Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rotterdam

Procedure Overleg lokaal onderwijsbeleid van de gemeente Rotterdam

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRotterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingProcedure Overleg lokaal onderwijsbeleid van de gemeente Rotterdam
CiteertitelProcedure Overleg lokaal onderwijsbeleid van de gemeente Rotterdam
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op het primair onderwijs
  2. Wet op de expertisecentra
  3. Wet op het voortgezet onderwijs

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-06-2016Nieuwe regeling

12-05-2016

gmb-2016-78046

Gemeenteblad 2016, nummer 94

Tekst van de regeling

Intitulé

Procedure Overleg lokaal onderwijsbeleid van de gemeente Rotterdam

De Raad van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 maart 2016 registratienummer dienst: 6MO02018 (raadsvoorstel nr. 16bb1636);

overwegende, dat het noodzakelijk is een regeling vast te stellen voor het overleg tussen de gemeente, de schoolbesturen en de houders van kindercentra over het lokaal onderwijsbeleid, ter vervanging van de op 27 september 2012 vastgestelde Verordening Rotterdams Onderwijs Forum;

gelet op de bepalingen over het op overeenstemming gericht overleg in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs;

alsmede gelet op het overleg gevoerd met de vertegenwoordigers van de schoolbesturen primair, voortgezet, speciaal en middelbaar beroepsonderwijs en de houders van kindercentra op 8 juli 2015 en het gevoerd overleg met bestuurders van de hogeschool Rotterdam en de hogeschool InHolland, alsmede de zienswijzen die wij ontvingen;

besluit:

Procedure Overleg lokaal onderwijsbeleid van de gemeente Rotterdam vast te stellen:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit raadsbesluit wordt verstaan onder:

  • a.

    bevoegd gezag:

    het bevoegd gezag van een volgens de wet op het primair onderwijs, de wet op de expertisecentra, de wet op het voortgezet onderwijs, de wet educatie en beroepsonderwijs, de wet op het hoger onderwijs en de wet op het wetenschappelijk onderwijs en wetenschappelijk onderzoek bekostigde school voor basisonderwijs/ voor speciaal onderwijs / voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs / voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs / voor algemeen voortgezet onderwijs / voor voorbereidend beroepsonderwijs alsmede regionaal opleidingscentrum, vakinstelling, hogeschool en universiteit die gelegen is op het grondgebied van de gemeente Rotterdam;

    alsmede de houder van een kindercentrum: degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een voorziening exploiteert waar kinderopvang en/of peuterspeelzaalwerk plaatsvindt, anders dan gastouderopvang (Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, Stb. 2010 nr. 297), gelegen op het grondgebied van de gemeente Rotterdam;

  • b.

    sector:

    de sector kinderopvang en peuterspeelzaalwerk, de sector primair en speciaal onderwijs, de sector voortgezet en speciaal voortgezet onderwijs, de sector middelbaar beroepsonderwijs, de sector hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs;

  • c.

    college:

    college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    bestuurlijk overleg:het overleg dat gevoerd wordt door bevoegde gezagen en college in de kamers en in het afstemmingsoverleg, zoals bedoeld in artikel 3;

  • e.

    leerlingen:kinderen, leerlingen, deelnemers en studenten van de kindercentra en bekostigde scholen voor basisonderwijs, voor speciaal onderwijs / voor voortgezet speciaal onderwijs / voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs / voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs / voor algemeen voortgezet onderwijs / voor voorbereidend beroepsonderwijs alsmede regionale opleidingscentra, vakinstellingen, hogescholen en universiteiten die gelegen zijn op het grondgebied van de gemeente Rotterdam.

Artikel 2 Functie overlegorgaan

  • 1.

    Er is een overlegorgaan lokaal onderwijsbeleid waarin het college met bevoegde gezagen per sector of met meerdere sectoren bestuurlijk overleg voeren over de voorbereiding en uitvoering van het lokaal onderwijsbeleid.

  • 2.

    In het overlegorgaan komen aan de orde:

  • 3.

    Doel van het bestuurlijk overleg is te komen tot een samenhangende, integrale, effectieve en te monitoren aanpak van het onderwijs aan en opvang van leerlingen.

Artikel 3 De inrichting en naamgeving van het overlegorgaan

  • 1.

    Het overlegorgaan, bestaande uit 5 kamers en het afstemmingsoverleg, wordt aangeduid als het Rotterdams Overlegorgaan Lokaal Onderwijsbeleid, verder aan te duiden als ‘het ROLO’.

  • 2.

    Het overlegorgaan kent 5 kamers waarin onderwerpen als bedoeld in artikel 2, lid 2, aan de orde komen ten behoeve van standpuntbepaling, besluiten en/of adviezen, voor zover die onderwerpen van toepassing zijn op de betreffende sector.

    • de kamer kinderopvang

    • de kamer primair en speciaal onderwijs

    • de kamer voortgezet en voortgezet speciaal onderwijs

    • de kamer middelbaar beroepsonderwijs

    • de kamer hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs

  • 3.

    Het overlegorgaan kent een afstemmingsoverleg, waarin de wethouder onderwijs en de voorzitters van de kamers zitting hebben. De wethouder onderwijs is voorzitter van het afstemmingsoverleg.

Artikel 4 Samenstelling kamers

  • 1.

    Ieder bevoegd gezag kan met één vertegenwoordiger deelnemen in de betreffende kamer.

  • 2.

    Meerdere bevoegde gezagen kunnen zich laten vertegenwoordigen door één vertegenwoordiger in de kamer.

  • 3.

    Een vertegenwoordiger van een bevoegd gezag in de kamer is vanuit zijn/haar bevoegd gezag gemandateerd tot standpuntbepaling, adviesformulering en besluitvorming zoals bedoeld in artikel 11.

  • 4.

    Voorafgaande aan een bestuurlijk overleg in een kamer is geregistreerd welke deelnemer welk bevoegd gezag of bevoegde gezagen vertegenwoordigt. Bevoegde gezagen melden dit vooraf schriftelijk aan het secretariaat.

  • 5.

    De wethouder onderwijs of een daartoe gemandateerde ambtenaar vertegenwoordigt het college in iedere kamer dan wel bij gelegenheid samengevoegde kamers.

  • 6.

    De kamer kinderopvang wordt voorgezeten door een houder van een kindercentrum. De andere kamers worden voorgezeten door een vertegenwoordiger van een bevoegd gezag uit de betreffende onderwijssector. De voorzitters worden gekozen uit en door de deelnemers aan de kamer. Zij kunnen periodiek rouleren.

Artikel 5 Secretariaat

  • 1.

    De gemeente verzorgt de secretariële ondersteuning van de kamers en het afstemmingsoverleg.

  • 2.

    Het secretariaat houdt een register bij van bevoegde gezagen en door wie zij vertegenwoordigd worden in de kamers.

Artikel 6 Derden

Derden kunnen, indien de voorzitter van de kamer dit wenst, het college of minstens de helft van de vertegenwoordiger(s) van bevoegde gezagen in de kamer, dit wenst (wensen), deelnemen aan het overleg in de kamer. Indien daartoe wordt besloten, wordt in het overlegverslag vastgelegd wat de rolinvulling is of zal zijn van deze derde(n).

Artikel 7 Vergaderfrequentie

  • 1.

    Over de onderwerpen waarop Het Op Overeenstemming Gericht Overleg van toepassing is, wordt bestuurlijk overleg gevoerd in de kamer(s) op de tijdstippen die aansluiten bij de bepalingen ter zake en bij de begrotingscyclus van de gemeente Rotterdam;

  • 2.

    De kamers voeren ten minste drie maal per jaar bestuurlijk overleg.

  • 3.

    Het afstemmingsoverleg komt ten minste twee maal per jaar bijeen.

Artikel 8 Agendering in de kamers

  • 1.

    Iedere kamer bepaalt de onderwerpen voor bespreking en komt tot een langere termijnplanning qua onderwerp, tijdstip van behandeling en of al dan niet sprake is van op overeenstemming gericht overleg, zoals de wetgever bij bepaalde onderwerpen voorschrijft.

  • 2.

    Het afstemmingsoverleg draagt zorg voor afstemming in de langere termijnplanning van de kamers. Hierbij wordt rekening gehouden met intersectorale onderwerpen die in meerdere kamers of in bij gelegenheid samengevoegde kamers aan de orde moeten komen.

Artikel 9 Voorbereiding op bestuurlijk overleg in de kamers

  • 1.

    Gegeven de onderwerpplanning, bedoeld in artikel 8 lid 1, bepaalt iedere kamer wat aan voorbereiding nodig is als input voor het bestuurlijk overleg in de eigen kamer, en hoe en door wie dit moet worden uitgevoerd.

  • 2.

    Een lid van de kamer kan door de kamer worden gevraagd erop toe te zien dat de uitvoering naar verwachting verloopt.

  • 3.

    De kamer kan besluiten tot instelling van een adviesgroep ten behoeve van de voorbereiding van het overleg in de kamer, waaronder tevens begrepen de instelling van een werk- of projectgroep met betrekking tot een specifiek thema of onderwerp. De kamer bepaalt de omvang, samenstelling, taakveld en werkwijze, alsmede de instellingsduur van de adviesgroep.

Artikel 10 Uitnodiging

  • 1.

    De plaats, de datum en het tijdstip waarop het bestuurlijk overleg in een kamer of het afstemmingsoverleg zal aanvangen, worden ten minste tien werkdagen voor de voorgenomen datum bekend gemaakt aan de leden van de kamer of het afstemmingsoverleg.

  • 2.

    Bij de bekendmaking wordt een agenda en inhoudelijke stukken meegezonden aan de hand waarvan de bespreking plaatsvindt.

Artikel 11 Standpuntbepaling, besluiten en/of adviezen

  • 1.

    Vertegenwoordigers van de bevoegde gezagen in de kamer, die niet deelnemen aan het bestuurlijk overleg in de kamer kunnen voor de datum van dit overleg hun zienswijzen schriftelijk kenbaar maken aan de voorzitter van de kamer. De voorzitter stelt de deelnemers aan het bestuurlijk overleg in de kamer hiervan voorafgaande aan de bespreking in kennis.

  • 2.

    De kamers komen in hun bestuurlijk overleg tot standpuntbepaling, besluiten en/of adviezen.

Artikel 12 Verslaglegging

Het verslag van bestuurlijk overleg in een kamer bevat een overzicht van de besproken onderwerpen, waarbij per onderwerp wordt aangegeven:

  • a.

    of het bepaalde in artikel 2, tweede lid, onder a van toepassing is;

  • b.

    of volledige, geen volledige of geen overeenstemming is bereikt;

  • c.

    de in het overleg door de deelnemers naar voren gebrachte zienswijzen en – indien van toepassing – de zienswijzen als bedoeld in artikel 11, lid 1.

Artikel 13 Openbaarheid

  • 1.

    Het bestuurlijk overleg in de kamers en het afstemmingsoverleg is openbaar.

  • 2.

    Wanneer de voorzitter of de meerderheid van een kamer het nodig achten een bepaald agendapunt met gesloten deuren te bespreken, gebeurt dat.

Artikel 14 Huishoudelijke reglement

Het overlegorgaan kan een huishoudelijk reglement vaststellen.

Artikel 15 Beslissing college in gevallen waarin de procedure niet voorziet

In gevallen waarin dit raadsbesluit niet voorziet, beslist het college, gehoord de vertegenwoordigers van de bevoegde gezagen in het bestuurlijk overleg.

Artikel 16 Wijziging

Alvorens een voorstel tot wijziging van dit besluit aan de raad voor te leggen, voert het college daarover overleg met de vertegenwoordigers van de bevoegde gezagen in de kamers.

Artikel 17 Intrekking Verordening Rotterdams Onderwijs Forum

De op 27 september 2012 vastgestelde Verordening Rotterdams Onderwijs Forum wordt ingetrokken.

Artikel 18 Inwerkingtreding

De Procedure Overleg lokaal onderwijsbeleid van de gemeente Rotterdam treedt met ingang van de dag na de publicatie in werking.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van

12 mei 2016.

De griffier

J.M. van Midden

De plv. voorzitter

R. Buijt

Dit gemeenteblad 2016, nummer 94, is uitgegeven op 3 juni 2016 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)