Organisatie | Beverwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening cliëntenparticipatie Wmo 2010 |
Citeertitel | Verordening cliëntenparticipatie Wmo 2010 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-09-2010 | nieuwe regeling | 31-08-2010 De Kennemer, 08-09-2010 | Collegebesluit 2010/48809 |
Artikel 2. - Doelstellingen cliëntenparticipatie
De cliëntenparticipatie Wmo heeft de volgende doelstellingen:
Artikel 4. - Huishoudelijk reglement
De Wmo-raad stelt het huishoudelijk reglement vast na consultatie van het college. Het huishoudelijk reglement beschrijft in ieder geval taken, bevoegdheden, werkwijze en het schema van aftreden van leden van de Wmo-raad.
De Wmo-raad heeft tot taak het college gevraagd en ongevraagd te adviseren over beleid en uitvoering van de Wmo.
De middelen als bedoeld in het eerste lid worden jaarlijks toegekend op basis van
van een begroting met in achtneming van de in de vastgestelde gemeentebegroting opgenomen financiële middelen, en - indien de gemeentebegroting nog niet is vastgesteld of goedgekeurd - onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.
Tweedelid: De gemeente Beverwijk kiest er voor om voor de participatie van cliënten die gebruik (moeten) maken van de voorzieningen die in het kader van de Wmo worden verstrekt en de ondersteuning die hen in het kader van die wet wordt geboden vorm te geven middels het instellen van een Wmo-raad.
Tweede lid: Het gaat hierbij om alle onderdelen van het Wmo-beleid waarbij sprake is van gemeentelijke beleidsruimte. Hierbij zijn de door de gemeenteraad vastgestelde kaders en de op basis daarvan door het college opgestelde Wmo-visie richting gevend.
Eerste lid: De Wmo beslaat een zeer groot aantal beleidsterreinen. Het college heeft drie adviserende platforms op het gebied van de Wmo namelijk het Wmo platform en het Gehandicaptenplatform (cliëntenplatforms) en het Ouderenplatform (oudereninstellingen en drie ouderenbonden). Het college vraagt in principe één platform om advies uit te brengen over een onderwerp. In geval van onderwerpen die in het kader van de Wmo vallen onder het adviesrecht, zoals in bovenstaand kader beschreven, zal de Wmo-raad het aangewezen adviesorgaan zijn.
Indien een beleidsstuk meerdere adviesorganen raakt, zal het beleidsstuk wel in verschillende adviesplatforms besproken kunnen worden, waardoor opmerkingen op voorhand meegenomen worden. Het om advies gevraagde adviesorgaan kan ook adviezen van andere platforms vragen en in haar advies meenemen. Elk adviesorgaan is daarnaast vrij om ongevraagd advies te geven over een onderwerp Tweede lid: de Wmo-raad beperkt haar activiteiten tot zaken die inhoudelijk en/of procedureel van aard zijn en die de kwaliteit van de uitvering in het algemeen aangaan. Personeels- en organisatiebeleid zijn voorbehouden aan het college van burgemeester en wethouders.
De Wmo-raad heeft de taak een huishoudelijk reglement op te stellen, waarin een nadere uitwerking van de taken, bevoegdheden en werkwijze van. de Wmo-raad is opgenomen. Verder kunnen er in het huishoudelijk reglement nadere regels worden opgenomen met betrekking tot stemprocedures, het aftreedschema, het aantal vergaderingen, de consultatie van doelgroepen, de plaatsvervangende leden enz. De Wmo-raad consulteert altijd eerst het college alvorens zij het huishoudelijk reglement vaststelt.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Tweede lid: In overleg tussen de coördinerende beleidsambtenaar en de Wmo-raad worden specifieke afspraken gemaakt over de werkwijze waarin o.a. wordt vastgelegd welke termijnen worden gehanteerd voor de aanlevering van beleidsdocumenten en de doorlooptijden van behandeling bij de Wmo-raad.
Zesde lid: In dit overleg komen in elk geval de evaluatie over gevoerd beleid en uitvoering aan de orde alsmede de voornemens voor nieuw beleid.
Achtste lid: de Wmo-raad is zelf verantwoordelijk voor het organiseren van haar raadpleging van doelgroepen.
Negende lid: Collegenota’s of raadsbesluiten worden vaak in conceptvorm besproken doch ook in digitale vorm of schriftelijk per post aan de leden toegezonden, zodat de Wmo-raad in een vroeg stadium kan meedenken over het beleid. Het is aan de leden niet geoorloofd deze stukken te bespreken met derden (bijvoorbeeld de pers of raadsleden) met uitzondering van georganiseerde achterban van Wmo-doelgroepen, alvorens het college deze heeft vastgesteld.
Eerste lid: In de Wmo-raad kunnen zowel vertegenwoordigers van natuurlijke als rechtspersonen zitting hebben. Voor zover leden van de Wmo-raad zitting hebben als vertegenwoordiger van een organisatie moeten zij in de gelegenheid worden gesteld om ruggespraak te kunnen houden met de achterban. Dat vraagt iets van de werkwijze van het platform en de gemeente. Men moet in de praktijk voldoende tijd hebben om de achterban daadwerkelijk te kunnen raadplegen. De werkwijze van Wmo-raad voorziet hierin, door de bepaling zoals opgenomen in artikel 6, lid 2 van deze verordening. De Wmo-raad blijft zelf verantwoordelijk voor het organiseren van de raadpleging van doelgroepen, zoals reeds toegelicht bij artikel 6 lid 8.
Vierde lid: Minimaal gaat het hier om één representant per doelgroep. Samen vormen zij een afspiegeling van de doelgroepen die onder de wet vallen. Indien er geen representant van een bepaalde doelgroep of deskundige op een bepaald thema aanwezig is, kan de Wmo-raad informatie inwinnen buiten de Wmo-raad. Zevende lid: Leden van de Wmo-raad zijn geen lid van de gemeenteraad, noch werkzaam bij de gemeente en zijn in hun rol als lid van de Wmo-raad onafhankelijk van zorg- en welzijnaanbieders.
Eerste, tweede en derde lid: Voorzitter en leden worden voor een bepaalde periode benoemd. De termijn van aan- en aftreden wordt beschreven in het huishoudelijk reglement. Het is niet wenselijk voor de ervaring en continuïteit dat de samenstelling van de Wmo-raad in haar geheel regelmatig wijzigt. De Wmo-raad zal in het huishoudelijk reglement aangeven hoe deze continuïteit wordt geregeld middels een aan- en aftreedschema.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Eerste lid: De kosten die het college vergoedt om redelijkerwijze in staat te zijn in het kader van de uitvoering van deze verordening taken uit de voeren zijn vergoedingen voor de volgende onkosten: speciale faciliteiten vanwege beperkingen, presentiegeld, deskundigheidsbevordering, documentatie, ondersteuning, kantoorkosten, vergaderruimte, overleg met de achterban, PR, overleg met en raadpleging van eigen en andere doelgroep.
Het college stelt een budget beschikbaar afhankelijk van de beschikbare begroting, waarbij de hoogte van de presentiegelden wordt vastgesteld. Het budget blijft onder de verantwoordelijkheid van de gemeente Beverwijk. Dit wil zeggen dat het budget (deels) voor andere zaken kan worden aangewend wanneer blijkt dat de Wmo-raad het budget niet geheel nodig heeft. De Wmo-raad wordt hiervan vooraf door de gemeente op de hoogte gebracht.
Eerste lid: Het streven is om in goed onderling overleg te komen tot oplossingen voor situaties waarin deze verordening niet voorziet. De uiteindelijke beslissingsbevoegdheid ligt bij het college.