Organisatie | Regio Twente |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening mobiliteit Regio Twente |
Citeertitel | Subsidieverordening mobiliteit Regio Twente |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2015 | intrekking | 19-01-2015 | Onbekend. | |
01-01-2008 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 21-09-2007 Onbekend. | Onbekend. |
Aanvrager: de rechtspersoon die een subsidieaanvraag indient.
Dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van Regio Twente.
Infrastructuur: wegen en daaraan gelieerde voorzieningen (zoals transferia, fietsenstallingen
en stations) voor individueel en collectief vervoer.
Minister: minister van verkeer en waterstaat.
Portefeuillehouders- het portefeuillehoudersoverleg Mobiliteit.
Project: het geheel van werkzaamheden dat is gericht op de aanleg van infrastructuur
of het treffen van verkeersveiligheidsmaatregelen.
Regioraad: het algemeen bestuur van Regio Twente.
Regio Twente: het regionaal openbaar lichaam Regio Twente ingesteld op basis van de
artikelen 8 en 104 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
RMP: het laatstelijk door de regioraad vastgestelde Regionaal Mobiliteitsplan
Twente als bedoeld in artikel 16 van de Planwet verkeer en vervoer.
Deelnemende een aan Regio Twente deelnemende gemeente voor zover op de betreffende
gemeente: gemeente het bepaalde in artikel 104 van de Wet gemeenschappelijke
Artikel 1.2 Bestedingsplan en subsidieplafond
Het dagelijks bestuur stelt, gehoord het portefeuillehoudersoverleg, jaarlijks voor 15september het bestedingsplan vast als bedoeld in artikel 6 van de Wet BDU verkeer envervoer. Dit bestedingsplan bepaalt voor elke in deze verordening opgenomensubsidiecategorie het subsidiebudget dat voor het daaropvolgende jaar beschikbaar is.
Artikel 1.5 Aanvang voorziening
Met de uitvoering van een project waarvoor subsidie wordt aangevraagd mag pas een aanvangworden gemaakt nadat het dagelijks bestuur een aanvraag als bedoeld in artikel 1.3 heeft ontvangen.
Artikel 1.6 Besluit op aanvraag
De subsidieverlening wordt geweigerd indien:
Er geen of onvoldoende budget beschikbaar is in verband met het bereiken van hetsubsidieplafond als bedoeld in artikel 1.2; verdeling van het beschikbare bedrag vindtplaats in de volgorde van prioriteit als bedoeld in artikel , waarbij een aanvraagwaarop artikel 1.3, lid 3 van toepassing is geacht wordt niet te zijn ingediend.
Artikel 1.7 Uitbetaling subsidie
De eerste 60% van de subsidie wordt op basis van de werkelijk gemaakte kosten in maximaaldrie termijnen betaalbaar gesteld. Tot betaalbaarstelling wordt alleen overgegaan indienaanvrager tenminste 20% dan wel 40% dan wel 60% van de geraamde projectkostenaantoonbaar heeft gemaakt en het verzoek om uitbetaling een bedrag inhoudt van tenminste €50.000,=.
Artikel 1.9 Subsidievaststelling
Het verzoek om subsidievaststelling dient vergezeld te gaan van:
Ingeval de hoogte van de vast te stellen subsidie hoger of gelijk is aan € 25.000,= eenspecificatie van de gemaakte kosten en is voorzien van een verklaring van eenaccountant als bedoeld in artikel 393, lid 1 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek,waaruit blijkt dat de subsidie overeenkomstig de subsidieverlening is besteed;
Artikel 1.10 Intrekking subsidie
Het dagelijks bestuur kan de op grond van artikel 1.6 verleende subsidie intrekken indien:
Artikel 1.11 Afwijkingsmogelijkheid en hardheidsclausule
Het dagelijks bestuur kan afwijken van de bepalingen gesteld bij of krachtens dezeverordening indien de subsidie valt onder de omschrijving van een steunmaatregel in artikel87, lid 1 van het EG-verdrag en voor het verstrekken van de subsidie goedkeuring is vereistvan de Europese Commissie, uitsluitend voorzover afwijking noodzakelijk is in verband methet verkrijgen van goedkeuring van de Europese Commissie.
2. Subsidiecategorie infrastructuur
Artikel 2.1 Uitvoeringsprogramma
Het dagelijks bestuur stelt, gehoord het portefeuillehoudersoverleg, tweejaarlijks eenuitvoeringsprogramma vast waarin voor een periode van twee jaar worden opgenomenregionale projecten en TOP-projecten die in beginsel in aanmerking komen voorsubsidieverlening en onderverdeeld in thema’s, de hoogte van het gereserveerdesubsidiebedrag, de volgorde in prioriteit en het voorziene uitkeringsjaar. In het programmawordt tevens voor de daarop volgende twee jaren een doorkijk gegeven van projecten die voordie jaren in voorbereiding zijn.
Artikel 2.2 Subsidiabele kosten
Bij het vaststellen van de hoogte van de subsidie neemt het dagelijks bestuur de volgende kosten in
Het verstrekken van een subsidie op grond van deze categorie moet betrekking hebben op het uitvoeren van projecten die zijn opgenomen in het RMP of een uitwerkingsprogramma daarvan dan wel betrekking hebben op het uitvoeren van projecten die bijdragen aan de doelstellingen van het RMP.
Voor een subsidie op grond van deze categorie komt uitsluitend in aanmerking een openbaar lichaamals bedoeld in artikel 3, lid 2 van de Wet BDU verkeer en vervoer dat in Twente een project realiseert.
Het verstrekken van een subsidie op grond van deze categorie moet betrekking hebben op hetuitvoeren van projecten die zijn opgenomen in het RMP of een uitwerkingsprogramma daarvan en dievan essentieel belang zijn voor de uitvoering van het RMP.
Voor een subsidie op grond van deze categorie komt uitsluitend in aanmerking een openbaar lichaamals bedoeld in artikel 3, lid 2 van de Wet BDU verkeer en vervoer die in Twente een project realiseert.
Artikel 2.2.3 Minimale projectomvang
Alleen die projecten komen voor een subsidie in aanmerking waarvan de in aanmerking te nemenprojectkosten tenminste € 100.000,= bedragen.
De subsidie bedraagt bij weg-/fietsprojecten:
50% over het bedrag tot € 15.000.000,=
40% over het bedrag tussen € 15.000.000,= en € 20.000.000,=
25% over het bedrag tussen € 20.000.000,= en € 30.000.000,=
15% over het bedrag tussen € 30.000.000,= en € 40.000.000,=
10% over het bedrag tussen € 40.000.000,= en € 60.000.000,=
De subsidie bedraagt bij projecten voor openbaar vervoer:
75% over het bedrag tot € 15.000.000,=
50% over het bedrag tussen € 15.000.000,= en € 20.000.000,=
35% over het bedrag tussen € 20.000.000,= en € 30.000.000,=
25% over het bedrag tussen € 30.000.000,= en € 40.000.000,=
20% over het bedrag tussen € 40.000.000,= en € 60.000.000,=
10% over het bedrag tussen € 60.000.000,= en € 112.500.000,=
3. Subsidiecategorie verkeersveiligheid
Een subsidie op grond van deze categorie moet in Twente bijdragen aan het verbeteren van deverkeersveiligheid. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen verkeersveiligheid binnen en buiten debebouwde kom.
Artikel 3.2 Instanties die voor een subsidie in aanmerking komen
Voor een subsidie op grond van deze categorie komt uitsluitend in aanmerking een deelnemende
Artikel 3.1.1 Projecten die voor subsidie in aanmerking komen
Een subsidie kan worden verstrekt voor:
In het bestedingsplan als bedoeld in artikel 1.2, lid 1 wordt een bedrag opgenomen datbeschikbaar is voor verkeersveiligheid binnen de bebouwde kom. Dit bedrag wordt verdeeldover de deelnemende gemeenten op basis van het percentage van de formule x = a + b + cgedeeld door 3, waarbij:
x = het percentage van de gemeente in het beschikbare budget;
a = het percentage dat wordt bepaald door het aantal inwoners van de gemeente te delendoor het totaal aantal van de deelnemende gemeenten;
b = het percentage dat wordt bepaald door de weglengte 50 km/u wegen van degemeente te delen door het totaal aantal van de deelnemende gemeenten;
c = het percentage dat wordt bepaald door de weglengte 30 km/u wegen van degemeente te delen door het totaal aantal van de deelnemende gemeenten.
Als peildatum wordt aangehouden 1 januari van het jaar waarin het bestedingsplan wordtvastgesteld.
Artikel 3.2.1 Projecten die voor subsidie in aanmerking komen
Een subsidie kan worden verstrekt voor infrastructurele maatregelen.
Het verstrekken van een subsidie op grond van deze categorie moet in Twente leiden tot een afnamevan het gevoel van onveiligheid en anonimiteit van de reiziger in de bus en trein alsmede op enrondom de halte.
Artikel 4.1.4. Niet subsidiabele kosten
Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten voor:
Het verstrekken van een subsidie op grond van deze categorie moet in Twente leiden tot een beteretoegankelijkheid van het openbaar vervoer en richt zich daarbij op de halte, de voertuigen en deinformatievoorzieningen.
Het verstrekken van een subsidie op grond van deze categorie is bedoeld voor het stimuleren van hetvrijwilligerswerk bij de uitvoering van buurtbusprojecten in Twente.
Voor een subsidie op grond van deze categorie komen uitsluitend in aanmerkingbuurtbusverenigingen/-stichtingen die door het dagelijks bestuur zijn erkend op grond van de Regelingbuurtbusprojecten Regio Twente 2004.
Artikel 5.3 Project dat voor subsidie in aanmerking komt
Een subsidie kan worden verstrekt indien de uitvoering van een buurtbusproject geschiedt doorvrijwilligers.
7. Subsidiecategorie regionaal onderzoek/planvoorbereiding
Het verstrekken van een subsidie op grond van deze categorie moet een bijdrage leveren aan derealisering van het RMP.
Artikel 7.2 Instanties die voor een subsidie in aanmerking komen
Voor een subsidie op grond van deze categorie komt uitsluitend in aanmerking een openbaar lichaamals bedoeld in artikel 3, lid 2 van de Wet BDU verkeer en vervoer dat in Twente een project realiseert.
8. Overgangs- en slotbepalingen
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2008 onder gelijktijdige intrekkingvan de Bijdrageregeling kleine infrastructuur Regio Twente, Subsidieverordeningtoegankelijkheid openbaar vervoer Twente, Subsidieverordening sociale veiligheid openbaarvervoer Twente en de artikelen 8 en 9 van de Regeling buurtbusprojecten Regio Twente 2001.