De raden van de gemeenten Gemert-Bakel en Laarbeek;
ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;
gelezen het voorstel van de griffiers van de gemeenten Gemert-Bakel en Laarbeek;
gelet op artikel 81oa van de Gemeentewet;
besluiten vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de gezamenlijke rekenkamercommissie van de gemeenten Gemert-Bakel en Laarbeek:
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
- b.
commissie: rekenkamercommissie;
- c.
regiegroep: intergemeentelijk adviesorgaan, bestaande uit ten minste
2 leden per raad van de gemeenten, ondersteund door een van de
raadsgriffiers;
- d.
voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;
- e.
- f.
college: het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 2 Rekenkamercommissie
- 1.
Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid
als de rekenkamercommissie.
- 2.
De benoeming van de leden en de voorzitter is zodanig dat de
samenstelling van de rekenkamercommissie in Gemert-Bakel en Laarbeek
dezelfde is. Hiertoe wordt vooraf door of namens de gemeenteraden van
Gemert-Bakel en Laarbeek onderling overleg gevoerd.
Artikel 3 Taak van de rekenkamercommissie
De rekenkamercommissie voert onderzoek uit naar de effecten van het
gemeentelijk beleid en naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het
gemeentelijk beleid, van het gemeentelijk beheer en van de gemeentelijke
organisatie, naar de rechtmatigheid van het gemeentelijk beheer, alsmede
naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van instellingen waarvan de
activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente wordt
bekostigd.
Artikel 4 Benoeming leden
- 1.
De rekenkamercommissie bestaat uit ten minste drie externe leden. De
raad benoemt de leden van de rekenkamercommissie.
- 2.
De leden van de rekenkamercommissie worden voor een periode van drie,
vier, en vijf jaar benoemd. De leden kunnen eenmaal worden herbenoemd
voor een periode van vier jaar.
- 3.
Een tussentijds benoemd lid wordt voor de zittingsduur geacht in de
plaats te zijn getreden van het lid in wiens plaats hij is benoemd.
- 4.
De raad benoemt de voorzitter van de rekenkamercommissie. De voorzitter
draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie,
het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en
werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De
voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de leden, met het
secretariaat en met de regiegroep.
- 5.
Van overeenkomstige toepassing zijn de artikelen 81e, 81f en 81h van de
wet.
Artikel 5 Eed of belofte
Op de commissieleden is artikel 81g van de Wet van overeenkomstige
toepassing.
Artikel 6 Ontslag en non-activiteit
- 1.
De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.
- 2.
Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:
- a.
- b.
bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het
lidmaatschap van de rekenkamercommissie;
- c.
wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke
uitspraak wegens
misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een
maatregel is
opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;
- d.
indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak
onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is
verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens
schulden is gegijzeld;
- e.
na het aflopen van de benoemingsperiode.
- 3.
De leden van de commissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer
zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te
vervullen.
Artikel 7 Vergoeding voor werkzaamheden van de leden van de
rekenkamercommissie
- 1.
De leden ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden voor de
rekenkamercommissie.
- 2.
De vergoeding bedraagt voor de voorzitter € 200,= per maand en € 175,=
per maand voor de overige leden.
- 3.
Voor de uitvoering van onderzoek door een of meer leden van de
rekenkamer zelf wordt een vergoeding van € 55,00 per uur toegekend, per
werkelijk ingezet uur.
- 4.
De vergoedingen genoemd in de leden 2 en 3 komen ten laste van het
budget van de rekenkamercommissie. In deze vergoeding wordt een
tegemoetkoming in de onkosten geacht te zijn opgenomen.
- 5.
De vergoeding wordt geïndexeerd of aangepast indien de raden daartoe
unaniem besluiten.
Artikel 8 Reglement van orde
De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen
en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling
onverwijld ter kennisneming naar de raad.
Artikel 9 Ambtelijk secretariaat
- 1.
Het secretariaat van de rekenkamercommissie wordt belegd bij de griffie
van één van de deelnemende gemeenten.
- 2.
Het secretariaat staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar
taken terzijde.
- 3.
Het secretariaat legt verantwoording af aan de rekenkamercommissie over
de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.
- 4.
Het secretariaat draagt zorg voor agendaplanning, verslaglegging en
dossiervorming.
- 5.
Het secretariaat van de regiegroep wordt belegd bij de griffie van één
van de deelnemende gemeenten waar niet het secretariaat is belegd van de
rekenkamercommissie. Door het secretariaat van de regiegroep wordt
verantwoording afgelegd aan de raden.
Artikel 10 Onderwerpselectie en opdrachtverlening
- 1.
De rekenkamercommissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt,
formuleert de probleemstelling en stelt het onderzoeksplan vast.
- 2.
De rekenkamercommissie kan zogenaamde quick scans uitvoeren: onderzoeken
die betrekking hebben op een beperkter terrein of gepaard gaan met
kleinere acties dan de onderzoeken die normaliter worden
uitgevoerd.
- 3.
De in het eerste lid bedoelde onderzoeksplan wordt door de
rekenkamercommissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.
- 4.
De raad kan de rekenkamercommissie via de regiegroep een gemotiveerd
verzoek doen tot het instellen van een onderzoek, in aanvulling van het
in het eerste lid genoemde onderzoeksplan. De rekenkamercommissie
bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt
voldaan. Indien de rekenkamercommissie niet aan het verzoek van de raad
voldoet, motiveert zij haar besluit.
Artikel 11 Werkwijze
- 1.
De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de
uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door
haar vastgestelde onderzoeksplan.
- 2.
Communicatie van en naar de commissie is in handen van haar
voorzitter.
- 3.
De rekenkamercommissie beoordeelt of het wenselijk is de raad
tussentijds te
informeren.
- 4.
De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van het
gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en
schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de
uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en
de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde
inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn
te verstrekken.
- 5.
De rekenkamercommissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter
bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het
onderzoek.
- 6.
De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten
zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de
Wet openbaarheid van bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten
die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim
aanmerken.
- 7.
De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen
beleggen.
- 8.
Voor de uitvoering van het onderzoek kan de rekenkamercommissie,
met
inachtneming van het beschikbare budget externe personen of bureaus
inschakelen en/of in overleg met de betreffende gemeentesecretaris een
interne onderzoekmedewerker/ambtenaar betrekken.
- 9.
De rekenkamercommissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om
binnen een door haar te stellen termijn, die ten minste twee weken
bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de
commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier
taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De
rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden
aangemerkt.
- 10.
Na het hoor- en wederhoor in de zin van het voorgaande lid,
formuleert de commissie haar conclusies en aanbevelingen en voegt
die aan het rapport toe. Vervolgens stelt de rekenkamercommissie het
college in de gelegenheid zijn zienswijze op het conceptrapport
kenbaar te maken.
- 11.
Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het
onderzoeksrapport
inclusief de conclusies en aanbevelingen, en de bestuurlijke zienswijze op
het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het
college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.
Artikel 12 Budget
1.De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de
begroting
beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering
van haar taken.
2.Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten
gebracht van:
- a.
de vergoedingen aan de leden;
- b.
het ambtelijk secretariaat;
- c.
interne onderzoeksmedewerkers;
- d.
externe deskundigen die door de rekenkamercommissie zijn
ingeschakeld;
- e.
overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van
haar taak.
3.De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget
verantwoording verschuldigd aan uitsluitend de raad via het jaarverslag als
bedoeld in artikel 185 van de wet.
4.Indien het budget niet volledig wordt besteed, blijft het resterende
beschikbaar voor de rekenkamercommissie, na overleg met de regiegroep en met
een maximum van 50% van het jaarbudget.
Artikel 13 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.
Artikel 14 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening gemeentelijke
rekenkamercommissie Gemert-Bakel en Laarbeek 2015”.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 5 november 2015,
de raad van de gemeente Gemert-Bakel,
de griffier, de voorzitter,
P.G.J.M. van Boxtel drs. J. van Zomeren
Aldus vastgesteld in de vergadering van 10 december 2015,
De raad van de gemeente Laarbeek,
de griffier, de voorzitter,
M.L.M. van Heijnsbergen F.H.G.M. Ronnes