Organisatie | Doesburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gedragscode Bestuurlijke Integriteit 2003 |
Citeertitel | Gedragscode Bestuurlijke Integriteit 2003 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Datum inwerkingtreding in bij benadering ingevuld
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-12-2003 | Nieuwe regeling | 18-12-2003 Regiobode, 28 januari 2004 | Geen |
Deel I Kernbegrippen van bestuurlijke integriteit.
Gemeentelijke bestuurders en raadsleden stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente, en in het verlengde daarvan de burgers, zijn het primaire richtsnoer.
Bestuurlijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat de bereidheid er is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-bestuurders, de gemeenteraad, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie bestuurders hun functie vervullen.
Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaats bestuurlijke integriteit in een breder perspectief.
Het handelen van een bestuurder/raadslid is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op organisaties en burgers die daar onderdeel van uitmaken.
Het handelen van een bestuurder/raadslid heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.
Het handelen van een bestuurder/raadslid wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.
Het handelen van een bestuurder/raadslid is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de bestuurder/raadslid en zijn beweegreden daarbij.
Op een bestuurder/raadslid moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.
Het handelen van een bestuurder/raadslid is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen op correcte wijze worden afgewogen.
Deze kernbegrippen zijn de toetsteen voor de onderstaande gedragsafspraken. Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.
Deel II Gedragscode bestuurlijke integriteit
Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een bestuurder is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner van een bestuurder wordt bij de besluitvorming van het college betrokken.