Organisatie | Maastricht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren 2016 Gemeente Maastricht |
Citeertitel | Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren 2016 gemeente Maastricht |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Regeling vervangt de Telecommunicatieverordening gemeente Maastricht
Belemmeringenwet Privaatrecht, artikel 1; Telecommunicatiewet, artikelen 5.2 en 5.4, lid 4; Gemeentewet, artikelen 149, 154, 156 en 229
Verlegregeling Kabels en Leidingen 2016 Gemeente Maastricht; Handboek Kabels en Leidingen 2016 gemeente Maastricht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-06-2016 | 25-12-2019 | nieuwe regeling | 17-05-2016 Gemeenteblad 2016, 82503 | Onbekend |
DE RAAD DER GEMEENTE MAASTRICHT,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht d.d. 29 maart 2016;
gelet op artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht, artikelen 5.2 en 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikelen 149, 154 en 229 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening: "Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren 2016 Gemeente Maastrcht" (AVOI), welke luidt als volgt:
Hoofdstuk 1: Inleidende bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Deze verordening is van toepassing op de procedures en voorschriften voor het aanleggen, instandhouden en opruimen van kabels en leidingen in of op openbare gronden, voor zover de gemeente Maastricht deze gronden beheert, in bezit heeft dan wel daarover coördinatieverplichtingen heeft conform de Telecommunicatiewet en de Belemmeringenwet Privaatrecht.
Voor N.V. Nederlandse Gasunie staat de inhoud van de overeenkomst van levering en afname van gas tussen NGU en de gemeente Maastricht d.d. 8 februari 1968 (inclusief latere wijzigingen) en de vergunning voor het leggen van gasleidingen d.d. 8 februari 1968 in rangorde boven de inhoud van deze verordening. Deze verordening heeft bijgevolg een aanvullende werking op de overeenkomst van levering en afname van gas tussen NGU en de gemeente Maastricht d.d. 8 februari 1968 en de vergunning voor het leggen van gasleidingen d.d. 8 februari 1968.
Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.
Deze zijn ondermeer vastgelegd in het Handboek Kabels en Leidingen 2016 gemeente Maastricht, waarnaar deze verordening in diverse bepalingen verwijst; deze verwijzingen worden ook geacht betrekking te hebben op eventuele door het college in de toekomst vast te stellen nieuwe versies van het Handboek Kabels en Leidingen.
HOOFDSTUK 2: AANVRAGEN EN MELDEN VAN GRAAFWERKZAAMHEDEN
Artikel 4 - Instemmingvereiste
Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college genomen instemmingbesluit omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden, medegebruik van voorzieningen en de afstemming van voorgenomen werkzaamheden met overige netbeheerders, kabels en/of leidingen in of op openbare gronden aan te leggen, in stand te houden of op te ruimen.
Voor het verrichten van werkzaamheden van minder ingrijpende aard en voor spoedeisende werkzaamheden (voor definities hiervan, zie Handboek kabels en leidingen gemeente Maastricht 2016, onderdeel begripsbepalingen) is geen instemming of vergunning, als bedoeld in het eerste lid, noodzakelijk maar kan worden volstaan met een melding aan het college.
Artikel 5 - Aanvragen en melden
Behoudens voor zover artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet van toepassing is, wordt, wanneer de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente Maastricht, uiterlijk vier werkweken na ontvangst van de instemmingaanvraag, als genoemd in het eerste lid, het college schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomsten van het (voor)overleg tussen de grondroerder en de overige gedoogplichtige(n).
Artikel 6 - Gegevensverstrekking
Bij een melding, als bedoeld in artikel 4, tweede lid, dienen de volgende gegevens te worden verstrekt:
naam, adres en woonplaatsgegevens van de eigenaar, beheerder en exploitant van de kabels en/of leidingen, naam en adres van de aannemer(s) en onderaannemer(s) die belast zijn met de werkzaamheden, evenals de naam en telefoonnummer van de uitvoerder, zijnde een Nederlands sprekende contactpersoon voor de werkzaamheden;
Een beslissing op een aanvraag voor een instemmingbesluit wordt genomen uiterlijk 2 werkweken na de dag van ontvangst van de volledige instemmingaanvraag. Betreft het een instemmingaanvraag waarbij meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken dan beslist het college binnen acht werkweken na de dag van ontvangst van een volledig ingevulde instemmingaanvraag.
Artikel 8 - Voorschriften en beperkingen
Het college kan aan het instemmingbesluit nadere voorschriften of beperkingen verbinden in het belang van:
de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt het zo min mogelijk hinder veroorzaken voor reeds in de grond aanwezige werken en het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken, waaronder mede verstaan worden werken ten behoeve van de riolering en de levering of het transport van elektronische informatie, gas, water en elektriciteit.
Conform het bepaalde in de Telecommunicatiewet, worden voor de uitgifte van instemmingbesluiten marktconforme tarieven in rekening gebracht aan die verzoekers die vallen onder het regiem van de Telecommunicatiewet. Deze marktconforme kosten, ten behoeve van de uitgifte van een instemmingsbesluit, zijn aangegeven in het Handboek Kabels en Leidingen 2016 gemeente Maastricht.
De gemeente Maastricht heeft het primaat voor de herbestrating, het terugbrengen van de groenvoorzieningen en het uitvoeren van rioolinspecties ter plaatse van kruisingen van infrastructuur, door middel van boringen/persingen, met rioleringen. De grondroerder draagt de marktconforme kosten voor herstel en rioolinspectie. De marktconforme kosten voor herbestrating en rioolinspecties zijn aangegeven in het Handboek Kabels en Leidingen 2016 gemeente Maastricht.
Indien binnen één jaar na groot onderhoud of herinrichting van openbare gronden een grondroerder werkzaamheden moet uitvoeren, verlangt het college specifiek schadeherstel ten einde de situatie terug te brengen in de “oude staat”. De hiermee gepaard gaande marktconforme kosten zijn voor rekening van de grondroerder.
Artikel 9 - (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg
Een grondroerder dient op verzoek van het college bij de aanleg van kabels en leidingen in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande, hetzij door overige netbeheerders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde, voorzieningen. Indien dit technisch haalbaar is en medegebruik geen belemmering vormt voor de veiligheid, toegankelijkheid en leveringszekerheid.
Het vooroverleg als bedoeld in artikel 5, tweede lid, dan wel een door het college geïnitieerd overleg naar aanleiding van een instemmingaanvraag als bedoeld in artikel 5, eerste lid, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.
HOOFDSTUK 3: OVERIGE BEPALINGEN
Op het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen die ten dienste staan van een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen, niet zijnde de kabels volgens artikel 10 sub 1, in of op openbare gronden, waaronder het verplaatsen, gelden de volgende bepalingen, tenzij en voor zover daarover andersluidende afspraken zijn overeengekomen tussen partijen:
de netbeheerder is verplicht op aanwijzing van de gemeente over te gaan tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en leidingen ten dienste van zijn netwerk, waaronder het verplaatsen, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege de gemeente;
Artikel 13 - Niet-openbare kabels en leidingen
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kunnen burgemeester en wethouders op een aanvraag een instemmingbesluit verlenen voor de aanleg van een ander netwerk dan een openbaar telecommunicatiewerk of een omroepnetwerk, indien krachtens een door de aanvrager bij de aanvraag over te leggen overeenkomst tussen de aanvrager en aanbieder:
Indien de overeenkomst/instemming/vergunning waarin de ligging van het netwerk is vastgelegd wordt beëindigd, kan het netwerk door of vanwege de gemeente worden verwijderd. Met het oog hierop betaalt de aanvrager bij de instemmingaanvraag een verwijderingsbijdrage aan de gemeente overeenkomstig een in de legesverordening vastgesteld tarief.
Artikel 14 - Digitale gegevens
Het college verlangt dat het aanvragen van een instemmingbesluit en het verstrekken van gegevens digitaal plaats vinden via een door hen daartoe aan te wijzen digitaal platform.
HOOFDSTUK 4: HANDHAVINGS- EN TOEZICHTBEPALINGEN
Artikel 16 - Toezicht en handhaving door ambtenaren
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen ambtenaren.
HOOFDSTUK 5: OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.
Op de datum van inwerkingtreding van de in het eerste lid genoemde verordening wordt de huidige Telecommunicatieverordening gemeente Maastricht (vastgesteld 22 november 2011) ingetrokken.
Artikel 20 - Overgangsbepalingen
De aanwezigheid van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn aangelegd met toepassing van de Telecommunicatieverordening gemeente Maastricht en/of op basis van andere aantoonbare en gelegaliseerde afspraken, zoals die hebben gegolden tot de inwerkingtreding van deze verordening, worden met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening eveneens beheerst door de regels van deze verordening.
Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Maastricht in zijn openbare vergadering van 17 mei 2016.
De Griffier,
J.L.L. Goossens.
De Voorzitter,
J.M. Penn-te Strake.
Toelichting Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI)
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht. Het college is bevoegd de taken voortvloeiende uit de verordening af te handelen, waarbij deze voor wat betreft de uitvoering naar wens en behoefte uit praktische overweging deels gemandateerd kunnen worden aan één of meer daartoe aangewezen ambtenaren.
De definitie is afgeleid van de omschrijving zoals die gehanteerd wordt in de Wet Informatie- uitwisseling Ondergrondse Netten (WION). De omschrijving maakt met name duidelijk dat het om ondergrondse netten gaat, en dan zowel de distributie- en transportnetten voor energie (gas, water, elektriciteit, riool) als de elektronische communicatienetwerken (zoals specifiek geregeld in en krachtens de Telecommunicatiewet).
In de tekst wordt geen inhoudelijk onderscheid gemaakt tussen de termen net en netwerk.
De AVOI ziet enerzijds op netwerken bestaande uit fysieke kabels en/of leidingen inclusief ondergrondse ondersteuningswerken (zoals mantelbuizen, kabelgoten, handholes, lasdozen, duikers), beschermingswerken, signaalinrichtingen (zoals optische en elektrische versterkers en kasten) en dergelijke en anderzijds op componenten voor het verbinden van kabels en leidingen in de openbare grond met die in de gebouwen. Inhoudelijk en procedureel is geen onderscheid gemaakt in de begrippen kabels en leidingen.
Het begrip netbeheerder wordt gehanteerd als uniforme term voor enerzijds de beheerders van de netten voor de levering van energie en anderzijds de aanbieders van (niet-)openbare elektronische communicatienetwerken.
Veelal zal de netbeheerder in het geval van voorgenomen graafwerkzaamheden de rol van opdrachtgever op zich nemen. In aansluiting bij de recente wet- en regelgeving op het gebied
van graafrechten wordt de opdrachtgever meer dan voorheen medeverantwoordelijk gehouden voor een juiste uitvoering en naleving van de rechten en verplichtingen met betrekking tot graafwerkzaamheden.
De grondroerder is de partij die daadwerkelijk de graafwerkzaamheden verricht of laat verrichten. Dit zal veelal een aannemer of installateur zijn, maar kan ook een interne afdeling van een netbeheerder betreffen als die dergelijke werkzaamheden zelf uitvoeren. Indien een grondroerder namens een netbeheerder optreedt, wordt nu expliciet naar een machtiging gevraagd, dit ter wille van rechtszekerheid en rechtsgeldigheid. Ook kan de grondroerder een partij zijn die voor eigen naam en rekening netwerken aanlegt, maar niet zelf exploiteert en het netwerk of netwerkcapaciteit daarna verhuurt of verkoopt. De grondroerder is verplicht om over een instemmingsbesluit te beschikken voor aanvang van de werkzaamheden.
De grondroerder is gehouden een melding van de voorgenomen graafwerkzaamheden te verzorgen richting het college en eventuele overige betrokken partijen.
De gemeentelijke betrokkenheid is vooral gericht op haar rol als beheerder van de openbare gronden. Hiertoe worden conform wettelijke omschrijving gerekend de openbare wegen inclusief trottoirs/voetpaden, glooiingen, bermen, sloten, bruggen, viaducten, duikers, tunnels, beschoeiingen en andere werken, alsmede wateren inclusief bruggen, plantsoenen en pleinen, die voor ieder toegankelijk zijn. In deze hoedanigheid is de gemeente Maastricht voor wat betreft de elektronische openbare communicatienetwerken gedoogplichtige althans voor zover van toepassing conform de Telecommunicatiewet. Het begrip gedoogplichtige slaat tevens op andere partijen die krachtens de Telecommunicatiewet gedoogplichtig zijn en op partijen en rechtspersonen die krachtens de Belemmeringenwet Privaatrecht gedoogplichtig zijn. Gedoogplichtigen moeten de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen toestaan in en op hun gronden.
Hoewel gezien de consequenties ervan de regelingen van de AVOI met name betrekking hebben op mechanische werkzaamheden, vallen handmatige werkzaamheden er ook onder. Voor zover die beperkt van karakter zijn, zullen ze overigens veelal betrekking hebben op de separaat onderscheiden categorieën spoedeisende werkzaamheden of minder ingrijpende werkzaamheden. Tot de werkzaamheden die deze AVOI betreffen behoren eveneens de werkzaamheden in verband met het medegebruik van voorzieningen, zoals dat van kabelgoten of geleidingen. Vanuit de te behartigen belangen kan het nastreven of voorschrijven van medegebruik door het college gestimuleerd worden.
Werkzaamheden als bedoeld in deze verordening dienen steeds (in principe) vooraf gemeld te worden, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen reguliere (graaf)werkzaamheden, werkzaamheden van minder ingrijpende aard en spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing. Voor de reguliere (graaf)werkzaamheden en werkzaamheden van minder ingrijpende aard geldt dat pas gestart mag worden met die werkzaamheden als op basis van een aanvraag een instemmingsbesluit is verleend.
In de verordening zijn bepalingen over het breekverbod opgenomen die het college de bevoegdheid geven een verbod op te leggen tot uitvoering van breekwerkzaamheden bij extreme weersomstandigheden. Dit ter voorkoming van schade door deze werkzaamheden. Het verbod wordt opgelegd naar oordeel van het college.
Met de vaststelling van de AVOI wordt tegelijkertijd op grond van artikel 19 besloten tot intrekking van de bestaande Telecommunicatieverordening (vastgesteld 22-11-2011). Tevens zal de op grond van de telecommunicatieverordening vastgestelde bestaande “Regeling uitvoering kabel- en leidingwerkzaamheden gemeente Maastricht” (vastgesteld door het college 20-12-2011) worden ingetrokken. Door vaststelling van de AVOI (inclusief de onder 2 van het raadsbesluit gemelde wijziging van de Legesverordening fysieke diensten Maastricht 2016) zullen tegelijkertijd de volgende besluiten worden gepubliceerd met eenzelfde datum van inwerkingtreding:
Deze AVOI geeft invulling aan de wettelijke verplichting voor de gemeente Maastricht om een Telecommunicatieverordening op te stellen.
Vooralsnog is niet voorzien in een algemene wettelijke grondslag voor een vergelijkbare regeling voor de energienetten. Daarom wordt vooruitlopend op mogelijke toekomstige nationale basisregelgeving hiermee voorzien in uniforme, lokale afspraken met daarbij een zo gelijk mogelijke behandeling van beheerders/aanbieders van deze infrastructuren. Dit vereist wel afstemming met de (al dan niet) contractuele afspraken tussen de gemeente Maastricht en de beheerders van de energienetten.
De feitelijke situatie is zo dat de fysieke ondergrond vol raakt met een veelheid aan kabels en leidingen en dit noodzaakt tot betere afstemming van werkzaamheden en belangen.
De gemeente Maastricht heeft contractuele afspraken met de netwerkbedrijven Enexis, WML en Ennatuurlijk. Deze contractuele afspraken zijn vastgelegd in de OGN 2011.
Voor Enexis, WML en Ennatuurlijk staat de inhoud van de van toepassing zijnde OGN2011 in rangorde boven de inhoud van deze verordening.
Deze verordening heeft bijgevolg een aanvullende werking op de OGN2011 voor Enexis, WML en Ennatuurlijk.
De gemeente Maastricht heeft contractuele afspraken met N.V. Nederlandse Gasunie. Deze contractuele afspraken zijn vastgelegd in de overeenkomst van levering en afname van gas tussen NGU en de gemeente Maastricht d.d. 11 november 1988 en de vergunning voor het leggen van gasleidingen d.d. 8 februari 1968.
Voor N.V. Nederlandse Gasunie (NGU) staat de inhoud van de overeenkomst van levering en afname van gas tussen NGU en de gemeente Maastricht d.d. 11 november 1988 en de vergunning voor het leggen van gasleidingen d.d. 8 februari 1968 in rangorde boven de inhoud van deze verordening. Deze verordening heeft bijgevolg een aanvullende werking op de overeenkomst van levering en afname van gas tussen NGU en de gemeente Maastricht d.d. 11 november 1988 en de vergunning voor het leggen van gasleidingen dd 8 februari 1968.
De volgende artikelen bevatten aanvullingen op de OGN2011 en de overeenkomst van levering en afname van gas tussen NGU en de gemeente Maastricht dd 11 november 1988 en de vergunning voor het leggen van gasleidingen d.d. 8 februari 1968:
artikel 4 – instemmingsvereiste;
artikel 5 – aanvragen en melden;
artikel 6 – gegevensverstrekking;
artikel 8 – voorschriften en beperkingen;
artikel 15 – digitale gegevens
Het college krijgt de mogelijkheid toegekend door de raad om in voorkomende gevallen nadere regels ter uitvoering van deze verordening vast te stellen. Deze nadere regels hebben in ieder geval betrekking op: de wijze van uitvoering bij de aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen, het medegebruik van voorzieningen en het opstellen van voorschriften op het gebied van markering, afzetting en het toepassen van proefsleuven.
Het college heeft al nadere regels vastgelegd in het “Handboek Kabels en Leidingen 2016 Gemeente Maastricht” alsmede in de “Verlegregeling Kabels en leidingen 2016 Gemeente Maastricht”. Verwijzingen in deze verordening naar handboek en verlegregeling worden ook geacht betrekking te hebben op eventuele door het college in de toekomst vast te stellen nieuwe versies van deze regelingen.
Artikel 4 - Instemmingsvereiste
Het in de Telecommunicatiewet wettelijk vastgelegde principe van graafrechten in relatie tot de vereiste instemming van het college is vertaald naar de AVOI in dit artikel en wordt toegepast op alle werkzaamheden. Conform het wettelijk bepaalde geldt dat die instemming betrekking heeft op de plaats, het tijdstip en de wijze van uitvoering van de werkzaamheden.
Het reguleringsonderscheid tussen reguliere werkzaamheden en werkzaamheden van minder ingrijpende aard wordt duidelijk indien dit artikel wordt gelezen in samenhang met het “Handboek Kabels en Leidingen 2016 Gemeente Maastricht”. Tot de minder ingrijpende werkzaamheden behoren werkzaamheden waarvoor slechts gedurende relatief korte tijd in een beperkt gedeelte van het netwerk werkzaamheden worden verricht, en waarvan de impact voor de omgeving relatief beperkt en kortstondig is. Er wordt als norm een lengte van de kabels en leidingen korter of gelijk aan 25 meter gehanteerd.
Artikel 5 - Aanvragen en melden
De voorgenomen werkzaamheden moeten via een aanvraag of melding aan het college worden kenbaar gemaakt. Dat kan bij het college van burgemeester en wethouders of bij de daarvoor gemandateerde ambtenaren. Voor spoedeisende werkzaamheden en storingen wordt een uitzondering gemaakt. Deze dienen voor aanvang van de werkzaamheden gemeld te worden. De uitzonderingsbepaling voor spoedeisende werkzaamheden geldt echter niet als werkzaamheden dienen te worden verricht in door het college aan te wijzen gebieden.
In dit artikel wordt beschreven dat de voorgenomen (graaf)werkzaamheden ook betrekking kunnen hebben op gronden van andere gedoogplichtigen. Dit kunnen andere instanties of rechtspersonen zijn. Ook kan de situatie aan de orde zijn dat er naast het instemmingsbesluit ook nog andere vergunningen aangevraagd moeten worden voor aanvang van de werkzaamheden. De grondroerder is allereerst zelf verantwoordelijk voor afstemming en overeenstemming tussen al deze partijen.
Echter als de grondroerder dat verzoekt kan de gemeente Maastricht inhoudelijke afstemming van de beoordeling van de aanvragen bij andere bestuursorganen nastreven. De grondroerder blijft zelf verantwoordelijk voor de afstemming met private partijen. De grondroerder doet een terugkoppeling aan het college over de uitkomst van het overleg dat is gevoerd met alle betrokken gedoogplichtigen.
Artikel 6 - Gegevensverstrekking
In dit artikel is verduidelijkt op welke wijze een aanvraag dient te worden gedaan en welke gegevens daarbij verstrekt moeten worden. Het betreft informatie die de gemeente Maastricht als beheerder van de openbare gronden nodig heeft om een juiste beoordeling te maken en inzicht te krijgen in de belangen die door de voorgenomen werkzaamheden worden geraakt. Duidelijk is ook gemaakt dat instemming steeds op aanvraag van de verzoekende partij zal plaatsvinden en niet op eigen initiatief van de gemeente Maastricht.
De aanvraag dient te geschieden door middel van de door het college vastgestelde formulieren. Voor aanvragen voor minder ingrijpende werkzaamheden moeten slechts een beperkt aantal gegevens verstrekt worden. Voor reguliere aanvragen moeten meer gegevens verstrekt worden.
Het vereiste dat een aanvraag aangetekend verstuurd moet worden is niet als uniforme eis opgenomen in de AVOI. De verzending is voor risico van de grondroerder. Het kan in het belang van de verzoekende partij zijn om via aangetekende verzending duidelijkheid te hebben over datum en tijd van de verzending.
De beslistermijn van het college is maximaal acht weken en is afgeleid uit de Algemene Wet Bestuursrecht. Op grond van de AWB is een gemeente verplicht binnen een redelijke termijn een besluit te nemen, waarbij die redelijke termijn geacht te zijn verstreken na verloop van acht weken. In navolging van de Wet Dwangsom en Beroep moet een gemeente zich bewust zijn van het belang van de voortgang van de activiteiten en zich inspannen om de termijn tot besluitvorming zo kort mogelijk te houden. Dit geldt met name voor aanvragen voor minder ingrijpende werkzaamheden. Het college kan onder bepaalde voorwaarden de termijn tot besluitvorming verlengen.
Artikel 8 - Voorschriften en beperkingen
Grondroerders moeten aan een aantal verplichtingen voldoen indien zij werkzaamheden gaan verrichten als bedoeld in de AVOI. Daarnaast kan het college aan het instemmingsbesluit aanvullende voorschriften of beperkingen verbinden. Omwille van de uniformiteit is in de verordening geregeld onder welke voorwaarden dit kan en welke soort voorschriften en beperkingen dit zijn. De voorschriften hebben vooral te maken met de wijze van uitvoering en zijn gericht op de (deels wettelijk vastgelegde) belangen die de gemeente Maastricht geacht wordt te behartigen.
Dit artikel omschrijft ook dat toegebrachte schade vergoedt moet worden en op basis waarvan de hoogte van deze vergoeding berekend wordt. Uitgangspunt hierbij is dat de vergoeding beperkt is tot de marktconforme kosten. De grondroerder moet eventuele verhardingen en beplanting terugbrengen in de oude staat, tenzij het college vooraf heeft aangegeven hiervoor zelf zorg te dragen. Dit naar keuze van het college.
Ook is geregeld dat als er binnen één jaar na uitvoering van groot onderhoud werkzaamheden uitgevoerd moeten worden speciale eisen gesteld kunnen worden met betrekking tot schadeherstel. Dit geldt ook voor gebieden waar bijzondere bestrating is toegepast. Dit naar oordeel van het college.
Artikel 9 - (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg
Dit artikel beschrijft dat een grondroerder op verzoek van een gedoogplichtige verplicht is gebruik te maken van reeds aanwezige voorzieningen indien deze tegen een marktconforme prijs worden aangeboden. Het doel hiervan is te voorkomen dat onnodig gegraven wordt in gemeentegrond. De verplichting tot medegebruik wordt opgenomen in het instemmingsbesluit.
Op het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, waaronder het verplaatsen, op verzoek van de gemeente zijn de wettelijke regels van de Telecommunicatiewet van toepassing.
Op het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen die ten dienste staan van een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen in of op openbare gronden, waaronder het verplaatsen, gelden de in lid 2 geformuleerde bepalingen, tenzij en voor zover daarover andersluidende afspraken zijn overeengekomen tussen partijen.
Lid 2 B, sub y vormt de wettelijke basis voor het college van burgemeester en wethouders om nadere regels vast te stellen met betrekking tot het thema “verleggingen” en verwijst naar de door het college vastgestelde “Verlegregeling Kabels en Leidingen 2016 gemeente Maastricht”.
Het college is bevoegd een breekverbod in te stellen als er sprake is van extreme weersomstandigheden. Dit naar oordeel van het college. Een afweging die gemaakt wordt is de kans op de omvang van schade aan de openbare gronden als er gegraven wordt. Het breekverbod wordt op de dag dat het breekverbod geldt gecommuniceerd naar de betrokken grondroerders. In ieder geval één dag voor het beëindigen van het breekverbod wordt dit medegedeeld aan de betrokken grondroerders. Ten tijde van het breekverbod mogen er op geen enkele wijze breek- en/of graafwerkzaamheden plaatsvinden in de grond en/of bestrating. In het geval van spoedeisende werkzaamheden is het breekverbod niet van toepassing. Overtreding van het breekverbod leidt tot stillegging van het werk.
Het zakelijk karakter van de verkregen instemming is gewenst opdat ook een nieuwe netbeheerder, die gebruik maakt van de kabel en/of leiding de betreffende graafrechten heeft, maar ook gehouden is aan de geldende voorschriften. Het college moet op de hoogte gesteld worden van het feit dat het eigendom wordt overgedragen. De wettelijke bepalingen zijn van toepassing op het eigendom van kabelnetwerken in grond van anderen.
Artikel 13 - Niet-openbare kabels en leidingen
Bij werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van niet-openbare kabels en leidingen in openbare wegen en wateren is het bepaalde in de AVOI in beginsel van overeenkomstige toepassing zoals beschreven in dit artikel.
Artikel 14 - Digitale gegevens
Het college wenst dat aanvragen voor een instemmingsbesluit en aan te leveren gegevens op digitale wijze verstrekt worden. De gemeente Maastricht maakt daartoe gebruik van een door het college aan te wijzen digitaal platform.
Ter afstemming van allerlei zaken wordt een periodiek overleg gepland tussen de gemeente Maastricht en netbeheerders en andere betrokken of belanghebbende partijen. Dit op initiatief van de gemeente Maastricht. Dit kan ook in samenwerking met andere gemeenten gebeuren.
Artikel 16 - Toezicht en handhaving door ambtenaren
Dit artikel geeft aan dat het college ambtenaren kan aanwijzen die belast zijn met toezicht op de naleving van het bepaalde krachtens deze AVOI.
Artikel 18 – Handhaving en sancties
Afgezien van voornoemde preventieve en vooral correctieve of repressieve acties kan het college in voorkomende gevallen ook ingrijpen in het lopende proces en werkzaamheden (onder bepaalde voorwaarden) ook tijdelijk stil leggen. In dit artikel staat beschreven in welke gevallen dit kan.