN PERSOONSGEGEVENS AAN DERDEN IN VERBAND MET HET MEDISCH BEROEPSGEHEIM
Artikel 10 Verstrekken van persoonsgegevens aan de wettelijk vertegenwoordiger en aan de ouder zonder gezag
Verstrekking aan de wettelijk vertegenwoordiger op grond van lid 1 blijft achterwege in het belang van de veiligheid van de cliënt of de veiligheid van een lid van het cliëntsysteem, of indien deze verstrekking naar het oordeel van de beroepskracht anderszins in strijd is met goed hulpverlenerschap ten opzichte van de cliënt.
Op verzoek van de ouder die geen gezag uitoefent, verstrekt de beroepskracht, op grond van de wettelijke plicht in artikel 1: 377c Burgerlijk Wetboek, informatie over belangrijke feiten en omstandigheden die de persoon van de cliënt tot zestien jaar, of de aan hem verleende zorg betreffen. De beroepskracht weigert de gevraagde informatie indien en voor zover het belang van de cliënt zich, naar zijn oordeel, verzet tegen het verstrekken van de informatie.
Over een besluit om (bepaalde) persoonsgegevens van de cliënt niet aan de wettelijk vertegenwoordiger zoals bedoeld in lid 2 of aan de ouder zonder gezag zoals bedoeld in lid 3 te verstrekken, raadpleegt de beroepskracht een deskundige collega. Indien ook andere beroepskrachten van de GGD direct zijn betrokken bij de zorg aan de cliënt worden zij eveneens geraadpleegd.
Artikel 11 Verstrekken van persoonsgegevens aan een medisch hulpverlener buiten de GGD of van een andere afdeling van de GGD
Toestemming van de cliënt wordt verondersteld voor de verstrekking van persoonsgegevens aan een medisch hulpverlener buiten de GGD of van een andere afdeling van de GGD, indien en voor zover deze medisch hulpverlener rechtstreeks is betrokken bij dezelfde medische behandeling én voor zover deze verstrekking noodzakelijk is voor de uitvoering van deze behandeling.
Artikel 13 Verstrekken van persoonsgegevens zonder toestemming van de cliënt op grond van een conflict van plichten
De beroepskracht die op grond van dit artikel besluit tot verstrekking van persoonsgegevens van een cliënt zonder zijn toestemming, informeert de cliënt zo spoedig mogelijk over dit besluit, tenzij de veiligheid van de cliënt, van de leden van het cliëntsysteem of die van de beroepskracht dit (nog) niet toelaat.
De beroepskracht legt zijn besluit over de verstrekking van gegevens zonder toestemming van de cliënt gemotiveerd vast in het bestand. Hij vermeldt daarbij de belangen die zijn afgewogen bij de totstandkoming van het besluit en welke functionaris hij heeft geconsulteerd voordat hij het besluit nam. Ook tekent hij aan of, en zo ja op welk moment, hij de cliënt over de verstrekking van zijn persoonsgegevens heeft geïnformeerd en in het geval dat niet is gebeurd, op grond van welke argumenten hij heeft afgezien van het informeren van de cliënt.
Artikel 14 Meldrecht AMK en Raad voor de Kinderbescherming
Indien de beroepskracht zoals bedoeld in lid 1 tot het oordeel komt dat het stoppen van de kindermishandeling, voor het beschermen van minderjarigen en/of voor het bieden van hulp aan de cliënt en/of de leden van het cliëntsysteem noodzakelijk is, meldt hij zijn vermoeden bij het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Hij spant zich in om toestemming van de cliënt voor deze melding te verkrijgen, maar zo nodig doet hij zijn melding zonder toestemming van de cliënt.
Vraagt het AMK, in het kader van een onderzoek naar aanleiding van een melding van een vermoeden van kindermishandeling, aan een beroepskracht van de GGD om informatie over een cliënt, dan is de beroepskracht bevoegd de gevraagde informatie te geven, zonodig zonder toestemming of medeweten van de cliënt.
Artikel 15 Meldrecht verwijsindex risicojongeren [1] en gezinsvoogd [2]
Indien een beroepskracht een risico signaleert op een bedreiging in de ontwikkeling naar volwassenheid van een cliënt tot 23 jaar, kan hij het BSN nummer van deze cliënt opnemen in de verwijsindex risicojongeren. Voordat de beroepskracht het BSN nummer van de jeugdige opneemt in de verwijsindex bespreekt hij de risico’s met de jeugdige cliënt en zijn wettelijk vertegenwoordiger(s) en legt hij ook het doel van de melding in de verwijsindex uit. Is het, in verband met de veiligheid van de jeugdige cliënt, van leden van het cliëntsysteem of die van de beroepskracht niet mogelijk om de risico’s te bespreken voordat het BSN nummer wordt opgenomen in de verwijsindex, dan kan de beroepskracht het BSN nummer toch opnemen in de verwijsindex indien hij meent dat een melding noodzakelijk voor het wegnemen van de bedreigingen in de ontwikkeling van de jeugdige. Op het voeren van overleg of het anderszins verstrekken van informatie naar aanleiding van een melding van het BSN nummer in de verwijsindex is toestemming van de cliënt vereist conform de bepalingen van artikel 9. Artikel 13 is daarbij van toepassing.
In geval van verstrekking van persoonsgegevens op grond van dit artikel, zijn de bepalingen van artikel 13 lid 2, 3, 4 en 5 van toepassing.
[1] Het meldrecht aan de verwijsindex risicojongeren gaat over van de Wet op de jeugdzorg naar de Jeugdwet van 1 maart 2014. Deze wet treedt naar verwachting in werking op 1 januari 2015.
[2] Het meldrecht aan de verwijsindex risicojongeren gaat over van de Wet op de jeugdzorg naar de Jeugdwet van 1 maart 2014. Deze wet treedt naar verwachting in werking op 1 januari 2015.
Artikel 18 Verwerken van persoonsgegevens ten behoeve van epidemiologisch en ander onderzoek
Indien het in verband met het onderzoek zoals bedoeld in lid 1 noodzakelijk is persoonsgegevens te verwerken die niet zijn ontdaan van hun identificerende kenmerken, wordt, alvorens deze voor dit onderzoek worden verwerkt, toestemming gevraagd aan de betrokkene. Voordat zijn toestemming wordt gevraagd, wordt hij geïnformeerd over het doel van het onderzoek en over de aard van de verwerking van zijn gegevens in verband hiermee.
IV. SPECIFIEKE BEPALINGEN IN VERBAND MET DE TAKEN VAN DE JEUGDGEZONDHEIDSZORG
De bewaartermijn van vijftien jaren zoals bedoeld in artikel 8 wordt voor de persoonsgegevens die worden vastgelegd in het bestand in verband met de taken van de jeugdgezondheidszorg gerekend vanaf het eerste jaar nadat de cliënt 19 jaar is geworden.
Artikel 20 Overdracht van persoonsgegevens uit het bestand in verband met verhuizing
Bij het informeren van de cliënt over de gegevensverwerking zoals bedoeld in artikel 5 wordt de cliënt van de jeugdgezondheidszorg in algemene zin geïnformeerd over de werkwijze bij verhuizing zoals omschreven in lid 1. In dit contact wordt hem ook om toestemming gevraagd voor de overdracht van zijn gegevens naar een andere instelling voor jeugdgezondheidszorg in geval van een mogelijke verhuizing. Doet zich feitelijk een verhuizing voor, dan spant de jeugdgezondheidszorg zich, ook als in het eerste contact al toestemming is gegevens voor de overdracht, in om de cliënt om actuele toestemming voor de overdracht te vragen, al dan niet door tussenkomst van de instelling voor jeugdgezondheidszorg elders in het land die de cliënt nu zorg biedt. Ten aanzien van het vragen van toestemming zijn de bepalingen van de artikelen 9 en 13 van toepassing.
V. SPECIFIEKE BEPALINGEN TEN AANZIEN VAN DE TAKEN IN VERBAND MET HET BESTRIJDEN VAN INFECTIEZIEKTEN
Artikel 21 Verwerken van persoonsgegevens in verband met verplichte meldingen van infectieziekten door medisch behandelaars op grond van de Wet publieke gezondheid
Naar aanleiding van een melding van een infectieziekte op grond van de Wet publieke gezondheid worden door de beroepskracht in het bestand vastgelegd: naam, adres, woonplaats en BSN van de persoon bij wie de infectieziekte is vastgesteld, naam en functie van de melder, alsmede de aard van de infectieziekte die wordt gemeld.
Op de gegevens die zijn vastgelegd op grond van lid 1 kunnen de rechten van informatie en inzage worden uitgeoefend zoals beschreven in de artikelen 28 en 29. Het recht van correctie zoals omschreven in artikel 30 kan op deze gegevens worden uitgeoefend voor zover het belang van de volksgezondheid en de Wet publieke gezondheid zich daartegen niet verzetten Het recht op vernietiging van gegevens zoals omschreven in artikel 31 kan op deze gegevens niet worden uitgeoefend.
Naar aanleiding van een melding zoals bedoeld in lid 1, verstrekt de GGD aan het Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu: gegevens omtrent de gemelde infectieziekte, het geslacht van de gemelde persoon, zijn postcodecijfers en het geboortejaar van de gemelde persoon, evenals, indien de gemelde persoon nog geen twee jaar oud is, de geboortemaand.
Artikel 22 Bewaartermijn van persoonsgegevens in verband met tuberculose en overdracht van deze gegevens naar een andere GGD
Voor de gegevens die in het bestand worden vastgelegd in verband met bronopsporing, contactonderzoek en het bieden van zorg in verband met tuberculose volgt de GGD de bewaartermijnen van de Richtlijn archivering tuberculosegegevens zoals vastgesteld door de Commissie voor Praktische Tuberculosebestrijding.
Op de gegevens die zijn vastgelegd op grond van lid 1 kunnen de rechten van informatie en inzage worden uitgeoefend zoals beschreven in de artikelen 28 en 29. Het recht van correctie zoals omschreven in artikel 30 kan op deze gegevens worden uitgeoefend voor zover het belang van de volksgezondheid, de Wet publieke gezondheid en de Richtlijn zoals genoemd in lid 1 zich daartegen niet verzetten. Het recht op vernietiging van gegevens zoals omschreven in artikel 31 kan op deze gegevens niet worden uitgeoefend.
Voor de overdracht van de gegevens zoals bedoeld in lid 1 naar een andere GGD, wordt de toestemming gevraagd van de cliënt. Voordat de cliënt om toestemming wordt gevraagd wordt hij geïnformeerd over het doel van de overdracht en over de aard van de gegevens die worden overgedragen. Indien de cliënt zijn toestemming niet geeft, of indien, door welke oorzaak dan ook, de toestemming aan de cliënt in redelijkheid niet kan worden gevraagd, kan de GGD beslissen om de gegevens toch over te dragen aan een andere GGD indien en voor zover de overdracht van deze gegevens noodzakelijk is in het belang van de volksgezondheid.
Artikel 23 Verwerken van gegevens in verband met een onderzoek naar een seksueel overdraagbare aandoening
Een cliënt van wie de GGD, op verzoek van deze cliënt, onderzoekt of hij een seksueel overdraagbare aandoening heeft, heeft het recht om zijn naam en zijn overige identiteitsgegevens niet aan de GGD bekend te maken. In geval van een dergelijk verzoek worden geen persoonsgegevens van de cliënt in het bestand vastgelegd.
VI. SPECIFIEKE BEPALINGEN TEN AANZIEN VAN DE TAKEN IN VERBAND MET BEMOEIZORG
Artikel 24 Het informeren van de cliënt
De verplichtingen van de GGD op grond van artikel 5 van dit reglement om de cliënt in het eerste contact te informeren over de verwerking van zijn persoonsgegevens, kan in verband met het bieden van bemoeizorg zonodig worden uitgesteld totdat de cliënt is toe geleid naar de dringend noodzakelijke zorg of hulp.
VII. SPECIFIEKE BEPALINGEN TEN AANZIEN VAN HET UITOEFENEN VAN FORENSISCHE GENEESKUNDE ALS NIET - BEHANDELAAR
Artikel 26 Verstrekken van gegevens in verband met het forensisch onderzoek
Indien de forensisch geneeskundige op grond van de bepalingen in de Wet op de lijkbezorging, meent geen verklaring van overlijden te kunnen afgeven, doet hij schriftelijk verslag van zijn onderzoek naar de aard van het overlijden aan de officier van justitie in het arrondissement van overlijden en informeert hij, middels een waarschuwing, zo spoedig mogelijk de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar het overlijden heeft plaats gevonden, conform het bepaalde in de Wet op de lijkbezorging.
Indien een behandelend arts een melding doet op grond van de Wet op de lijkbezorging in verband met levensbeëindiging op verzoek of hulp bij zelfdoding, zendt de forensisch geneeskundige het verslag van de behandelend arts, het scan-verslag, de wilsbeschikking van de overledene en eventuele andere documenten die door de behandelend arts of door anderen zijn aangeboden, toe aan de regionale toetsingscommissie zoals bedoeld in de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding.
Artikel 27 Vastleggen van gegevens, informatierecht, inzagerecht en bewaartermijn
Op de gegevens die op grond van lid 1 zijn vastgelegd in het bestand, kunnen de rechten op informatie, inzage, afschrift en correctie worden uitgeoefend zoals omschreven in de artikelen 28, 29 en 30 van dit reglement. De uitoefening van deze rechten kan worden beperkt indien en voor zover de belangen van strafvordering zich daartegen verzetten. Over de noodzaak van een beperking in verband met de belangen van strafvordering voert de forensisch geneeskundige overleg met het Openbaar Ministerie voordat de verantwoordelijke beslist over de uitoefening van deze rechten.
Artikel 28 Recht op informatie
De verantwoordelijke deelt de verzoeker binnen vier weken schriftelijk mede of er persoonsgegevens over hem worden of zijn verwerkt. Indien zodanige gegevens worden of zijn verwerkt, bevat de mededeling een volledig overzicht daarvan in begrijpelijke vorm, een omschrijving van het doel van de verwerking, de categorieën van gegevens waarop de verwerking betrekking heeft, de ontvangers van de persoonsgegevens en de beschikbare informatie over de herkomst van de gegevens.
Artikel 29 Inzage en afschrift
De betrokkene kan zich schriftelijk wenden tot de verantwoordelijke met een verzoek om inzage en/of afschrift van de persoonsgegevens die zijn opgenomen in het bestand en die op hem betrekking hebben. Indien de betrokkene nog geen twaalf jaar oud is, komt dit recht toe aan zijn wettelijk vertegenwoordiger(s), tenzij het belang van de betrokkene zich naar het oordeel van de GGD verzet tegen inzage en/of afschrift door de wettelijk vertegenwoordiger(s).
Artikel 30 Correctierecht en recht op een eigen verklaring
Degene aan wie inzagerecht is verleend op grond van artikel 29, of aan wie overeenkomstig artikel 28 bekend is gemaakt dat persoonsgegevens over hem verwerkt worden, kan de verantwoordelijke schriftelijk verzoeken deze te verbeteren, aan te vullen, te verwijderen, of af te schermen indien deze gegevens feitelijk onjuist, onvolledig, dan wel voor het doel van de verwerking niet ter zake dienend zijn. Het verzoek bevat de aan te brengen wijzigingen.
Artikel 32 Positie van de wilsonbekwame betrokkene en zijn (wettelijk vertegenwoordiger)
Is de cliënt of de betrokkene twaalf jaar of ouder, maar naar het oordeel van de GGD niet in staat tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake, dan komt de GGD de verplichtingen die uit dit reglement voortvloeien na jegens de wettelijk vertegenwoordiger(s) van de cliënt of de betrokkene.
Heeft de cliënt of de betrokkene die naar het oordeel van de GGD niet in staat is tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake, geen wettelijk vertegenwoordiger of treedt deze niet op, dan komt de GGD de verplichtingen die uit dit reglement voortvloeien na jegens de echtgenoot, de geregistreerde partner of de andere levensgezel van de cliënt of de betrokkene, tenzij deze persoon dit niet wenst, dan wel, indien ook zodanige persoon ontbreekt, jegens een ouder, een kind, een broer of een zus van de cliënt of de betrokkene, tenzij deze persoon dit niet wenst.
Ieder die op grond van dit reglement kennis neemt van persoonsgegevens, is verplicht tot geheimhouding daarvan, tenzij uit de wet of uit dit reglement verstrekking van persoonsgegevens voortvloeit.
Onverminderd de rechten die de betrokkenen worden toegekend in de Wet bescherming persoonsgegevens en de rechten die de cliënt worden toegekend op grond van de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst, kan iedere cliënt of betrokkene schriftelijk een klacht indienen bij de Klachtencommissie van GGD Twente indien hij meent dat door (een beroepskracht van) de GGD persoonsgegevens worden verwerkt op een wijze die in strijd is met de wet of met dit reglement.