Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leudal

Preventie- en Handhavingsplan Drank- en Horecawet gemeente Leudal 2016-2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeudal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingPreventie- en Handhavingsplan Drank- en Horecawet gemeente Leudal 2016-2019
CiteertitelPreventie- en Handhavingsplan Drank- en Horecawet gemeente Leudal 2016-2019
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Drank- en Horecawet, art. 43a

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-06-2016Nieuwe regeling

31-05-2016

Gemeenteblad 2016, 83496

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Preventie- en Handhavingsplan Drank- en Horecawet gemeente Leudal 2016-2019

 

 

Inleiding

Op 1 januari 2013 is de nieuwe Drank- en Horecawet (DHW) in werking getreden. De nieuwe DHW maakt de gemeente verantwoordelijk voor het toezicht op en handhaving van de DHW. Op grond van de nieuwe DHW is niet het College van Burgemeester en Wethouders, maar de Burgemeester het bevoegd gezag voor vergunningverlening en toezicht op de naleving van de DHW in de gemeente. De Burgemeester was al verantwoordelijk voor de taken ten aanzien van de openbare orde en krijgt hiervoor nu extra instrumenten. De Voedsel- en Warenautoriteit was voorheen belast met het toezicht op de naleving van de DHW. De dienst controleerde het verbod op het verstrekken van alcohol aan jongeren. Ingevolge de gewijzigde DHW moet het toezicht op de naleving van de DHW nu door de gemeente gebeuren. Voor de gemeente brengt dit extra uitvoeringskosten met zich mee en de gemeentelijke Buitengewoon Opsporingsambtenaren (BOA) ) moeten aan bepaalde opleidingseisen voldoen om toezicht te mogen houden op de DHW.

 

Op 1 januari 2014 is een tweede wetswijziging van de DHW doorgevoerd. Hiermee is de leeftijdsgrens voor verstrekking én het aanwezig hebben van alcohol op voor het publiek toegankelijke plaatsten van 16 jaar naar 18 jaar verhoogd. Naast de leeftijdsgrensverhoging is in de gewijzigde DHW de verplichting opgenomen voor gemeenteraden om één keer in de vier jaar een preventie- en handhavingsplan alcohol vast te stellen (artikel 43a DHW). Hiermee wil de wetgever stimuleren dat gemeenten actief nadenken over en uitvoering geven aan het verbinden van de beleidsterreinen Volksgezondheid (voorlichting en bewustwording) en Openbare Orde en Veiligheid (beleid en handhaving) als het gaat om alcoholpreventie.

 

Het preventie- en handhavingsplan moet conform artikel 43a van de DHW de hoofdzaken bevatten van het beleid betreffende de preventie van alcoholgebruik, met name onder jongeren, en de handhaving van de wet. Binnen het preventie- en handhavingsplan alcohol dient in ieder geval aangegeven te worden:

  • -

    Wat de doelstellingen zijn van het preventie- en handhavingsplan;

  • -

    welke acties ondernomen worden om alcoholgebruik te voorkomen, met name onder jongeren en al dan niet in samenhang met andere preventieprogramma’s vanuit de Wet Publieke Gezondheid (artikel 2, tweede lid, onderdeel d);

  • -

    de wijze waarop het handhavingsbeleid wordt uitgevoerd en welke handhavingsacties in de door het plan bestreken periode worden ondernomen;

  • -

    welke resultaten in de door het plan bestreken periode minimaal behaald dienen te worden.

 

De gemeente Leudal heeft aan deze verplichting invulling gegeven door het opstellen van onderhavig preventie- en handhavingsplan dat is opgebouwd conform de hierboven staande eisen uit de DHW. Het preventie- en handhavingsplan van de gemeente Leudal geldt voor de periode 2016-2019 en kan (volgens artikel 43a DHW) tussentijds worden aangepast.

 

In hoofdstuk 1 is beschreven waar de gemeente Leudal op dit moment staat. Hierin is opgenomen welke beleidsdocumenten de gemeente op dit moment op het gebied van alcoholpreventie en handhaving heeft en welke preventieve en toezichtacties er al zijn ondernomen. In hoofdstuk 2 is de probleemanalyse weergegeven en in hoofdstuk 3 zijn de doelstellingen voor preventie en handhaving opgenomen. In hoofdstuk 4 is de risicoanalyse weergegeven om te bepalen waar, wanneer en hoe interventies het beste kunnen worden ingezet. Vervolgens is in hoofdstuk 5 en 6 beschreven welke instrumenten de gemeente inzet om de doelen te bereiken.

 

Welke concrete acties er uitgevoerd worden om de genoemde doelen te bereiken gaat dit plan niet over. Het preventie- en handhavingsplan DHW is geen uitvoeringsplan. Voor het handhavingsdeel zullen de concrete acties worden opgenomen in het jaarlijks uitvoeringsprogramma Vergunningverlening Toezicht en Handhaving (VTH). Voor het preventiedeel worden de concrete acties opgenomen in het programma Gezond gedrag Alcohol & Drugs. Beide programma’s worden door het college vastgesteld en ter kennis gebracht van de raad.

1.Inventarisatie huidig beleid en preventie en toezicht en handhaving van alcoholgebruik onder jongeren in Leudal

Hieronder is aangegeven over welk beleid de gemeente Leudal al beschikt en wat binnen de gemeente Leudal momenteel al aan preventie en handhaving van alcoholgebruik onder jongeren wordt gedaan:

 

  • -

    De gemeente Leudal heeft in haar raadsvergadering van 15 december 2014 het Integraal Veiligheidsbeleid Gemeenten Weert – Nederweert - Leudal 2015-2018 vastgesteld. In het integraal veiligheidsbeleid is als één van de thema’s het terugdringen van gebruik van alcohol en drugs onder jeugdigen opgenomen.

  • -

    De gemeente Leudal beschikt over een vastgesteld beleidsplan alcohol- en drugspreventie 2011-2014 dat samen met de gemeente Weert en Nederweert is opgesteld. Hierin staan 2 ambities opgenomen die van belang zijn voor onderhavig preventie- en handhavingsplan alcohol. “ Jongeren gaan verstandig om met alcohol: geen alcohol onder de 16 jaar en daarna alleen met mate” en “Het versterken van preventie door een integrale aanpak met behulp van regelgeving en handhaving”.

  • -

    Aan het voortgezet onderwijs in Leudal is het programma Gezonde en Veilige school aangeboden. Onderdeel van dit programma is het preventieprogramma “De gezonde school en genotmiddelen” van de GGD Limburg-Noord en VVGi.

  • -

    De afgelopen jaren zijn lokale en sub regionale initiatieven op het gebied van preventie van alcohol onder jongeren uitgegroeid tot een (ambtelijk) regionaal samenwerkingsverband Lekker Friz! Binnen dit samenwerkingsverband werken een aantal gemeenten uit Noord- en Midden-Limburg onder coördinatie van de GGD Limburg-Noord samen met politie, Vincent van Gogh voor Geestelijke gezondheidszorg en Koninklijke Horecaverbond Nederland samen om het (overmatig) alcohol- en drugsgebruik bij jongeren terug te dringen. In Weert, Nederweert en Leudal is de campagne Lekker Friz! actief. Deze regionale campagne wordt binnen de gemeente Leudal ingezet als communicatiemiddel omtrent alcohol- en veiligheid in de vorm van persberichten, advertenties, merkbekendheid etc. Communicatie over ‘Lekker Friz!’ vindt tevens plaats via de website www.lekkerfriz.nl.

  • -

    Tot 1 januari 2013 was de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit de toezichthoudende instantie voor wat betreft de DHW. Zij hadden een beperkt aantal toezichthouders om toezicht te houden in de Nederlandse horeca op alcoholgebruik. Bij de wijziging van de DHW is het toezicht een gemeentelijke taak geworden. De gemeente Leudal beschikt thans over 2 BOA’s die sinds april 2015 zijn aangewezen als toezichthouder van de DHW. In 2015 is binnen de gemeente Leudal nog geen toezicht gehouden op de leeftijdsgrens uit de DHW.

  • -

    Bij evenementen moet de aanvrager aangeven welke maatregelen hij neemt om het gebruik van alcohol onder de 18 jaar te voorkomen. De organisator van het evenement wordt hiervoor nadrukkelijk verantwoordelijk gemaakt. Over het naleefgedrag bij evenementen met betrekking tot de leeftijdsgrens van 18 jaar voor verstrekking én het aanwezig hebben van alcohol momenteel geen gegevens bekend omdat hier tot heden niet op is gecontroleerd.

  • -

    In de gemeente Leudal zijn geen horecaconcentratiegebieden of uitgaansgebieden aangewezen.

2.Probleemanalyse

Onderzoek heeft aangetoond dat alcoholgebruik schadelijk is voor het puberbrein. Tot na het twintigste levensjaar zijn de hersenen in ontwikkeling. Alcoholgebruik op jonge leeftijd is nadelig voor de ontwikkeling van de hersenen, is schadelijk voor diverse organen en vergroot de kans op verslaving op latere leeftijd. Tussen 12 en 18 jaar komt met name het voorste gedeelte van het brein, de prefrontale cortex, tot rijping. Dit deel is verantwoordelijk voor het karakter en de persoonlijkheid, voor zelfcontrole, organiseren en plannen van gedrag en rekening houden met anderen. Alcoholgebruik verstoort de ontwikkeling van de prefrontale cortex en kan zo leiden tot veranderingen in iemands persoonlijkheid en zelfs tot groeiachterstand. Ook is er een relatie tussen overmatig alcoholgebruik en vernielingen, geweld en (verkeers)ongevallen. Jongeren zijn gevoeliger voor de effecten van alcoholgebruik dan volwassenen. Het lichaam van een jongere reageert anders op alcohol dan dat van een volwassene. Jongeren geraken sneller en sterker onder invloed wanneer ze alcohol gebruiken. Dat komt omdat ze kleiner zijn, minder wegen en in een groeifase zitten. Als je nog niet volgroeid bent is je lever kleiner waardoor de alcohol langer in je lichaam blijft omdat de verwerking een stuk trager gaat. Het is dus belangrijk om het alcoholgebruik zo lang mogelijk uit te stellen en in te zetten op alcoholmatiging.

 

De leeftijdsgrens voor het nuttigen van alcohol in 2013 was 16 jaar en is sinds 1 januari 2014 verhoogd naar 18 jaar.

 

Uit een aantal grootschalige nationale onderzoeken naar het drankgebruik onder jongeren komt naar voren dat kinderen op vroege leeftijd drinken en dat jongeren erg veel drinken. In de afgelopen jaren is er wel een daling in alcoholgebruik geweest bij de jongste groepen (12-14 jaar). Er is echter geen daling in het alcoholgebruik bij de zestien jarigen en ouder. Dit alcoholgebruik blijft onveranderlijk hoog en daarmee zorgwekkend. Deze landelijke tendens wordt voor de gemeente Leudal bevestigd in de jongerenmonitor die door de GGD in 2013 in de gemeente Leudal is uitgevoerd onder jongeren.

2.1 Gebruik door jongeren in Leudal

Onderstaande cijfers in figuur 1 geven de resultaten weer van de jongerenmonitor welke afgenomen is in 2013 door de GGD. De eerstvolgende jongerenmonitor is in 2019.

 

Figuur 1

Alcoholgebruik

Leeftijd 13-14 jaar Leudal

Leeftijd 13-14 jaar Limburg-Noord

Leeftijd 15-16 jaar Leudal

Leeftijd 15-16 jaar Limburg-Noord

Gemiddelde leeftijd 1e alcoholgebruik

11,0 jaar

11,4 jaar

13,4 jaar

13,4 jaar

Alcohol gedronken in de afgelopen 4 weken

22%

18%

68%

67%

Binge-drinken in afgelopen 4 weken

16%

12%

53%

52%

Commerciële beschikbaarheid*

8%

6%

43%

42%

Sociale beschikbaarheid*

29%

24%

66%

65%

Mag van ouders 1 glas alcohol thuis drinken

28%

21%

73%

70%

Mag van ouders meerdere glazen alcohol thuis drinken

9%

6%

45%

46%

Mag van ouders alcohol drinken op een feestje

28%

21%

76%

74%

Heeft afspraak met ouders over drinkleeftijd

31%

38%

21%

23%

* Geldt alleen voor regulier voortgezet onderwijs (RVO) scholen.

Bron: Jongerenmonitor GGD, 2013

 

Conclusies uit het onderzoek naar alcoholgebruik onder jongeren in de gemeente Leudal:

  • 1.

    De gemeente Leudal scoort op bijna alle indicatoren hoger dan de regio/Midden Limburg (met name leerjaar 2).

  • 2.

    De gemiddelde leeftijd waarop jongeren in de gemeente Leudal aangeven met drinken te beginnen is 11 jaar.

  • 3.

    Bijna de helft van de leerlingen tussen de 15 en 16 jaar oud kopen zelf hun alcohol en meer dan 1/3 van de leerlingen tussen de 15 en 16 jaar oud zijn aangeschoten of dronken na het op stap gaan. Dit betekent dat drankverstrekkers (horecagelegenheden, winkels, kantines bij sportverenigingen etc.) onvoldoende toezien c.q. maatregelen treffen op naleving van de leeftijdsgrens voor het verkopen van alcohol .

  • 4.

    De sociale verkrijgbaarheid van alcohol voor jongeren tussen de 15 en 16 jaar is hoog (2/3 krijgt alcohol van ouders, kennissen etc.). Hieruit kan geconcludeerd worden dat de sociale omgeving (volwassenen die met de jongeren onder de 18 jaar omgaan) het belang van de leeftijdsgrens van 18 jaar voor het gebruik van alcohol onvoldoende erkennen.

 

3.Uitgangspunten en onderbouwing van beleid

Dit plan is gebaseerd op een integrale beleidsvisie. Er is immers sprake van een preventie én handhavingsplan. Dat impliceert dat meerdere afdelingen binnen de gemeenten - en dus ook meerdere type maatregelen – worden ingezet bij de aanpak van de alcoholproblematiek. Als uitgangspunt voor integraal alcoholbeleid hanteren we het universele preventiemodel van Reynolds (2003) dat ook de basis vormt voor de Handreiking Gezonde Gemeenten van het RIVM. Het preventiemodel kent 3 beleidspijlers, te weten: educatie, regelgeving en handhaving. De pijlers staan deels op zichzelf maar overlappen elkaar ook (zie figuur 1 hieronder). Juist in de overlap zien we het integrale preventiebeleid terug.

 

Figuur 1: Preventiemodel Reynolds

Het preventiemodel van Reynolds is gebaseerd op de systeemtheorie van Holder (1998) die duidelijk maakt dat alcoholgebruik altijd een resultaat is van een combinatie van factoren. De persoon, zijn sociale omgeving, het aanbod van drank en het overheidsbeleid vormen samen een systeem dat uiteindelijk de keuze van de gebruiker bepaalt. Holder laat daarmee zien dat alcoholpreventie nooit alleen op het individu gericht kan zijn. Het meest succesvol zijn strategieën die vooral de omgeving van de drinker beïnvloeden. En in die omgeving van de jonge drinker spelen alcoholverstrekkers, scholen en ouders een belangrijke rol. In dit Preventie- en handhavingsplan staat daarom de omgeving van de jonge drinker centraal.

3.1. Beleidsdoelgroep

Doelgroep van dit preventie- en handhavingsplan zijn jongeren en jongvolwassenen. Het accent ligt nadrukkelijk op de groep onder de 18 jaar en het ‘binge’ drinken’ (ook wel comadrinken genoemd). Het is bekend dat de gezondheidsschade van alcoholgebruik het grootst is onder de 18 jaar. Jongeren onder de 18 jaar zijn fysiek nog niet geheel volwassen en met name de hersenen zijn nog volop in ontwikkeling. Alcohol kan deze ontwikkeling schaden. Met dit gegeven in het achterhoofd heeft de centrale overheid de leeftijdsgrens voor verkoop én bezit van alcohol verhoogd naar 18 jaar. Het toezicht op de naleving van deze leeftijdsgrens wordt als een belangrijke prioriteit beschouwd binnen het gemeentelijk preventie- en handhavingsbeleid.

3.2.Doelstellingen en resultaten preventie- en handhavingsplan 2016-2019

De uitkomsten van de jongerenmonitor uit 2013 naar het gebruik van alcohol door (minderjarige)jongeren in de gemeente Leudal is zorgwekkend te noemen. De scores in Leudal zijn hoger dan de gemiddelde scores in de regio Limburg Noord. Gelet hierop en op het feit dat de gemeente belast is met het toezicht en de handhaving van de Drank- en horecawet ziet de gemeente het als haar taak om middels preventie en handhaving de negatieve gevolgen van alcoholgebruik bij jongeren op de gezondheid te beperken.

 

Het preventie- en handhavingsplan van de gemeente Leudal kent de volgende algemene doelstellingen:

 

Een gezonde ontwikkeling van jongeren in de gemeente Leudal:

-Géén alcohol onder de 18 jaar en verantwoord gebruik (binnen de wettelijke kaders) boven de 18 jaar;

- Een open sociaal netwerk, alerte professionals en naleving van regelgeving.

 

Hieronder volgen de concrete doelen die zo realistisch mogelijk zijn opgesteld. Hierbij is gebruik gemaakt van de kennis en ervaring van de GGD in de trends als het gaat om af- en toename van alcohol en van de ervaring in de gemeente Rotterdam over hun succesvolle aanpak met betrekking tot het terugdringen van het alchohol- en drugsgebruik onder jongeren.

 

Jongeren zelf

De jongerenmonitor die in 2013 is afgenomen in de gemeente Leudal scoort op bijna alle indicatoren hoger dan de gemiddelde score in de regio Limburg Noord (met name leerjaar 2). We willen dat (minderjarige) jongeren in de gemeente Leudal zich bewust worden van de negatieve gevolgen van het drinken van alcohol en dat het gebruik van alcohol door (minderjarige)jongeren in de gemeente Leudal afneemt.

Leeftijd

Indicator

Stand 2013

Doel 2019

13/14 jaar

Alcohol gedronken in de afgelopen 4 weken

22%

< 15%

Binge-drinken in afgelopen 4 weken

16%

< 10%

15/16 jaar

Alcohol gedronken in de afgelopen 4 weken

68%

< 60%

Binge-drinken in afgelopen 4 weken

53%

< 45%

De omgeving van jongeren

De jongerenmonitor uit 2013 beschrijft dat de tolerantie van ouders ten opzichte van alcoholgebruik onder jongeren hoog is in de gemeente Leudal. We willen dat inwoners in de gemeente een cultuuromslag maken als het gaat om de acceptatie van alcoholgebruik door (minderjarige) jongeren. De doelen in onderstaande tabel zijn vooral gericht op ouders/opvoeders. Daarnaast willen we ook oplettendheid en betrokkenheid creëren bij andere inwoners in de gemeente, bijvoorbeeld bij dorpsraden en (buurt-/sport)verenigingen.

Leeftijd

Indicator

Stand 2013

Doel 2019

13/14 jaar

Sociale beschikbaarheid*

29%

< 20%

Mag van ouders 1 glas alcohol thuis drinken

28%

< 18%

Mag van ouders meerdere glazen alcohol thuis drinken

9%

< 6%

Mag van ouders alcohol drinken op een feestje

28%

< 18%

Heeft afspraken met ouders over drinkleeftijd

31%

> 43%

15/16 jaar

Sociale beschikbaarheid*

66%

< 58%

Mag van ouders 1 glas alcohol thuis drinken

73%

< 65%

Mag van ouders meerdere glazen alcohol thuis drinken

45%

< 40%

Mag van ouders alcohol drinken op een feestje

76%

< 68%

Heeft afspraken met ouders over drinkleeftijd

21%

> 30%

* Alcohol verkrijgen van mensen uit de sociale omgeving zoals ouders, broer/zus of (oudere) vrienden

 

Naleving

Horecabedrijven, supermarkten, sportverenigingen en andere commerciële drankvertrekkers spelen een belangrijke rol in de beschikbaarheid van alcohol. Beschikbaarheid is een belangrijke factor bij gebruik door jongeren. Van belang is dat sportkantines, de horeca, maar ook slijterijen en supermarkten hun verantwoordelijkheid nemen, geen alcohol verstrekken aan minderjarigen zoals de wet voorschrijft en niet doorschenken aan personen in kennelijke staat van dronkenschap.

Leeftijd

Indicator

Stand 2013

Doel 2019

13/14 jaar

Commerciële beschikbaarheid*

8%

< 5%

15/16 jaar

Commerciële beschikbaarheid*

43%

< 38%

* Zelf alcohol kunnen kopen in bijvoorbeeld de supermarkt of slijterij, bar, snackbar, restaurant, discotheek of een kantine.

4.Risicoanalyse

Jaarlijks maakt de gemeente een risicoanalyse op basis waarvan de bovengenoemde doelstellingen kunnen worden aangescherpt en de focus kan worden verlegd. De risicoanalyse geeft inzicht in de concrete kenmerken en locaties waar jongeren drinken en waar hun alcoholgebruik voor problemen zorgt. Hiermee kunnen de inspanningen van de gemeente gericht worden ingezet op plaatsen waar de grootste gezondheids- en/of veiligheidswinst kan worden behaald.

 

De risicoanalyse is bedoeld om te bepalen waar, wanneer en hoe interventies het beste kunnen worden ingezet. Op basis van de uitkomsten kan vervolgens de toezicht- en preventiestrategie worden bepaald (zie hoofdstuk 5).

Landelijk mystery shopper onderzoek

 

De gemeente Leudal gebruikt de uitkomsten van de meest recente landelijke mystery shopper-onderzoeken als input voor haar risicoanalyse.

 

Het meest recente mystery shopper onderzoek dateert uit 2015 en is uitgevoerd door het bureau Nuchter in opdracht van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De staatssecretaris heeft onderzoek laten doen naar de naleving van de leeftijdsgrens alcohol en tabak door verstrekkers. Voor wat betreft alcohol is het een vervolgonderzoek: in 2011 en 2013 is ook onderzoek gedaan naar de naleving van de leeftijdsgrens alcohol. Het is het eerste onderzoekjaar dat de leeftijdsgrens voor alcohol 18 jaar is. Bij het onderzoek zijn 1373 aankooppogingen gedaan door 17-jarige mysterykids, verdeeld over diverse verkooppunten (cafetaria, horeca, slijterijen, sportkantines, supermarkten, thuisbezorgkanalen, avondwinkels en zelfstandige supermarkten). De resultaten van het onderzoek zijn als volgt:

De naleving door verstrekkers van alcohol van de leeftijdsgrens van 18 jaar

(keten)supermarkten

52,5%

Slijterijen

32,9%

Avondwinkels en zelfstandige supermarkten

24%

Horeca

16,2%

Cafetaria

10,4%

Thuisbezorgkanalen

9,1%

Sportkantines

8,5%

 

 

Ondanks het verbod op de verkoop van alcoholhoudende drank aan jongeren onder de wettelijke leeftijdsgrens van 18 jaar, zoals is vastgelegd in de Drank- en Horecawet, blijkt alcohol in ruime mate beschikbaar voor te jonge mensen.

 

Uit het onderzoek kan geconcludeerd worden dat, als thuisbezorgkanalen buiten beschouwing worden gelaten, de sportkantines het slechtst de leeftijdsgrenzen naleven, gevolgd door cafetaria’s, horeca, avondwinkels en zelfstandige supermarkten, slijterijen en (keten)supermarkten. Gelet op de uitkomsten van dit onderzoek zou de prioriteit (in 2016) als het gaat om drankverstrekking vooral moeten liggen bij de eerste drie categorieën (aflopend van prioriteit):

  • 1.

    Sportkantines;

  • 2.

    Cafetaria’s;

  • 3.

    Café/bars;

  • 4.

    Avondwinkels en zelfstandige supermarkten (voor zover aanwezig);

  • 5.

    Slijterijen;

  • 6.

    (keten)supermarkten.

 

Volgens bovengenoemd landelijk onderzoek verdienen supermarkten en slijterijen in mindere mate de aandacht. De reden hiervan is onder andere dat veel supermarkten een effectief leeftijdsverificatiesysteem hebben ontwikkeld.

 

Gestandaardiseerde vragenlijst

Om een praktijkgerichte risicoanalyse voor de gemeente Leudal uit te kunnen voeren zijn, ter aanvulling van de resultaten van bovengenoemde landelijke mystery shopper onderzoeken, andere bronnen nodig. In eerste instantie zijn dat: politie, jongerenwerk en de DHW BOA’s. Van deze partners wordt jaarlijks gevraagd om tijdens een gezamenlijke bijeenkomst middels een gestandaardiseerde vragenlijst (zie bijlage 1) aan te geven wat zij als de belangrijkste risico’s zien.

Hierbij wordt de volgende indeling gehanteerd:

- supermarkten

- slijterijen

- cafetaria’s

- horeca (café/bars/discotheek)

- evenementen

- sportkantines

- scholen

- thuis/ouders

- openbare ruimte

 

Hot spots inventarisatie

Bij het maken van de risicoanalyse is het van belang dat het duidelijk is op welke locaties verstrekking van alcoholhoudende drank plaats vindt en dat de gemeente Leudal per locatie de volgende informatie verzamelt:

1. naam bedrijf

2. rechtspersoon

3. contactgegevens

4. openingstijden, data (voor evenementen)

5. toegangsbeleid (indien bekend)

6. doelgroep

7. tijden waarop jongeren de locatie bezoeken

8. nalevingshistorie

9. bijzonderheden (veiligheid, bedrijfsfilosofie).

 

De uitkomsten van de landelijke mystery shopper onderzoeken gecombineerd met de hot spot inventarisatie en de uitkomsten van de ingevulde gestandaardiseerde vragenlijst bepalen waar de prioriteiten voor preventie, toezicht en handhaving moeten komen te liggen. Doordat de risicoanalyse jaarlijks wordt uitgevoerd worden de prioriteiten, indien nodig, jaarlijks bijgesteld.

 

Het jaar 2016 zal functioneren als een peiljaar en met elk voortschrijdend jaar wordt het nalevingsbeeld steeds helderder. Hierdoor ontstaat er na verloop van tijd een risicopiramide. Zie onderstaand figuur.

5.Toezicht en handhaving

De gemeente heeft diverse handhavingsmiddelen die toegepast kunnen worden als de bepalingen van de DHW worden overtreden. Er kan zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk worden opgetreden. Hieronder wordt aangegeven welke vormen van toezicht de gemeente kan uitvoeren en welke sancties de gemeente bij welke overtredingen kan toepassen.

5.1 Toezichtstrategie

De gemeente Leudal zal afhankelijk van de prioriteit (uitkomst risicoanalyse) en de beschikbare capaciteit jaarlijks in het door het college vast te stellen uitvoeringsprogramma Vergunningverlening Toezicht en Handhaving aangeven welke vormen van toezicht, gericht op verstrekkers van alcoholhoudende drank, in het betreffende programmajaar worden toegepast. Hierbij heeft de gemeente Leudal de keuze uit de volgende vormen van toezicht.

 

Periodiek toezicht

De gemeente kan controles uitvoeren bij bedrijven/instellingen volgens vastgestelde frequenties. Daarin onderscheiden we voor toezicht op de Drank- en Horecawet, naar voorbeeld van de NVWA, de volgende soorten controles.

 

Basiscontrole

De basiscontrole vindt plaats bij bedrijven die alcohol mogen verkopen met of zonder DHW-vergunning. Ook bij bedrijven waar een alcoholverkoopverbod geldt, kan een basiscontrole uitgevoerd worden. De controle richt zich, afhankelijk van het soort bedrijf, op de vergunningsbepalingen of het alcoholverkoopverbod. De uitvoering van de basiscontrole kan worden uitgebreid met andere gemeentelijke controles, zoals de controle op de horeca-exploitatievergunning of de periodieke milieucontrole.

 

Leeftijdsgrenzencontrole

De leeftijdsgrenzencontrole richt zich op de naleving van artikel 20, eerste en tweede lid DHW (verstrekking van alcoholhoudende drank aan personen jonger dan 18 jaar). Deze controles zijn voornamelijk gericht op drankverstrekkers. Daarnaast geldt ook een verbod voor personen jonger dan 18 jaar om alcoholhoudende drank bij zich te hebben in een voor publiek toegankelijke plaats (art. 45 DHW). Ook hierop richten zich de leeftijdsgrenzencontroles bij drankverstrekkers.

 

Bijzondere controle

Dit betreft controle van specifieke thema’s of aspecten, zoals bijvoorbeeld de controle op (doorschenken aan) dronken personen of de controle op hokken en keten.

 

Toezicht op tijdelijke activiteiten

Hiermee wordt toezicht bedoeld op vooral evenementen. Indien tijdens het evenement alcoholhoudende drank wordt geschonken zal hiervoor een ontheffing op grond van art. 35 DHW moeten zijn verleend. Deze controles gebeuren steekproefsgewijs en zijn voornamelijk gericht op naleving van de leeftijdsgrenzen. Daarbij wordt vooraf ingeschat in hoeverre jeugd op een bepaald evenement afkomt.

 

Passief toezicht

Dit betreft toezicht naar aanleiding van klachten, meldingen of verzoeken tot handhaving. Deze kunnen de vorm van een basiscontrole of leeftijdsgrenzencontrole hebben.

 

Surveillances in de openbare ruimte

Dit is toezicht ter controle van het verbod voor personen jonger dan 18 jaar om alcoholhoudende drank bij zich te hebben (art. 45 DHW).

 

De aantallen controles op jaarbasis, verdeeld over de diverse vormen van toezicht worden jaarlijks in het door het college vast te stellen uitvoeringsprogramma Vergunningverlening Toezicht en Handhaving opgenomen. Hierin wordt de frequentie van het uitvoeren van controles en de locaties die daarbij prioriteit hebben bepaald.

5.2 Sanctiestrategie

De wettelijke bevoegdheid tot het handhaven van wetten en regels is gelegen in artikel 125 van de Gemeentewet en in hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht. In enkele bijzondere gevallen is de handhavingsbevoegdheid geregeld in de desbetreffende bijzondere wet. Dit is het geval voor de Drank- en Horecawet. De Drank- en Horecawet en de Gemeentewet kennen de volgende handhavingsinstrumenten:

Handhavingsinstrument

Artikel

Toelichting

Intrekken van de DHW-vergunning

31 DHW

 

Schorsen van de vergunning

32 DHW

De burgemeester kan de DHW-vergunning voor maximaal 12 weken schorsen

Verwijderen van bezoekers

36 DHW

 

Bestuurlijke boete

44 a DHW e.v.

In een aantal gevallen is het toegestaan de bestuurlijke boete toe te passen. De hoogte van de bestuurlijke boete is vastgelegd in de bijlage van het Besluit Bestuurlijke Boete Drank- en Horecawet

Three strikes out

19a DHW

Niet DHW-vergunningplichtige bedrijven die alcohol verkopen zoals supermarkten en snackbars kunnen worden gesanctioneerd als ze in een periode van twaalf maanden drie keer hetzelfde artikel overtreden (artikel 20 lid 1 DHW). Met dit instrument kan de burgemeester een ondernemer het recht om alcohol te verkopen tijdelijk ontnemen, minimaal voor 1 week en maximaal voor 12 weken.

Dwangsom of bestuursdwang

125 Gemeentewet

Bij de dwangsom wordt onder dreiging van een geldbedrag de overtreder gedwongen de overtreding te beëindigen en voortduring of herhaling van de overtreding te voorkomen.

Bij bestuursdwang wordt door feitelijk handelen de overtreding door of namens de gemeente ongedaan gemaakt. De kosten van het toepassen van bestuursdwang kunnen worden verhaald op de overtreder

(Tijdelijke) sluiting van een horeca-inrichting

174 Gemeentewet

 

Proces verbaal

45, 21, 20 lid 6 en 7

 

De inzet van bovengenoemde handhavingsinstrumenten is afhankelijk van de soort overtreding en de zwaarte van de overtreding ( gevaar voor de volksgezondheid, recidive etc.).

 

Onderstaand is een schema opgenomen dat door de gemeente Leudal als wijze van aanpak c.q. stappenplan wordt gebruikt in geval van overtredingen van de Drank- en Horecawet. In het schema worden de overtredingen grofweg in 3 categorieën opgedeeld, met elk hun eigen aanpak.

 

Overtreding

Acties

Categorie 1

Direct toepassen sanctie (geen begunstigingstermijn)

Categorie 2a

1e Bestuurlijke waarschuwing: termijn zienswijze bekend maken.

2e Sanctiebeschikking (opleggen last onder dwangsom/ bestuursdwang/intrekking vergunning/boetebeschikking/etc.)

3e In geval van herstelsanctie, indien niet tijdig is hersteld, uitvoeren sanctie (verbeuren en innen dwangsom/uitvoering bestuursdwang)

Categorie 2b

1e Bestuurlijke waarschuwing: voornemen met hersteltermijn bekend maken en termijn zienswijze bekend maken

2e Indien niet tijdig hersteld: sanctiebeschikking (opleggen last onder dwangsom / bestuursdwang/schorsing vergunning/boetebeschikking / etc.)

3e In geval van herstelsanctie, indien niet tijdig hersteld: uitvoeren sanctie (verbeuren en innen dwangsom /uitvoering bestuursdwang)

Categorie 3

1e Brief met hersteltermijn

2e Bestuurlijke waarschuwing indien de overtreding niet tijdig is hersteld:

-Voornemen met hersteltermijn bekend maken.

-Termijn zienswijze bekend maken.

3e Indien de overtreding niet tijdig is hersteld: sanctiebeschikking (opleggen last onder dwangsom / bestuursdwang / schorsen vergunning / opleggen boetebeschikking en boete innen / etc.)

4e In geval van herstelsanctie, indien de overtreding niet tijdig is hersteld: uitvoeren sanctie (verbeuren en innen dwangsom / uitvoering bestuursdwang )

Hieronder volgt een toelichting op bovenstaand schema.

 

Categorie 1 overtredingen (spoedeisend):

Hierbij wordt direct de sanctie opgelegd. Bij categorie 1 overtredingen gaat het om urgente, ernstige zaken die direct dienen te worden beëindigd. Er is sprake van acuut gevaar voor natuur en milieu en/of de volksgezondheid is in gevaar en/of de veiligheid is in het geding. Er is snelheid vereist om tot beëindiging van de overtreding te komen. Er is, vanwege de spoedeisendheid geen ruimte om eerst een zienswijze te vragen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij verstoring van de openbare orde in relatie tot het schenken van alcohol. In dat geval kan het nodig zijn direct op te treden.

 

Categorie 2 overtredingen:

dit zijn ernstige overtredingen maar er is geen sprake van een acute (gevaar)situatie. In dit geval wordt eerst een voornemen kenbaar gemaakt tot het opleggen van een sanctie, om vervolgens (in de 2e stap) de sanctie zelf op te leggen. Er zijn twee varianten binnen deze categorie: categorie 2a en categorie 2b.

 

Categorie 2a:

het kenbaar maken van het voornemen tot het opleggen van een sanctie heeft in dit geval alleen tot doel een zienswijze te verkrijgen tegen de op te leggen handhavingsbeschikking. Hiervoor wordt meestal een termijn van 2 weken gesteld, maar hiervan kan worden afgeweken. Daarna wordt de sanctie definitief opgelegd. Deze variant is bijvoorbeeld van toepassing indien de wet zelf geen ruimte geeft om iets anders te doen. Zo is in de Drank- en Horecawet een aantal gronden benoemd, waarbij de burgemeester de vergunning moet intrekken. Ook bij overtredingen die niet te herstellen zijn worden op deze manier afgedaan. Bijvoorbeeld het verstrekken van drank aan personen kennelijk jonger dan 18 jaar. In dat geval wordt een bestuurlijke boete opgelegd, voorafgegaan door het voornemen ter verkrijging van een zienswijze.

 

Categorie 2b:

het kenbaar maken van het voornemen tot het opleggen van een sanctie heeft, naast het doel om een zienswijze binnen 2 weken te verkrijgen, tot doel de overtreder de gelegenheid te geven om zelf de overtreding ongedaan te maken binnen een redelijke termijn. De last wordt pas opgelegd indien na het verstrijken van die redelijke termijn de overtreding nog steeds voortduurt.

 

Categorie 3 overtredingen:

Categorie 3-overtredingen zijn de overige overtredingen. Deze overtredingen zijn in ernst geringer van aard. Daarbij valt te denken aan het niet ter plaatse kunnen tonen van een verstrekte vergunning, of een terras dat buiten de vergunde afmetingen is uitgestald. In dat geval wordt eerst een ambtelijke waarschuwing gegeven, dan in de 2e stap het voornemen tot opleggen van de sanctie en pas in stap 3, bij volharding in de overtreding, volgt de sanctie.

 

In bijlage 2 is een sanctietabel opgenomen waarin per overtreding van de DHW en de Apv is aangegeven welk stappenplan wordt gevolgd (categorie 1, 2 of 3) en welke sancties worden ingezet. In de sanctietabel is, daar waar de last onder dwangsom de sanctie is, de minimale hoogte van het dwangsombedrag opgenomen. Afhankelijk van de omstandigheden/situatie kan een hoger bedrag worden opgelegd. Ervaring moet uitwijzen welk bedrag een prikkel voor de overtreder vormt om de overtreding ongedaan te maken.

 

Als de BOA van de gemeente Leudal een overtreding constateert van de DHW, past hij bovenstaand handhavingstappenplan toe en de sanctietabel uit bijlage 2 . In het jaar 2016 wordt door de BOA´s van de gemeente Leudal gestart met het toezicht op de naleving van de leeftijdsgrens uit de DHW. In afwijking van het stappenplan en de sanctietabel wordt in 2016 eerst waarschuwend opgetreden en voorlichting gegeven over de wettelijke eisen en de sanctiemogelijkheden tenzij het een categorie 1 overtreding betreft.

6.Educatieve/communicatieve activiteiten

Dit Preventie- en handhavingsplan kent als belangrijkste doelgroep: (minderjarige)jongeren. In hoofdstuk 3 werd al uitgelegd dat preventie activiteiten het beste gericht kunnen zijn op de jongeren zelf en de omgeving van deze groepen. Voor een belangrijk deel gaat het daarbij om de sociale en professionele omgeving van jongeren. Daarom staan omgevingsgerichte educatieve activiteiten centraal in dit hoofdstuk. Daarbij onderscheiden we 4 domeinen:

  • 1.

    Vrije tijd

  • 2.

    Scholen

  • 3.

    Thuis

  • 4.

    Jongeren zelf

 

Het is niet vanzelfsprekend dat deze 4 doelgroepen goed op de hoogte zijn van de risico’s van alcohol voor jongeren. Vandaar dat bewustwording van de risico’s een rode draad is in de educatieve interventies die worden ingezet.

6.1 Vrije tijd

Dit domein heeft betrekking op het verkrijgen van alcohol van mensen uit de sociale omgeving zoals ouders, broer, zus of (oudere) vrienden en het zelf kunnen kopen van alcohol in bijvoorbeeld de supermarkt, slijterij, bar, snackbar, restaurant, discotheek of een sportkantine.

Het gaat er in dit domein om invloed uit te oefenen op de beschikbaarheid van alcohol en drugs en de bijdrage van personen uit de omgeving. Van de commerciële alcoholverstrekkers (dat kunnen zijn horecaondernemers, barpersoneel, barvrijwilligers, portiers, caissières, filiaalmanagers etc.) wordt verwacht dat ze de leeftijdsgrens voor de verstrekking van alcohol kennen en naleven, evenals het verbod op doorschenken bij dronkenschap en het toelaten van personen in kennelijke staat van dronkenschap in de onderneming, vereniging of het evenement. Extra aandacht gaat uit naar de bedrijfsmanager. Uit diverse studies is gebleken dat de bedrijfsleider een cruciale rol speelt bij het naleven door het personeel en altijd ook onderdeel moet uitmaken van de trainingsopzet.

 

Naleving van de DHW door individuele training

Om alcohol te schenken dienen horecabedrijven en sportverenigingen en ook evenementen te beschikken over gekwalificeerd barpersoneel. Tijdens de openingstijden waarop alcohol wordt geschonken dient er altijd een leidinggevende aanwezig te zijn die beschikt over de Verklaring Sociale Hygiëne of een barvrijwilliger die een instructie heeft gevolgd over verantwoord alcohol schenken. Belangrijk is dat een alcoholverstrekker zich bewust is van zijn/haar verantwoordelijkheid en in staat is juist te handelen, ook wanneer er weerstand is bij de klant. Om alcoholverstrekkers hierin te bekwamen zijn landelijk trainingsprogramma’s ontwikkeld zoals Barcode voor barpersoneel, de IVA (Instructie Verantwoord Alcoholgebruik) training voor barvrijwilligers en de Evenementen IVA.

 

Om in de gemeente Leudal het alcoholgebruik terug te dringen zijn extra inspanningen nodig in het domein Vrije tijd zoals het maken van afspraken met sportkantines, slijterijen, supermarkten en de horeca over wat zij kunnen bijdragen, bijvoorbeeld door de training van personeel standaard en intensiever aan te bieden en het contact te leggen met professionals bij vermoedens van alcohol- of drugsmisbruik bij jongeren. Het doorschenken aan jongeren in kennelijke staat wordt hier ook in meegenomen. Daarnaast willen we de alertheid en betrokkenheid bevorderen binnen sport- en buurtverenigingen en dorpsraden. Samen met hun wordt onderzocht welke bijdrage zij kunnen leveren. In het uitvoeringsprogramma gezond gedrag Alcohol & Drugs 2016-2019 worden de concrete uit te voeren activiteiten voor dit domein nader uitgewerkt.

6.2 Scholen

De school is een belangrijke pedagogische omgeving voor jongeren. Ook als het gaat om alcoholgebruik leren jongeren op school wat wel en niet verstandig is. Gedragsverandering creëren via voorlichtingsprogramma's blijkt lastig, zo niet onmogelijk (Babor, 2010). Toch is het relevant dat jongeren geïnformeerd raken over de risico's van alcoholgebruik. Niet zozeer om gedrag te beïnvloeden, maar om het gebruik te de-normaliseren en daarmee aan draagvlak te werken voor effectievere gedragsmaatregelen als handhaving en specifieke regelgeving. Met name de informatie over wat alcohol met de hersenontwikkeling doet is bruikbaar hierbij blijkt uit de praktijk. Dat geld niet alleen voor jongeren, maar ook voor hun ouders. Scholen worden daarom aangemoedigd om activiteiten voor ouders rond dit thema te organiseren.

 

Bij de keuzebepaling van schoolprogramma’s op het gebied van middelengebruik heeft de GGD een belangrijke adviserende rol, zowel voor basisscholen als scholen voor voortgezet onderwijs. De scholen voor voorgezet onderwijs worden middels het overleg rondom de Lokale Educatieve Agenda geadviseerd met dit thema aan de slag te gaan.

 

Een goed schoolprogramma biedt meer dan voorlichting en besteedt ook aandacht aan regels voor leerlingen en personeel met betrekking tot alcoholgebruik bij schoolfeesten, kampen, excursies en studiereizen.

 

In het overleg met de VO scholen zal worden gemonitord hoe de scholen in de gemeente omgaan met de regels rond de nieuwe leeftijdsgrens met betrekking tot alcohol en welke maatregelen zij nemen wanneer bij schoolfeesten, kampen, excursies en studiereizen toch wordt gedronken. Gezien de nieuwe leeftijdsgrens mogen vrijwel alle leerlingen in het voortgezet onderwijs geen alcohol in bezit hebben in openbare gelegenheden en daarmee lijkt een alcoholvrij schoolbeleid de meest voor de hand liggende keuze. Bekeken wordt of scholen moeite hebben met de handhaving van de regels bij bijvoorbeeld feesten. Daar waar mogelijk wordt bekeken of toezichthouders van de gemeente een ondersteunende rol kunnen spelen.

 

In het uitvoeringsprogramma gezond gedrag Alcohol & Drugs 2016-2019 worden de concrete uit te voeren activiteiten voor dit domein nader uitgewerkt.

6.3 Thuis

Het is belangrijk dat ouders/opvoeders praten met hun kinderen over alcohol- en drugsgebruik en duidelijke afspraken maken over het niet gebruiken van alcohol en drugs. De beschikbaarheid van alcohol in huis en het stellen van regels zijn geschikte instrumenten om alcoholgebruik tegen te gaan. Uit onderzoek blijkt dat kinderen van ouders die geen duidelijke regels hebben afgesproken en geen leeftijdsgrens hebben gesteld voor het drinken van alcohol al op jongere leeftijd beginnen met drinken. Ze drinken bovendien vaker dan jongeren waarvan de ouders wel een leeftijdsgrens hebben gesteld. Naast het stellen van regels zijn andere beschermende factoren: een goede band tussen ouder en kind en een autoritatieve opvoedstijl. Een slechte ouder-kind relatie en psychische problematiek of middelengebruik van de ouders zijn risicofactoren. Adviezen met betrekking tot alcoholopvoeding zullen in samenwerking met de eerder genoemde VO-scholen aan ouders worden aangeboden.

 

Ook door regels te stellen die niet expliciet gaan over alcoholgebruik, kunnen ouders invloed hebben op het alcoholgebruik van hun kind. Dan gaat het vooral over afspraken omtrent uitgaan, zoals staptijden en hoe vaak per week ze uit mogen.

 

Via diverse relevante kanalen (GGD, Vincent van Gogh, Centra voor Jeugd en Gezin, lokale media, ouderavonden op scholen en in sportverenigingen en een maandelijkse nieuwsbrief) worden ouders voorgelicht over een adequate opvoedstijl en worden zij gewezen op ondersteunende websites als www.hoepakjijdataan.nl en www.uwkindenalcohol.nl. Daarnaast is er voor ouders permanent e-hulp beschikbaar via de website www.cjgml.nl. Ouders kunnen hier anoniem hun vraag stellen aan professionals. Op de site is ook een forum aanwezig waar ouders elkaar kunnen bevragen.

 

Ook zijn er weerbaarheidstrainingen (cursussen) voor jeugdigen. Deze worden niet standaard aan iedereen gegeven. Daar moet men zich voor aanmelden.

Daarnaast worden er specifieke voorlichtingsbijeenkomsten over alcohol voor jongeren en/of ouders georganiseerd wanneer hier vraag naar is.

 

In het uitvoeringsprogramma gezond gedrag Alcohol & Drugs 2016-2019 worden de concrete uit te voeren activiteiten voor dit domein nader uitgewerkt.

6.4 Jongeren zelf

Het is belangrijk om inspanningen direct op de jongeren te richten, zoals dit nu voornamelijk via de scholen gebeurd. Voor jongeren is er permanent e-hulp beschikbaar via de website www.justyoung.nl. Jeugdigen kunnen hier anoniem hun vraag stellen aan professionals. Op de site is ook een forum aanwezig waar jeugdigen elkaar kunnen bevragen. Daarnaast wordt er in het voortgezet onderwijs twee keer per jaar het JustyoungMagazine uitgedeeld aan alle leerlingen waarin altijd aandacht is voor het onderwerp alcohol. Ook kunnen jongeren zelf een individueel gesprek aanvragen bij het Vincent van Gogh (Preventie Op Maat gesprek).

In aanvulling hierop willen we jongeren intensiever bereiken en betrekken en ook meer vanuit hun belevingswereld. Inspanningen die we hiervoor in willen zetten zijn het werven en inzetten van jongerenambassadeurs en deze te ondersteunen bij het uitdragen van een nieuwe sociale norm en het meedenken over een juiste wijze van voorlichten. In overleg met jongeren (ambassadeursgroepje) worden vernieuwende, alternatieve (culturele, sportieve) activiteiten bedacht en uitgevoerd. Samen met hen denken we na over activiteiten waarbij de focus ligt op wat wél kan en leuk is (fris drinken, fris zijn, fris blijven).

 

In het uitvoeringsprogramma gezond gedrag Alcohol & Drugs 2016-2019 worden de concrete uit te voeren activiteiten voor dit domein nader uitgewerkt.

6.5 Publiekscommunicatie

Goed alcoholbeleid is niet vanzelfsprekend populair onder burgers en ondernemers. Maar aan draagvlak voor beleid kan wel gewerkt worden. Zeker in het geval van nieuwe regels zoals de 18-jaargrens voor alcoholverkoop is het verstandig in te zetten op draagvlakverhogende maatregelen. De gemeente Leudal doet mee met de landelijke NIX18-campagne. De landelijke NIX18-campagne is een initiatief van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en een groot aantal partners. Doel van de campagne is het versterken van de sociale norm ‘niet drinken en roken tot je 18e'. De campagne richt zich op de hele samenleving en in het bijzonder de omgeving van jongeren.

 

Daarnaast is in Leudal, Weert en Nederweert de campagne “Lekker Friz!” actief. Deze regionale campagne wordt binnen de gemeente Leudal ingezet als communicatiemiddel omtrent alcohol- en veiligheid in de vorm van persberichten, advertenties, merkbekendheid etc. Hierbij wordt gebruik gemaakt van diverse Lekker Friz!gadgets, zoals pennen, bidons, stickers, t-shirts etc.

Communicatie over ‘Lekker Friz!’ vindt tevens plaats via de website www.lekkerfriz.nl. De deelnemende gemeentes en kernpartners van Lekker Friz! Betreffen: Venray, Horst a/d Maas, Gennep, Bergen, Mook en Middelaar, Roermond, Weert, Nederweert, Leudal, Beesel en Venlo in samenwerking met de GGD, Politie Noord-Limburg en het Vincent van Gogh Instituut.

7.Samenwerking met externe partners

Op een integraal dossier als het alcoholbeleid is samenwerking met partners essentieel voor een goede uitvoering. Hieronder worden de samenwerkingspartners binnen de gemeente Leudal weergegeven die van belang zijn bij de preventie van alcoholgebruik onder jongeren en welke rol zij hierbij (dienen te) vervullen.

 

Synthese versterkt de verbinding tussen jongeren en hun omgeving en heeft daarbij als spin in het web een signalerende - en voorlichtende functie. Synthese stimuleert gezond gedrag bij de inwoners van Leudal en heeft hiermee ook een aanjaagfunctie jegens de omgeving waarin jongeren opgroeien.

 

Inwoners, waaronder ook dorpsraden en verenigingen hebben een signalerende functie (it takes a village to raise a child). Ook vervullen zij een rol in de voorlichting van kinderen.

 

Scholen voor (speciaal) basisonderwijs en voortgezet (speciaal) onderwijs zijn in staat alle kinderen via voorlichting en educatie te bereiken. Scholen hebben een belangrijke signalerende functie en kunnen in de directe omgeving schoolregels handhaven.

 

De Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) is actief op scholen en heeft daarmee een signalerende rol. Zij voert de jongerenmonitor in Leudal uit naar alcohol en drugsgebruik onder jongeren en monitort de doelstellingen uit onderhavig preventie- en handhavingsplan en het hieruit voortvloeiende uitvoeringsprogramma “Gezond gedrag Alcohol & Drugs. De GGD biedt tevens ondersteuning bij de uitvoering van de Gezonde school (www.gezondeschool.nl) en De Gezonde School en Genotmiddelen (DGSG).

 

Het Centrum voor Jeugd en Gezin Midden-Limburg (CJG-ML) geeft informatie en advies, verzorgd themabijeenkomsten en workshops en biedt persoonlijke ondersteuning bij opvoeden en opgroeien. Het CJG is met alle scholen verbonden en kan daardoor snel hulp bieden bij individuele vragen of als de school een themabijeenkomst wil organiseren. Het CJG geeft ook opvoedcursussen en weerbaarheidstrainingen.

 

Het Vincent van Gogh heeft de expertise in huis om preventieve activiteiten op het gebied van alcohol en drugs uit te voeren gericht op ouders/opvoeders, kinderen en professionals. Deze activiteiten bestaan uit cursussen, trainingen, voorlichtingsbijeenkomsten en (individuele) informatie- en adviesgesprekken. Daarnaast heeft het Vincent van Goh ook een behandelfunctie bij verslavingsproblematiek.

 

De politie heeft een belangrijke functie in de handhaving van de wet, hotspots in kaart brengen, veiligheid tijdens inspecties, jongeren vragen naar ID en eventuele samenwerking met betrekking tot de aanpak van doortappen vanuit het Wetboek van Strafrecht en openbare dronkenschap (artikel 252 resp. 453). Daarnaast heeft de politie een sterk signalerende functie (in de openbare ruimte). Daar waar de politie op straat in gesprek is met jongeren vervult zij ook een voorlichtingsrol.

 

Bureau Halt voert in opdracht van het Ministerie van Veiligheid en Justitie de Halt straf uit bij jongeren van 12 tot 18 jaar die een strafbaar feit hebben gepleegd. Wanneer daar aanleiding toe is verwijst Bureau Halt door naar passende hulpverlening. In het kader van preventie biedt Bureau Halt verschillende trainingen aan voor het onderwijs. Bureau Halt vervult een ondersteunende en adviserende rol aan het voorgezet (speciaal) onderwijs, zodat zij het veiligheidsplan op orde kunnen krijgen.

 

Sportkantines, supermarkten en de horeca vervullen een belangrijke taak in het hanteren van de wet om niet te schenken/te verkopen aan jongeren onder de 18 jaar en verantwoord te schenken aan jongeren boven de 18 jaar. Signalering van jongeren in kennelijke staat van dronkenschap en adequaat handelen bij zulke signalen is een belangrijke taak. Geschoold personeel is hierbij van belang.

 

Ouders/opvoeders zijn eerstverantwoordelijke voor het opgroeien van hun kind(eren). Ouders wijzen hun kind(eren) op gevaren, stellen regels en grenzen en handhaven deze. Ouders zijn daarnaast ook een bron van informatie als het gaat om het uitvoeren van de juiste activiteiten en worden daarom ook betrokken in de vormgeving van het programma. Ouders vervullen een rol als ambassadeur

 

Binnen de gemeente Leudal is met betrekking tot de uitvoering van alcohol- en drugspreventie een integrale werkgroep geformeerd bestaande uit vertegenwoordigers van alle samenwerkingspartners. In onderstaande tabel is de samenstelling van de werkgroep weergegeven.

 

Functie

Rol

Organisatie

Beleidsmedewerker sociaal domein

Ambtelijk opdrachtgever

Gemeente Leudal

Programmacoördinator

Voorzitter programmagroep

Synthese

Preventiemedewerker

Expertise alcohol en drugs

VvG

Jeugd- en gezinswerker/consulent

Expertise opvoed- en ontwikkelingsondersteuning.

CJG

Consulent gezondheid en veiligheid

Expertise monitoring programma

GGD

Jongerenwerker

Expertise jongeren en gemeenschapsontwikkeling

Synthese

Buurtsportcoach

Expertise verenigingen

Synthese

Handhaving

Expertise uitvoeringsplan handhaving

Gemeente Leudal

Jeugdagent

Expertise jeugdcriminaliteit en handhaving

Politie

Halt medewerker

Expertise jeugdcriminaliteit

Stichting Halt

Medewerker

Expertise jongere kind en zijn ouders

SPOLT

Teamleider zorg/orthopedagoog

Expertise jongeren

Sg. St. Ursula Horn

Zorgcoördinator

Expertise jongeren

Sg. St. Ursula Heythuysen

Locatie coördinator

Expertise (kwetsbare) jongeren

VSO de Ortolaan

Locatie coördinator

Expertise (kwetsbare) jongeren

SO de Widdonckschool

Medewerker

Expertise (kwetsbare) jongeren

De Latasteschool

De werkgroep komt periodiek bij elkaar om afspraken te maken over de uitvoering, het bewaken van de gemaakte afspraken en het bespreken van de voortgang hiervan en elkaar te informeren over lopende activiteiten en nieuwe ontwikkelingen. De werkgroep bereidt samen een uitvoeringsprogramma “Gezond gedrag Alcohol & Drugs voor en is verantwoordelijk voor de voortgangsrapportages van dit uitvoeringsprogramma.

8.Uitvoering

Dit preventie- en handhavingsplan is kaderstellend voor de uitvoering van het toezicht en de handhaving van de Drank- en horecawet. Dit betekent dat op basis en met in acht name van deze nota een uitvoeringsprogramma wordt opgesteld dat deze kaders vertaald naar concrete inzet van capaciteit en middelen. De gemeente Leudal zal afhankelijk van de prioriteit (uitkomst risicoanalyse) en de beschikbare capaciteit jaarlijks in het door het college vast te stellen uitvoeringsprogramma Vergunningverlening Toezicht en Handhaving aangeven welke vormen van toezicht en het aantal controles, gericht op drankverstrekkers, in het betreffende programmajaar worden toegepast met de hiervoor benodigde capaciteit.

 

Dit preventie en handhavingsplan is tevens kaderstellend voor het integraal uitvoeringsprogramma voor alcohol- en drugspreventie, het zogenaamde ”uitvoeringsprogramma Gezond gedrag Alcohol& Drugs 2016-2019”. Dit integrale uitvoeringsprogramma wordt gecoördineerd door Synthese en is opgesteld in samenwerking met de partners (Vincent van Gogh, Centrum voor Jeugd en Gezin, Scholen, Bureau Halt, GGD en  politie). Het doel van het programma Gezond gedrag Alcohol en Drugs is om de samenwerking tussen de verschillende partijen te versterken (scholen (bo, vo, vso), CJG, VvG, Halt, GGD, politie, gemeente en Synthese) en door samenwerking alcohol- en drugsgebruik onder jongeren te voorkomen en terug te dringen. 

De educatieve en communicatieve actiepunten uit hoofdstuk 6 van onderhavig plan zijn hierin nader geconcretiseerd en nader uitgewerkt.  De betrokken partijen komen periodiek bij elkaar voor de uitvoering van preventie, afstemming en monitoring.

Bijlage 1 Standaard vragenlijst t.b.v. risicoanalyse

 

Setting

Risicokenmerken

Locatie(s)

Tijdstip(en)

Supermarkten

Aankoop door minderjarigen t.b.v. indrinken. Bij bepaalde supermarkten beperkte naleving

Supermarkt X

Supermarkt Y etc.

Voorbeeld:

Vrijdagavond

19.30-21.00 uur

Zaterdagavond:

20.00-21.00 uur

Slijterijen

Aankoop door minderjarigen t.b.v. indrinken. Bij bepaalde slijterijen beperkte naleving

Slijterij X

Slijterij y etc.

 

Horeca (bar/café/discotheek)

Verstrekken van alcohol aan jongeren <18 jaar en doorschenken bij dronkenschap

Café x

Café y etc.

Voorbeeld: zaterdag 23.00-04.00 uur

Cafetaria’s

Verstrekken van alcohol aan jongeren <18 jaar

Friture X

Grillroom Y

 

Evenementen

Verstrekken van alcohol aan jongeren <18 jaar en doorschenken bij dronkenschap

 

 

Sportkantines

Slechte naleving leeftijdsgrens en doorschenken bij dronkenschap

Voetbalvereniging x

Voetbalvereniging y

Hockeyclub x etc.

Wedstrijden, toernooien en clubfeesten

Openbare ruimte (o.a. JOP’s)

 

JOP x

JOP y etc.

Voorbeeld: vrijdagavond en zaterdagavond 19.00-01.00 uur

Thuis/ouders

Ontbreken van duidelijke afspraken m.b.t. alcoholgebruik en uitgaan

 

Indrinken in keten op privéterrein of in huis bij vrienden

Scholen

Niet naleven leeftijdsgrenzen bij alcoholgebruik tijdens schoolfeesten en ontbreken van duidelijke regels rondom alcohol tijdens excursies en studiereizen en ontbreken van handhaving op de regels

School X

School Y

School X

School Y

Bijlage 2 Sanctietabel DHW

 

 

Regel-geving

Artikel

Overtreding

Toelichting

Categorie

Sanctiemiddel (geadviseerd)

Bestuursdwang toepassing

*minimale hoogte dwangsom /hoogte bestuurlijke boete in euro’s

* maximum dwangsombedrag: 3x opgelegde dwangsom

Sanctie per…

Begunstigingstermijn

DHW

3

Bedrijf exploiteert zonder (rechtsgeldige) vergunning

Geen vergunning aanwezig. Vergunning wel aangevraagd wel zicht op legalisatie

-

niet handhaven

 

 

 

 

DHW

3

Bedrijf exploiteert zonder (rechtsgeldige) vergunning

Geen vergunning aanwezig. Vergunning is wel aangevraagd, onduidelijk of gelegaliseerd kan worden

3

Last onder dwangsom (optioneel)

 

 

 

maatwerk

DHW

3

Bedrijf exploiteert zonder (rechtsgeldige) vergunning

Geen vergunning, geen zicht op legalisatie.

2

Last onder bestuursdwang

 

€1000,-

 

Zienswijzetermijn 1 week, daarna begunstigingstermijn van 1 dag

DHW

8

Leidinggevende voldoet niet langer aan een of meerdere aan hem gestelde vereiste

Artikel 31 verplicht in dat geval tot intrekking vergunning

2

Intrekking vergunning

 

Last en bestuurlijke boete niet mogelijk

 

1 week tot 12 weken, afhankelijk van inrichtingsaanpassingen

DHW

10

Inrichting voldoet niet langer aan een of meerdere gestelde inrichtingseisen

Artikel 31 verplicht in dat geval tot intrekking vergunning

2

Intrekking vergunning

 

Last en bestuurlijke boete niet mogelijk

 

1 week tot 12 weken, afhankelijk van inrichtingsaanpassingen

DHW

12 lid 1 en 2

Verstrekken alcoholhoudende drank in een niet op de vergunning vermelde lokaliteit

Art. 30. Melding wijzigingen

2

Last onder dwangsom

 

€500

0vertreding

1 dag

DHW

13 lid 1

Verbod verstrekking alcohol horecalokaliteit/ terras voor gebruik elders dan ter plaatse

Bij 3e constatering naast opleggen last tevens pv of bestuurlijke boete

3

Last onder dwangsom

 

€500

0vertreding

1 dag

 

Regel-geving

Artikel

Overtreding

Toelichting

Categorie

Sanctiemiddel (geadviseerd)

Bestuursdwang toepassing

*minimale hoogte dwangsom /hoogte bestuurlijke boete in euro’s

* maximum dwangsombedrag: 3x opgelegde dwangsom

Sanctie per…

Begunstigingstermijn

DHW

13 lid 2

Verbod verstrekking alcohol voor gebruik ter plaatse in slijtersbedrijf

Slechts toegestaan indien een klant erom vraagt de alcoholhoudende drank eerst te proeven. Bij 3e constatering: zie bij lid 1

3

Last onder dwangsom

 

€500

0vertreding

1 dag

DHW

14 lid 1

Verbod andere bedrijfsactiviteiten in slijtersbedrijf

In het Besluit aanvulling omschrijving slijtersbedrijf staat welke activiteiten in het slijtersbedrijf zijn toegestaan

3

Last onder dwangsom

 

€500

0vertreding

1 dag

DHW

14 lid 2 en 15 lid 1

Verbod kleinhandel in horecalokaliteit of op terras

 

3

Last onder dwangsom

 

€500

0vertreding

1 dag

DHW

15 lid 2

Verbod rechtstreekse verbinding tussen slijterij en andere neringruimte voor kleinhandel

 

3

Last onder dwangsom

 

€3000

week

maatwerk

DHW

16

Verbod automatenverkoop alcohol

M.u.v. hotelkamers

2

Last onder dwangsom

 

€500

0vertreding

1 week

DHW

17

Verbod verstrekken alcoholhoudende drank anders dan in gesloten verpakking

Dit geldt voor supermarkten en slijterijen, niet voor horeca-inrichtingen

3

Last onder dwangsom

 

€250

0vertreding

1e waarschuwing: 1 week; in last: 1 dag

DHW

18 lid 1 en 2

Verkoopverbod zwakalcoholische drank anders dan in slijtersbedrijf of levensmiddelenbedrijf voor gebruik elders dan ter plaatse

 

3

Last onder dwangsom

 

€500

0vertreding

2 weken

 

Regel-geving

Artikel

Overtreding

Toelichting

Categorie

Sanctiemiddel (geadviseerd)

Bestuursdwang toepassing

*minimale hoogte dwangsom /hoogte bestuurlijke boete in euro’s

* maximum dwangsombedrag: 3x opgelegde dwangsom

Sanctie per…

Begunstigingstermijn

DHW

18 lid 3

Onderscheid tussen zwakalcoholhoudende en alcoholvrije dranken ontbreekt in ruimte van het levensmiddelenbedrijf

 

3

Last onder dwangsom

 

€250

0vertreding

1 week

DHW

19 lid 1

Verbod op bestelservice sterke drank voor ander bedrijf dan slijtersbedrijf en partijen-catering

 

2

Last onder dwangsom

 

€500

0vertreding

1 dag

DHW

19 lid 2

Verbod bestelservice zwakalcoholhoudende drank, behalve vanuit de uitzonderingen genoemd in artikel 19 lid

 

2

Last onder dwangsom

 

€500

0vertreding

1 dag

DHW

20 lid 1

Verkoop alcoholhoudende drank aan persoon < 18 jaar/leeftijd niet vastgesteld

Relatie met art. 19a DHW

2

Bestuurlijke boete bij 1e en 2e constatering. Bij 3e en volgende constateringen binnen 12 maanden: Art. 19a DHW (three strikes out): ontzegging bevoegdheid tot verkoop zwak-alcoholhoudende drank en last onder bestuursdwang :

Ontzegging/schorsing:minimaal 1 week, maximaal 12 weken

Hoogte bestuurlijke boete ligt vast in het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet, en bedraagt voor bedrijven met minder dan 50 werknemers € 1360

overtreding

geen

DHW

20 lid 2

Bezoeker < 18 jaar (leeftijd niet vastgesteld), zonder toezicht van persoon 21 jaar of ouder, toegelaten in slijtersbedrijf

 

3

Last onder dwangsom

 

€250

overtreding

1 dag

 

Regel-geving

Artikel

Overtreding

Toelichting

Categorie

Sanctiemiddel (geadviseerd)

Bestuursdwang toepassing

*minimale hoogte dwangsom /hoogte bestuurlijke boete in euro’s

* maximum dwangsombedrag: 3x opgelegde dwangsom

Sanctie per…

Begunstigingstermijn

DHW

20 lid 4

Leeftijdsgrens niet duidelijk aangegeven bij toegang horeca-/slijtlokaliteit (sticker

 

3

Last onder dwangsom

 

€250

week

4 weken

DHW

20 lid 5

Dronken personen of onder invloed van drugs toegelaten in horeca- en slijtersbedrijf

 

1

Proces verbaal en last onder bestuursdwang

Dronken personen laten verwijderen, alleen indien mogelijk

Bestuurlijke boete niet mogelijk(art.44a DHW)

overtreding

direct

DHW

20 lid 6 en 7

Onder invloed (dronken of drugs) aan het werk zijn in horeca- en slijtersbedrijf

 

1

Proces verbaal en last onder bestuursdwang

werkzaamheden laten staken door onder invloed verkerende medewerker

Bestuurlijke boete niet mogelijk(art.44a DHW)

overtreding

direct

DHW

21

Alcoholhoudende drank verstrekken wat tot verstoring openbare orde, veiligheid of zedelijkheid leid

 

1

Proces verbaal en last onder bestuursdwang

Sluiting alcoholverkoo

Bestuurlijke boete niet mogelijk(art.44a DHW)

overtreding

Zeer korte termijn, afhankelijk van politiebijstand

DHW

22 lid 1 en 2

Verbod alcoholhoudende drank te verstrekken in tankstations e.d

i.c.m. art. 25 DHW

2

Last onder dwangsom

 

€500

overtreding

1 dag

DHW

24 lid 1 en 2

Geen leidinggevende of vereiste persoon aanwezig in horeca- en slijtersbedrijf

 

2 of 3

Zie de toelichting behorende bij deze sanctietabel. Bij recidive: bestuurlijke boete en voornemen tot intrekken of schorsen vergunning

 

Hoogte bestuurlijke boete ligt vast in het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet, en bedraagt voor bedrijven met minder dan 50 werknemers € 1020. Voor de last ook dit bedrag aanhouden

overtreding

maatwerk

DHW

24 lid 3

Verkoop alcoholhoudende drank/dienst door personen < 18 jaar

 

1

Last onder bestuursdwang (staken alcoholverkoop) en bestuurlijke boete

Alleen bestuursdwang (staken alcoholverkoop) en boete indien geen vervanging/verwijder ing 16minner

Hoogte bestuurlijke boete ligt vast in het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet, en bedraagt voor bedrijven met minder dan 50 werknemers € 1021

overtreding

direct

 

Regel-geving

Artikel

Overtreding

Toelichting

Categorie

Sanctiemiddel (geadviseerd)

Bestuursdwang toepassing

*minimale hoogte dwangsom /hoogte bestuurlijke boete in euro’s

* maximum dwangsombedrag: 3x opgelegde dwangsom

Sanctie per…

Begunstigingstermijn

DHW

25 lid 1

Verbod aanwezigheid alcoholhoudende drank behoudens uitzondering

 

3

Last onder dwangsom

 

€500

overtreding

1 week

DHW

25 lid 2

Verbod nuttiging alcoholhoudende drank ter plaatse, in niet zijnde horecabedrijf, behoudens uitzondering

 

3

Last onder dwangsom

 

€500

overtreding

1 dag

DHW

25, lid 3

Verbod alcoholhoudende drank in vervoermiddel kleinhandel, behoudens enkele uitzonderingen

 

3

Last onder dwangsom

Bestuurlijke boete niet mogelijk door burgemeester (art. 44a DHW)

€500

overtreding

1 dag

DHW

29, lid 3

Vergunning, aanhangsel e.d. niet aanwezig in inrichting

 

3

Last onder dwangsom

 

€250

per document per constatering

maatwerk

DHW

30

Vergunninghouder heeft geen melding gedaan van wijziging in inrichting

Imperatieve intrekkingsgrond

2

Intrekking vergunning (na legalisatieonderzoek)

 

Niet mogelijk

 

1 week zienswijzetermijn, intrekking volgt alleen als na verstrijken termijn geen melding van wijzigingen is gedaan

DHW

30a, lid 1

Geen melding nieuwe leidinggevende of doorhaling gedaan

Imperatieve intrekkingsgrond

2

Intrekking vergunning (na legalisatieonderzoek)

 

Niet mogelijk

 

1 week zienswijzetermijn, intrekking volgt alleen als na verstrijken termijn geen melding van wijzigingen is gedaan

DHW

31, lid 1

Gevaar voor openbare orde, veiligheid of zedelijkheid door voorgedane feiten

Imperatieve intrekkingsgrond

2

Intrekking vergunning

 

Niet mogelijk

 

Afhankelijk van het gevaar

 

Regel-geving

Artikel

Overtreding

Toelichting

Categorie

Sanctiemiddel (geadviseerd)

Bestuursdwang toepassing

*minimale hoogte dwangsom /hoogte bestuurlijke boete in euro’s

* maximum dwangsombedrag: 3x opgelegde dwangsom

Sanctie per…

Begunstigingstermijn

DHW

31 lid 2

Handelen in strijd met vergunningvoorschriften of regels uit DHW

Facultatieve intrekkingsgrond

2

Schorsing vergunning (art. 32 DHW) Intrekking vergunning

 

Bestuurlijke boete niet mogelijk, indien voornemen tot intrekken vergunning (art. 44a DHW)

overtreding

maatwerk

DHW

31, lid 3

Resultaat Wet bibob of minimaal 3x weigering bijschrijving persoon op aanhangsel

Facultatieve intrekkingsgrond

2

Schorsing vergunning (art. 32 DHW) Intrekking vergunning

 

Bestuurlijke boete niet mogelijk, indien voornemen tot intrekken vergunning (art. 44a DHW)

overtreding

1 week

DHW

35, lid 1

Zonder ontheffing zwakalcoholhoudende drank verstrekken

 

1

Proces-verbaal, eventueel last onder bestuursdwang

 

Bestuurlijke boete niet mogelijk (art. 44a DHW)

overtreding

direct drankverstrekking staken, zo niet pv en evt. bestuursdwang

DHW

35, lid 2

Niet voldoen aan beperkingen/voorschriften die gekoppeld zijn aan ontheffing

 

1

Bestuurlijke boete, eventueel last onder bestuursdwang

 

Hoogte bestuurlijke boete ligt vast in het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet, en bedraagt voor bedrijven met minder dan 50 werknemers € 1021

overtreding

Zo mogelijk direct naleven van voorwaarden, zo niet boete en evt. bestuursdwang

DHW

35, lid 4

Ontheffing niet aanwezig

 

1

Bestuurlijke boete

 

Hoogte bestuurlijke boete ligt vast in het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet, en bedraagt voor bedrijven met minder dan 50 werknemers € 68

overtreding

1 uur om ontheffing te tonen, daarna bestuurlijke boete

DHW

44

Niet meewerken aan artikel 5:20 Awb

 

1

Last onder bestuursdwang

Afhankelijk van waaraan niet meegewerkt wordt

Bestuurlijke boete niet mogelijk (art. 44a DHW)

overtreding

Zeer korte termijn, aangezien de werkzaamheden door moeten kunnen gaan

DHW

45

<18-jarige heeft alcohol op publiek toegankelijke plaats

uitgezonderd plaatsen waar bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse wordt verstrekt. Dat zijn supermarkten, andere levensmiddelenhandels, slijterijen, en soms snackbars.

x

Strafrechtelijk (Procesverbaal)

Afwegen tot in beslag nemen drank

Bestuurlijke boete niet mogelijk (art. 44a DHW)

overtreding

 

 

Regel-geving

Artikel

Overtreding

Toelichting

Categorie

Sanctiemiddel (geadviseerd)

Bestuursdwang toepassing

*minimale hoogte dwangsom /hoogte bestuurlijke boete in euro’s

* maximum dwangsombedrag: 3x opgelegde dwangsom

Sanctie per…

Begunstigingstermijn

PARACOMMERCIE

DHW

APV

4

2:34 b lid 1

Paracommercieel horecabedrijf houdt zich niet aan de schenktijden voor alcoholhoudende drank

 

3

Last onder dwangsom

 

€500

overtreding

1 dag

DHW

APV

4

2: 34b lid 3

Paracommercieel horecabedrijf organiseert meer dan het aantal toegestane bijeenkomsten

 

3

Indien duidelijke aanwijzingen: preventieve last onder dwangsom

 

€2000

bijeenkomst boven het maximaal toegestane aantal

geen

DHW

4

Bijeenkomst niet/te laat gemeld bij bevoegd gezag

melding moet 3 weken voorafgaand aan bijeenkomst

3

Last onder dwa dwangsom

 

€250

overtreding

Maatwerk, afhankelijk van tijdstip volgende bijeenkomst

DHW

APV

4

2:34b lid2

verbod sterke drank te verstrekken/ op voorrraad met hoofdzakelijk jeugdleden

 

3

Last onder dwangsom

 

€250

overtreding

1 dag

DHW

4

Ontheffing niet aanwezig

 

3

Last onder dwangsom

 

€250

overtreding

1 dag

DHW

11 lid 1 en 2

Geen reglement vastgesteld, danwel voldoet niet aan eisen lid 2

 

3

Last onder dwangsom

 

€250

week

Maatwerk, in afstemming met bestuur, 4-8 weken

DHW

9 lid 3

Geen registratie van barvrijwilligers die voorlichtingsinstructie hebben gehad

 

3

Last onder dwangsom

 

€250

week

Maatwerk, in afstemming met bestuur, 4-8 weken

DHW

9 lid 3 en 4

Reglement/registratie niet in de inrichting aanwezig

 

3

Last onder dwangsom

 

€250

Per document, per overtreding

maatwerk, in afstemming met bestuur, tenzij reglement/registratie wel bestaat maar niet ter plaatse, dan termijn verkorten tot 1-2 weken.

 

Regel-geving

Artikel

Overtreding

Toelichting

Categorie

Sanctiemiddel (geadviseerd)

Bestuursdwang toepassing

*minimale hoogte dwangsom /hoogte bestuurlijke boete in euro’s

* maximum dwangsombedrag: 3x opgelegde dwangsom

Sanctie per…

Begunstigingstermijn

TERRAS

Bestemmingsplan, DHW

 

Bedrijf exploiteert terras zonder dat het past in het bestemmingsplan of is opgenomen in de DHW vergunning

geen aanpassing in het bestemmingsplan, l zicht op legalisatie

2

Last onder dwangsom

 

€750

dag

maatwerk

Bestemmingsplan, DHW

 

Bedrijf exploiteert terras zonder dat het past in het bestemmingsplan of is opgenomen in de DHW vergunning

geen aanpassing bestemmingsplan, geen zicht op legalisatie

2

Last onder bestuursdwang

 

 

 

maatwerk

Bestemmingsplan, DHW

 

overtredingen in strijd met de drank en horecawetvergunnning

 

2 of 3

Last onder dwangsom

 

€500

dag

maatwerk

(TIJDELIJKE) SLUITINGSTIJDEN

APV

2:30

Horecabedrijf houdt zich niet aan tijdelijke sluitingstijd / tijdelijke sluiting

burgemeester heeft reden gezien tot tijdelijke sluitingstijden/tijdelijke sluiting

1

Strafrecht en spoedbestuursdwang

Verzegelen en sluiten van de zaa

 

 

direct, indien dat niet mogelijk is vanwege eigen veiligheid, zo spoedig mogelijk daarna

APV

2:31

aanwezigheid bezoekers in gesloten horecabedrijf

 

1

Strafrecht en spoedbestuursdwang

Verzegelen en sluiten van de zaak

 

 

direct, indien dat niet mogelijk is vanwege eigen veiligheid, zo spoedig mogelijk daarna

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bijlage 2: Toelichting op de sanctietabel:

 

In belastende beschikkingen dient eerst een voornemen te worden verstuurd om hierop een zienswijze te vragen. Uit rechtspraak blijkt dat over het algemeen een periode van 2 weken om een zienswijze in te dienen als redelijk wordt gezien. Daarom is dit de regel in geval van een 2- of 3-stappen handhaving, en wordt alleen bij uitzondering van deze zienswijzentermijn afgezien.

 

Art. 3 DHW Drankverstrekking zonder vergunning: Het uitoefenen van een horeca- of slijtersbedrijf zonder vergunning is niet toegestaan (art. 3 DHW eventueel in combinatie met art. 25 DHW).

 

Zicht op legalisatie: In dit geval is een vergunning wel aangevraagd, maar nog niet verleend en zijn er geen beletselen om die te verlenen. In dit geval vindt geen handhaving plaats. Let wel: dit betreft een ander geval dan een niet actuele vergunning waarop bijvoorbeeld een leidinggevende had moeten worden bijgeschreven. Daarop ziet art. 24 van de DHW toe.

 

Onduidelijk of gelegaliseerd kan worden: In dit geval is geen vergunning aangevraagd. Veelal zal de drankverstrekking te legaliseren zijn, tenzij de drankvergunning was ingetrokken, eerder geweigerd of alcohol in een alcoholvrij horecabedrijf wordt verstrekt. Reden om met enige coulance hiermee om te gaan als de verwachting is dat drankverstrekking gelegaliseerd kan worden. De coulance houdt in dat in 3 stappen wordt gehandhaafd, met als 3e stap het opleggen van een last onder dwangsom opgelegd tot het staken van de uitoefening van het horeca- of slijtersbedrijf / van het verstrekken van alcoholhoudende drank. De last kan niet inhouden het gelasten tot aanvragen van een vergunning.

 

In de sanctietabel is geen hersteltermijn opgenomen, maar is aangegeven dat hier maatwerk moet worden geleverd als het om de te stellen termijn gaat. Deze is afgestemd op de termijn die nodig is om tot het verlenen van de vergunning te komen. Volgens art. 4:13, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient de vergunning binnen 8 weken na aanvraag te worden verleend. Indien daar reden toe is mag dit eenmalig met een redelijke termijn worden verlengd, op grond van art. 4:14, derde lid Awb. Verder speelt mee dat de handhaving uit 3 stappen bestaat. Richtlijn voor de termijnen is daarom:

  • -

    Eerste waarschuwing: 12 weken (4 weken om een aanvraag te doen, dan nog 8 weken voor het beoordelen van de vergunning).

  • -

    Voornemen last onder dwangsom: geen begunstigingstermijn, alleen zienswijzentermijn van 2 weken;

  • -

    Last onder dwangsom: 10 weken (2 weken om een aanvraag te doen, dan nog 8 weken om de vergunning te beoordelen).

 

De hoogte van de dwangsom moeten proportioneel zijn en is daarom afgestemd op de leges die voor een vergunning moet worden betaald door de aanvrager.

 

Geen zicht op legalisatie: In dit geval is geen vergunning aangevraagd, of een vergunning aangevraagd, terwijl in beide gevallen het zeker is dat deze niet verleend zal worden. Een vergunning zal onder meer niet worden verleend indien:

- De drankvergunning is ingetrokken;

- De drankvergunning eerder is geweigerd;

- Alcohol wordt verstrekt in een alcoholvrij horecabedrijf.

 

In deze gevallen ligt een last onder bestuursdwang meer in de rede. Deze kan inhouden het verwijderen van alcoholhoudende drank uit het bedrijf. Wordt hieraan geen gehoor gegeven dan doet de burgemeester dat, waarbij de kosten van verwijdering en opslag op het bedrijf worden verhaald. Daarnaast kunnen de (bier)tappunten door ons worden verzegeld. In dat geval kan ook worden overwogen om gelijktijdig een proces-verbaal of bestuurlijke boete op te maken. In overleg met de Officier van Justitie kan de drank in beslag worden genomen.

 

Het sluiten van het bedrijf is te rigoureus bij alleen het ontbreken van een drankvergunning. Bij sluiting zou helemaal geen exploitatie meer mogelijk zijn, terwijl een bedrijf zonder drankvergunning wel niet-alcoholhoudende drank en eten kan verstrekken.

 

Art. 8 DHW Leidinggevende voldoet niet langer aan een of meerdere aan hem gestelde vereisten.

Art. 10 DHW Inrichting voldoet niet langer aan een of meerdere gestelde inrichtingseisen.

Er gelden bijzondere eisen met betrekking tot het levensgedrag van de leidinggevende(n) (art. 8, eerste lid, onder b DHW). Het Besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet 1999 stelt daarnaast bijzondere eisen ten aanzien van zedelijk gedrag (art. 8, tweede lid DHW) van de leidinggevenden. Daarnaast moeten zij kennis en inzicht hebben in sociale hygiëne (art. 8, derde t/m zesde lid DHW). De inrichting zelf moet ook voldoen aan eisen van sociale hygiëne (art. 10 DHW).

 

De Drank- en Horecawet geeft geen ruimte in de op te leggen sanctie: bij het niet (meer) voldoen aan artikel 8 en 10 DHW moet de vergunning worden ingetrokken (art. 31, eerste lid, sub b DHW). In het voornemen wordt opgenomen dat binnen 1 tot 12 weken aan de vereisten moet worden voldaan. Indien hieraan niet wordt voldaan, en alleen dan, volgt intrekking van de drankvergunning. Indien vervolgens toch het bedrijf wordt uitgeoefend terwijl de vergunning is ingetrokken, volgt de strategie genoemd bij art. 3 DHW.

 

Let wel: het niet aanwezig zijn van een leidinggevende (artikel 24 eerste en tweede lid) of het niet melden van schrappen/bijschrijven van een leidinggevende (artikel 30a) is een andere overtreding. Artikel 8 wordt met name bij vergunningaanvragen getoetst, en zal bij regulier toezicht niet worden getoetst. Dat geldt ook voor artikel 10.

 

Toelichting inzake Besluit eisen zedelijk gedrag: de leidinggevende komt, indien sprake is van veroordeling in de zin van het Besluit eisen zedelijk gedrag, vervolgens de komende vijf jaar niet meer in aanmerking voor een vergunning (zie art. 3, vierde lid, art. 4, vierde lid en art. 5, tweede lid van het Besluit eisen zedelijk gedrag Drank en Horecawet 1999). De tijd die een leidinggevende in detentie heeft doorgebracht, telt niet mee voor deze termijn.

 

Wanneer een leidinggevende is veroordeeld omdat deze heeft gediscrimineerd, dan kan dit tot gevolg hebben dat niet langer wordt voldaan aan de moraliteitseisen (art. 4, eerste lid, onder c Besluit eisen zedelijk gedrag DHW 1999). Daarnaast kan discriminatie de oorzaak zijn van openbare orde problemen. In die gevallen kan dit leiden tot het intrekken van de vergunningen.

 

Artikel 12 DHW Drank verstrekken in niet vergunde lokaliteit Hierbij wordt feitelijk ook art. 3 (geen (actuele) vergunning) en art. 30, eerste lid DHW overtreden: de lokaliteit waaruit wordt verstrekt kan als wijziging op een reeds verleende vergunning worden gemeld. De overtreding is direct te beëindigen. In het voornemen tot het opleggen van een last onder dwangsom wordt de ondernemer slechts 1 dag in de gelegenheid gesteld de overtreding te herstellen, door geen drank vanuit de niet-vergunde lokaliteit meer te verstrekken. Indien de overtreder vanuit die lokaliteit wil verstrekken, zal hij daartoe een wijziging moeten melden o.g.v. artikel 30 DHW. In principe zou op grond van artikel 30 DHW de vergunning moeten worden ingetrokken. Bij direct beëindigen van de overtreding van art. 12 DHW is hiertoe geen noodzaak.

 

Art. 13, eerste lid DHW Verbod verstrekking alcohol horecalokaliteit/terras voor gebruik elders dan ter plaatse.

Art. 13, tweede lid DHW Verbod verstrekking alcohol slijtlokaliteit voor gebruik ter plaatse.

Art. 14, eerste lid DHW Verbod andere activiteiten in slijterij.

Art. 14, tweede lid en 15, eerste lid DHW Verbod kleinhandel in horecalokaliteit of op terras.

Deze overtredingen achten wij niet ernstig van aard, maar wel snel te beëindigen door de overtreder. Daarom wordt deze overtreding aangemerkt als een categorie 3 overtreding, maar met korte termijnen. In de eerste brief wordt verzocht de verboden activiteiten binnen een dag te staken en gestaakt te houden. Vervolgens wordt in het voornemen tot opleggen last onder dwangsom een zienswijzentermijn van een week gegeven. Daarna volgt de last onder dwangsom tot het staken van de activiteiten met een begunstigingstermijn van 1 dag. Bij deze lastoplegging, dus bij de 3e constatering volgt dan ook eventueel een proces-verbaal of bestuurlijke boete.

 

Art. 15, tweede lid DHW Verbod rechtstreekse verbinding tussen slijterij en andere neringruimte voor kleinhandel. De begunstigingstermijn hangt hier af van de maatregelen die nodig zijn om de rechtstreekse verbinding te verbreken, bijvoorbeeld door dichtmetselen of sluis voorzien van deuren met lengte van 2 m te realiseren. De kosten van dergelijke verbouwingen belopen al snel € 2.000. Daarop is de hoogte van de dwangsom gekozen.

 

Artikel 17 DHW Verbod verstrekken drank anders dan in gesloten verpakking In eerste waarschuwingsbrief wordt een hersteltermijn van 1 week gehanteerd, in de last zelf wordt de begunstigingstermijn verkort tot 1 dag.

 

Artikel 18, eerste en tweede lid DHW Verkoopverbod zwakalcoholhoudende drank anders dan in slijters- of levensmiddelenbedrijf Dit kan tevens een overtreding van art. 3 en 25 DHW zijn. Alhoewel de overtreding in 1 dag is te beëindigen, worden de bedrijven in deze wat ruimte gegund. Bijvoorbeeld om hun bestaande voorraad alsnog te verkopen, dan wel politiek-bestuurlijke afwegingen. In de regel hanteren wij in de waarschuwing en last een termijn van twee weken, maar hiervan kan gemotiveerd, en in overleg met de burgemeester, worden afgeweken.

 

Artikel 18, derde lid DHW: onderscheid tussen zwakalcoholhoudende en alcoholvrije dranken ontbreekt in ruimte van het levensmiddelenbedrijf Het levensmiddelenbedrijf zal in dit geval 1 week worden gegund om de fysieke scheiding in zijn bedrijf te organiseren.

 

Artikel 19, eerste lid DHW Verbod op bestelservice sterke drank

Artikel 19, tweede lid DHW Verbod op bestelservice zwakalcoholhoudende drank

In de vooraankondiging een week de tijd geven voor een zienswijze. In de last zelf een begunstigingstermijn van 1 dag. Eventueel wordt naast de dwangsom een procesverbaal opgemaakt of bestuurlijke boete opgelegd.

 

Art. 20, eerste lid DHW Drankverstrekking aan personen kennelijk jonger dan 18 jaar De kern van de bepaling is dat van een persoon die niet onmiskenbaar de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt moet worden geverifieerd door de drankverstrekker. De drankverstrekker dient daartoe om een identificatiebewijs te vragen (artikel 20, derde lid DHW) bij de kassa/bar. Indien hij hierom niet vraagt, is sprake van overtreding van artikel 20, eerste lid DHW.

  • -

    Horeca (consumptie ter plaatse): Bij de eerste en tweede constatering volgt een bestuurlijke boete, zonder voorafgaande waarschuwing. Bij de derde en volgende constateringen binnen 12 maanden na de eerste constatering volgt schorsing voor de periode van 1 tot 12 weken van de drankvergunning. Daarmee wordt een vergelijkbaar effect verkregen als de ‘three strikes out’ bij de niet-vergunningplichtige detailhandel.

  • -

    Niet–vergunningplichtige detailhandel (supermarkten, warenhuizen, snackbars, bezorgdiensten, e.d.) Supermarkten en warenhuizen zijn niet vergunningplichtig op grond van de DHW. Indien dranken en spijzen niet ter plaatse worden genuttigd is ook geen horecaexploitatievergunning op grond van de APV vereist. Het instrument schorsen of intrekken van de vergunning is dus geen optie. Bij elke constatering dat niet om een identificatie wordt gevraagd dan wel daadwerkelijk drank wordt verstrekt aan een persoon die niet onmiskenbaar de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt wordt een bestuurlijke boete opgelegd. Indien binnen 12 maanden drie keer is geconstateerd dat van een persoon kennelijk jonger dan 18 jaar niet om een ID is gevraagd en/of drank is verstrekt volgt de three strikes out maatregel voor een periode van 1 tot 12 weken, zo nodig afgedwongen middels een last onder bestuursdwang. In dit geval kan niet gelijktijdig een bestuurlijke boete worden opgelegd. De duur van de maatregel zal worden bepaald aan de hand van de uitgangspunten verwoord in de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel, waarbij is uitgegaan van een gemiddelde winstderving van € 1800 per week ontzegging.

  • -

    Slijterij: Slijterijen zijn vanwege de verkoop van sterke drank vergunningplichtig op grond van de DHW. De “three strikes out” maatregel is beperkt tot niet-vergunningplichtige drankverstrekkers, dus kan niet bij slijterijen worden ingezet. Bij de eerste en tweede constatering dat niet om een identificatie wordt gevraagd dan wel daadwerkelijk drank wordt verstrekt aan een persoon die niet onmiskenbaar de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, wordt een bestuurlijke boete opgelegd. Bij de derde constatering, binnen een jaar na de eerste constatering, wordt de drankvergunning voor een periode van 1 tot 12 weken geschorst. Daarmee wordt een vergelijkbaar effect verkregen als de ‘three strikes out’ bij de niet-vergunningplichtige detailhandel.

 

Art. 20, tweede lid DHW bezoeker < 18 jaar, zonder toezicht van persoon 21 jaar of ouder, toegelaten in slijtersbedrijf. In de vooraankondiging twee weken de tijd geven voor een zienswijze. In de last zelf een begunstigingstermijn van 1 dag.

 

Art. 20, vijfde lid DHW Dronken personen of onder invloed van drugs toegelaten in horeca- en slijtersbedrijf Het is niet toegestaan dronken personen aanwezig te laten zijn in de horeca-inrichting of op het terras (art. 20, zevende lid DHW). Als aangenomen kan worden dat alcoholverstrekking zal leiden tot verstoring van openbare orde, veiligheid of zedelijkheid, dan is alcoholverstrekking verboden (art. 21 DHW). Tegen overtreding van artikel 20, vijfde en zesde lid en artikel 21 DHW kan geen boeterapport worden opgemaakt, maar enkel een proces-verbaal. De leidinggevende wordt mondeling verzocht de dronken personen de deur te wijzen. Indien hieraan geen gehoor wordt gegeven volgt proces-verbaal en zal de politie om bijstand worden verzocht voor het verwijderen van de dronken personen uit de inrichting.

 

Art. 20, zevende lid DHW Onder invloed (dronken of drugs) aan het werk zijn in horeca- en slijtersbedrijf Op grond van artikel 20, zevende lid DHW is het verboden in kennelijke staat van dronkenschap of kennelijk onder invloed van andere psychotrope stoffen dienst te doen in een slijtlokaliteit of horecalokaliteit. Dit is dus niet per se de leidinggevende.

 

In dat kader is het is niet acceptabel dat een leidinggevende en/of dienstdoende medewerker onder invloed van alcohol of psychotrope stoffen verkeert. Temeer omdat de leidinggevende(n) juist de bezoekers van de horeca-inrichting moeten kunnen aanspreken op hun gedrag. Daarom wordt hiertegen direct opgetreden.

 

De leidinggevende die onder invloed verkeerd wordt mondeling verzocht zijn werkzaamheden neer te leggen. Als hieraan geen gehoor wordt gegeven volgt procesverbaal (tegen overtreding kan geen bestuurlijke boete worden opgelegd). De horecainrichting kan niet geopend zijn als er geen leidinggevende aanwezig is. Dat wil zeggen dat, als er geen vervanging binnen een kort tijdbestek is voor de betreffende leidinggevende, de horeca-inrichting voor dat moment zal moeten sluiten. In dat geval is sprake van spoedbestuursdwang. In de beschikking zal tevens worden opgenomen dat bij een volgende constatering de burgemeester de vergunning kan schorsen of intrekken.

 

Art. 24, eerste en tweede lid DHW:geen leidinggevende of vereiste persoon aanwezig in horeca- en slijtersbedrijf. In de praktijk kan blijken dat vergunningen verouderd zijn, waarbij de daarop vermelde leidinggevenden er niet meer werken, of de daarop vermelde leidinggevende niet aanwezig is. Van belang is om te komen tot bijschrijven van leidinggevenden op de vergunning. Een en ander wordt in een 1e waarschuwingsbrief vastgelegd. Indien de melding is gedaan o.g.v. art. 30a, dan dient de burgemeester daarvan onverwijld een ontvangstbevestiging te sturen (art. 30a, lid 4). De persoon die is gemeld kan dan als leidinggevende dienst doen. De melding en ontvangstbevestiging dienen wel in de inrichting aanwezig te zijn. Pas als de aanmelding leidt tot een weigering kan deze persoon niet als leidinggevende optreden. Indien bij een volgende controle opnieuw geen leidinggevende/gemeld persoon aanwezig blijkt te zijn, volgt een bestuurlijke boete en tevens een voornemen tot intrekken van de vergunning o.g.v. artikel 31, eerst lid, onder d DHW.

 

In de hierboven genoemde 1e waarschuwingsbrief wordt daarom vastgelegd dat men een melding moet doen tot bijschrijven van een leidinggevende, onder de waarschuwing dat bij niet melden een voornemen tot intrekken van de vergunning volgt o.g.v. art. 31, eerste lid, onder d DHW. Tevens wordt in de brief gewaarschuwd dat, indien bij een volgende controle opnieuw een leidinggevende/gemeld persoon ontbreekt, een bestuurlijke boete wordt opgelegd.

 

Indien het bedrijf in zijn geheel niet over personeel beschikt met een sociaal hygiënediploma, dan zal dergelijk personeel geworven moeten worden. Tot die tijd mag geen drank worden verstrekt. Daartoe zal de vergunning voor ten hoogste 12 weken worden geschorst o.g.v. artikel 32, eerste lid DHW. Indien men ondanks de verzonden schorsing toch drank verstrekt volgt een bestuurlijke boete.

 

Art. 24, derde lid DHW: Verkoop alcohol/dienst door personen < 16 jaar Deze overtreding valt direct te beëindigen. Als er geen leidinggevende of vereiste persoon aanwezig is zal worden gevraagd tot vervanging binnen een kort tijdbestek, met de drankverstrekker ter plaatse af te stemmen. Indien een persoon jonger dan 16 jaar dienst doet wordt de leidinggevende/barvrijwilliger gevraagd de 16-jarige persoon de werkzaamheden te laten beëindigen. Indien hieraan geen gehoor wordt gegeven, of er is geen leidinggevende/geïnstrueerde barvrijwilliger op korte termijn aanwezig, dan zal de verstrekking van alcoholhoudende drank gestaakt moeten worden. In dat geval is sprake van spoedbestuursdwang. Tegelijkertijd zal een bestuurlijke boete worden opgelegd. In de beschikking zal tevens worden opgenomen dat bij een volgende constatering de burgemeester de vergunning kan schorsen of intrekken.

 

Art. 25, eerste lid DHW: Verbod aanwezigheid alcoholhoudende drank, behoudens uitzondering Als er uitsluitend sprake is van de aanwezigheid en niet een combinatie met art. 3 DHW, dan wordt dit als een categorie 3-overtreding aangemerkt. Er wordt een begunstigingstermijn van een week gehanteerd.

 

Art. 25, tweede lid DHW: Verbod nuttigen alcoholhoudende drank ter plaatse, in niet zijnde horecabedrijf, behoudens uitzondering Handhaving vindt plaats in drie stappen, omdat er geen sprake is van bedrijfsmatigheid. Omdat de overtreding direct te beëindigen is, wordt een begunstigingstermijn van 1 dag gehanteerd.

 

Art. 29, derde lid DHW: Vergunning, aanhangsel, aanvraag tot bijschrijven/schrappen leidinggevende en ontvangstbevestiging daarvan, dan wel afschriften van genoemde documenten zijn niet in de inrichting aanwezig Het kan gaan om één of meerdere documenten die niet aanwezig zijn. Daarbij is het uitgangspunt dat de vergunning wel verleend en actueel is. In dat licht bezien is dit een lichte overtreding, waarbij wel voor de op te leggen sanctie onderscheid wordt gemaakt per document. Hoe meer documenten ontbreken, hoe hoger de dwangsom. Voor het hebben van de bescheiden ter plaatse in de inrichting kan een korte termijn worden afgesproken.

 

Art. 30 DHW: Vergunninghouder heeft geen melding gedaan van wijzigingen Art. 30a DHW: Geen melding nieuwe leidinggevende/doorhalen niet meer werkzame leidinggevende

Er is geen beleidsruimte, de vergunning moet worden ingetrokken. Desondanks wordt eerst nagegaan of een gewijzigde vergunning kan worden verleend. Meestal is sprake van een situatie bedoeld in artikel 24 1e of 2e lid. In dat geval ligt handhaving op grond van artikel 24, 1e of 2e lid meer in de rede. Zie aldaar. Soms is sprake van wijziging van de inrichting. In dat geval is mogelijk ook sprake van overtreding van artikel 12 DHW. Zie aldaar. Indien uit legalisatieonderzoek blijkt dat geen gewijzigde vergunning kan worden verleend volgt een voornemen tot intrekken van de vergunning. Indien de melding voor bijschrijven van een leidinggevende vervolgens in de zienswijzenperiode wordt gedaan, wordt de vergunning niet ingetrokken, totdat de bijschrijving wordt geweigerd. In die periode is het wel zaak te controleren op:

-(in geval art. 30a): de aanwezigheid van een leidinggevende/gemelde persoon conform art. 24, 1e of 2e lid. De bij te schrijven persoon mag als zodanig optreden als leidinggevende, indien een ontvangstbevestiging van de melding in verstuurd. Zie verder bij art. 24, 1e en 2e lid.

- (in geval art. 30): op het staken en gestaakt houden van overtreding van artikel 12 DHW.

 

Art. 31, eerste lid DHW: Gevaar voor openbare orde, veiligheid of zedelijkheid door voorgedane feiten Er is geen beleidsruimte, de vergunning moet worden ingetrokken, als dit uit afweging van feiten volgt. Afhankelijk van het gevaar wordt de vergunning zo spoedig mogelijk ingetrokken. Van belang daarbij, zeker in dit geval, is een zorgvuldige motivering.

 

Artikel 35, eerste lid DHW: Zonder ontheffing zwakalcoholhoudende drank verstrekken Dit betreft ontheffingen voor bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard. Hieronder vallen met name de evenementen. Indien wordt verstrekt zonder ontheffing wordt de organisator eerst in de gelegenheid gesteld dit te beëindigen. Indien hieraan geen gehoor wordt gegeven volgt proces-verbaal vanwege drankverstrekking zonder ontheffing, in samenhang met artikel 3 DHW. De verkooppunten zouden kunnen worden gesloten of de drank zou eventueel bestuursrechtelijk (spoedbestuursdwang) dan wel strafrechtelijk (na overleg met justitie) in beslag genomen kunnen worden.

 

Artikel 35, tweede lid DHW: Niet voldoen aan ontheffingsvoorschriften Indien mogelijk mondeling (ter plaatse) verzoeken om wel aan de voorschriften te voldoen. Indien hieraan geen gehoor wordt gegeven volgt proces-verbaal of bestuurlijke boete. Ook nu kan de verkoop worden gesloten of de drank bestuursrechtelijk of strafrechtelijk in beslag worden genomen.

 

Artikel 35, vierde lid DHW: Ontheffing niet ter plaatse aanwezig Vanwege de tijdelijke aard van de gelegenheid is direct handhaven de enige optie. Daartoe wordt mondeling gevraagd om de ontheffing op te halen. Wordt hieraan geen gehoor gegeven, dan volgt een bestuurlijke boete.

 

Art. 45 DHW: <18-jarige heeft alcohol op publiek toegankelijke plaats Het is degene die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, verboden op voor het publiek toegankelijke plaatsen alcoholhoudende drank aanwezig te hebben of voor consumptie gereed te hebben, met uitzondering van plaatsen waar bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse wordt verstrekt (art. 45 DHW). Deze overtreding is enkel af te doen met een proces-verbaal. De uitzonderingen betreffen supermarkten, warenhuizen, slijterijen, andere levensmiddelenhandels die ook alcohol verkopen, en de meeste snackbars (snackbars mogen of verstrekken voor gebruik ter plaatsen of voor gebruik elders dan ter plaatse. In het eerste geval hebben ze daartoe een DHW-vergunning, in het laatste geval is dat niet nodig. Ze mogen niet beide).

 

Afhankelijk van de omstandigheden zal tevens moeten worden afgewogen of tegelijkertijd de drank in beslag wordt genomen. Geadviseerd wordt de drank in beslag te nemen indien een risico bestaat op openbare ordeverstoring, vervelend gedrag en/of als er geen personen van 18 jaar of ouder in de betreffende groep jongeren aanwezig is.

 

Artikel 9 DHW, lid 1 en 2: Geen reglement vastgesteld, dan wel voldoet niet aan eisen lid 2

Artikel 9 DHW, lid 3: Geen registratie barvrijwilligers, die voorlichtingsinstructie hebben gekregen

Artikel 9, lid 3 en 4 DHW: Reglement, registratie of afschrift daarvan niet aanwezig

Dit betreft voornamelijk overtredingen van administratieve aard. Daarom wordt hierop in 3 stappen gehandhaafd. De begunstigingstermijn voor het niet hebben van een reglement en het ontbreken van een registratie van de barvrijwilligers vergt maatwerk en afstemming met het bestuur. Richtlijn is daartoe 4 tot 8 weken te geven. Indien er wel een reglement en registratie is, maar toevallig niet ter plaatse, wordt de termijn tot 1-2 weken verkort.

 

(Tijdelijke) sluiting(stijden)

De burgemeester kan op grond van artikel 2:30 APV in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid of in geval van bijzondere omstandigheden voor een of meer horecabedrijven tijdelijk sluitingstijden vaststellen of tijdelijk sluiting bevelen. In dat geval is direct handhavend optreden tegen overtreding van dit bevel gewenst. Bij overtreding van het bevel zal proces-verbaal worden opgemaakt, waarna tevens middels spoedbestuursdwang de zaak direct (indien mogelijk in het licht van de situatie ter plaatse) dan wel de dag erna door ons zal worden verzegeld en gesloten. Dat geldt ook indien bezoekers aanwezig zijn (art. 2:31 APV).